Rik Knipschild is gz-psycholoog en psychotraumatherapeut bij Karakter kinder- en jeugdpsychiatrie en werkt in de functie van behandelcoördinator op een crisisafdeling.  

Margreet Visser is klinisch psycholoog bij het Kinder- en Jeugdtraumacentrum van Kenter Jeugdhulp en gepromoveerd binnen de Academische Werkplaats aanpak Kindermishandeling.

6 vragen waar jongeren mee worstelen

  1. Wie ben ik zelf - en hoe heeft mijn verleden me getekend?
  2. Is wat ik heb meegemaakt wel zo erg?
  3. Zal ik anderen vertellen over mijn verleden?
  4. Word ik later net als mijn ouders?
  5. Kan ik zelf wél een goede vader of moeder worden?
  6. Wil ik mijn levenservaring inzetten voor anderen?

Jongeren die te maken hebben gehad met traumatische ervaringen, worstelen vaak met dezelfde vragen. Ervaringsdeskundige Hameeda Lakho en kinder- en jeugdpsychiater Arne Popma beantwoordden in dit artikel zes veel voorkomende vragen:

‘Het leven van slachtoffers staat bol staat van de traumatriggers’

Zegt de Belgische kinder- en jeugdpsychiater Peter Adriaenssens vertelt in dit interview

‘Jeugdtrauma’s hebben een rampzalig effect op de gezondheid’

Zegt de Amerikaanse kinderarts Nadine Burke Harris in dit interview.

‘Zich gehoord en gezien voelen is essentieel voor behoud van eigenwaarde en veerkracht’

‘Een kind leert dat zijn boosheid een gevolg is van wat het heeft meegemaakt’

Sociale steun

Psycho-educatie

Effectieve behandelingen

Onzorgvuldig

Geen diagnose, geen behandeling

‘Een kind heeft simpelweg recht op de best beschikbare behandeling’

Meer onderzoek

‘Chronische onveiligheid leidt tot een ongezonde leefstijl’

Ook Visser is voorstander van een tweesporenbeleid: ‘We hebben lang gedacht dat de situatie eerst helemaal veilig moet zijn, maar tegelijk zagen we dat door de heftige klachten kinderen in een negatieve situatie blijven. Door hun moeilijke gedrag kunnen ze bijvoorbeeld niet functioneren in een pleeggezin en gaan ze van plek naar plek. Uit Vissers onderzoek aan de Vrije Universiteit blijkt dat je bij vroegkinderlijk trauma het beste zo snel mogelijk kunt beginnen met de behandeling, zodat in elk geval de klachten kunnen afnemen. Hoe langer je wacht, hoe groter de schade. Temeer omdat een kind steeds verder achterop raakt in zijn ontwikkeling.’

Knipschild verwijst naar de beroepscode en de rechten van het kind: ‘Als een kind lijdt onder psychische of medische klachten, heeft het simpelweg recht op de best beschikbare behandeling. Wanneer er sprake is van een instabiele leefsituatie, heeft een kind er tevens recht op dat er gewerkt wordt aan het vergroten van de veiligheid.’ Knipschild vindt dus dat je de kindbehandeling niet moet uitstellen, mits er afspraken te maken zijn met de ouders en er gewerkt wordt aan verbetering van de situatie. ‘Het verminderen van klachten vergroot de stabiliteit en draagkracht van de omgeving. Wanneer een kind bijvoorbeeld minder last heeft van prikkelbaarheid en herbelevingen, zal de moeder zich minder machteloos voelen en meer in staat zijn rust, structuur en voorspelbaarheid te bieden. Dit zorgt er vervolgens weer voor dat het kind meer ruimte heeft voor ontwikkeling.’

Knipschild pleit voor meer onderzoek. Zelf coördineert hij diverse wetenschappelijke onderzoeken naar de effectiviteit van diagnostiek en behandeling van PTSS bij kinderen en adolescenten. 

