De gevolgen van online seksueel misbruik kunnen voor slachtoffers groot zijn. Het is belangrijk dat professionals signalen eerder opvangen en weten wat ze vervolgens moeten doen. ‘Weet wat verboden is en waar je hulp kunt vinden,’ zegt Kira Esparbé Gasca van HelpWanted in dit, eerder in Augeo Magazine verschenen, interview.

Signaleren van seksueel misbruik

Jongeren die op zoek zijn naar zingeving, status of antwoorden omtrent hun eigen identiteit, kunnen in een bubbel terechtkomen waarin iedereen dezelfde overtuigingen heeft. Het is dan moeilijk om zelf een mening te vormen. Op de website van Mediawijsheid lees je hoe je jongeren weerbaar maakt tegen online radicalisering.

Weerbaar tegen online radicalisering

Kijk- en luistertips van Jacqueline Kleijer

  • ‘In deel vier van de veelbesproken Netflix-serie Adolescence vertelt de vader hoe het contact met zijn zoon is veranderd. Ik denk dat veel ouders dat verhaal herkennen.’

  • ‘Robin Griffin was zowel pleger als slachtoffer van online shaming. Haar bewerkte naaktfoto ging rond. In de podcast Niet jouw schuld praat ze heel open over dader- en slachtofferschap. Haar ouders waren haar redding. Ik geef als expert duiding.’

Heftige ontwikkelingen. Wat kunnen professionals en ouders doen?

Het begint met de ouders: ga in gesprek met kinderen. Zit tijdens het eten zelf ook niet op je telefoon. Kijk kritisch naar je eigen mobiele telefoongebruik. Ik schrik soms van de opmerkingen van kinderen op de basisschool: “Ik denk dat haar telefoon voor mijn moeder belangrijker is dan ik.”

Ouders moeten een tegenwicht bieden aan al die opvoeders online. Aan hun kinderen laten zien dat er niet één waarheid is. Ze leren om te discussiëren met mensen met wie ze het niet eens zijn. Leg die telefoon weg. Ga gewoon met elkaar in gesprek. Ben het oneens. Zeg een keer “sorry”. Het mag een keertje uit de hand lopen. Je kind moet leren dat dat normaal is. Je moet jongeren opnieuw leren hoe je in gesprek gaat over verschillen. Agree to disagree. Dat hoort bij opvoeden maar zeker ook bij de democratische rechtsstaat.

En tegen professionals zou ik willen zeggen: laat je bijscholen, dat is echt een must. Blijf op de hoogte - dit is de wereld van de kinderen en jongeren van nu. Offline en online, voor hen maakt het geen verschil. Luister ook oprecht naar jongeren. Ga niet meteen jouw moraal opleggen, want dan heb je geen gesprek. Dat merk ik op scholen vaak. Leerkrachten willen dan vooral hun boodschap zenden, vertellen wat er allemaal slecht is aan social media. Maar dat is geen gesprek. Luister en stel vragen om te leren, zonder oordeel. Je bent er niet met een keertje Adolescence kijken.’

‘Ten eerste moeten we online beïnvloeding niet onderschatten; dit gaat niet voorbij. De mogelijkheden die AI biedt, zijn huge. Met AI kan alles gemanipuleerd worden: jezelf anders voordoen, iemand uitkleden, iemand iets compleet anders laten zeggen. Dus het wordt allemaal ingewikkelder. Al decennia wordt er bezuinigd op gemeenschappen: op buurthuizen, op jongerenwerk. Maar kinderen kunnen zichzelf niet opvoeden. We laten een 6-jarige ook niet door een drukke stad fietsen - dat doen we onder begeleiding. Maar online is dat blijkbaar anders?

Jouw onderzoek gaat over jongens. Hoe zit dat bij meisjes?

‘Meisjes zijn natuurlijk net zo vatbaar voor groepsdruk en online beïnvloeding. Het zijn dezelfde mechanismen, maar het uit zich op een andere manier. Je hebt bijvoorbeeld de Tradwife-movement; deze subcultuur viert de traditionele huisvrouw en zet zich af tegen het geëmancipeerde beeld van vrouwen. Ze vinden het prettig dat een man voor het inkomen zorgt.

