
Bekijk hier de interactieve mini-cursus Visie op veerkracht Intro van Augeo Foundation.
Veerkracht-portfolio

Het project Time of Your Life (TOYL) biedt nieuwe kansen voor kwetsbare jongeren die niet weten hoe ze hun leven willen invullen. Sociaal werker Sarina van la Parra vertelt in dit interview hoe ze ‘haar’ jongeren naar een betere toekomst begeleidt.
Time of Your Life


5
Voor jongeren die uit een moeilijke situatie komen zonder een stabiel vangnet is het een stuk lastiger om zelfstandig te worden. Voor hen ontwikkelden jeugdzorgorganisatie Levvel en jongeren van platform ‘Jong doet mee!’ (van jongerenraden en jongeren die ervaring hebben in de jeugdhulp) de Big 5-aanpak. Door deze jongeren te ondersteunen bij Support, Wonen, School en werk, Inkomen en Welzijn kan een stevige basis ontstaan van waaruit ze hun toekomst verder kunnen vormgeven en op eigen benen leren staan.
Movisie zette meer inspirerende initiatieven voor en door jongeren in kwetsbare omstandigheden hier op een rij.
De Big 5
De interviews met de geciteerde BN’ers zijn hier terug te lezen:
Aangrijpende verhalen

Misdaadjournalist
Bas van Hout
Journalist
Diana Matroos


Actrice
Funda Müjde
Sociale steun is geen tovermiddel, maar een zwaarwegende factor
Het ‘veerkracht-portfolio’ van een kind is deels aangeboren, maar kan uitgroeien en bloeien in een steunend klimaat
Ordinary magic
Dit artikel is een ge-update versie van een eerder verschenen artikel uit Augeo Magazine.
Als we willen dat de zon weer gaat schijnen over de gezichten van mishandelde kinderen moeten we (1) zorgen dat geweld echt stopt, (2) passende hulp bieden voor hun traumaklachten, (3) steunende omgevingen creëren; het liefst binnen de familie en in elk geval op school en graag ook in de buurt , en (4) de individuele veerkracht van kinderen stimuleren, bijvoorbeeld met sport, ontspanningstechnieken, het versterken van hun zelfbeeld en hun manieren van oplossen en plannen maken. Sociale steun is geen tovermiddel, maar sociale steun is in dit ‘combinatiepakket’ wel een zwaarwegende factor. Dat blijkt uit de vakliteratuur maar spreekt ook sterk uit de verhalen van mensen met ingrijpende jeugdervaringen zoals Diana, Funda en Bas. Zij vonden steunfiguren die een verschil maakten en soms vonden die steunfiguren hen. Er was iemand die ze hielp de zon weer te laten schijnen, of, zoals Bas van Hout het zei: ‘Door Joop ben ik gekomen waar ik nu ben. Door mijn eigen karakter, maar ook zeker dankzij hem heb ik het gered. Ik ben geen slachtoffer.’
Om ons werk te kunnen doen, hebben we als professionals in de zorg en het welzijn zélf ook een steunende omgeving nodig. Omstandigheden als de voortdurende financiële onzekerheden en personele tekorten waar we mee te kampen hebben, de ongenuanceerde mediabeelden van organisaties en de soms onmogelijke caseloads die ketenpartners moeten dragen, helpen niet en vragen om veerkracht bij ons medewerkers.
Is het wel gepast om een link te leggen tussen de veerkracht van mishandelde kinderen en de veerkracht van professionals waarmee zij te maken krijgen? Een antwoord is te vinden in het eerder genoemde Canadees onderzoek: daaruit bleek dat de geestelijke gezondheid van alle kinderen die sociale steun ervoeren, beter was, of ze nu mishandeld waren of niet. Ook niet-mishandelde kinderen met een goed zelfbeeld en probleemoplossend vermogen, die geloofden in de kracht van eigen inspanningen en regelmatig sporten, voelden zich beter. Daarom wordt veerkracht ook wel ordinary magic genoemd: we verbazen ons dat het kan, bij zo veel tegenwind bloeien, en tegelijkertijd zijn het principes die voor ieder mens opgaan.
