Jonge plegers
#8
Kunnen we plegers van seksueel misbruik herkennen?
#7
Wat doen jullie om recidive te voorkomen?
#6
Zie je ook schuldgevoel bij de plegers?
#5
Zijn plegers zelf ook vaak misbruikt in hun jeugd?
#4
Welke plegers zie jij in je spreekkamer?
#3
Is straffen een oplossing?
#2
Waarom pleegt iemand seksueel misbruik?
#1
Wie zijn de plegers van seksueel misbruik bij kinderen?
Kijktip van Wineke
‘Great Photo, Lovely Life (2023) van Amanda Mustard is een integer gemaakte documentaire over het misbruik dat haar opa pleegde en het vernietigende effect ervan op de familie.’

Van de dronken student tot een vriend(in), leerkracht of sportcoach: plegers van seksueel misbruik zijn er in alle soorten en maten. Een klein percentage plegers wordt behandeld in een tbs-kliniek. Wineke Smid is hoofd onderzoek van zo’n instelling: ‘Voor de meeste zedendelinquenten geldt: één keer en nooit weer.’


‘Ongeveer een derde van de plegers heeft een seksuele voorkeur voor kinderen. Maar heeft iemand nog nooit een delict gepleegd, dan is pedofilie geen risicofactor. Lang niet alle mensen die pedofiele gevoelens hebben, plegen een delict.
Het motief van de andere twee derde varieert. Het kan gaan om iemand die in een dronken bui een minderjarig meisje misbruikt omdat de kans zich voordeed en ze geen “nee” zei, tot iemand die doelbewust iemand verkracht - en alles wat daar tussenin zit. In welke mate iemand impulsief is, en/of antisociaal, is in deze groep een bekende risicofactor.
Ook kan een beperking ervoor zorgen dat iemand moeilijk kan begrijpen wat grensoverschrijdend gedrag is, zoals bij mensen met een licht verstandelijke beperking of autisme. Maar er zijn ook mannen die vroeger als kind met vader “gezellig” porno keken en geen idee hebben dat dat niet helemaal normaal is.’
Waarom pleegt iemand seksueel misbruik?
#2
#1
Wie zijn de plegers van seksueel misbruik bij kinderen?

Wineke Smid is hoofd van de onderzoeksafdeling van de forensisch psychiatrische Van der Hoeven kliniek. Ze promoveerde op een landelijk onderzoek naar risicotaxatie bij zedendelinquenten en is betrokken bij diverse onderzoeken, onder andere naar de cirkel van misbruik. Smid geeft training in het gebruik van risicotaxatie-instrumenten en is coauteur van Zicht op zedendelinquenten.


‘Plegers zijn voor het overgrote deel mannen die bekend zijn met het slachtoffer. Dat kan gaan om een familielid binnen of buiten het gezin, of bijvoorbeeld een buurman of kennis. Een volslagen onbekende man die een kind de bosjes in trekt, is zeldzaam.
Qua leeftijd zien we twee pieken: rond de 15 jaar gaat het vooral om pubers die grenzen overschrijden van leeftijdsgenoten, rond de 35 zien we een tweede piek. Na het 60e levensjaar neemt het aantal plegers drastisch af.
Ook zien we dat mensen met een licht verstandelijke beperking oververtegenwoordigd zijn. Tegelijkertijd is de vraag of deze laatste groep sneller gepakt wordt.’
‘Tbs-patiënten moeten leren niet meer in de verleiding te komen’
Vorige pagina
Volgende pagina

in de praktijk
6,5 min.
Mariëlle van Bussel






Waarom zijn slachtoffers eerder geneigd zelf misbruik te plegen?

