Mensonwaardig

Meer over kinderen in de vluchtelingenopvang

Driekwart van de kinderen die in een asielprocedure zitten, heeft last van stressverschijnselen. Ze verblijven soms jarenlang op locaties van het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) en verhuizen regelmatig. Aandacht voor deze groep en de gevolgen die deze gebeurtenissen voor hen hebben, is belangrijk. In dit artikel uit een eerdere editie van Augeo magazine lees je daar meer over.

Vluchtelingenkinderen hebben al veel stressvolle gebeurtenissen meegemaakt als ze in Nederland arriveren. Het stressniveau in het lijf en in de hersenen van deze kinderen is hoog. Steun van een betrouwbare volwassene kan bijdragen aan hun veerkracht en herstel. Hoe? Dat leer je in de gratis online cursus Steun aan vluchtelingenkinderen die Augeo in samenwerking met andere organisaties ontwikkelde.

Doodsbang voor de laatste dag

In juni 2023 vertelde de 14-jarige Ghena in het Jeugdjournaal over hoe ze al twee jaar in een gezinslocatie in Katwijk woont met haar moeder, zusjes en broertje. In het Palestijnse gebied waar het gezin vandaan komt, voelden ze zich niet meer veilig vanwege gevechten in het gebied. Ze vluchtten vijf jaar geleden via Italië naar Nederland, waar ze op meerdere plekken woonden voor ze in deze twee kamers terechtkwamen. Ghena vindt het er niet fijn: er is altijd veel lawaai en ruzie in het gehorige gebouw. Er wonen meer dan honderd kinderen. ‘Ik ben iedere dag doodsbang dat het onze laatste dag in Nederland is. Dat we terug moeten naar de bommen en kogels. Daardoor kan ik vaak niet slapen.’

Zie een kind als een individu, niet als iemand uit de groep “kinderen in asielprocedure”’

Sofi:

‘We moeten vluchtelingen goed opvangen en snel perspectief geven, zodat ze kunnen inburgeren’

Elianne Zijlstra:

‘Het idee dat die verhuizingen een probleem zijn, sijpelt eindelijk langzaam door’

Sander Schuitemaker:

‘De uitzettingen zijn onaangekondigd. Mensen hebben soms tien minuten om hun spullen te pakken’

Elianne Zijlstra:

‘Kinderen in noodopvanglocaties en gezinslocaties hebben PTSS-klachten doordat ze niet tot rust kunnen komen

Sander Schuitemaker:

Door allerlei juridische procedures moeten gezinnen vaak verhuizen, meestal meerdere keren per jaar

Om gezond op te groeien, hebben kinderen veiligheid en verzorging nodig. Met ouders die er voor hen zijn, die structuur en liefde bieden. Kinderen moeten onderwijs krijgen, contact hebben met leeftijdsgenoten, zich gerespecteerd voelen. Aan dat alles wordt onvoldoende voldaan bij kinderen met een vluchtelingenachtergrond. In juni 2023 verscheen een kritisch rapport over de opvang van kinderen met een vluchtelingenachtergrond van de Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. ‘Mensonwaardig’ was de conclusie. Ook de Kinderombudsman maakt zich ernstige zorgen.

‘Dit soort actuele signalen zijn belangrijk maar niet nieuw,’ zegt Elianne Zijlstra orthopedagoog van de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Het is tragisch dat het ons niet lukt om de opvang beter in te richten terwijl we het voor Oekraïners wel konden. Zij waren heel welkom, kregen meteen een tijdelijke verblijfsvergunning en een werkvergunning.’

Zijlstra: ‘Die noodopvang is goed bedoeld, anders slapen deze gezinnen op straat. Maar de kwaliteit is meestal slecht. Er zijn vooral zorgen over de basisvoorzieningen: een bed, gezonde voeding, dagbesteding en -ritme en toegang tot onderwijs. Het duurt weken tot maanden voor kinderen ergens naar school kunnen. Bovendien duurt het veel te lang voor mensen weten of ze in Nederland mogen blijven.’