Ook Visser blijft zich bezighouden met onderzoek naar de effectiviteit van behandelingen. ‘De uitdaging is vervolgens de verbinding tussen wetenschap en praktijk te leggen, zodat meer kinderen de behandeling krijgen die ze zo nodig hebben.’ Dat is ongelofelijk belangrijk, vindt ook Knipschild. ‘Kinderen hebben er simpelweg récht op. Door het inzetten van effectieve behandeling kunnen we onnodig langer lijden voorkomen en leggen we een basis voor gezonde leefpatronen waar kinderen hun leven lang mee verder kunnen.’

Sociale steun kan op drie niveaus worden gegeven: praktische, informatieve en emotionele steun. Voor alle drie geldt dat het een kind het onmisbare gevoel geeft dat er iemand om hem geeft en naar hem omkijkt. Tuk illustreert het effect van sociale steun met een weegschaal: ‘Aan de ene kant van de weegschaal is er het nare dat een kind overkomt. Aan de andere kant is er de oprechte belangstelling en het gevoel dat hij gezien wordt. Bij ieder mens is de sociale omgeving heel bepalend voor het welzijn. Voor beschadigde kinderen geldt dat des te meer. Zich gehoord en gezien voelen is essentieel voor behoud van hun eigenwaarde en veerkracht.’ 

Klinisch psycholoog Visser: ‘Bij een traumabehandeling letten we er bij Kenter altijd op dat er iemand is die met een kind meeloopt. Het draagt bij aan de effectiviteit van de behandeling als een kind een vertrouwensfiguur heeft, bij wie hij terecht kan en die weet heeft van de behandeling en de mogelijk confronterende gevolgen daarvan. Mijn ervaring is dat kinderen vooral veel ontlenen aan een juf of meester die aandacht voor hen heeft.’

Naast traumahulp en psycho-educatie speelt sociale steun een belangrijke rol in de zorg voor kinderen met een chronisch trauma. Bram Tuk, ten tijde van dit interview senior adviseur bij expertisecentrum gezondheidsverschillen Pharos en ontwikkelaar van methoden om vluchtelingenkinderen te ondersteunen: ‘Allesbepalend voor het omgaan met onveiligheid of langdurige stress is de mate waarin kinderen het gevoel hebben dat ze gesteund worden. Ouders kunnen die steun het beste bieden. Maar als zij juist de oorzaak van de onveiligheid zijn, kunnen ook andere volwassenen een belangrijke ondersteunde rol spelen, zoals een betrokken buurvrouw, oppas of leerkracht.’

Als voorbeeld noemt ze een kind dat op school vaak ruzie heeft. ‘Het leert dat zijn heftige reacties het gevolg zijn van wat het heeft meegemaakt. In plaats van te denken: ik ben een rotkind, kan het denken: ik ben een leuk kind, en ik heb nare dingen meegemaakt. Daardoor word ik snel boos. Daarnaast voelen kinderen die mishandeld zijn zich vaak onterecht schuldig. Psycho-educatie helpt hen in te zien dat ze niks kunnen doen aan wat er gebeurd is. En dat ze niet de enige zijn.’

Voor alle kinderen en ouders die te maken hebben met mishandeling, verwaarlozing of geweld is psycho-educatie over wat mishandeling of chronische stress is en wat die met je doet, belangrijk. Daarmee vergroot je hun kennis en begrip, en leren zij ermee omgaan. Visser: ‘Het helpt om de mishandeling in het juiste perspectief te plaatsen. Als je met je hoofd kunt begrijpen wat er aan de hand is, geeft dat houvast en structuur. Daarnaast is je verstand een belangrijk middel om je gevoel te reguleren.’

Animaties voor psycho-educatie

Voor (pleeg)ouders kan deze video heel verhelderend zijn:

Augeo biedt deze nieuwe animatievideo’s aan waarin aan kinderen wordt uitgelegd wat er met je gebeurt als er nare dingen gebeurd zijn in je leven:

‘Omdat niet alle kinderen op een trauma reageren met PTSS-klachten, is het belangrijk om verder te kijken’

Moet de situatie van een kind eerst veilig en stabiel zijn voor behandeling kan worden ingezet? Of is traumabehandeling ook effectief als kinderen nog in een instabiele of onzekere opvoedsituatie zitten? Rik Knipschild is psychotraumatherapeut bij academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie Karakter en promoveerde op traumabehandeling. Hij pleit voor een tweesporenbeleid: behandelen en tegelijk werken aan de veiligheid. Knipschild legt uit: ‘Het stabiliseren van de gezinssituatie kan soms jaren duren. Intussen heeft een kind het nodig om de posttraumatische stress te verwerken, zodat hij weer toekomt aan zijn ontwikkeling.’