Bij jonge, vaak hoogopgeleide, meisjes gaat het vaker over uiterlijk, over hun gewicht. En dan heb je de pro-ana-accounts, waar anorexia eigenlijk wordt gepromoot en waar tips worden gedeeld over hoe je nog dunner kunt worden. Filmpjes van meisjes uit de kliniek die nog maar 42 kilo wegen. De hashtag #skinnytok is inmiddels verboden op TikTok, maar er zijn allerlei trucs gevonden om dat verbod te omzeilen. En we zien ook weer dat jongens uit die extreme groeperingen deze meisjes online uitschelden of juist stimuleren om nog dunner te worden. Daar krijgen zij in hun groepen dan weer extra punten voor.’

En is dat kwalijk?

Die online wereld kan ook positieve effecten hebben?

‘We laten een 6-jarige niet zonder begeleiding door een drukke stad fietsen. Maar online is dat blijkbaar anders?’

Online zie je de pijn van de ander niet. Je ziet geen gezicht, geen reactie, je voelt geen schaamte. Daardoor verschuiven grenzen sneller

Voor jongeren die op school geen aansluiting vinden, biedt de online wereld uitkomst

‘Je ziet dat sommige jongeren echt die bubbel worden ingezogen; er is dan sprake van een glijdende schaal. In Minecraft worden bijvoorbeeld concentratiekampen gebouwd, er wordt op een gebouw een hakenkruisvlag gehesen. En dan krijg je het verzoek om steeds verder te gaan. Online én offline. Dus om een hakenkruis op een regenboogzebrapad te tekenen of een regenboogvlag kapot te knippen. Daar krijg je dan punten voor, waardoor jouw aanzien in de groep stijgt.

En dan ontstaat er iets wat ik morele mist noem. Online zie je de pijn van de ander niet. Je ziet geen gezicht, geen reactie, je voelt geen schaamte. Daardoor verschuiven grenzen veel sneller - wat eerst niet kon, wordt ineens normaal. En omdat iedereen het deelt en erom lacht, voelt niemand zich nog echt verantwoordelijk. In die mist verdwijnt je morele kompas een beetje. Als jij thuis geen tegenspraak hebt, dan kán het doorschieten. Als je nooit gesprekken voert met je ouders over die online wereld, dan wordt dat jouw waarheid. Dat zijn dan jouw opvoeders.

En dat is precies wat er tegenwoordig gebeurt. Als ik aan een gemiddelde havo 2-klas vraag hoe lang ze per dag online zijn, dan is dat acht uur per dag. “En in het weekend nog langer, mevrouw.” Dus wat ik vaak zeg op een ouderavond: wil je dat influencers jouw kind gaan opvoeden?

In de Netflix-serie Adolescence zit een heel treffende scène waarin de vader vertelt dat zijn zoon vroeger zo goed kon tekenen, en dat hij dat altijd aan de keukentafel deed. Maar toen kreeg hij een laptop en verdween hij naar zijn kamer en ging de deur dicht. Niemand deed die deur meer open.’

‘Voor jongeren die op school geen aansluiting vinden, biedt de online wereld ook uitkomst. Dat kan zeker heel positief zijn, je kunt er andere mensen, nieuwe vrienden leren kennen. Maar we moeten onze ogen niet sluiten voor de negatieve gevolgen. Er zijn ook groeperingen online die actief op zoek zijn naar leden om hun ideeën te verspreiden. Wie is er kwetsbaar, vatbaar voor onze boodschap? Daar zijn met name deze ultrarechtse groepen echt op gespitst. En het algoritme helpt daarin mee: waar reageer je op, in welke bubbel zit je? Het is zelfs zo dat als je op TikTok invult dat je een jongen van 15 bent, je al na twintig klikken op ultrarechtse content komt. Zo snel gaat dat; zo is het algoritme geprogrammeerd.’

interview

7 min.

Rebke Klokke

Jessica Maas

Andrew Tate geeft jongens houvast. Zijn boodschap is: ik zie jou

Wat versta jij onder online beïnvloeding? Hoe werkt dat precies?

Zorgethicus Jacqueline Kleijer geeft voorlichting op scholen, aan ouders en aan professionals over online veiligheid, seksualiteit en identiteit en ze is een veelgevraagd mediapedagoog. In 2025 rondde ze haar master Zorgethiek en Beleid af met de thesis Piemels en hakenkruizen, over hoe jongens (11-15 jaar) online ultrarechtse content ervaren en beleven.