Bij aankomst in Nederland zijn mensen vaak blij, maar dat verandert snel: de veiligheid waar ze op hoopten, vinden ze niet. Dat helpt bepaald niet om trauma’s te verwerken. Zijlstra: ‘Bovendien is de houding in de maatschappij ten opzichte van vluchtelingen verslechterd. We zien ze als ongewenst. Dat alles leidt tot mentale gezondheidsproblemen.’

Dat alles leidt tot ontwikkelingsproblemen. Sommige kinderen krijgen last van angst, depressie, slecht slapen, hoofdpijn, buikpijn en suïcidale gedachten. Ook automutilatie, boosheid en agressie komen voor. En kan een kind lange tijd niet naar school, dan schaadt dat de cognitieve ontwikkeling: het loopt achterstanden op.

Sofi ging zich pas weer veilig voelen toen het gezin een eigen woning kreeg. Wat hebben kinderen met een vluchtelingenachtergrond volgens haar nodig? ‘Duidelijkheid. Kortere procedures. Niet aan het lijntje worden gehouden. Kinderen bouwen een soort thuis op in Nederland. Ze leren op school de taal en maken vrienden, hechten zich aan mensen.’

Veel kinderen voelen zich bovendien niet gehoord. Professionals moeten daarom goed luisteren, vindt Sofi. ‘Vraag wat ze willen, veiligheid is voor ieder kind anders. En betrek kinderen erbij als je belangrijke beslissingen neemt. Zie een kind als een individu, niet als iemand uit de groep “kinderen in asielprocedure”.’

Voor iedereen in Nederland is dat belangrijk, vinden beide deskundigen. Een groot deel van de vluchtelingen mag blijven. Maar als door de lange procedure deze mensen beschadigd raken, dan zullen ze minder goed integreren en vaak zorg van de zorginstanties nodig hebben. Zijlstra: ‘Je wilt dat ze goed integreren en minder gebruikmaken van zorg. Dus moeten we ze goed opvangen en snel perspectief geven, zodat ze kunnen inburgeren.’

Schuitemaker koestert hoop als het gaat om de aankomende verkiezingen. ‘Die zijn dé kans om zaken te veranderen. Hopelijk krijgen we een kabinet dat het belang van het kind vooropstelt. Dat zorgt dat de opvang kleinschaliger en stabieler wordt, met betere zorg en een betere toegang tot onderwijs. Voorkom de vele verhuizingen van kinderen in de asielopvang, zowel in de noodopvanglocaties als in de reguliere azc’s en de gezinslocaties. Zet in op opvang waarbij de procedure het kind volgt - al dan niet met de ouders - en niet andersom.’

Er is een politieke meerderheid nodig om hierin te willen investeren. En samenwerking tussen alle betrokken partijen: de landelijke politiek, het COA en de gemeenten. ‘Gemeenten moeten zich verantwoordelijk voelen om dit op een juiste manier te doen,’ zegt Zijlstra. ‘Het vraagt solidariteit om tot een goede verdeling van vluchtelingen in Nederland te komen. Dat doen niet alle gemeenten al goed.’

Er liggen al allerlei adviezen over hoe een stabiel opvanglandschap eruit zou moeten zien, bijvoorbeeld van de Adviescommissie voor Migratie. Die adviezen luiden bijvoorbeeld: minder verhuizen zodat mensen zich ergens veilig en thuis voelen, passend onderwijs voor kinderen, een betere toegang tot zorg, snel duidelijkheid over de toekomst en emotionele begeleiding als een gezin moet terugkeren naar het land van herkomst. 

Defence for Children maakt zich hier sterk voor en lobbyt regelmatig in Den Haag. Ook praat de organisatie, samen met Vluchtelingenwerk en Save the Children, met het COA en politici. ‘Het idee dat die verhuizingen een probleem zijn, sijpelt eindelijk langzaam door,’ zegt Schuitemaker.

De politieke gedachte dat betere opvang een aanzuigende werking heeft, is niet bewezen, zegt Zijlstra. ‘Hetzelfde geldt voor verblijfsvergunningen. Er zijn te veel aannames in het migratiebeleid die niet onderbouwd zijn.’ Uit een recent onderzoek van Verwey -Jonker Instituut bleek inderdaad dat het asielbeleid heel weinig invloed heeft op de instroom van asielzoekers.