Tweesporenbeleid

Deel deze pagina

Visser vindt dat traumahulp ook beschikbaar zou moeten zijn voor kinderen die niet gediagnosticeerd zijn met PTSS, maar wel te maken hebben (gehad) met mishandeling, verwaarlozing of misbruik. Daarbij doelt ze niet specifiek op EMDR of exposure therapie, maar op traumahulp in het algemeen. ‘Juist omdat niet alle kinderen op een trauma reageren met specifieke PTSS-klachten, is het belangrijk om verder te kijken. Een kind dat langdurig geweld in het gezin meemaakt, kan bijvoorbeeld geen herbelevingen hebben, maar wel problemen ontwikkelen op het gebied van emotieregulatie. Dus is het belangrijk dat ieder kind in langdurige onveilige omstandigheden hulp krijgt om na te gaan of er behandeling nodig is, en zo ja welke.’

Gelukkig is er wel goede hulp voorhanden voor kinderen bij wie posttraumatische stressklachten zijn vastgesteld. Bij de diagnose PTSS of bij PTSS-klachten zonder volledige diagnose zijn er twee bewezen effectieve behandelingen: EMDR en exposure-therapie. 

Visser geeft beide behandelingen. ‘De PTSS-klachten zijn heel goed te verhelpen. Wat betreft de effecten op de lange termijn is nog niet zoveel bekend, maar wat we weten is veelbelovend.’ EMDR of exposure-therapie is vaak onderdeel van een uitgebreidere behandeling. Zo doorloopt het Kinder- en Jeugdtraumacentrum van Kenter Jeugdhulp bij traumabehandeling vijf fasen.  

Parallel aan het proces met het kind, werkt Visser altijd met de ouders. Om te kijken wat zij nodig hebben en hoe zij het kind kunnen ondersteunen.

Vooral bij jonge kinderen is sprake van onzorgvuldige diagnostiek, meent Visser. ‘Dat komt doordat zij atypische symptomen hebben. Kinderen onder de 7 jaar reageren vaak op een trauma met een terugval in de ontwikkeling. Omdat zo’n terugval van alles kan betekenen, wordt er niet snel aan trauma gedacht. 

Tegelijk zien we bij jonge kinderen vaak een fysieke reactie: veel bewegingsonrust, snel boos worden en slecht kunnen luisteren. Dit wordt makkelijk verward met ADHD. Andere kinderen hebben juist een vermijdingsreactie: ze trekken zich terug en maken moeilijk contact. En dat kan leiden tot de diagnose autisme. Deze diagnoses zijn vaak onterecht. Dat blijkt als de klachten verdwijnen op het moment dat we het trauma behandelen.’

‘Niet ieder mishandeld kind laat typische traumaklachten zien’

Een belangrijke oorzaak van het uitblijven van traumabehandeling komt volgens Visser voort uit de opvatting ‘geen diagnose, geen behandeling’ binnen de GGZ. ‘Kindermishandeling of chronische stress zijn geen officiële diagnoses. Het is hoog tijd dat ze dat wel worden, of dat we mogen behandelen zonder diagnose.’ 

Traumabehandeling wordt wel ingezet wanneer een kind gediagnosticeerd is met een Posttraumatische Stressstoornis (PTSS). Maar niet ieder mishandeld kind laat typische traumaklachten zien. Visser: ‘Vaak is het geweld of de verwaarlozing al zo onderdeel van het gewone leven, dat een kind hier niet meer op reageert als op een ingrijpende gebeurtenis. En dus wordt het niet als een trauma herkend.’ 

Een deel van de kinderen die opgroeien in langdurig onveilige omstandigheden, heeft professionele hulp nodig. In de praktijk krijgen ze die lang niet altijd. Visser: ‘Bij verschillende psychotraumacentra voor jeugd in Nederland komen aanmeldingen binnen van kinderen die al langere tijd zorg krijgen, maar ondanks traumatische ervaringen geen traumabehandeling hebben gehad. Vaak wordt er alleen gewerkt aan de acute veiligheid van het kind, terwijl er veel meer nodig is.’