Persoonlijke kracht
Funda Müjde voelde geen pijn of bitterheid als ze terugkeek op haar jeugd: ‘Ik zie dat het soms moeilijk was, maar er waren ook veel leuke dingen en mensen die van me hielden. Ik kies ervoor daarop te focussen.’ En Bas van Hout realiseerde zich dat zijn manier van omgaan met hun thuissituatie hem gered heeft: ‘Ik onderging het allemaal en vond er helemaal niets van. Echt niet. Door deze copingstrategie heb ik het gered. Mijn zus niet. Haar jeugd heeft haar geknakt. Op haar 11e ging ze bij de buren wonen, maar ze is nooit gelukkig geworden. Inmiddels is ze overleden.’
Ook uit verhalen van de ervaringsdeskundige BN’ers kwam vaak naar voren dat zij het aan de combinatie van zichzelf en een steunfiguur te danken hebben dat ze zover gekomen zijn als ze zijn. Ze benadrukten hun geloof ‘dat hard werken loont’. En voelden zich geen slachtoffer. Of zoals Diana Matroos het verwoordde: ‘Mijn cadeau is dat ik als een sterk meisje ben geboren, een meisje dat andere keuzes wist te maken dan haar vader.’ Dat, in combinatie met dansen als uitlaatklep.
Uit het eerder genoemde Canadese onderzoek komen ook een aantal persoonsgebonden factoren die eraan bijdroegen dat het met sommige mishandelde kinderen beter ging. Regelmatig sporten, juist ook in de winter, bijvoorbeeld. En de jongeren met wie het beter ging, blijken positieve copingtechnieken te gebruiken: ze vinden dat het hen lukt kalm te blijven bij stress, en problemen te analyseren. Hun zelfbeeld is positiever - ondanks de destructieve invloed van de mishandelingservaringen op dat zelfbeeld. Ze zoeken advies, benutten humor, maken plannen en volgen die plannen ook.
En als hun plannen lukken, wijten ze dat niet aan toeval: ze geloven dat succes het gevolg is van hun eigen harde werken, en dat hun plannen of plannetjes vaak lukken. Een positieve geloofsbeleving helpt ook.
Bij elkaar vormt dit alles een soort ‘veerkracht-portfolio’; iets wat deels is aangeboren, maar wat kan uitgroeien en bloeien in een gezin, straat, wijk, sportclub, gemeente of school met een steunend klimaat.
Gezien het relatief grote effect dat informele steun heeft op de kansen voor kinderen om zich veerkrachtig verder te ontwikkelen, zou het verbeteren van het percentage kinderen dat steun ervaart grote prioriteit moeten hebben. Het versterken van het sociale netwerk en samenwerken met informele steunfiguren van kinderen zijn dan ook wezenlijke aandachtspunten bij het inrichten van een verbeterde aanpak in bijvoorbeeld de Hervormingsagenda en het Toekomstscenario.
het Sociale netwerk versterken
Essay
8 min.
Mariëlle Dekker
Gezien, gehoord, gesteund
Die ene leerkracht
De onderbuurvrouw
Wie heeft de zon uit jouw gezicht gehaald
Wie heeft het licht in jou gedoofd
Wie heeft je rooie wangen bleek gemaakt
Wie joeg dromen uit je hoofd
Wie brak jouw kleine hart
Kleurde je ogen zwart
(…)
Wie heeft jou net als ik
Te weinig lief gehad
Als professionals zijn we in het herstelproces van kinderen slechts voorbijgangers
Dat wat kapotgaat in relaties kan ook weer geheeld worden in relaties
Vaak zijn het de kleine gebaren waardoor kinderen zich gezien, gehoord en gesteund voelen en die een onuitwisbare herinnering achterlaten en grote impact hebben in het herstel van vertrouwen in volwassenen.
In de meerjarige studie van het Verwey-Jonker Instituut onder kinderen die gemeld zijn bij Veilig Thuis, vertelt bijna 3 op de 5 kinderen geen steun van familie of vrienden te ontvangen.
Uit wetenschappelijk onderzoek naar veerkracht komt de rol van sociale steun en steunfiguren vaak prominent naar voren. Bijvoorbeeld uit een Canadees onderzoek waarin meer dan tienduizend jongeren zijn gevraagd naar hun ervaringen met mishandeling en hun bronnen van steun, blijkt dat de mishandelde kinderen zich minder vaak gesteund voelden - thuis, op school en in hun buurt - dan niet mishandelde kinderen. Bovendien blijkt dat de mishandelde kinderen die thuis of op school wel steun ervoeren, geestelijk gezonder waren dan de mishandelde kinderen die geen steun ervoeren. Onafhankelijk van de soort kindermishandeling bleek steun van de ouders, gevolgd door positieve ervaringen op school en met docenten, een positief effect te hebben op de geestelijke gezondheid van mishandelde kinderen.