Wat moet er veranderen? Het opvangmodel moet veel beter aansluiten bij de ontwikkeling van kinderen, zeggen Zijlstra en Schuitemaker. In ieder geval moet het aantal verhuizingen sterk verminderen. Schuitemaker: ‘Door de vele verhuizingen hebben hulpverleningsinstanties niet altijd goed in beeld welke kinderen waar zitten. Het ontbreekt vaak aan een duidelijke overdracht. Veel problemen kunnen we voorkomen als kinderen niet steeds moeten verhuizen.’

Kinderen in gezinslocaties hebben bovendien geen perspectief: niet in Nederland en vaak ook niet in hun land van herkomst. Toch moeten ze terug, omdat ze zijn uitgeprocedeerd. Maar aangezien ze vaak niet ‘uitzetbaar’ zijn, duurt het heel lang voor ze terugkeren, zegt Zijlstra. ‘De uitzettingen zijn onaangekondigd, mensen hebben soms slechts tien minuten tijd om hun spullen te pakken. Die continue dreiging tot uitzetting is funest voor kinderen.’

Ze spreekt regelmatig kinderen die in een asielprocedure zitten. Het ene kind is veerkrachtiger dan het andere, merkt ze. ‘De een houdt moed en hoop, en is goed in het leggen van sociale contacten. Voor anderen is dat te veel gevraagd. Steeds moeten verhuizen en steeds weer afscheid moeten nemen, schaadt het vertrouwen. Het leidt ertoe dat kinderen geen energie meer steken in het opbouwen van relaties met anderen.’

We zijn een te lage standaard gaan hanteren voor het niveau van de opvang en krijgen het helaas niet voor elkaar om die weer omhoog te krijgen, zegt Schuitemaker. Hij maakt zich vooral zorgen over kinderen in noodopvanglocaties en in gezinslocaties. ‘Ze zitten daar te dicht op volwassenen die hun zorgen en problemen hebben, en zijn regelmatig getuige van conflicten. Bovendien voelen ze dat hun ouders in de wachtstand staan. Daardoor krijgen ze last van stress, plassen ze soms weer in bed en slapen ze slecht. Pubers hebben geen eigen ruimte om huiswerk te maken en moeten met hun ouders op een kamer slapen. Je ziet daar veel PTSS-klachten bij kinderen doordat ze niet tot rust kunnen komen. Bovendien komt jeugdhulp vaak niet of niet goed op gang.’

De onveiligheid voor kinderen begint al in het land van herkomst en met de lange, gevaarlijke reis naar Nederland. Ouders en kinderen worden regelmatig gedwongen om gescheiden te reizen, of ze raken elkaar onderweg kwijt. ‘Als ze aankomen, hebben kinderen al de nodige traumatische gebeurtenissen meegemaakt,’ zegt Sander Schuitemaker van Defence for Children. ‘En dan moeten ze in Nederland lang wachten tot de asielprocedure begint.’

Nederland heeft een ingewikkeld opvangmodel. En bij elke fase van de verblijfsprocedure hoort een ander type opvang. Iedereen begint in Ter Apel en stroomt door naar een regulier azc waar de uitkomst van de asielprocedure wordt afgewacht. Door de hoge instroom zijn er voor die tussenfase verschillende noodopvangvoorzieningen. Door allerlei juridische procedures moeten gezinnen vaak verhuizen, meestal meerdere keren per jaar.

‘Je veilig voelen is weten dat je kunt dromen over je toekomst en plannen kunt maken. Dat kon ik een groot deel van mijn leven niet,’ zegt Sofi (21). ‘Ons leven lag in handen van anderen. Je weet niet waar je volgende week bent: een azc of een gezinslocatie (waar je terechtkomt als je geen verblijfsvergunning krijgt en uit Nederland moet vertrekken, red.). Alleen op school voelde ik me veilig. Daar was ik net zoals de rest: ik sprak net zo goed de taal en deed gewoon met alles mee.’

