Editie 4 - juli 2020

Impact van de coronacrisis

Ook al zijn de maatregelen sterk versoepeld, de coronacrisis is nog niet voorbij. Voor veel kwetsbare kinderen en gezinnen zullen de gevolgen nog lang voelbaar blijven. In deze speciale editie lees je daar alles over.

Inhoud

Voorwoord

Onzekere tijden

•••• 1 ••••

Interview

‘Geweld nam niet toe tijdens de coronacrisis’

•••• 2 ••••

In de praktijk

Na de lockdown: welke nieuwe vormen van steun mogen blijven?

•••• 3 ••••

Achtergrond

Problemen thuis leiden tot onderwijsachterstand

•••• 4 ••••

Onderzoek

Crisisfonds: oog voor kwetsbare kinderen tijdens coronacrisis

•••• 5 ••••

Tips

6 tips: Hoe steun je gezinnen die in armoede leven?

•••• 6 ••••

Over Augeo

Samen geven we kindermishandeling geen toekomst

•••• 7 ••••

Voorwoord

Edith Geurts

Hoofdredacteur 

Augeo Magazine

Leestijd: 1,5 minuut

Onzekere tijden

De coronacrisis heeft op iedereen invloed gehad. In menig gezin hebben de combinatie van de schoolsluiting, het stilvallen van het sociale leven en het thuiswerken voor de nodige stress en spanningen gezorgd. Maar dat voelt ook alweer als lang geleden: door de versoepeling van de maatregelen lijkt het leven weer steeds meer op dat van voor de lockdown van 16 maart. Toch willen we juist nú een editie uitbrengen over de impact van de coronacrisis.

Voor een grote groep gezinnen is de coronacrisis namelijk nog lang niet voorbij. Als er iets is dat de crisis ons heeft geleerd, is het dat niet iedereen er even hard door is geraakt. Voor kwetsbare gezinnen is ‘corona’ extra hard aangekomen en zullen de naweeën nog lang voelbaar blijven.

Tegelijkertijd zien we in veel van deze kwetsbare gezinnen een grotere veerkracht en zelfredzaamheid dan we hadden gedacht. Dat is goed nieuws en moeten we ook zeker benadrukken. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is om deze gezinnen te blijven volgen, omdat we niet weten of dat een tijdelijk effect is. Hoe lang kunnen gezinnen alle ballen in de lucht houden in onzekere en stressvolle tijden?

Veel kwetsbare gezinnen hebben een grote veerkracht
John Doe

Want onzekere tijden blijven het. De problemen van deze gezinnen zijn veelal structureel en meervoudig. En het coronavirus is nog niet uitgewoed; er kan nog een lockdown komen. Ook de zomervakantie kan zorgen voor nieuwe spanningen: gezinsleden zitten weer op elkaars lip, hulpverleners zijn nog steeds minder beschikbaar en activiteiten liggen soms (nog) stil. Alle reden dus om expliciet aandacht te schenken aan de invloed van de coronacrisis op kwetsbare gezinnen. Over hen gaat dit nummer.

Interview

‘Geweld nam niet toe tijdens de coronacrisis’

Roos de Wildt van het Verwey-Jonker Instituut deed onderzoek naar huiselijk geweld in kwetsbare gezinnen tijdens de coronacrisis. Het geweld lijkt niet te zijn toegenomen. Dat neemt niet weg dat de situatie zorgelijk is: ‘Bedenk dat er in twee derde van deze gezinnen sprake is van geweld, in de helft van de gevallen ernstig.’

Auteur: Annette Wiesman

Leestijd: 5 minuten

Wat was de aanleiding voor dit onderzoek?

‘De afgelopen maanden spraken professionals in de media hun zorgen uit over de toenemende stress in kwetsbare gezinnen en de slechte toegang die ze hadden tot deze gezinnen. Zou dat niet leiden tot een toename van geweld? Dat wilden we graag onderzoeken, ook omdat wij vanwege het langlopende onderzoek (zie kader onderaan) al in contact staan met die gezinnen.’

Dr. Roos de Wildt werkt sinds 2019 als senior onderzoeker bij het Verwey-Jonker Instituut op thema’s als mensen-handel, kwetsbare groepen en jeugd. 

Kun je op zo’n korte termijn van enkele maanden wel effecten zien?

‘Het ging ons juist om een momentopname. Ik heb zelf twee kinderen, en merkte dat bij ons ook de dagelijkse routine veranderde door de lockdown. Dit onderzoek bood ons een kans op een inkijkje in deze gezinnen: hoe gaat het nu bij jullie?’

Wat was de situatie in deze gezinnen vóór corona?

‘Het gaat om gezinnen die gemeld zijn vanwege vermoedens van partnergeweld of kindermishandeling of waar bij een van de kinderen sprake is van een jeugdbeschermingsmaatregel, zoals ondertoezichtstelling of een gezinsvoogd. In de interviews heb ik vooral op het hier en nu ingezoomd. Maar soms vertelden geïnterviewden wat er aan de hand was: kinderen die bij vader woonden omdat moeder psychische problemen had, ouders die ruzie maakten over de omgangsregeling of spanningen in een gezin vanwege een kind met gedragsproblemen. De aanwezige hulpverlening is breed, het gaat van praktisch – helpen met de post, sparren over opvoeding – tot systeemtherapie of traumagerichte therapie. Vaak een combinatie van beide.’

Wat vond je de verrassendste uitkomst?

‘Dat het geweld niet bleek te zijn toegenomen sinds de coronamaatregelen, zowel wat betreft het aantal gezinnen als het aantal incidenten. Er waren ook gezinnen waar het beter ging en het aantal geweldsincidenten zelfs was afgenomen. Zij meldden dat er minder druk was van school en dat er minder hulpverleners, familie en vrienden over de vloer kwamen.

‘In sommige gezinnen nam het aantal geweldsincidenten zelfs af’
John Doe

Maar er waren ook gezinnen waar beide ouders doorwerkten en hun kinderen ook moesten lesgeven. Zij hadden juist meer last van stress. Omdat het om een relatief kleine groep ging met wie we kwalitatieve interviews hebben gehouden, kunnen we dat niet in percentages uitdrukken. Dat het geweld niet is toegenomen, klopt ook met cijfers van Veilig Thuis en de vrouwenopvang.’

Het geweld in gezinnen is dus niet toegenomen, maar uit de monitor blijkt dat in de helft van de gezinnen nog regelmatig geweldsincidenten zijn. Waarin zit hem precies het verschil? Hoe hebben jullie daar in de interviews naar gevraagd?