‘De meeste patiënten die zelf misbruik meemaakten, zeggen: “Waarom doe ik dit? Ik heb er zelf zó onder geleden”’
#7
Wat doen jullie om recidive te voorkomen?
‘Een lastige vraag, want het is vaak zo onzichtbaar. Maar een ongelijkwaardige relatie die op het oog gelijkwaardig is, is vreemd. Zoals bij een docent of een voetbaltrainer die een vriendschap aanknoopt met een kind. Of een volwassene die het gezelschap van kinderen zoekt door bijvoorbeeld altijd aanwezig te zijn op een trapveldje waar kinderen spelen. In de meeste gevallen betekent het niets, maar een deel van de plegers volgt wél dit patroon.’
Hoe groot is het recidivegevaar na een tbs-behandeling?
Kunnen we plegers van seksueel misbruik herkennen?
#8
‘Dat is een paar procent, maar elke procent er een te veel. Dat lage percentage heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat we iemand waar we nog geen volledig vertrouwen in hebben, niet laten gaan. Als een patiënt nog niet kan weglopen bij dat kind dat op hem afkomt, dan heeft hij zichzelf nog niet in de hand. Het grootste deel van deze patiënten stroomt uiteindelijk wél uit. Vaak zijn ze dan ook aanzienlijk ouder, aangezien ze hier makkelijk tien jaar verblijven.’
Als iemand een impulsieve aanleg heeft, is het slim om drank en drugs te vermijden omdat deze impulsiviteit vergroten. En patiënten leren hun leven zo in te richten dat ze niet in de verleiding komen. Als iemand naar de dierentuin wil, kan hij beter niet op woensdagmiddag gaan, bijvoorbeeld. Of het is verstandig om weg te lopen als een kind contact probeert te maken. Door te oefenen met nieuw gedrag in dit soort risicosituaties, en te begrijpen waarom je bijvoorbeeld niet wegloopt als een kind naar je toe komt, kan iemand stappen zetten.’
‘Allereerst, voor wie straf niet werkt, werkt méér straffen ook niet. Wij zetten interventies in om risicofactoren te verminderen. Een voorkeur voor kinderen verander je niet snel, maar je kunt wel insteken op gedragsverandering met behulp van cognitieve gedragstherapie. Patiënten leren hoe ze met hun tekortkomingen kunnen omgaan.
Hoe is dat voor de groep pedoseksuelen?
‘De pleger herinnert zich vooral dat het leuk en gezellig was; alle problemen die het slachtoffer eraan overhoudt, krijgt hij vaak niet mee’
Kinderen krijgen vaak pas later last van het misbruik. Het contact is er dan vaak al niet meer. In de herinnering van de pleger was het dan vooral leuk en gezellig, maar alle problemen die het slachtoffer eraan overhoudt, krijgt hij niet mee. Dat brengen we ze natuurlijk wel bij, al komt het bij de een beter aan dan bij de ander.’
‘Vroeger hadden we nog de vereniging Martijn die uitdroeg dat seks met kinderen simpelweg liefde was. Maar nu hebben we zelden onenigheid met een patiënt over het delict. Ze zijn het er vrijwel altijd mee eens dat het niet meer moet gebeuren. En willen heel graag veranderen, hoe moeilijk dat ook is.
#6
Zie je ook schuldgevoel bij de plegers?
‘De meeste plegers voelen zich schuldig. Sowieso waant niemand zich cool met een zedendelict op zijn naam. Ze staan overal onderaan de pikorde. We hebben het hier meestal niet over stoere criminelen, integendeel. Ze vinden zichzelf vaak een loser, omdat ze op deze manier aan seks moesten komen. Dat geldt ook in het geval van een verkrachting. Het zijn relatief meegaande patiënten met wie je goed kunt werken, die zich bijvoorbeeld committeren aan de behandeling.’
Maar de meeste patiënten kijken hun therapeut vragend aan: “Waarom doe ik dit? Ik heb er zelf zó onder geleden, en nu doe ik het zelf ook?” Het is lastig om die vraag te beantwoorden. Bernet Elzinga, hoogleraar Stress gerelateerde psychopathologie, zegt het zo: “Meer dan naar geluk, is het brein op zoek naar voorspelbaarheid.” Het lijkt er regelmatig op dat het hier dan toch gaat om het op een vreemde manier herhalen van het eigen slachtofferschap. Je ziet bijvoorbeeld dat plegers soms kindermisbruikmateriaal (kinderporno, red.) zoeken dat lijkt op het misbruik dat hen zelf is aangedaan. We doen nu onderzoek naar de vraag hoe dit precies werkt. Veel zedenonderzoek wordt gedaan in Canada en de VS, waar ze het pleger- en slachtofferdeel uit elkaar trekken. Zij vinden dat ze zich alleen moeten richten op het daderschap. In Nederland zien we de persoon meer als geheel, dus inclusief wat er in de jeugd gebeurd is.
Wat we nu al zien in de voorlopige resultaten is: vrijwel alle plegers zeggen dat ze hun ervaringen in de kindertijd nooit tegen iemand verteld hebben. Vaak komt het pas na hun arrestatie aan het licht. Pas later zeggen ze dat het achteraf gezien beter was geweest als ze het wel gedeeld hadden, omdat het een eenzame lijdensweg is geweest.’
‘Niet iedereen heeft het misbruik direct als vreselijk ervaren, althans, dat zeggen sommigen. In mijn werk zie ik patiënten die vertellen dat het vroeger thuis vreselijk was en bij de buurman zo gezellig. Dat daar dan ook seksueel misbruik bij kwam kijken, ach, dat was dan maar zo. Omdat zij er zelf weinig last van hebben gehad, redeneren ze soms, kan het dus gewoon.