Van de jongeren zelf hoorde ik dat hoe schokkender de memes of filmpjes die ze rondsturen, hoe meer likes, hoe meer aanzien in de groep. En dat is dat groepsproces. Juist in die eerste periode op de middelbare school zijn jongeren ook heel druk met het verwerven van die positie in de groep. Dat is pittig en is van alle tijden.’

Ik herinner me nog heel goed dat ik een gastles gaf aan tweedejaarsleerlingen van een middelbare school. Na afloop kwamen er twee jongens naar me toe. “Mevrouw, weet u wat een feminist is? Is dat slecht?” Toen ben ik in gesprek gegaan en er kwamen steeds meer jongens bij staan. Het gesprek ging steeds dieper; het waren echt zingevende vragen. En dat gesprek is me altijd bijgebleven. Deze jongens waren op zoek naar houvast. Tate geeft houvast. Zijn boodschap is: ik zie jou. Hij gaf structuur, discipline, orde: sporten, op tijd opstaan, hard werken. Dat sprak jongens aan. Veel ouders vonden dat aanvankelijk heel positief: komt mijn kind eindelijk van de bank af. Hartstikke goed, die Andrew Tate.

Ik zie internet als één groot groepsproces. Jongeren in de puberteit die bezig zijn met de ontwikkeling van hun identiteit, zijn daar vatbaar voor. Ik maak graag onderscheid tussen de verschillende fasen in die puberteit, volgens de theorie van de Amerikaanse ontwikkelingspsycholoog Jane Loevinger.

In die vroege puberteit - tussen 11 en 15 jaar - ga je je eigenlijk afzetten tegen de heersende waarden en normen. Jongeren gaan op zoek naar de grens van wat wel en niet mag. Daarom heb ik voor mijn onderzoek ook jongens in deze fase geïnterviewd over hun onlinewereld. Een schoolleider die ik sprak, zei heel treffend: “Het versturen van heftige filmpjes en content online is te vergelijken met het tekenen van piemels en hakenkruisen op tafels. Dit hebben ze nodig.”

‘Online beïnvloeding is hoe social media en games je ongemerkt laten denken, voelen of doen wat zij willen, waarbij het platform en/of influencers dit sturen met slimme trucs en algoritmes om je zo lang mogelijk vast te houden. Zo worden we allemaal beïnvloed. Door wie of wat, dat is afhankelijk van waar je naar zoekt. Ben je onzeker over je uiterlijk, gevoelig voor aandacht? Het algoritme helpt graag - en schotelt je telkens meer van hetzelfde voor.

Dat kan heel positief zijn, maar we moeten de negatieve effecten niet onderschatten. Alweer drieënhalf jaar geleden schreef ik een eerste opiniestuk over Andrew Tate. Ik denk dat 95 procent van de volwassenen in Nederland nog nooit van hem had gehoord. Ik maakte me zorgen over zijn invloed op jongeren. Tate zei toen al: “Rechters, wetenschappers: dat is allemaal niet waar, dat moet je niet geloven.” Dat zag ik als een gevaar voor de democratische rechtsstaat. Maar de impact van zijn woorden drong samenlevingsbreed niet door.

Ze werkte zestien jaar bij hulporganisatie Pretty Woman - inmiddels Pretty Human - waar ze jongeren begeleidde die te maken hadden met seksueel geweld. Daar zag ze hoe met de komst van het mobieltje een nieuwe wereld openging: daders kwamen niet meer aan de poort van de school, maar rechtstreeks de slaapkamer van hun slachtoffers binnen. ‘De samenleving had hier eigenlijk geen antwoord op. De politiek niet, de hulpverlening niet.’ Reden voor Jacqueline Kleijer om zich ruim tien jaar geleden in die onlinewereld te storten.

Bubbels, algoritmes, morele mist… Het zijn verhelderende termen waarmee Jacqueline Kleijer de grote invloed van internet op jongeren verklaart. Een interview over waarom jongens in de puberteit extra gevoelig zijn voor extreme filmpjes, en meisjes voor content over dunner, mooier of huisvrouw worden.

‘Ik zie internet als één groot groepsproces’

De gevolgen van online seksueel misbruik kunnen voor slachtoffers groot zijn. Het is belangrijk dat professionals signalen eerder opvangen en weten wat ze vervolgens moeten doen. ‘Weet wat verboden is en waar je hulp kunt vinden,’ zegt Kira Esparbé Gasca van HelpWanted in dit, eerder in Augeo Magazine verschenen, interview.