‘Het is inderdaad goed nieuws dat er geen toename is. Aangezien de hele hulpverlening en dagelijkse routine in deze kwetsbare gezinnen op zijn kop is gegooid, is dat opmerkelijk. Tegelijkertijd speelt er nog evenveel geweld als voorheen, ook al komen bij deze gezinnen dus al een tijdje hulpverleners over de vloer. In twee derde van deze gezinnen is er sprake van geweld, in de helft van de gevallen ernstig. In de kwalitatieve interviews kwam dat minder sterk naar voren dan in de monitor. Je vraagt niet meteen naar geweldsincidenten; dat moet je eerst inleiden. “Hoe is het om in deze tijd vader of moeder te zijn? Hoe corrigeer je en is dat anders dan normaal? Waar zou je meer hulp bij nodig hebben?” Misschien kregen we ook sociaal wenselijke antwoorden, dat weet je nooit.’

Hoe beleefden de professionals van Veilig Thuis en de hulpverleners deze periode?

‘We zagen een enorme bereidheid om ondanks alle beperkingen in contact te blijven met gezinnen. Professionals waren inventief met beeldbellen, probeerden toch met een cliënt een stukje te wandelen of, als ze zich echt zorgen over iemand maakten, af te spreken op kantoor. Of ze vroegen, om het ijs te breken: laat eens een fotootje van de kat zien? Anderzijds vonden ze het heel moeilijk te beoordelen of ze goed zicht hadden op de situatie thuis. Beeldbellen is vaak oppervlakkiger en je weet niet of er een gezinslid naast zit. In gezinnen waar de hulp vóór de coronacrisis al goed liep, bleek die tijdens de crisis ook goed te lopen. Als dat niet zo was, liep het contact tijdens de lockdown vaak stuk. Hulpverleningstrajecten die nog in de opstartfase zaten, werden vaak afgebroken.

Daarnaast merkten professionals dat ze sneller konden overleggen met andere disciplines, wat efficiënter werkte. Maar sommigen konden hun registratiesysteem niet openen tijdens het beeldbellen, waardoor ze geen informatie konden invoeren. En ze hadden behoefte aan richtlijnen over de privacy van digitale hulpverlening en de hoeveelheid contact.’

Een opvallende mogelijke verklaring voor het uitblijven van extra stress, door zowel ouders als kinderen genoemd: het wegvallen van de hulpverlening, wat rust opleverde. Dat is wel ironisch.

‘Ik zou echt niet willen stellen dat er dan maar minder hulpverlening moet komen. Kinderen vonden het soms ook relaxt dat ze niet naar school hoefden, maar je gaat daarom nog niet zeggen dat school dan maar afgeschaft moet worden. Het is iets dat voor een tijdje kennelijk prettig was, maar je kunt je afvragen hoe dat voor langere tijd zou zijn.’

Nog een interessante observatie uit het rapport: het zou kunnen dat de lockdown sommige gezinnen minder zwaar trof, omdat zij toch al vrij geïsoleerd leven.

‘Dat was ons eigen idee, niet iets dat mensen in interviews zeiden. Dit onderzoek ging overigens niet over gezinnen waar wel geweld speelt, maar die niet in beeld zijn bij de hulpverlening omdat ze niet zijn gemeld. Hoe het daar is, weten we niet.’

Ook met kinderen en jongeren ging het relatief goed. Er was geen toename van emotionele onveiligheid, wat je toch zou verwachten in een situatie van verplicht thuiszitten en in gezinnen met een verhoogd risico op huiselijk geweld.

‘Inderdaad, er waren bij hen weinig verschillen met de periode voor corona. Wél hadden jongeren nog steeds veel meer stress dan leeftijdgenoten. De meesten vonden het fijn dat ze hun eigen tijd konden indelen. Kinderen zeiden dat het wel goed ging thuis. Misschien waren er iets meer spanningen vanwege huiswerk of verveling, maar dat leidde niet tot meer conflicten.’

‘Een paar maanden je schouders ergens onder zetten is iets anders dan voor lange tijd’
John Doe

Kennelijk hebben gezinnen een groot oplossend vermogen, concluderen jullie.

‘Die veerkracht kwam bijvoorbeeld mooi naar voren in een interview met een moeder met een oudere, thuiswonende dochter. Zij zei: “We zijn op elkaar aangewezen, dus proberen we botsingen te vermijden en elkaar ruimte te geven. Ik drink elke dag ‘s ochtends koffie, als mijn dochter dan bij me komt zitten is het goed, en anders ook.” Andere ouders gingen bewust naar de slaapkamer of een stukje wandelen als de spanning opliep.’

Kunnen we dat oplossend vermogen vaker inzetten?

‘Dat weet ik niet. Een paar maanden je schouders ergens onder zetten is toch iets anders dan voor lange tijd. Het kan nuttig zijn om daar straks nog eens met deze ouders op terug te kijken. Sowieso zou ik graag de impact van de coronamaatregelen op lange termijn onderzoeken. We weten nu hoe die op dat moment werden beleefd, maar je wilt ook weten hoe de uitstel van hulp op lange termijn uitpakt; of er leerachterstanden zijn ontstaan, hoe de zomervakantie qua stress verliep. De monitor is daarvoor een goed startpunt, waarbij je onderscheid kunt maken tussen gezinnen waar de hulp wél en gezinnen waar die niet onderbroken is.’

Kwetsbare gezinnen in tijden van Corona

Het onderzoek naar de impact van de crisis op kwetsbare gezinnen bestond uit twee delen. Het eerste bestond uit een uitbreiding van het langlopende onderzoek dat het Verwey-Jonker Instituut uitvoert naar huiselijk geweld in opdracht van Augeo, het ministerie van VWS en de G4 (het netwerk voor de grote steden). Dat gebeurt op basis van vragenlijsten die ouders en kinderen zelf invullen. De onderzoekers keken of er verschillen zijn tussen de periode voor en na de lockdown, en vulden het onderzoek aan met corona-specifieke vragen. Het tweede deel, gefinancierd door het ministerie van VWS, bestond uit onderzoek naar het functioneren van de hulpverlening en de hulpbehoefte. Daarvoor werden ouders uit dezelfde doelgroep geïnterviewd, en ook kinderen en professionals.


Lees hier het onderzoeksrapport 'Kwetsbare gezinnen in tijden van Corona'.

In de praktijk

Na de lockdown: welke nieuwe vormen van steun mogen blijven?

Meteen toen de scholen en opvang dichtgingen, ontstonden overal creatieve initiatieven voor ondersteuning van kinderen in onveilige thuissituaties. We vroegen zes professionals: wat werkte goed?, wat niet? En: welke ideeën neem je mee in het nieuwe normaal?