#5
Zijn plegers zelf ook vaak misbruikt in hun jeugd?
‘Mannen die seksueel misbruik plegen zijn drie keer zo vaak zélf misbruikt dan de gemiddelde bevolking. Dus de kans is ongeveer drie keer groter dan gemiddeld dat je misbruik gaat plegen als je zelf misbruikt bent. Maar dat is nog steeds een heel kleine kans; verreweg de meeste slachtoffers worden geen plegers.’
#4
Welke plegers zie jij in je spreekkamer?
‘5 Procent van de veroordeelde plegers van seksueel misbruik krijgt tbs en komt bij ons terecht. Dat zijn dan ook de ernstigste gevallen. Mannen die meerdere delicten op hun naam hebben staan én een psychiatrische stoornis hebben. Overigens gaan wij niet uit van de stoornis, maar van de risicofactoren. Als iemand erg impulsief is, nemen we dat mee in de risicotaxatie, en maakt het minder uit bij welke stoornis die impulsiviteit hoort.
Soms is het wel belangrijk om een stoornis te behandelen, voorafgaand aan behandeling van de risicofactoren. Iemand die bijvoorbeeld zwaar depressief of getraumatiseerd is, behandelen we voordat we aan de slag gaan met het delict, zodat hij ontvankelijker is voor de behandeling.’
#3
Is straffen een oplossing?
Wat is tbs?
TBS betekent Ter Beschikking Gesteld (van de staat). Het gaat hier om veroordeelden die tijdens het plegen van het delict voor een deel of volledig ontoerekeningsvatbaar waren. Een psychologisch onderzoek of een langere observatieperiode in het Pieter Baan Centrum toont dit aan. Deze patiënten (in een tbs-kliniek wordt over patiënten gesproken) zitten ofwel eerst een detentiestraf uit, om daarna behandeld te worden in een tbs-kliniek. Of ze gaan rechtstreeks naar de tbs-kliniek. Daar wonen de patiënten voor onbepaalde tijd. Pas als de behandelingen voldoende resultaat hebben laten zien - dat wil zeggen: als de veiligheid voor de samenleving voldoende gegarandeerd is - gaat een patiënt stapsgewijs terug de samenleving in. Soms blijven patiënten levenslang in of op het terrein van de kliniek wonen, omdat behandelingen niet aanslaan.
‘Voor de meeste zedendelinquenten geldt: één keer en nooit weer. Straffen werkt goed. Dat kan gaan om een celstraf. Maar ook wanneer een pleger bijvoorbeeld uit zijn vriendengroep wordt gezet, of zijn muziek wordt niet meer op de radio gedraaid, heeft dat effect.’
Jonge plegers
Veel plegers van seksueel misbruik van kinderen zijn zelf nog jong. Ook Stop it Now, de hulplijn waar iedereen anoniem kan praten over zijn of haar seksuele gevoelens of gedrag richting minderjarigen, ziet al jaren dat een groot deel van de personen die contact opneemt jonger is dan 25 jaar. Om meer inzicht te krijgen in wat deze groep nodig heeft om toekomstig delictgedrag te vooromen deed Stop it Now samen met de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen onderzoek naar de jonge (potentiële) plegers. Er blijkt niet altijd sprake van een seksuele voorkeur voor minderjarigen en porno. Daarnaast geven veel jonge (potentiële) plegers aan met psychische problemen te kampen.
Volgende pagina
‘Een lastige vraag, want het is vaak zo onzichtbaar. Maar een ongelijkwaardige relatie die op het oog gelijkwaardig is, is vreemd. Zoals bij een docent of een voetbaltrainer die een vriendschap aanknoopt met een kind. Of een volwassene die het gezelschap van kinderen zoekt door bijvoorbeeld altijd aanwezig te zijn op een trapveldje waar kinderen spelen. In de meeste gevallen betekent het niets, maar een deel van de plegers volgt wél dit patroon.’