‘Hoe jonger kinderen zijn, hoe vaker de mishandeling thuis plaatsvindt,’ aldus klinisch psycholoog Margreet Visser. Ze werkt met getraumatiseerde kinderen, volwassenen en gezinnen. ‘De impact is dan extra groot. Er gebeurt niet alleen iets ingrijpends, maar ook nog in een relatie die een voorbeeld is voor alle relaties in de toekomst. En het kind is getraumatiseerd doordat iemand die het juist zou moeten kunnen vertrouwen en nodig heeft om een gezond mens- en wereldbeeld te ontwikkelen, het iets aandoet.’

Niet alle kinderen die ingrijpende gebeurtenissen meemaken, hebben professionele behandeling nodig. Een betrouwbare, steunende volwassene kan de impact van een traumatische ervaring zoals een verkeersongeluk of misdrijf minder groot maken. Anders is het wanneer ingrijpende gebeurtenissen zich herhalen en langdurige onveiligheid veroorzaken, zoals bij mishandeling, verwaarlozing of misbruik. Een deel van deze kinderen ontwikkelt traumatische stressklachten. Zij hebben professionele traumabehandeling nodig om te kunnen herstellen.

Psychotrauma

9 min.

Carolien Drijfhout

Als kinderen te maken hebben met langdurige onveiligheid en chronische stress, kunnen ze traumatische klachten ontwikkelen. Met vaak grote gevolgen. Klinisch psycholoog Margreet Visser en psychotraumatherapeut Rik Knipschild pleitten in dit artikel voor snel starten met een behandeling. Ook als de situatie nog niet veilig is.

‘Hoe langer je wacht, hoe groter de schade’

Knipschild pleit voor meer onderzoek. Zelf coördineert hij diverse wetenschappelijke onderzoeken naar de effectiviteit van diagnostiek en behandeling van PTSS bij kinderen en adolescenten. 

Ook Visser blijft zich bezighouden met onderzoek naar de effectiviteit van behandelingen. ‘De uitdaging is vervolgens de verbinding tussen wetenschap en praktijk te leggen, zodat meer kinderen de behandeling krijgen die ze zo nodig hebben.’ Dat is ongelofelijk belangrijk, vindt ook Knipschild. ‘Kinderen hebben er simpelweg récht op. Door het inzetten van effectieve behandeling kunnen we onnodig langer lijden voorkomen en leggen we een basis voor gezonde leefpatronen waar kinderen hun leven lang mee verder kunnen.’

Meer onderzoek

‘Jeugdtrauma’s hebben een rampzalig effect op de gezondheid’

Zegt de Amerikaanse kinderarts Nadine Burke Harris in dit interview.

‘Het leven van slachtoffers staat bol staat van de traumatriggers’

Zegt de Belgische kinder- en jeugdpsychiater Peter Adriaenssens vertelt in dit interview

Sociale steun kan op drie niveaus worden gegeven: praktische, informatieve en emotionele steun. Voor alle drie geldt dat het een kind het onmisbare gevoel geeft dat er iemand om hem geeft en naar hem omkijkt. Tuk illustreert het effect van sociale steun met een weegschaal: ‘Aan de ene kant van de weegschaal is er het nare dat een kind overkomt. Aan de andere kant is er de oprechte belangstelling en het gevoel dat hij gezien wordt. Bij ieder mens is de sociale omgeving heel bepalend voor het welzijn. Voor beschadigde kinderen geldt dat des te meer. Zich gehoord en gezien voelen is essentieel voor behoud van hun eigenwaarde en veerkracht.’ 

Klinisch psycholoog Visser: ‘Bij een traumabehandeling letten we er bij Kenter altijd op dat er iemand is die met een kind meeloopt. Het draagt bij aan de effectiviteit van de behandeling als een kind een vertrouwensfiguur heeft, bij wie hij terecht kan en die weet heeft van de behandeling en de mogelijk confronterende gevolgen daarvan. Mijn ervaring is dat kinderen vooral veel ontlenen aan een juf of meester die aandacht voor hen heeft.’