Auteur: Annemarie van Dijk

Leestijd: 6 minuten

Lees verder

Tijdens de corona-lockdown van half maart tot half mei veranderde er veel voor gezinnen met jonge kinderen. En waar dat in ‘gewone’ gezinnen al tot stress leidde, was het voor gezinnen waarin het risico op kindermishandeling groot is, helemaal een ramp. Een groot deel van de sociale steun voor deze kinderen kwam te vervallen. Schoolgaande kinderen hadden niet langer het dagelijkse ritme van naar school komen, vrienden ontmoeten en contact hebben met de leerkracht. ‘Bij ons vragen de leerkrachten elke ochtend: hoe gaat het met je? En als het niet zo goed gaat: wil je erover praten?,’ vertelt Jan Slangen van basisschool De Vlinderboom in Maastricht. ‘Leerkrachten weten daardoor wat er speelt en kinderen voelen zich gehoord. Dat viel nu weg.’


Ook in de kinderopvang maakte men zich zorgen. Marijn Klok is zorgcoördinator bij SPL, met peuterspeelzalen en BSO’s in Leiden en omstreken. Kolk: ‘Voor sommige kinderen betekent thuis zijn: stress en onveiligheid. De opvang is dan de enige plek waar ze gezien worden, waar ze terechtkunnen voor veiligheid, rust, structuur en troost.’


Voor Marjon van Klaveren, jeugdverpleegkundige bij de GGD Nijmegen, ging een aantal live consulten niet meer door. Daarnaast vervielen de inloopspreekuren, die altijd heel goed worden bezocht. ‘Onze structuur viel weg, dat zorgde allereerst voor stress bij onszelf. Hoe moesten ouders ons nu vinden voor opvoedvragen? Maar ook ouders waren duidelijk meer gestrest – ook ouders die normaal gesproken in balans zijn. Het ís ook pittig als je thuis moet werken én de kinderen fulltime thuis zijn. Voor kwetsbare ouders was dat helemaal een uitdaging.’

Een laptop en gratis wifi

De organisaties gingen hard op zoek naar creatieve oplossingen. Basisschool De Vlinderboom nodigde kinderen uit risicogezinnen uit om drie dagdelen per week naar de noodopvang op school te komen. ‘Ouders bleken dat erg op prijs te stellen,’ vertelt Jan Slangen. Daarnaast (beeld)belden de leerkrachten en het schoolmaatschappelijk werk regelmatig met kinderen uit kwetsbare gezinnen. ‘Eén gezin bleek lastig te bereiken, we schakelden andere ouders in die vaak contact hadden met hen om ons op de hoogte te houden.’

Grote providers regelden tijdelijk gratis internet bij kinderen die dat thuis niet hadden
John Doe

Bijna alle kinderen waren aanwezig bij de online lessen van de leerkrachten. De school leende laptops uit aan leerlingen die thuis geen computer hadden, zodat ze toch konden meedoen. MosaLira, de onderwijskoepel waar De Vlinderboom onder valt, vroeg grote providers of ze tijdelijk gratis internet konden regelen bij kinderen die dat thuis niet hadden. Daarnaast deed MosaLira een oproep aan bedrijven om laptops ter beschikking te stellen voor kinderen die er geen hadden. Daar kwam een grote respons op.

Opvang in kleine groepjes

De kinderopvangorganisatie SPL bood noodopvang aan voor kwetsbare kinderen met een moeilijke thuissituatie. Welke kinderen dat zijn, weet Marijn Klok als zorgcoördinator heel goed. Daarnaast waren er ouders die zelf aangaven dat ze 24/7 zorgen voor hun kinderen zwaar vonden. Ook hun kinderen kregen een plekje bij de noodopvang.

‘Ouders waren vaak blij met de noodopvang’
John Doe

Klok vroeg bij de jeugdgezondheidszorg en de jeugd- en gezinsteams na of er daar misschien ook kwetsbare kinderen in beeld waren. ‘Uiteindelijk plaatsten we veertien kinderen bij de noodopvang. De ouders waren er vaak blij mee.’


Waar dat kon, organiseerde SPL de noodopvang op de vertrouwde locaties van de kinderen. Directeur Piet Penning: ‘Om de groepen klein te houden, deelden we maximaal vier kinderen bij elkaar in.’ Met de kinderen die thuis bleven, onderhielden de pedagogisch medewerkers contact. ‘Ze belden elke week met alle ouders, zodat ze een aardig beeld kregen van of het thuis goed ging.’

Consultatiebureau online

Fijn dat deze tijd duidelijk maakt dat je ook zorg kunt verlenen op andere manieren, vindt jeugdverpleegkundige Marjon van Klaveren. ‘De jeugdgezondheidszorg kent veel protocollen. Maar voor een situatie als de lockdown waren die er nog niet. Daardoor kregen we ruimte om zelf oplossingen te vinden.’


Van Klaveren sprak zelf de kinderdagopvang en het wijkteam aan. Ze wilde ouders ontlasten die de stress thuis niet aankonden. ‘De kinderopvang zei: als jullie een sociaal-medische indicatie kunnen afgeven, nemen wij die kinderen op. Dat was mooi.’


Verder werden op het consultatiebureau veel consulten gedaan via beeldbellen. De consulten voor baby’s tot zes maanden en alle vaccinaties gingen wel door. Er mocht dan één ouder meekomen. Ook gezinnen waarover zorgen waren en ouders die aangaven met stress te kampen, konden live langskomen.

Veiligheid of virus?

Bij Amaryllis, een organisatie voor sociaal maatschappelijk werk in Leeuwarden, verlopen de contacten van de sociale wijkteams in coronatijd vooral via beeldbellen. ‘Wij proberen zoveel mogelijk alle gezinsleden te spreken of met hen te whatsappen. Dat gaat gelukkig heel goed,’ vertelt gedragswetenschapper Myrna Kivit. ‘Als we geen contact met een gezin kunnen krijgen, schakelen we soms de wijkagent in. Of we proberen het via de opa, oma of de buurvrouw.’

De veiligheid van een kind weegt zwaarder dan de kans op verspreiding van het virus
John Doe

Er wordt altijd een afweging gemaakt wat het zwaarst weegt. Is dat de veiligheid van het kind in het gezin of de mogelijke verspreiding van het virus? Dan weegt de veiligheid van een kind altijd het zwaarst. ‘Als we denken: hier moet nú iemand op af, dan gaat er een collega naartoe of iemand van de ketenpartners.’