Kunnen we plegers van seksueel misbruik herkennen?
#8
Als iemand een impulsieve aanleg heeft, is het slim om drank en drugs te vermijden omdat deze impulsiviteit vergroten. En patiënten leren hun leven zo in te richten dat ze niet in de verleiding komen. Als iemand naar de dierentuin wil, kan hij beter niet op woensdagmiddag gaan, bijvoorbeeld. Of het is verstandig om weg te lopen als een kind contact probeert te maken. Door te oefenen met nieuw gedrag in dit soort risicosituaties, en te begrijpen waarom je bijvoorbeeld niet wegloopt als een kind naar je toe komt, kan iemand stappen zetten.’
‘Allereerst, voor wie straf niet werkt, werkt méér straffen ook niet. Wij zetten interventies in om risicofactoren te verminderen. Een voorkeur voor kinderen verander je niet snel, maar je kunt wel insteken op gedragsverandering met behulp van cognitieve gedragstherapie. Patiënten leren hoe ze met hun tekortkomingen kunnen omgaan.
‘De pleger herinnert zich vooral dat het leuk en gezellig was; alle problemen die het slachtoffer eraan overhoudt, krijgt hij vaak niet mee’
Kinderen krijgen vaak pas later last van het misbruik. Het contact is er dan vaak al niet meer. In de herinnering van de pleger was het dan vooral leuk en gezellig, maar alle problemen die het slachtoffer eraan overhoudt, krijgt hij niet mee. Dat brengen we ze natuurlijk wel bij, al komt het bij de een beter aan dan bij de ander.’
‘Vroeger hadden we nog de vereniging Martijn die uitdroeg dat seks met kinderen simpelweg liefde was. Maar nu hebben we zelden onenigheid met een patiënt over het delict. Ze zijn het er vrijwel altijd mee eens dat het niet meer moet gebeuren. En willen heel graag veranderen, hoe moeilijk dat ook is.
Hoe is dat voor de groep pedoseksuelen?
‘De meeste plegers voelen zich schuldig. Sowieso waant niemand zich cool met een zedendelict op zijn naam. Ze staan overal onderaan de pikorde. We hebben het hier meestal niet over stoere criminelen, integendeel. Ze vinden zichzelf vaak een loser, omdat ze op deze manier aan seks moesten komen. Dat geldt ook in het geval van een verkrachting. Het zijn relatief meegaande patiënten met wie je goed kunt werken, die zich bijvoorbeeld committeren aan de behandeling.’
#6
Zie je ook schuldgevoel bij de plegers?
Maar de meeste patiënten kijken hun therapeut vragend aan: “Waarom doe ik dit? Ik heb er zelf zó onder geleden, en nu doe ik het zelf ook?” Het is lastig om die vraag te beantwoorden. Bernet Elzinga, hoogleraar Stress gerelateerde psychopathologie, zegt het zo: “Meer dan naar geluk, is het brein op zoek naar voorspelbaarheid.” Het lijkt er regelmatig op dat het hier dan toch gaat om het op een vreemde manier herhalen van het eigen slachtofferschap. Je ziet bijvoorbeeld dat plegers soms kindermisbruikmateriaal (kinderporno, red.) zoeken dat lijkt op het misbruik dat hen zelf is aangedaan. We doen nu onderzoek naar de vraag hoe dit precies werkt. Veel zedenonderzoek wordt gedaan in Canada en de VS, waar ze het pleger- en slachtofferdeel uit elkaar trekken. Zij vinden dat ze zich alleen moeten richten op het daderschap. In Nederland zien we de persoon meer als geheel, dus inclusief wat er in de jeugd gebeurd is.
Wat we nu al zien in de voorlopige resultaten is: vrijwel alle plegers zeggen dat ze hun ervaringen in de kindertijd nooit tegen iemand verteld hebben. Vaak komt het pas na hun arrestatie aan het licht. Pas later zeggen ze dat het achteraf gezien beter was geweest als ze het wel gedeeld hadden, omdat het een eenzame lijdensweg is geweest.’
‘De meeste patiënten die zelf misbruik meemaakten, zeggen: “Waarom doe ik dit? Ik heb er zelf zó onder geleden”’
‘Niet iedereen heeft het misbruik direct als vreselijk ervaren, althans, dat zeggen sommigen. In mijn werk zie ik patiënten die vertellen dat het vroeger thuis vreselijk was en bij de buurman zo gezellig. Dat daar dan ook seksueel misbruik bij kwam kijken, ach, dat was dan maar zo. Omdat zij er zelf weinig last van hebben gehad, redeneren ze soms, kan het dus gewoon.
Waarom zijn slachtoffers eerder geneigd zelf misbruik te plegen?
‘Mannen die seksueel misbruik plegen zijn drie keer zo vaak zélf misbruikt dan de gemiddelde bevolking. Dus de kans is ongeveer drie keer groter dan gemiddeld dat je misbruik gaat plegen als je zelf misbruikt bent. Maar dat is nog steeds een heel kleine kans; verreweg de meeste slachtoffers worden geen plegers.’
#5
Zijn plegers zelf ook vaak misbruikt in hun jeugd?