Signaleren van seksueel misbruik

Kijk- en luistertips van Jacqueline Kleijer

  • ‘In deel vier van de veelbesproken Netflix-serie Adolescence vertelt de vader hoe het contact met zijn zoon is veranderd. Ik denk dat veel ouders dat verhaal herkennen.’

  • ‘Robin Griffin was zowel pleger als slachtoffer van online shaming. Haar bewerkte naaktfoto ging rond. In de podcast Niet jouw schuld praat ze heel open over dader- en slachtofferschap. Haar ouders waren haar redding. Ik geef als expert duiding.’

Het begint met de ouders: ga in gesprek met kinderen. Zit tijdens het eten zelf ook niet op je telefoon. Kijk kritisch naar je eigen mobiele telefoongebruik. Ik schrik soms van de opmerkingen van kinderen op de basisschool: “Ik denk dat haar telefoon voor mijn moeder belangrijker is dan ik.”

Ouders moeten een tegenwicht bieden aan al die opvoeders online. Aan hun kinderen laten zien dat er niet één waarheid is. Ze leren om te discussiëren met mensen met wie ze het niet eens zijn. Leg die telefoon weg. Ga gewoon met elkaar in gesprek. Ben het oneens. Zeg een keer “sorry”. Het mag een keertje uit de hand lopen. Je kind moet leren dat dat normaal is. Je moet jongeren opnieuw leren hoe je in gesprek gaat over verschillen. Agree to disagree. Dat hoort bij opvoeden maar zeker ook bij de democratische rechtsstaat.

En tegen professionals zou ik willen zeggen: laat je bijscholen, dat is echt een must. Blijf op de hoogte - dit is de wereld van de kinderen en jongeren van nu. Offline en online, voor hen maakt het geen verschil. Luister ook oprecht naar jongeren. Ga niet meteen jouw moraal opleggen, want dan heb je geen gesprek. Dat merk ik op scholen vaak. Leerkrachten willen dan vooral hun boodschap zenden, vertellen wat er allemaal slecht is aan social media. Maar dat is geen gesprek. Luister en stel vragen om te leren, zonder oordeel. Je bent er niet met een keertje Adolescence kijken.’

‘We laten een 6-jarige niet zonder begeleiding door een drukke stad fietsen. Maar online is dat blijkbaar anders?’

‘Ten eerste moeten we online beïnvloeding niet onderschatten; dit gaat niet voorbij. De mogelijkheden die AI biedt, zijn huge. Met AI kan alles gemanipuleerd worden: jezelf anders voordoen, iemand uitkleden, iemand iets compleet anders laten zeggen. Dus het wordt allemaal ingewikkelder. Al decennia wordt er bezuinigd op gemeenschappen: op buurthuizen, op jongerenwerk. Maar kinderen kunnen zichzelf niet opvoeden. We laten een 6-jarige ook niet door een drukke stad fietsen - dat doen we onder begeleiding. Maar online is dat blijkbaar anders?

Heftige ontwikkelingen. Wat kunnen professionals en ouders doen?

‘Je ziet dat sommige jongeren echt die bubbel worden ingezogen; er is dan sprake van een glijdende schaal. In Minecraft worden bijvoorbeeld concentratiekampen gebouwd, er wordt op een gebouw een hakenkruisvlag gehesen. En dan krijg je het verzoek om steeds verder te gaan. Online én offline. Dus om een hakenkruis op een regenboogzebrapad te tekenen of een regenboogvlag kapot te knippen. Daar krijg je dan punten voor, waardoor jouw aanzien in de groep stijgt.

En dan ontstaat er iets wat ik morele mist noem. Online zie je de pijn van de ander niet. Je ziet geen gezicht, geen reactie, je voelt geen schaamte. Daardoor verschuiven grenzen veel sneller - wat eerst niet kon, wordt ineens normaal. En omdat iedereen het deelt en erom lacht, voelt niemand zich nog echt verantwoordelijk. In die mist verdwijnt je morele kompas een beetje. Als jij thuis geen tegenspraak hebt, dan kán het doorschieten. Als je nooit gesprekken voert met je ouders over die online wereld, dan wordt dat jouw waarheid. Dat zijn dan jouw opvoeders.