Sofi vluchtte met haar ouders vanuit Armenië naar Nederland. Ze woonde met haar familie in verschillende asielzoekerscentra en meer dan zeven jaar in een gezinslocatie in Amersfoort. Dat het gezin pas na elf jaar via het Kinderpardon een verblijfsvergunning kreeg, leverde heel veel stress op. ‘Ik voelde me nooit veilig, zeker niet in de gezinslocatie. Elke week werd er wel een gezin door agenten van hun bed gelicht en een bus ingedreven om teruggestuurd te worden. Alsof ze terroristen waren. Heel beangstigend, je weet nooit of het jouw beurt is.’

Luisteren

Inburgeren

Solidariteit

Minder verhuizen

Afscheid nemen

Bedplassen

Traumatisch

Deel deze pagina

opinie

6,5 min.

Annemarie van Dijk

Kinderen in Nederlandse asielzoekerscentra hebben het moeilijk. Dat weet Sofi uit eigen ervaringen in het verleden. Elianne Zijlstra van Rijksuniversiteit Groningen en Sander Schuitemaker van Defence for Children maken zich grote zorgen over kinderen die op dit moment worden opgevangen. Hoe kan het beter?

‘De veiligheid waarop vluchtelingen hopen, vinden ze hier niet’

Sander Schuitemaker is juridisch adviseur Kinderrechten en Migratie bij Defence for Children. Kinderrechten worden volgens hem vaak vergeten in het migratierecht. Hij zet zich ervoor in dat het belang van het kind voorop wordt gesteld.

Elianne Zijlstra is orthopedagoog en universitair hoofddocent aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze leidt het Onderzoeks- en Expertisecentrum voor Kinderen en Vreemdelingenrecht, dat o.a. kennis ontwikkelt over kinderen die te maken krijgen met migratie. 

Sofi is jongerenambassadeur bij Defence for Children. Haar ouders vluchten in 1999 uit Armenië naar Nederland, maar werden teruggestuurd. Uiteindelijk kregen ze in 2019 wel een verblijfsvergunning, vanuit het Kinderpardon.     

Driekwart van de kinderen die in een asielprocedure zitten, heeft last van stressverschijnselen. Ze verblijven soms jarenlang op locaties van het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) en verhuizen regelmatig. Aandacht voor deze groep en de gevolgen die deze gebeurtenissen voor hen hebben, is belangrijk. In dit artikel uit een eerdere editie van Augeo magazine lees je daar meer over.

Vluchtelingenkinderen hebben al veel stressvolle gebeurtenissen meegemaakt als ze in Nederland arriveren. Het stressniveau in het lijf en in de hersenen van deze kinderen is hoog. Steun van een betrouwbare volwassene kan bijdragen aan hun veerkracht en herstel. Hoe? Dat leer je in de gratis online cursus Steun aan vluchtelingenkinderen die Augeo in samenwerking met andere organisaties ontwikkelde.

Deel deze pagina

Doodsbang voor de laatste dag

In juni 2023 vertelde de 14-jarige Ghena in het Jeugdjournaal over hoe ze al twee jaar in een gezinslocatie in Katwijk woont met haar moeder, zusjes en broertje. In het Palestijnse gebied waar het gezin vandaan komt, voelden ze zich niet meer veilig vanwege gevechten in het gebied. Ze vluchtten vijf jaar geleden via Italië naar Nederland, waar ze op meerdere plekken woonden voor ze in deze twee kamers terechtkwamen. Ghena vindt het er niet fijn: er is altijd veel lawaai en ruzie in het gehorige gebouw. Er wonen meer dan honderd kinderen. ‘Ik ben iedere dag doodsbang dat het onze laatste dag in Nederland is. Dat we terug moeten naar de bommen en kogels. Daardoor kan ik vaak niet slapen.’

Sofi ging zich pas weer veilig voelen toen het gezin een eigen woning kreeg. Wat hebben kinderen met een vluchtelingenachtergrond volgens haar nodig? ‘Duidelijkheid. Kortere procedures. Niet aan het lijntje worden gehouden. Kinderen bouwen een soort thuis op in Nederland. Ze leren op school de taal en maken vrienden, hechten zich aan mensen.’

Veel kinderen voelen zich bovendien niet gehoord. Professionals moeten daarom goed luisteren, vindt Sofi. ‘Vraag wat ze willen, veiligheid is voor ieder kind anders. En betrek kinderen erbij als je belangrijke beslissingen neemt. Zie een kind als een individu, niet als iemand uit de groep “kinderen in asielprocedure”.’