Obstakels

Het was soms best lastig om in contact te blijven met gezinnen, zegt directeur Piet Penning van opvangorganisatie SPL. Er waren ouders die de telefoon niet opnamen. ‘Bovendien hadden niet alle ouders de digitale vaardigheden of middelen die voor contact nodig zijn. Een gezamenlijk beeldbeloverleg met ouders, de peuterspeelzaal en het jeugd- en gezinsteam was bijvoorbeeld vaak niet mogelijk. Sommige ouders bleken uitsluitend bereikbaar via WhatsApp.’

Collega Marijn Klok vult aan: ‘Toen we een gezin dat we noodopvang wilden aanbieden niet konden bereiken, zochten we contact met Veilig Thuis, dat al contact had met het gezin. Zo lukte het gelukkig toch om die kinderen een opvangplek te bieden.’


Bij beeldbellen is het lastig om de situatie en sfeer in huis te proeven, zegt Lucinda Monsma, net als Myrna Kivit gedragswetenschapper bij Amaryllis. ‘Helemaal bij gezinnen die je nog niet kent.’ Beeldbellen zal volgens haar nooit een vervanger worden van huisbezoek, hooguit een aanvulling erop. ‘We zouden in de toekomst bijvoorbeeld de ene week op huisbezoek kunnen gaan en de andere week kunnen beeldbellen.’

‘Tijdens een videoconsult zag ik het kind vaak niet. Het lag dan net te slapen’
John Doe

Ook jeugdverpleegkundige Marjon van Klaveren vindt een videoconsult geen goede vervanging voor live contact. ‘Je mist soms belangrijke signalen. En bij een echte ontmoeting kom je makkelijker tot de kern. Bij het maken van de afspraak vroeg ik of ouders hun opvoedvragen wilden opsparen, maar tijdens het beeldbellen waren er vaak nauwelijks vragen.


Ook het doornemen van de onderdelen van het Van Wiechen ontwikkelingsonderzoek, wat we altijd doen bij kinderen op het consultatiebureau, is lastiger via beeldbellen. Bovendien zag ik het kind zelf vaak niet. Als het net lag te slapen, vroeg ik niet aan de ouders of ze het uit bed wilden halen.’


Myrna Kivit miste het sparren met haar collega’s uit de sociale wijkteams. Ze begrijpen elkaar beter als ze live contact hebben. ‘Zeker bij een lastige casus bellen we nu vaker. Dat vraagt veel tijd. Daarbij zorgt bellen weleens voor misverstanden, je kunt bijvoorbeeld niet even een schema uittekenen van de familierelaties. Daardoor weet je soms niet zeker of je wel over hetzelfde gezinslid praat.’

Mag blijven

Veel ging gelukkig wél goed tijdens de lockdown. Myrna Kivit van Amaryllis merkte dat het met bepaalde gezinnen zelfs beter ging dan gewoonlijk. ‘Er was minder druk bij de ouders, doordat ze niet met hun kinderen op tijd op school, sportclub of verjaardagsfeestje hoefden te zijn.’

‘Iedereen was superbetrokken en gemotiveerd om het goed te laten verlopen bij de gezinnen’
John Doe

Marijn Klok van SPL was blij verrast door de prettige samenwerking met de betrokkenen rondom probleemgezinnen. Normaal gesproken voelt ze toch meer afstand in het contact met de jeugd- en gezinsteams of Veilig Thuis. ‘Nu waren de lijnen kort en was iedereen superbetrokken en gemotiveerd om het goed te laten verlopen bij de gezinnen. Dat vond ik heel positief. Ik hoop dat we dat vasthouden.’


Ook ontstond er spontaan een mooi initiatief: onze pedagogisch medewerkers bezochten gezinnen thuis. ‘Ze namen iets te knutselen mee voor de kinderen en spraken – op veilige afstand – met de ouders. Zo kregen ze een beter beeld van de situatie. Fijn dat daar nu meer tijd voor was, we zouden dat het liefst blijven doen.’

Basisschool De Vlinderboom blijft naast de gewone lessen online materiaal beschikbaar stellen. Zo kunnen kinderen zelf thuis de lesstof herhalen en hoeft dat niet op school te gebeuren. ‘Daardoor komt er op school meer ruimte voor lessen over sociaal-emotionele vorming, goed burgerschap, gezonde voeding en het milieu,’ zegt Jan Slangen.

Zomervakantie

Piet Penning van SPL maakte al afspraken met onder andere de jeugd- en gezinsteams, over hoe zijn opvangorganisatie de fijne samenwerking met de andere bij de kinderen betrokken partijen kan voortzetten. ‘Je moet het ijzer smeden als het heet is. Ik zou graag meer één lijn zien in de manier van werken. Verder vind ik dat de verschillende professionals elkaar vaker moeten ontmoeten.’

Hij kijkt ook vooruit naar de zomervakantie. ‘Gewoonlijk zijn we zes weken dicht, maar ik denk dat deze periode nadrukkelijk aantoont dat het belangrijk is dat je toch open bent. Kinderen zes weken uit het oog verliezen, dat kan eigenlijk niet.’

Achtergrond

Problemen thuis leiden tot onderwijsachterstand bij kinderen uit arme én rijke gezinnen

De aandacht voor kansenongelijkheid in het onderwijs is de afgelopen weken flink toegenomen. De verwachting is dat door de coronacrisis de onderwijsachterstand van kwetsbare kinderen nog meer zal toenemen. Maar wie zijn die kwetsbare kinderen? En wat kunnen we doen om deze achterstanden tegen te gaan?

Auteur: Britt Louter

Leestijd: 2,5 minuten

Armoede blijkt een fixe voorspeller van onderwijsachterstand te zijn. Kinderen van ouders met minder financiële middelen en hulpbronnen behalen vaker een lager opleidingsniveau. Door gebrek aan schoolmateriaal, of doordat zij zich geen bijles of ondersteuning kunnen permitteren. Daarnaast hebben kinderen die ingrijpende ervaringen opdoen in hun jeugd, zoals mishandeling of echtscheiding, een grotere kans om een lager opleidingsniveau te halen. Door de stress, concentratieproblemen en verminderde steun van de ouders nemen de schoolprestaties en motivatie van het kind af.

Cultureel kapitaal

Lopen kinderen uit meer welgestelde gezinnen dan ook minder risico op onderwijsachterstand als zij ingrijpende jeugdervaringen meemaken? Dit blijkt niet zo te zijn. Recent onderzoek wijst uit dat de gevolgen van ingrijpende jeugdervaringen juist relatief groter zijn voor kinderen met een betere startpositie. In Nederland profiteren deze kinderen voornamelijk van het culturele kapitaal van hun ouders. Denk aan het stimuleren van leesgedrag en het bijbrengen van normen en waarden. Het onderzoek laat zien dat echtscheiding, verwaarlozing en kindermishandeling de ouder-kindrelatie zodanig schaden dat deze kinderen aanzienlijk minder van deze hulpbronnen profiteren. Ze leren door de problemen thuis bijvoorbeeld niet goed om relaties met anderen op te bouwen of worden onvoldoende gestimuleerd om te leren. Dat is van invloed op de schoolprestaties.