‘Zich gehoord en gezien voelen is essentieel voor behoud van eigenwaarde en veerkracht’

Naast traumahulp en psycho-educatie speelt sociale steun een belangrijke rol in de zorg voor kinderen met een chronisch trauma. Bram Tuk, ten tijde van dit interview senior adviseur bij expertisecentrum gezondheidsverschillen Pharos en ontwikkelaar van methoden om vluchtelingenkinderen te ondersteunen: ‘Allesbepalend voor het omgaan met onveiligheid of langdurige stress is de mate waarin kinderen het gevoel hebben dat ze gesteund worden. Ouders kunnen die steun het beste bieden. Maar als zij juist de oorzaak van de onveiligheid zijn, kunnen ook andere volwassenen een belangrijke ondersteunde rol spelen, zoals een betrokken buurvrouw, oppas of leerkracht.’

Sociale steun

Animaties voor psycho-educatie

Voor (pleeg)ouders kan deze video heel verhelderend zijn:

Augeo biedt deze nieuwe animatievideo’s aan waarin aan kinderen wordt uitgelegd wat er met je gebeurt als er nare dingen gebeurd zijn in je leven:

Als voorbeeld noemt ze een kind dat op school vaak ruzie heeft. ‘Het leert dat zijn heftige reacties het gevolg zijn van wat het heeft meegemaakt. In plaats van te denken: ik ben een rotkind, kan het denken: ik ben een leuk kind, en ik heb nare dingen meegemaakt. Daardoor word ik snel boos. Daarnaast voelen kinderen die mishandeld zijn zich vaak onterecht schuldig. Psycho-educatie helpt hen in te zien dat ze niks kunnen doen aan wat er gebeurd is. En dat ze niet de enige zijn.’

‘Een kind leert dat zijn boosheid een gevolg is van wat het heeft meegemaakt’

Voor alle kinderen en ouders die te maken hebben met mishandeling, verwaarlozing of geweld is psycho-educatie over wat mishandeling of chronische stress is en wat die met je doet, belangrijk. Daarmee vergroot je hun kennis en begrip, en leren zij ermee omgaan. Visser: ‘Het helpt om de mishandeling in het juiste perspectief te plaatsen. Als je met je hoofd kunt begrijpen wat er aan de hand is, geeft dat houvast en structuur. Daarnaast is je verstand een belangrijk middel om je gevoel te reguleren.’

Psycho-educatie

Ook Visser is voorstander van een tweesporenbeleid: ‘We hebben lang gedacht dat de situatie eerst helemaal veilig moet zijn, maar tegelijk zagen we dat door de heftige klachten kinderen in een negatieve situatie blijven. Door hun moeilijke gedrag kunnen ze bijvoorbeeld niet functioneren in een pleeggezin en gaan ze van plek naar plek. Uit Vissers onderzoek aan de Vrije Universiteit blijkt dat je bij vroegkinderlijk trauma het beste zo snel mogelijk kunt beginnen met de behandeling, zodat in elk geval de klachten kunnen afnemen. Hoe langer je wacht, hoe groter de schade. Temeer omdat een kind steeds verder achterop raakt in zijn ontwikkeling.’

‘Een kind heeft simpelweg recht op de best beschikbare behandeling’

Knipschild verwijst naar de beroepscode en de rechten van het kind: ‘Als een kind lijdt onder psychische of medische klachten, heeft het simpelweg recht op de best beschikbare behandeling. Wanneer er sprake is van een instabiele leefsituatie, heeft een kind er tevens recht op dat er gewerkt wordt aan het vergroten van de veiligheid.’ Knipschild vindt dus dat je de kindbehandeling niet moet uitstellen, mits er afspraken te maken zijn met de ouders en er gewerkt wordt aan verbetering van de situatie. ‘Het verminderen van klachten vergroot de stabiliteit en draagkracht van de omgeving. Wanneer een kind bijvoorbeeld minder last heeft van prikkelbaarheid en herbelevingen, zal de moeder zich minder machteloos voelen en meer in staat zijn rust, structuur en voorspelbaarheid te bieden. Dit zorgt er vervolgens weer voor dat het kind meer ruimte heeft voor ontwikkeling.’