Luisteren

‘We moeten vluchtelingen goed opvangen en snel perspectief geven, zodat ze kunnen inburgeren’

Elianne Zijlstra:

Voor iedereen in Nederland is dat belangrijk, vinden beide deskundigen. Een groot deel van de vluchtelingen mag blijven. Maar als door de lange procedure deze mensen beschadigd raken, dan zullen ze minder goed integreren en vaak zorg van de zorginstanties nodig hebben. Zijlstra: ‘Je wilt dat ze goed integreren en minder gebruikmaken van zorg. Dus moeten we ze goed opvangen en snel perspectief geven, zodat ze kunnen inburgeren.’

Schuitemaker koestert hoop als het gaat om de aankomende verkiezingen. ‘Die zijn dé kans om zaken te veranderen. Hopelijk krijgen we een kabinet dat het belang van het kind vooropstelt. Dat zorgt dat de opvang kleinschaliger en stabieler wordt, met betere zorg en een betere toegang tot onderwijs. Voorkom de vele verhuizingen van kinderen in de asielopvang, zowel in de noodopvanglocaties als in de reguliere azc’s en de gezinslocaties. Zet in op opvang waarbij de procedure het kind volgt - al dan niet met de ouders - en niet andersom.’

Inburgeren

Er is een politieke meerderheid nodig om hierin te willen investeren. En samenwerking tussen alle betrokken partijen: de landelijke politiek, het COA en de gemeenten. ‘Gemeenten moeten zich verantwoordelijk voelen om dit op een juiste manier te doen,’ zegt Zijlstra. ‘Het vraagt solidariteit om tot een goede verdeling van vluchtelingen in Nederland te komen. Dat doen niet alle gemeenten al goed.’

Er liggen al allerlei adviezen over hoe een stabiel opvanglandschap eruit zou moeten zien, bijvoorbeeld van de Adviescommissie voor Migratie. Die adviezen luiden bijvoorbeeld: minder verhuizen zodat mensen zich ergens veilig en thuis voelen, passend onderwijs voor kinderen, een betere toegang tot zorg, snel duidelijkheid over de toekomst en emotionele begeleiding als een gezin moet terugkeren naar het land van herkomst. 

Solidariteit

Meer over kinderen in de vluchtelingenopvang

Zie een kind als een individu, niet als iemand uit de groep “kinderen in asielprocedure”’

Sofi:

‘Het idee dat die verhuizingen een probleem zijn, sijpelt eindelijk langzaam door’

Sander Schuitemaker:

Defence for Children maakt zich hier sterk voor en lobbyt regelmatig in Den Haag. Ook praat de organisatie, samen met Vluchtelingenwerk en Save the Children, met het COA en politici. ‘Het idee dat die verhuizingen een probleem zijn, sijpelt eindelijk langzaam door,’ zegt Schuitemaker.

De politieke gedachte dat betere opvang een aanzuigende werking heeft, is niet bewezen, zegt Zijlstra. ‘Hetzelfde geldt voor verblijfsvergunningen. Er zijn te veel aannames in het migratiebeleid die niet onderbouwd zijn.’ Uit een recent onderzoek van Verwey -Jonker Instituut bleek inderdaad dat het asielbeleid heel weinig invloed heeft op de instroom van asielzoekers.

Wat moet er veranderen? Het opvangmodel moet veel beter aansluiten bij de ontwikkeling van kinderen, zeggen Zijlstra en Schuitemaker. In ieder geval moet het aantal verhuizingen sterk verminderen. Schuitemaker: ‘Door de vele verhuizingen hebben hulpverleningsinstanties niet altijd goed in beeld welke kinderen waar zitten. Het ontbreekt vaak aan een duidelijke overdracht. Veel problemen kunnen we voorkomen als kinderen niet steeds moeten verhuizen.’