En dat is precies wat er tegenwoordig gebeurt. Als ik aan een gemiddelde havo 2-klas vraag hoe lang ze per dag online zijn, dan is dat acht uur per dag. “En in het weekend nog langer, mevrouw.” Dus wat ik vaak zeg op een ouderavond: wil je dat influencers jouw kind gaan opvoeden?

In de Netflix-serie Adolescence zit een heel treffende scène waarin de vader vertelt dat zijn zoon vroeger zo goed kon tekenen, en dat hij dat altijd aan de keukentafel deed. Maar toen kreeg hij een laptop en verdween hij naar zijn kamer en ging de deur dicht. Niemand deed die deur meer open.’

En is dat kwalijk?

Die online wereld kan ook positieve effecten hebben?

Online zie je de pijn van de ander niet. Je ziet geen gezicht, geen reactie, je voelt geen schaamte. Daardoor verschuiven grenzen sneller

‘Voor jongeren die op school geen aansluiting vinden, biedt de online wereld ook uitkomst. Dat kan zeker heel positief zijn, je kunt er andere mensen, nieuwe vrienden leren kennen. Maar we moeten onze ogen niet sluiten voor de negatieve gevolgen. Er zijn ook groeperingen online die actief op zoek zijn naar leden om hun ideeën te verspreiden. Wie is er kwetsbaar, vatbaar voor onze boodschap? Daar zijn met name deze ultrarechtse groepen echt op gespitst. En het algoritme helpt daarin mee: waar reageer je op, in welke bubbel zit je? Het is zelfs zo dat als je op TikTok invult dat je een jongen van 15 bent, je al na twintig klikken op ultrarechtse content komt. Zo snel gaat dat; zo is het algoritme geprogrammeerd.’

Voor jongeren die op school geen aansluiting vinden, biedt de online wereld uitkomst

‘Meisjes zijn natuurlijk net zo vatbaar voor groepsdruk en online beïnvloeding. Het zijn dezelfde mechanismen, maar het uit zich op een andere manier. Je hebt bijvoorbeeld de Tradwife-movement; deze subcultuur viert de traditionele huisvrouw en zet zich af tegen het geëmancipeerde beeld van vrouwen. Ze vinden het prettig dat een man voor het inkomen zorgt.

Bij jonge, vaak hoogopgeleide, meisjes gaat het vaker over uiterlijk, over hun gewicht. En dan heb je de pro-ana-accounts, waar anorexia eigenlijk wordt gepromoot en waar tips worden gedeeld over hoe je nog dunner kunt worden. Filmpjes van meisjes uit de kliniek die nog maar 42 kilo wegen. De hashtag #skinnytok is inmiddels verboden op TikTok, maar er zijn allerlei trucs gevonden om dat verbod te omzeilen. En we zien ook weer dat jongens uit die extreme groeperingen deze meisjes online uitschelden of juist stimuleren om nog dunner te worden. Daar krijgen zij in hun groepen dan weer extra punten voor.’

Jouw onderzoek gaat over jongens. Hoe zit dat bij meisjes?

Van de jongeren zelf hoorde ik dat hoe schokkender de memes of filmpjes die ze rondsturen, hoe meer likes, hoe meer aanzien in de groep. En dat is dat groepsproces. Juist in die eerste periode op de middelbare school zijn jongeren ook heel druk met het verwerven van die positie in de groep. Dat is pittig en is van alle tijden.’

Ik herinner me nog heel goed dat ik een gastles gaf aan tweedejaarsleerlingen van een middelbare school. Na afloop kwamen er twee jongens naar me toe. “Mevrouw, weet u wat een feminist is? Is dat slecht?” Toen ben ik in gesprek gegaan en er kwamen steeds meer jongens bij staan. Het gesprek ging steeds dieper; het waren echt zingevende vragen. En dat gesprek is me altijd bijgebleven. Deze jongens waren op zoek naar houvast. Tate geeft houvast. Zijn boodschap is: ik zie jou. Hij gaf structuur, discipline, orde: sporten, op tijd opstaan, hard werken. Dat sprak jongens aan. Veel ouders vonden dat aanvankelijk heel positief: komt mijn kind eindelijk van de bank af. Hartstikke goed, die Andrew Tate.