‘Door problemen thuis worden kinderen onvoldoende gestimuleerd om te leren’
John Doe

Betrouwbare volwassene

Kinderen uit alle lagen van de bevolking die ingrijpende gebeurtenissen meemaken, moeten dus kunnen rekenen op voldoende steun. De onderzoekers wijzen op het belang van ondersteuning door scholen, gemeenten en sociale netwerken buiten het gezin om grote onderwijsachterstanden tegen te gaan. Een betrouwbare volwassene in de omgeving van het kind helpt de veerkracht van kinderen te versterken en stimuleert hen om tot leren en ontwikkeling te komen.

Als school kun je deze kwetsbare kinderen alleen extra steun bieden als je weet om welke kinderen gaat. Ofwel: als de school goed geïnformeerd wordt door de ketenpartners, zoals politie, Veilig Thuis en de vrouwenopvang. Voor kinderen die thuis mishandeld, verwaarloosd of seksueel misbruikt worden, organiseert Augeo snelle steun op school, al op de eerstvolgende schooldag.

Britt Louter is inhoudsdeskundige veilig opgroeien bij Augeo Foundation.

Onderzoek

Crisisfonds: oog voor kwetsbare kinderen tijdens de coronacrisis

Het Crisisfonds werd opgericht om kwetsbare kinderen de coronacrisis door te helpen, want door die crisis hebben zij meer last van stress en gedragsproblemen dan voorheen. Dankzij de cadeautjes voelen kinderen en jongeren zich gezien, ontdekten onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut. En ouders kregen meer respect voor hulpverleners.

Auteur: Annette Wiesman / Illustraties: Viduals

Leestijd: 6 minuten

Crisisfonds

Dagstructuur

Om kinderen die het meest te lijden hadden onder de lockdown-periode een hart onder de riem te steken, werd het Crisisfonds in het leven geroepen [zie kader 'Wat doet het Crisisfonds?']. Hulpverleners konden vouchers voor hen aanvragen. In totaal kende het fonds tot nu toe bijna 10.000 aanvragen toe, waarmee circa 35.000 kinderen werden bereikt. Aan de hulpverleners die een aanvraag deden, werd gevraagd om een vragenlijst in te vullen over het gezin of de groep kinderen die hen het meest aan het hart ging. Op die manier hoopten onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut  informatie te verzamelen over de problemen waar (pleeg)gezinnen en kinderen tegenaan liepen, en waaraan zij in deze tijd het meeste behoefte hadden.

Dagstructuur

Op het moment van aanvraag hadden de kinderen verschillende soorten problemen. In 88 procent van de gevallen was er sprake van veel stress, in bijna evenveel gevallen speelden gedragsproblemen van kinderen een rol. Andere veelgenoemde problemen waren armoede, gedrags- of psychische problemen van een van de ouders en psychische problemen van het kind. Door de lockdown zijn die problemen verder verergerd, ontdekte Marlinda van der Hoff van het Verwey-Jonker Instituut. Zij onderzocht wat het Crisisfonds heeft betekend voor de deelnemende gezinnen. ‘Door het wegvallen van activiteiten, hulpverlening, school en sociale steun verdween de hele dagstructuur van kinderen’, vertelt ze. ‘De hulpverlening was stopgezet of aangepast. Kinderen verveelden zich en vonden ze het moeilijk dat ze weinig contact hadden met andere kinderen.’

Kwetsbare kinderen hebben volgens de hulpverleners:

  • Meer stress (irritaties, energie niet kwijt kunnen, moeite met emoties)
  • Minder of andere hulp (dagbesteding valt weg, digitale hulp)
  • Problemen door weggevallen activiteiten en sociale steun
  • Problemen met school/leren

Leen-laptop

Leen-laptop

Met name het wegvallen van school was voor kwetsbare kinderen een groot probleem. Ruim de helft van de kinderen ondervond problemen die daarmee te maken hadden. In de eerste plaats vanwege het ontbreken van een tablet of laptop. ‘Een leen-laptop van school is ook niet ideaal. Zo hoorde ik van een kind dat hij de zijne moest inleveren toen scholen weer half open gingen. Als je een laptop met anderen moet delen of er geen hebt, is thuisonderwijs moeilijk’, zegt Van der Hoff.

‘Zonder tablet of laptop is thuisonderwijs moeilijk’
John Doe

Een even groot probleem was het gebrek aan goede begeleiding door ouders, die bij het thuisonderwijs tijdens de lockdown zo belangrijk was. Daarvoor ontbrak het bij een deel van de ouders en pleegouders aan kennis of vaardigheden, vertelt Van der Hoff. ‘En dat gaf extra stress, juist als er al andere dingen in een gezin speelden, zoals psychische problemen van kinderen of ouders.’ Ouders met een migratieachtergrond begrepen schoolopdrachten soms niet goed en konden hun kinderen daarom niet goed begeleiden. Groepsleiders in instellingen en gezinshuizen namen regelmatig de rol van docent op zich. ‘Op zich positief, maar kinderen vinden die verschillende rollen soms moeilijk te combineren. Zeker kinderen met psychische problemen, die een vaste structuur nodig hebben.’

Verdriet

Verdriet

Wat de onderzoekster het meest trof, waren de gevolgen van het stilvallen van bezoek en logeerregelingen voor kinderen. Meer dan de helft van de kinderen in instellingen moest zijn ouders of broertjes of zusjes langere tijd missen. Dat zorgde voor verdriet. Ook als beeldbellen mogelijk was, bleef het gemis voor de kinderen volgens de onderzoekers groot. Schrikbarend, vond Van der Hoff het: kinderen die in de weekeinden niet naar huis konden of hun biologische ouders niet konden zien; weekendverloven of weekendopvang die niet doorgingen. ‘Soms mochten ouders wel bij hun kinderen in een instelling op bezoek, maar hadden ze daar het geld niet voor.’ Professionals zijn bezorgd over de gevolgen voor de hechting van de kinderen op lange termijn, zegt Van der Hoff. ‘Ik lees deze verhalen als een soort noodkreet.’