Moet de situatie van een kind eerst veilig en stabiel zijn voor behandeling kan worden ingezet? Of is traumabehandeling ook effectief als kinderen nog in een instabiele of onzekere opvoedsituatie zitten? Rik Knipschild is psychotraumatherapeut bij academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie Karakter en promoveerde op traumabehandeling. Hij pleit voor een tweesporenbeleid: behandelen en tegelijk werken aan de veiligheid. Knipschild legt uit: ‘Het stabiliseren van de gezinssituatie kan soms jaren duren. Intussen heeft een kind het nodig om de posttraumatische stress te verwerken, zodat hij weer toekomt aan zijn ontwikkeling.’

Tweesporenbeleid

Visser vindt dat traumahulp ook beschikbaar zou moeten zijn voor kinderen die niet gediagnosticeerd zijn met PTSS, maar wel te maken hebben (gehad) met mishandeling, verwaarlozing of misbruik. Daarbij doelt ze niet specifiek op EMDR of exposure therapie, maar op traumahulp in het algemeen. ‘Juist omdat niet alle kinderen op een trauma reageren met specifieke PTSS-klachten, is het belangrijk om verder te kijken. Een kind dat langdurig geweld in het gezin meemaakt, kan bijvoorbeeld geen herbelevingen hebben, maar wel problemen ontwikkelen op het gebied van emotieregulatie. Dus is het belangrijk dat ieder kind in langdurige onveilige omstandigheden hulp krijgt om na te gaan of er behandeling nodig is, en zo ja welke.’

‘Omdat niet alle kinderen op een trauma reageren met PTSS-klachten, is het belangrijk om verder te kijken’

Gelukkig is er wel goede hulp voorhanden voor kinderen bij wie posttraumatische stressklachten zijn vastgesteld. Bij de diagnose PTSS of bij PTSS-klachten zonder volledige diagnose zijn er twee bewezen effectieve behandelingen: EMDR en exposure-therapie. 

Visser geeft beide behandelingen. ‘De PTSS-klachten zijn heel goed te verhelpen. Wat betreft de effecten op de lange termijn is nog niet zoveel bekend, maar wat we weten is veelbelovend.’ EMDR of exposure-therapie is vaak onderdeel van een uitgebreidere behandeling. Zo doorloopt het Kinder- en Jeugdtraumacentrum van Kenter Jeugdhulp bij traumabehandeling vijf fasen.  

Parallel aan het proces met het kind, werkt Visser altijd met de ouders. Om te kijken wat zij nodig hebben en hoe zij het kind kunnen ondersteunen.

Effectieve behandelingen

6 vragen waar jongeren mee worstelen

  1. Wie ben ik zelf - en hoe heeft mijn verleden me getekend?
  2. Is wat ik heb meegemaakt wel zo erg?
  3. Zal ik anderen vertellen over mijn verleden?
  4. Word ik later net als mijn ouders?
  5. Kan ik zelf wél een goede vader of moeder worden?
  6. Wil ik mijn levenservaring inzetten voor anderen?

Jongeren die te maken hebben gehad met traumatische ervaringen, worstelen vaak met dezelfde vragen. Ervaringsdeskundige Hameeda Lakho en kinder- en jeugdpsychiater Arne Popma beantwoordden in dit artikel zes veel voorkomende vragen:

Vooral bij jonge kinderen is sprake van onzorgvuldige diagnostiek, meent Visser. ‘Dat komt doordat zij atypische symptomen hebben. Kinderen onder de 7 jaar reageren vaak op een trauma met een terugval in de ontwikkeling. Omdat zo’n terugval van alles kan betekenen, wordt er niet snel aan trauma gedacht. 

Tegelijk zien we bij jonge kinderen vaak een fysieke reactie: veel bewegingsonrust, snel boos worden en slecht kunnen luisteren. Dit wordt makkelijk verward met ADHD. Andere kinderen hebben juist een vermijdingsreactie: ze trekken zich terug en maken moeilijk contact. En dat kan leiden tot de diagnose autisme. Deze diagnoses zijn vaak onterecht. Dat blijkt als de klachten verdwijnen op het moment dat we het trauma behandelen.’