Minder verhuizen

Afscheid nemen

‘De uitzettingen zijn onaangekondigd. Mensen hebben soms tien minuten om hun spullen te pakken’

Elianne Zijlstra:

Dat alles leidt tot ontwikkelingsproblemen. Sommige kinderen krijgen last van angst, depressie, slecht slapen, hoofdpijn, buikpijn en suïcidale gedachten. Ook automutilatie, boosheid en agressie komen voor. En kan een kind lange tijd niet naar school, dan schaadt dat de cognitieve ontwikkeling: het loopt achterstanden op.

‘Kinderen in noodopvanglocaties en gezinslocaties hebben PTSS-klachten doordat ze niet tot rust kunnen komen

Sander Schuitemaker:

Kinderen in gezinslocaties hebben bovendien geen perspectief: niet in Nederland en vaak ook niet in hun land van herkomst. Toch moeten ze terug, omdat ze zijn uitgeprocedeerd. Maar aangezien ze vaak niet ‘uitzetbaar’ zijn, duurt het heel lang voor ze terugkeren, zegt Zijlstra. ‘De uitzettingen zijn onaangekondigd, mensen hebben soms slechts tien minuten tijd om hun spullen te pakken. Die continue dreiging tot uitzetting is funest voor kinderen.’

Ze spreekt regelmatig kinderen die in een asielprocedure zitten. Het ene kind is veerkrachtiger dan het andere, merkt ze. ‘De een houdt moed en hoop, en is goed in het leggen van sociale contacten. Voor anderen is dat te veel gevraagd. Steeds moeten verhuizen en steeds weer afscheid moeten nemen, schaadt het vertrouwen. Het leidt ertoe dat kinderen geen energie meer steken in het opbouwen van relaties met anderen.’

Bedplassen

Zijlstra: ‘Die noodopvang is goed bedoeld, anders slapen deze gezinnen op straat. Maar de kwaliteit is meestal slecht. Er zijn vooral zorgen over de basisvoorzieningen: een bed, gezonde voeding, dagbesteding en -ritme en toegang tot onderwijs. Het duurt weken tot maanden voor kinderen ergens naar school kunnen. Bovendien duurt het veel te lang voor mensen weten of ze in Nederland mogen blijven.’

Bij aankomst in Nederland zijn mensen vaak blij, maar dat verandert snel: de veiligheid waar ze op hoopten, vinden ze niet. Dat helpt bepaald niet om trauma’s te verwerken. Zijlstra: ‘Bovendien is de houding in de maatschappij ten opzichte van vluchtelingen verslechterd. We zien ze als ongewenst. Dat alles leidt tot mentale gezondheidsproblemen.’

Door allerlei juridische procedures moeten gezinnen vaak verhuizen, meestal meerdere keren per jaar

De onveiligheid voor kinderen begint al in het land van herkomst en met de lange, gevaarlijke reis naar Nederland. Ouders en kinderen worden regelmatig gedwongen om gescheiden te reizen, of ze raken elkaar onderweg kwijt. ‘Als ze aankomen, hebben kinderen al de nodige traumatische gebeurtenissen meegemaakt,’ zegt Sander Schuitemaker van Defence for Children. ‘En dan moeten ze in Nederland lang wachten tot de asielprocedure begint.’

Nederland heeft een ingewikkeld opvangmodel. En bij elke fase van de verblijfsprocedure hoort een ander type opvang. Iedereen begint in Ter Apel en stroomt door naar een regulier azc waar de uitkomst van de asielprocedure wordt afgewacht. Door de hoge instroom zijn er voor die tussenfase verschillende noodopvangvoorzieningen. Door allerlei juridische procedures moeten gezinnen vaak verhuizen, meestal meerdere keren per jaar.

Traumatisch

We zijn een te lage standaard gaan hanteren voor het niveau van de opvang en krijgen het helaas niet voor elkaar om die weer omhoog te krijgen, zegt Schuitemaker. Hij maakt zich vooral zorgen over kinderen in noodopvanglocaties en in gezinslocaties. ‘Ze zitten daar te dicht op volwassenen die hun zorgen en problemen hebben, en zijn regelmatig getuige van conflicten. Bovendien voelen ze dat hun ouders in de wachtstand staan. Daardoor krijgen ze last van stress, plassen ze soms weer in bed en slapen ze slecht. Pubers hebben geen eigen ruimte om huiswerk te maken en moeten met hun ouders op een kamer slapen. Je ziet daar veel PTSS-klachten bij kinderen doordat ze niet tot rust kunnen komen. Bovendien komt jeugdhulp vaak niet of niet goed op gang.’