‘Meer dan de helft van de kinderen in instellingen moest zijn familie langere tijd missen’
John Doe
Onveiligheid

Onveiligheid

Ook armoede springt in het oog. In veel van de aangemelde gezinnen, ook de pleeggezinnen, waren de financiële middelen beperkt, en was er geen geld voor speelgoed. Van der Hoff: ‘Gezinnen wonen vaak in een kleine ruimte. Ouders durfden hun kinderen niet buiten te laten spelen, omdat ze niet goed begrepen wat wel en niet kon. Zeker als ze geen tuin hadden, zaten ze dan heel erg op elkaars lip.’ Gevolg: de stress in gezinnen nam toe, spanningen liepen op, oudere kinderen ontwikkelden meer negatieve gevoelens en onzekerheden en jongere kinderen konden hun energie niet kwijt. ‘Grotere kinderen kampten door verveling met depressieve gevoelens. Ze waren veel thuis, gameden veel en hadden geen duidelijke dag- en nachtstructuur.’ Ook heeft ze gevallen gezien waar kinderen een pleegouder verloren aan corona. Soms nam door alle stress het huiselijk geweld toe, terwijl geplande verhuizingen van kinderen naar pleeggezinnen of instellingen ondanks de onveiligheid werden stopgezet.

‘Jongeren liepen tijdens de lockdown minder weg en gebruikten minder drugs’
John Doe

Toch viel ook de veerkracht en zelfstandigheid van gezinnen Van der Hoff op. ‘Er werd veel gevraagd van ouders, toen opvang en school wegvielen. Dat lijkt op veel plekken toch best goed te zijn gegaan. Het is bemoedigend om te zien dat ouders en pleegouders vaak in hun rol groeiden en dat ze het ook zonder hulpverlening bleken te rooien.’ Een voordeel van de lockdown was dat jongeren minder wegloopgedrag vertoonden. Ook gebruikten ze minder drugs.

Trampolines

Trampolines

De onderzoekers waren ook benieuwd of het Crisisfonds in een behoefte voorzag: wat leverden de vouchers de kinderen en gezinnen in schrijnende situaties op? ‘Kinderen hadden in de eerste plaats behoefte aan ontspanning, spelen of even ertussenuit’, vertelt Van der Hoff. Populaire bestedingen waren dan ook speelgoed, zoals skeelers en trampolines. Ook werden er veel laptops aangeschaft met meerdere vouchers, aangevuld met eigen geld. In instellingen en azc’s was vooral behoefte aan spullen voor jongeren: een smart tv, zitzak of tafeltennisset. ‘Eén kind was zó blij met haar schooltas, dat ze hem ‘s nachts mee naar bed nam. Maar er was ook een tienermoeder met financiële problemen die een kinderbedje kreeg, en voor een gezin dat elke dag patat at werd een airfryer aangeschaft, omdat dat gezonder is dan frituren met olie.’

Wat is volgens hulpverleners het effect van de vouchers?

Kinderen ervaren minder stress 

Kinderen voelen zich meer gezien en gewaardeerd

Ouder/hulpverleners: worden ontlast, voelen zich gesteund

Positief contactmoment met hulpverlener

Fijn contactmoment met familie/vrienden

Dankzij de vouchers voelden kinderen en jongeren zich gezien. ‘Ze hadden het gevoel: er is iemand die aan me denkt’, zegt Van der Hoff. ‘Dat is bijna belangrijker dan het cadeau zelf. Ze hadden voorpret, lieten trots hun skeelers zien aan hun ouders, gingen er samen met hen mee naar buiten. Al die momenten versterkten de band met ouders en pleegouders.’ Een andere belangrijke observatie was dat het samen met ouders uitzoeken van een cadeau de band tussen hulpverleners en ouders versterkte. ‘Hulpverleners – zeker binnen de jeugdbescherming – worden soms toch gezien als brengers van slecht nieuws. Dan is het fijn om ook eens iets positiefs te kunnen doen. Volgens hulpverleners ging het contact met ouders daardoor beter verlopen. Er werden filmpjes gemaakt waarin ouders en kinderen trots de nieuwe spullen lieten zien.’

‘Dankzij de vouchers hadden kinderen het gevoel: er is iemand die aan me denkt’
John Doe
Verder helpen

Verder helpen

Hoe moet het volgens de ondervraagde professionals verder met deze gezinnen en kinderen, die door armoede last hebben van veel stress? ‘Armoede speelt niet alleen in gezinnen’, merkt Van der Hoff op. ‘De jeugdsector heeft de afgelopen jaren steeds minder financiële middelen gekregen om goede hulp te kunnen bieden. Vooraf werd er nog getwijfeld of instellingen, pleeggezinnen en opvanglocaties wel mochten meedoen met het Crisisfonds, omdat die vast al genoeg voorzieningen hadden. Maar dat lijkt in sommige gevallen niet zo te zijn.’ Toch denken de geïnterviewden dat kwetsbare gezinnen ook erg geholpen kunnen zijn met dingen die weinig geld kosten, zoals spullen van discountwinkels of een tweedehands laptop. ‘Het gaat om het gebaar, het kan ook een simpel Donald-Duckje zijn.’


Op de vraag wat hulpverleners en professionals de komende tijd voor deze gezinnen kunnen betekenen, zegt Van der Hoff: ‘Organiseer activiteiten, zorg dat kinderen iets leuks te doen hebben. Instellingen kunnen natuurlijk ook zelf activiteiten organiseren, maar zij moeten al zoveel en het is ook nog zomervakantie. Voor kinderen die thuis of in een pleeggezin wonen zou het goed zijn als gemeenten of groepen burgers kinder- of jongerenevenementen organiseren. Even wat afleiding, dat is het allerbelangrijkste.’

Zomerperiode 

Top 3 verwachte problemen:

  • Moeite met isolement, missen van school en sport
  • Moeilijk om kunnen gaan met veranderingen
  • Hulpverlening kan niet worden geboden


Top 5 waaraan behoefte is:

  • Extra mogelijkheden om thuis te ontspannen
  • Een dagje plezier buiten de deur
  • In de buurt spelen met andere kinderen
  • Begeleide gezinsvakantie
  • Vakantiekamp met leeftijdsgenoten

Wat doet het Crisisfonds?

Wat doet het Crisisfonds?

Het Crisisfonds werd opgezet door Augeo Foundation, Stichting Kinderpostzegels en Stichting Het Vergeten Kind. Het is bedoeld voor thuiswonende kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel of intensieve inzet van Veilig Thuis, voor kinderen in gezinshuizen, instellingen en pleeggezinnen, in de maatschappelijke opvang of vrouwenopvang en in asielzoekerscentra (azc’s). Om deze kwetsbare kinderen te helpen de coronacrisis door te komen, konden (jeugd-)hulpverleners aanvragen indienen voor vouchers ter waarde van 50 euro, waarmee gezinnen en instellingen speelgoed, sport- en vrijetijdsspullen of ondersteuningsmiddelen voor school konden aanschaffen. De afgelopen maanden hebben meer dan 35.000 kinderen met hun hulpverlener materialen besteld om te kunnen leren of ontspannen.