Onzorgvuldig

Een belangrijke oorzaak van het uitblijven van traumabehandeling komt volgens Visser voort uit de opvatting ‘geen diagnose, geen behandeling’ binnen de GGZ. ‘Kindermishandeling of chronische stress zijn geen officiële diagnoses. Het is hoog tijd dat ze dat wel worden, of dat we mogen behandelen zonder diagnose.’ 

Traumabehandeling wordt wel ingezet wanneer een kind gediagnosticeerd is met een Posttraumatische Stressstoornis (PTSS). Maar niet ieder mishandeld kind laat typische traumaklachten zien. Visser: ‘Vaak is het geweld of de verwaarlozing al zo onderdeel van het gewone leven, dat een kind hier niet meer op reageert als op een ingrijpende gebeurtenis. En dus wordt het niet als een trauma herkend.’ 

‘Niet ieder mishandeld kind laat typische traumaklachten zien’

Een deel van de kinderen die opgroeien in langdurig onveilige omstandigheden, heeft professionele hulp nodig. In de praktijk krijgen ze die lang niet altijd. Visser: ‘Bij verschillende psychotraumacentra voor jeugd in Nederland komen aanmeldingen binnen van kinderen die al langere tijd zorg krijgen, maar ondanks traumatische ervaringen geen traumabehandeling hebben gehad. Vaak wordt er alleen gewerkt aan de acute veiligheid van het kind, terwijl er veel meer nodig is.’

Geen diagnose, geen behandeling

‘Hoe jonger kinderen zijn, hoe vaker de mishandeling thuis plaatsvindt,’ aldus klinisch psycholoog Margreet Visser. Ze werkt met getraumatiseerde kinderen, volwassenen en gezinnen. ‘De impact is dan extra groot. Er gebeurt niet alleen iets ingrijpends, maar ook nog in een relatie die een voorbeeld is voor alle relaties in de toekomst. En het kind is getraumatiseerd doordat iemand die het juist zou moeten kunnen vertrouwen en nodig heeft om een gezond mens- en wereldbeeld te ontwikkelen, het iets aandoet.’

‘Chronische onveiligheid leidt tot een ongezonde leefstijl’

Niet alle kinderen die ingrijpende gebeurtenissen meemaken, hebben professionele behandeling nodig. Een betrouwbare, steunende volwassene kan de impact van een traumatische ervaring zoals een verkeersongeluk of misdrijf minder groot maken. Anders is het wanneer ingrijpende gebeurtenissen zich herhalen en langdurige onveiligheid veroorzaken, zoals bij mishandeling, verwaarlozing of misbruik. Een deel van deze kinderen ontwikkelt traumatische stressklachten. Zij hebben professionele traumabehandeling nodig om te kunnen herstellen.

Margreet Visser is klinisch psycholoog bij het Kinder- en Jeugdtraumacentrum van Kenter Jeugdhulp en gepromoveerd binnen de Academische Werkplaats aanpak Kindermishandeling.

Rik Knipschild is gz-psycholoog en psychotraumatherapeut bij Karakter kinder- en jeugdpsychiatrie en werkt in de functie van behandelcoördinator op een crisisafdeling.  

Als kinderen te maken hebben met langdurige onveiligheid en chronische stress, kunnen ze traumatische klachten ontwikkelen. Met vaak grote gevolgen. Klinisch psycholoog Margreet Visser en psychotraumatherapeut Rik Knipschild pleitten in dit artikel voor snel starten met een behandeling. Ook als de situatie nog niet veilig is.

‘Hoe langer je wacht, hoe groter de schade’

Carolien Drijfhout

9 min.

Psychotrauma

Deel deze pagina

Augeo Magazine: Hét online tijdschrift over veilig opgroeien

Professionals en beleidsmakers bijpraten over de nieuwste ontwikkelingen, onderzoeken, dilemma’s en besluiten rond de veiligheid van kinderen. Dat doet Augeo Foundation al 15 jaar met onder andere e-learnings, bijeenkomsten en Augeo Magazine. Ons magazine verschijnt 5x per jaar. Meld je aan om gratis abonnee te worden.
Volledig scherm