Om gezond op te groeien, hebben kinderen veiligheid en verzorging nodig. Met ouders die er voor hen zijn, die structuur en liefde bieden. Kinderen moeten onderwijs krijgen, contact hebben met leeftijdsgenoten, zich gerespecteerd voelen. Aan dat alles wordt onvoldoende voldaan bij kinderen met een vluchtelingenachtergrond. In juni 2023 verscheen een kritisch rapport over de opvang van kinderen met een vluchtelingenachtergrond van de Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. ‘Mensonwaardig’ was de conclusie. Ook de Kinderombudsman maakt zich ernstige zorgen.

‘Dit soort actuele signalen zijn belangrijk maar niet nieuw,’ zegt Elianne Zijlstra orthopedagoog van de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Het is tragisch dat het ons niet lukt om de opvang beter in te richten terwijl we het voor Oekraïners wel konden. Zij waren heel welkom, kregen meteen een tijdelijke verblijfsvergunning en een werkvergunning.’

Mensonwaardig

‘Je veilig voelen is weten dat je kunt dromen over je toekomst en plannen kunt maken. Dat kon ik een groot deel van mijn leven niet,’ zegt Sofi (21). ‘Ons leven lag in handen van anderen. Je weet niet waar je volgende week bent: een azc of een gezinslocatie (waar je terechtkomt als je geen verblijfsvergunning krijgt en uit Nederland moet vertrekken, red.). Alleen op school voelde ik me veilig. Daar was ik net zoals de rest: ik sprak net zo goed de taal en deed gewoon met alles mee.’

Sofi vluchtte met haar ouders vanuit Armenië naar Nederland. Ze woonde met haar familie in verschillende asielzoekerscentra en meer dan zeven jaar in een gezinslocatie in Amersfoort. Dat het gezin pas na elf jaar via het Kinderpardon een verblijfsvergunning kreeg, leverde heel veel stress op. ‘Ik voelde me nooit veilig, zeker niet in de gezinslocatie. Elke week werd er wel een gezin door agenten van hun bed gelicht en een bus ingedreven om teruggestuurd te worden. Alsof ze terroristen waren. Heel beangstigend, je weet nooit of het jouw beurt is.’

Sander Schuitemaker is juridisch adviseur Kinderrechten en Migratie bij Defence for Children. Kinderrechten worden volgens hem vaak vergeten in het migratierecht. Hij zet zich ervoor in dat het belang van het kind voorop wordt gesteld.

Sofi is jongerenambassadeur bij Defence for Children. Haar ouders vluchten in 1999 uit Armenië naar Nederland, maar werden teruggestuurd. Uiteindelijk kregen ze in 2019 wel een verblijfsvergunning, vanuit het Kinderpardon.     

Elianne Zijlstra is orthopedagoog en universitair hoofddocent aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze leidt het Onderzoeks- en Expertisecentrum voor Kinderen en Vreemdelingenrecht, dat o.a. kennis ontwikkelt over kinderen die te maken krijgen met migratie. 

Kinderen in Nederlandse asielzoekerscentra hebben het moeilijk. Dat weet Sofi uit eigen ervaringen in het verleden. Elianne Zijlstra van Rijksuniversiteit Groningen en Sander Schuitemaker van Defence for Children maken zich grote zorgen over kinderen die op dit moment worden opgevangen. Hoe kan het beter?

‘De veiligheid waarop vluchtelingen hopen, vinden ze hier niet’

opinie

6,5 min.

Annemarie van Dijk

Augeo Magazine: Hét online tijdschrift over veilig opgroeien

Professionals en beleidsmakers bijpraten over de nieuwste ontwikkelingen, onderzoeken, dilemma’s en besluiten rond de veiligheid van kinderen. Dat doet Augeo Foundation al 15 jaar met onder andere e-learnings, bijeenkomsten en Augeo Magazine. Ons magazine verschijnt 5x per jaar. Meld je aan om gratis abonnee te worden.
Volledig scherm