De initiatiefnemers hebben besloten het Crisisfonds voor de zomervakantie een nieuwe impuls te geven. Ze maken zomeractiviteiten mogelijk voor meer dan 10.000 kinderen in kwetsbare thuissituaties, (pleeg)gezinnen, de vrouwenopvang en tehuizen. Via de website kunnen jeugdbeschermers en pleegzorgwerkers vouchers aanvragen. Daarmee kunnen voor een gezin spel- en ontspanningsmaterialen worden gekocht of toegangskaartjes voor een uitje.

De visuele samenvatting van het onderzoek vind je hier

Tip 1: Herken de signalen

Armoede is niet altijd aan de buitenkant te zien: zowel ouders als kinderen doen hun best om het te verbergen. Toch zijn er vaak wel signalen op te vangen. Zo kan het opvallen dat mensen altijd dezelfde kleding dragen of kapotte kleding of schoenen. Kinderen hebben soms geen sportkleding of winterjas. Ze kunnen op school komen zonder ontbeten te hebben of zonder lunch bij zich te hebben. Ze eten goedkoop en minder gezond voedsel en verzorgen zichzelf slecht.


Schulden
Gezinnen in armoede leven vaak van de bijstand, maar ze kunnen ook slecht betaald werk hebben. Er kan sprake zijn van een huurachterstand en/of het niet kunnen betalen van de vaste lasten, zorgkosten of de schoolbijdrage of zwemles. Daarnaast kost het gezinnen vaak moeite om de administratie op orde te houden. Post wordt niet geopend en er zijn schulden. Laaggeletterdheid of een slechte beheersing van de Nederlandse taal kan daar ook een rol in spelen. Uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat de helft van de mensen die kampen met financiële problemen waarschijnlijk ook moeite heeft met lezen.

Pijn
Armoede lijdt tot stressklachten die zich ook uiten in somatische klachten zoals hoofdpijn, vermoeidheid en pijn zonder aanwijsbare oorzaak. Ook overgewicht of een groeiachterstand bij kinderen kunnen een signaal zijn. Verder kan er sprake zijn van chronisch ziekte in het gezin, een laag IQ of psychische problemen. Middelengebruik komt ook vaak voor.

Achterstandswijk
Gebrek aan geld kan ook zichtbaar zijn in de woonomstandigheden: goedkope woningen, vaak in een achterstandswijk. Soms is de woning te klein en missen gezinsleden een eigen plek. Een computer, internet of andere leermiddelen kunnen ook ontbreken, wat kinderen hindert bij hun schoolwerk. Op vakantie gaan behoort vaak niet tot de mogelijkheden, net zo min als een lidmaatschap van club of vereniging.

Contacten mijden
Door stress kan het gedrag van mensen veranderen: ze zien door de bomen het bos niet meer. Anderen hebben een kort lontje, komen te laat op afspraken, hebben concentratieproblemen, spijbelen of worden stil en teruggetrokken. Kinderen kunnen soms niet deelnemen aan schoolactiviteiten, gaan niet naar kinderfeestjes omdat ze geen cadeau kunnen kopen of vragen vanwege de thuissituatie geen vriendjes mee naar huis. Ouders kunnen contacten met school of andere instanties mijden uit onzekerheid of schaamte.

Tip 2: Wees discreet

Mensen met weinig geld schamen zich en voelen zich buitengesloten. Ouders en kinderen komen er niet makkelijk zelf mee naar buiten. Tegelijk willen ze er vaak wel over praten, omdat het door alles wat op hen afkomt en de stress moeilijk is om zelf de juiste weg naar hulp te vinden.


Gepest
Ga dus bij signalen het gesprek aan, maar doe dat discreet, want stigmatisering ligt op de loer. Realiseer je dat ook veel (met name oudere) kinderen zich schamen en niet openlijk willen praten over de armoede die ze thuis ervaren. Een belangrijke reden om er op school over te zwijgen is dat ze bang zijn gepest te worden. Een terechte angst: ongeveer de helft van de kinderen geeft aan op school te zijn gepest vanwege armoede.

Kortingspas
Ook als je financieel of materieel iets wilt regelen voor mensen die in armoede leven, doe dit dan snel, discreet en niet-stigmatiserend. Denk als huisarts, school of Jeugdgezondheidszorg bijvoorbeeld aan het geven van informatie over de voedselbank, het aanvragen van een kortingspas voor sport of over gezinsvakanties of vakantiekampen voor gezinnen met lage inkomens.

Tip 3: Steun het kind

Niet het gebrek aan geld op zichzelf, maar de stress die armoede veroorzaakt, heeft een negatieve invloed op de hersenenontwikkeling van kinderen, zo blijkt uit onderzoek. Hersengebieden die een rol spelen bij emotieregulatie en het opslaan en ophalen van informatie blijven kleiner. Het ontwikkelen van allerlei vaardigheden zoals plannen, sociaal gedrag en impulsbeheersing wordt belemmerd. Hierdoor loopt de ontwikkeling van kinderen in armoede achterstand op en gaan de schoolprestaties achteruit. Daarom is het belangrijk armoede tijdig te signaleren en kinderen te ondersteunen, zodat zij nu én in de toekomst betere kansen hebben. Kinderen die steun van een betrouwbare volwassene krijgen bij bijvoorbeeld de planning van hun werk, hebben daar baat bij. Die betrouwbare volwassene kan een leerkracht zijn, iemand van de kinderopvang, een sportcoach, grootouder of maatje.


Praten
Besef dat het hebben van veel spullen, het maken van uitstapjes en lidmaatschapen voor veel kinderen niet vanzelfsprekend zijn. Laat het kind merken dat je je daar bewust van bent, zodat hij of zij hierover kan praten en je samen kunt zoeken naar oplossingen, bijvoorbeeld door een beroep te doen op een fonds. Realiseer je dat bijvoorbeeld niet alle gezinnen de beschikking hebben over computers en internet en dat dit gevolgen heeft voor de administratie van ouders en het schoolwerk van kinderen. Wees je er ook van bewust dat armoede een oorzaak kan zijn van ongepast gedrag. Ouders steunen helpt ook kinderen. Zij hebben er vooral belang bij dat hun ouders weer goede ouders zijn.