#4
Welke plegers zie jij in je spreekkamer?
‘5 Procent van de veroordeelde plegers van seksueel misbruik krijgt tbs en komt bij ons terecht. Dat zijn dan ook de ernstigste gevallen. Mannen die meerdere delicten op hun naam hebben staan én een psychiatrische stoornis hebben. Overigens gaan wij niet uit van de stoornis, maar van de risicofactoren. Als iemand erg impulsief is, nemen we dat mee in de risicotaxatie, en maakt het minder uit bij welke stoornis die impulsiviteit hoort.
Soms is het wel belangrijk om een stoornis te behandelen, voorafgaand aan behandeling van de risicofactoren. Iemand die bijvoorbeeld zwaar depressief of getraumatiseerd is, behandelen we voordat we aan de slag gaan met het delict, zodat hij ontvankelijker is voor de behandeling.’
Wat is tbs?
TBS betekent Ter Beschikking Gesteld (van de staat). Het gaat hier om veroordeelden die tijdens het plegen van het delict voor een deel of volledig ontoerekeningsvatbaar waren. Een psychologisch onderzoek of een langere observatieperiode in het Pieter Baan Centrum toont dit aan. Deze patiënten (in een tbs-kliniek wordt over patiënten gesproken) zitten ofwel eerst een detentiestraf uit, om daarna behandeld te worden in een tbs-kliniek. Of ze gaan rechtstreeks naar de tbs-kliniek. Daar wonen de patiënten voor onbepaalde tijd. Pas als de behandelingen voldoende resultaat hebben laten zien - dat wil zeggen: als de veiligheid voor de samenleving voldoende gegarandeerd is - gaat een patiënt stapsgewijs terug de samenleving in. Soms blijven patiënten levenslang in of op het terrein van de kliniek wonen, omdat behandelingen niet aanslaan.
‘Voor de meeste zedendelinquenten geldt: één keer en nooit weer. Straffen werkt goed. Dat kan gaan om een celstraf. Maar ook wanneer een pleger bijvoorbeeld uit zijn vriendengroep wordt gezet, of zijn muziek wordt niet meer op de radio gedraaid, heeft dat effect.’
#3
Is straffen een oplossing?