Ik zie internet als één groot groepsproces. Jongeren in de puberteit die bezig zijn met de ontwikkeling van hun identiteit, zijn daar vatbaar voor. Ik maak graag onderscheid tussen de verschillende fasen in die puberteit, volgens de theorie van de Amerikaanse ontwikkelingspsycholoog Jane Loevinger.

In die vroege puberteit - tussen 11 en 15 jaar - ga je je eigenlijk afzetten tegen de heersende waarden en normen. Jongeren gaan op zoek naar de grens van wat wel en niet mag. Daarom heb ik voor mijn onderzoek ook jongens in deze fase geïnterviewd over hun onlinewereld. Een schoolleider die ik sprak, zei heel treffend: “Het versturen van heftige filmpjes en content online is te vergelijken met het tekenen van piemels en hakenkruisen op tafels. Dit hebben ze nodig.”

Andrew Tate geeft jongens houvast. Zijn boodschap is: ik zie jou

‘Online beïnvloeding is hoe social media en games je ongemerkt laten denken, voelen of doen wat zij willen, waarbij het platform en/of influencers dit sturen met slimme trucs en algoritmes om je zo lang mogelijk vast te houden. Zo worden we allemaal beïnvloed. Door wie of wat, dat is afhankelijk van waar je naar zoekt. Ben je onzeker over je uiterlijk, gevoelig voor aandacht? Het algoritme helpt graag - en schotelt je telkens meer van hetzelfde voor.

Dat kan heel positief zijn, maar we moeten de negatieve effecten niet onderschatten. Alweer drieënhalf jaar geleden schreef ik een eerste opiniestuk over Andrew Tate. Ik denk dat 95 procent van de volwassenen in Nederland nog nooit van hem had gehoord. Ik maakte me zorgen over zijn invloed op jongeren. Tate zei toen al: “Rechters, wetenschappers: dat is allemaal niet waar, dat moet je niet geloven.” Dat zag ik als een gevaar voor de democratische rechtsstaat. Maar de impact van zijn woorden drong samenlevingsbreed niet door.

Wat versta jij onder online beïnvloeding? Hoe werkt dat precies?

Ze werkte zestien jaar bij hulporganisatie Pretty Woman - inmiddels Pretty Human - waar ze jongeren begeleidde die te maken hadden met seksueel geweld. Daar zag ze hoe met de komst van het mobieltje een nieuwe wereld openging: daders kwamen niet meer aan de poort van de school, maar rechtstreeks de slaapkamer van hun slachtoffers binnen. ‘De samenleving had hier eigenlijk geen antwoord op. De politiek niet, de hulpverlening niet.’ Reden voor Jacqueline Kleijer om zich ruim tien jaar geleden in die onlinewereld te storten.

Zorgethicus Jacqueline Kleijer geeft voorlichting op scholen, aan ouders en aan professionals over online veiligheid, seksualiteit en identiteit en ze is een veelgevraagd mediapedagoog. In 2025 rondde ze haar master Zorgethiek en Beleid af met de thesis Piemels en hakenkruizen, over hoe jongens (11-15 jaar) online ultrarechtse content ervaren en beleven.

interview

7 min.

Rebke Klokke

Jessica Maas

Bubbels, algoritmes, morele mist… Het zijn verhelderende termen waarmee Jacqueline Kleijer de grote invloed van internet op jongeren verklaart. Een interview over waarom jongens in de puberteit extra gevoelig zijn voor extreme filmpjes, en meisjes voor content over dunner, mooier of huisvrouw worden.

‘Ik zie internet als één groot groepsproces’

Deel dit artikel:

Jongeren die op zoek zijn naar zingeving, status of antwoorden omtrent hun eigen identiteit, kunnen in een bubbel terechtkomen waarin iedereen dezelfde overtuigingen heeft. Het is dan moeilijk om zelf een mening te vormen. Op de website van Mediawijsheid lees je hoe je jongeren weerbaar maakt tegen online radicalisering.

Weerbaar tegen online radicalisering

Augeo Magazine: Hét online tijdschrift over veilig opgroeien

Professionals en beleidsmakers bijpraten over de nieuwste ontwikkelingen, onderzoeken, dilemma’s en besluiten rond de veiligheid van kinderen. Dat doet Augeo Foundation al 15 jaar met onder andere e-learnings, bijeenkomsten en Augeo Magazine. Ons magazine verschijnt 5x per jaar. Meld je aan om gratis abonnee te worden.
Volledig scherm