Kansen vergroten
Kinderen die in armoede leven, missen vaak mensen in hun omgeving die het goede voorbeeld geven en een goed sociaal netwerk. Zij hebben baat bij mentoren en docenten die hen kunnen helpen om verder te komen in het leven en die hen perspectieven en ideeën kunnen aanreiken die zij binnen het eigen gezin niet aangeboden krijgen. Denk aan stages, open dagen van middelbare scholen bezoeken, gratis (culturele) activiteiten, vakantieweken, cursussen en subsidies. Wijs de ouders of het kind zelf op de mogelijkheden. Ga na of een kind gebaat is bij en gemotiveerd is voor deelname aan IMC Weekendschool. Deze school helpt in heel Nederland kinderen die opgroeien in armoede om hun horizon te verbreden en hun kansen te vergroten. Voer daarnaast gesprekken met het kind over zijn ambities en mogelijkheden: vraag waar het van droomt, waar het voor wil gaan en welke mogelijkheden het zelf ziet.

Complimenten geven
Om kinderen uit arme gezinnen te ontzien, stellen docenten soms lagere eisen aan hun werk of koesteren zij lagere verwachtingen. Dit kan zelfs leiden tot lagere schooladviezen. Maar uit onderzoek blijkt dat hogere verwachtingen van leerkrachten juist leiden tot betere prestaties. Stimuleer dus het vertrouwen in eigen mogelijkheden, appelleer aan wat ze kunnen. Geef complimenten die hun zelfvertrouwen vergroten, heb aandacht voor hun sterke punten. Door ze aan te moedigen, ontwikkelen ze veerkracht en zelfvertrouwen.

Tip 4: Steun de ouders

Voor ouders die kampen met geldgebrek is het lastig om hun rol als opvoeder optimaal te vervullen, want ze zijn aan het overleven. Daardoor zijn ze niet bezig met wat goed is voor de ontwikkeling van hun kind. Er zijn aanwijzingen dat mensen die in beslag genomen worden door aanhoudende financiële stress een tunnelvisie krijgen. Eigenschappen als geduld, zelfbeheersing, aandacht en toewijding komen daardoor onder druk te staan. Door hun focus op de korte termijn maken mensen met financiële problemen vaker onverstandige keuzes. Ze schaffen bijvoorbeeld het nieuwste model iPad aan in plaats van kinderschoenen. Hun hoofd is zo vol en zo gericht op wat ze niet kunnen, dat er weinig besef is van wat wel kan en wat geen geld kost: denk aan aandacht voor het schoolwerk, samen naar het park of bos of naar de bibliotheek.


Potjes

De meeste ouders vragen vanwege schaamte- en schuldgevoel niet uit zichzelf om financiële hulp. Ze worden ook vaak te veel door stress en zorgen in beslag genomen om de potjes en voorzieningen te vinden waarop ze een beroep kunnen doen. Ga dus zelf het gesprek met ze aan als je je zorgen maakt. En wijs hen op de regelingen die bestaan waar ze aanspraak op kunnen maken. Het wijkteam kan hen ook vaak verder helpen.

Tip 5: Help stress verlagen

Besef dat mensen met weinig geld en met schulden veel stress hebben, dus doe er alles aan om die stress te verlagen. Denk bijvoorbeeld aan het geven van informatie in begrijpelijke taal en een gelijkwaardige en empathische bejegening. Zorg dat mensen voldoende te eten hebben door bijvoorbeeld naar de voedselbank te verwijzen, help afsluiting van energie of water te voorkomen en wijs op burenhulp in coronatijd.


Leg niet op wat er moet gebeuren maar vraag wat hen op dit moment het meest zou helpen en zoek samen hoe zij zelf weer regie op hun leven kunnen krijgen. Sluit aan bij de eigen mogelijkheden en betrek steunfiguren uit het eigen netwerk. Of help hen informele steun te vinden en wijs hen op de initiatieven die er zijn.

Tip 6: Volg het gratis online leerbericht

Augeo heeft in samenwerking met Stichting Leergeld en Stimulanz een gratis online leerbericht voor professionals in de kinderopvang ontwikkeld over kinderen die opgroeien in armoede. In het leerbericht worden vragen beantwoord als: ‘Hoe kun je signalen van armoede opvangen?’, ‘Wat kan ik doen voor kinderen en jongeren die in armoede opgroeien?’ en ‘Wat is het effect van armoede op de hersenontwikkeling van kinderen?’. Aan de hand van drie casussen leer je hoe je armoede bespreekbaar maakt en je leest welke organisaties hulp kunnen bieden.

Meer informatie

Tips

6 tips: Hoe steun je gezinnen die in armoede leven?

Meer dan 10 procent van de kinderen in Nederland leeft in een gezin met een inkomen onder de armoedegrens. Gezinnen die al in armoede leefden, zijn door de coronacrisis extra hard geraakt. Eenoudergezinnen, mensen met een niet-westerse achtergrond en zzp’ers lopen het grootste risico om door de crisis onder de armoedegrens terecht te komen. Hun financiële problemen gaan vaak gepaard met schaamte en stress. Hoe kunnen professionals hen ondersteunen?

Auteur: Roely Drijfhout

Leestijd: 6 minuten

Over Augeo

Augeo Foundation wil dat kinderen met liefde en in veiligheid opgroeien. Daarom versterken we professionals, beleidsmakers en vrijwilligers om kindermishandeling en huiselijk geweld zo snel en doeltreffend mogelijk aan te pakken.


Met online scholing en ervaringen van de Jongerentaskforce versterken we professionals. We organiseren steun voor kinderen, en doen samen met gemeenten onderzoek naar de aanpak van kindermishandeling. 


Samen geven we kindermishandeling geen toekomst.

Aan dit nummer werkten mee:

  • Hoofdredacteur en coördinatie: Edith Geurts
  • Teksten: Annemarie van Dijk, Roely Drijfhout, Edith Geurts, Britt Louter, Annette Wiesman
  • Beeld: AdobeStock, Hüsne Afsar, Pexel Photos, Viduals
  • Eindredactie: Frieda Pruim, Hanneke Karssen
  • Ontwerp en opmaak: NR Grafisch Ontwerp
  • Uitgever: Augeo Foundation

De kinderen op de foto’s zijn modellen, tenzij anders vermeld.

Augeo Magazine

Augeo Magazine: Hét online tijdschrift over veilig opgroeien

Professionals en beleidsmakers bijpraten over de nieuwste ontwikkelingen, onderzoeken, dilemma’s en besluiten rond de veiligheid van kinderen. Dat doet Augeo Foundation al 15 jaar met onder andere e-learnings, bijeenkomsten en Augeo Magazine. Ons magazine verschijnt 5x per jaar. Meld je aan om gratis abonnee te worden.
Volledig scherm