‘Ongeveer een derde van de plegers heeft een seksuele voorkeur voor kinderen. Maar heeft iemand nog nooit een delict gepleegd, dan is pedofilie geen risicofactor. Lang niet alle mensen die pedofiele gevoelens hebben, plegen een delict.
Het motief van de andere twee derde varieert. Het kan gaan om iemand die in een dronken bui een minderjarig meisje misbruikt omdat de kans zich voordeed en ze geen “nee” zei, tot iemand die doelbewust iemand verkracht - en alles wat daar tussenin zit. In welke mate iemand impulsief is, en/of antisociaal, is in deze groep een bekende risicofactor.
Ook kan een beperking ervoor zorgen dat iemand moeilijk kan begrijpen wat grensoverschrijdend gedrag is, zoals bij mensen met een licht verstandelijke beperking of autisme. Maar er zijn ook mannen die vroeger als kind met vader “gezellig” porno keken en geen idee hebben dat dat niet helemaal normaal is.’


Waarom pleegt iemand seksueel misbruik?
#2
‘Plegers zijn voor het overgrote deel mannen die bekend zijn met het slachtoffer. Dat kan gaan om een familielid binnen of buiten het gezin, of bijvoorbeeld een buurman of kennis. Een volslagen onbekende man die een kind de bosjes in trekt, is zeldzaam.
Qua leeftijd zien we twee pieken: rond de 15 jaar gaat het vooral om pubers die grenzen overschrijden van leeftijdsgenoten, rond de 35 zien we een tweede piek. Na het 60e levensjaar neemt het aantal plegers drastisch af.
Ook zien we dat mensen met een licht verstandelijke beperking oververtegenwoordigd zijn. Tegelijkertijd is de vraag of deze laatste groep sneller gepakt wordt.’
#1
Wie zijn de plegers van seksueel misbruik bij kinderen?

Kijktip van Wineke
‘Great Photo, Lovely Life (2023) van Amanda Mustard is een integer gemaakte documentaire over het misbruik dat haar opa pleegde en het vernietigende effect ervan op de familie.’

#7
Wat doen jullie om recidive te voorkomen?
‘Dat is een paar procent, maar elke procent er een te veel. Dat lage percentage heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat we iemand waar we nog geen volledig vertrouwen in hebben, niet laten gaan. Als een patiënt nog niet kan weglopen bij dat kind dat op hem afkomt, dan heeft hij zichzelf nog niet in de hand. Het grootste deel van deze patiënten stroomt uiteindelijk wél uit. Vaak zijn ze dan ook aanzienlijk ouder, aangezien ze hier makkelijk tien jaar verblijven.’
Hoe groot is het recidivegevaar na een tbs-behandeling?
Wineke Smid is hoofd van de onderzoeksafdeling van de forensisch psychiatrische Van der Hoeven kliniek. Ze promoveerde op een landelijk onderzoek naar risicotaxatie bij zedendelinquenten en is betrokken bij diverse onderzoeken, onder andere naar de cirkel van misbruik. Smid geeft training in het gebruik van risicotaxatie-instrumenten en is coauteur van Zicht op zedendelinquenten.
Jonge plegers
Veel plegers van seksueel misbruik van kinderen zijn zelf nog jong. Ook Stop it Now, de hulplijn waar iedereen anoniem kan praten over zijn of haar seksuele gevoelens of gedrag richting minderjarigen, ziet al jaren dat een groot deel van de personen die contact opneemt jonger is dan 25 jaar. Om meer inzicht te krijgen in wat deze groep nodig heeft om toekomstig delictgedrag te vooromen deed Stop it Now samen met de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen onderzoek naar de jonge (potentiële) plegers. Er blijkt niet altijd sprake van een seksuele voorkeur voor minderjarigen en porno. Daarnaast geven veel jonge (potentiële) plegers aan met psychische problemen te kampen.
Vorige pagina
Deel dit artikel:

in de praktijk
6,5 min.
Mariëlle van Bussel







‘Tbs-patiënten moeten leren niet meer in de verleiding te komen’
Van de dronken student tot een vriend(in), leerkracht of sportcoach: plegers van seksueel misbruik zijn er in alle soorten en maten. Een klein percentage plegers wordt behandeld in een tbs-kliniek. Wineke Smid is hoofd onderzoek van zo’n instelling: ‘Voor de meeste zedendelinquenten geldt: één keer en nooit weer.’