Professionals kwamen in de verhalen over ondervonden steun niet, of slechts in de zijlijn voor. Regelmatig omdat er nooit hulp kwam: we weten inmiddels uit onderzoek dat veel bij Veilig Thuis gemelde kinderen geen hulp krijgen voor hun eigen problemen. Soms kwamen professionals niet in de verhalen voor doordat de hulp pas heel laat in gang werd gezet, doordat die heel kort was of doordat professionals weinig met de kinderen praatten en meer met de ouders. Als professionals zijn we in het herstelproces van kinderen slechts voorbijgangers.
Diana Matroos vertelde bijvoorbeeld het onbegrijpelijk te vinden dat niemand op school vragen aan haar stelde, ondanks dalende prestaties, verzuim en teruggetrokken gedrag. En Bas van Hout verbaasde zich erover dat de juf wel op hoge poten naar de bakker ging omdat die de kinderen beschimmelde krentenbollen gaf, maar er verder geen werk van maakte. Alsof het eten van beschimmelde krentenbollen het ergste was dat hem en zijn zus overkwam.
In de interviews werd vaker een leerkracht genoemd. Als een held, als iemand bij wie kinderen zich veilig voelden terwijl hun leefwereld zo onveilig was; iemand bij wie ze zich gezien, gehoord en gesteund voelden. Maar school werd ook regelmatig genoemd als de plek waar kinderen steun hadden verwacht, maar die niet hebben ervaren, wat hun teleurstelling en gevoelens van onveiligheid bij volwassenen verdiepte.
In al deze verhalen valt op: de geïnterviewden noemden een persoon als hen gevraagd werd: ‘Hoe is de zon weer gaan schijnen?’ De vraag ‘Wíé heeft de zon weer doen schijnen?’ was misschien wel passender geweest. Dat wat kapotgaat in relaties tussen kinderen en volwassenen kan ook weer geheeld worden in relaties.
In interviews in Augeo Magazine van een paar jaar geleden is die hoe-vraag gesteld aan een tiental BN’ers met een verleden van kindermishandeling. Aan journalist Diana Matroos bijvoorbeeld, zij groeide op met een drugsverslaafde vader. Het bepaalde haar hele jeugd, en leren op school mislukte daardoor. Niemand vroeg haar hoe dat kwam. Maar haar moeder en een onderbuurvrouw bleken een bron van steun. Bij haar moeder kon ze terecht met haar gevoelens, terwijl ze bij haar buurvrouw gewoon even luchtigheid kon ervaren. Achteraf bleek deze buurvrouw het financieel mogelijk te hebben gemaakt dat Diana balletlessen kon blijven volgen, haar grote uitlaatklep.
Op eenzelfde manier praatte cabaretière en actrice Funda Müjde over haar leraar aardrijkskunde. Haar vader werd depressief en onvoorspelbaar agressief nadat hij een ongeluk kreeg. Elke keer als ze thuiskwam uit school was ze op haar hoede en vol spanning over wat de stemming van de dag zou zijn. Zij noemde haar docent aardrijkskunde haar believer: bij hem thuis was er even echte aandacht voor haar en voelde ze zich gezien.
Misdaadjournalist Bas van Hout noemde Zwarte Joop letterlijk zijn redding, een berucht randfiguur op de wallen die nooit een Verklaring Omtrent het Gedrag zou hebben gekregen in een mentorproject. Maar die wel Bas in zijn woonboot nam en hem dagelijks 25 gulden gaf, in ruil waarvoor Bas boodschappen moest doen, voor de honden en de auto’s zorgen, elke dag naar school gaan en sporten. En hij mocht niets illegaals doen, want dan ‘zou hij al mijn botten breken’, aldus Bas.
Ja, dit gebeurt. Dit is ons werk: we zetten ons in voor kinderen en volwassenen bij wie de zon uit het gezicht is gehaald, het lachen is gesmoord, bij wie het kind in hen, dat altijd weer opstaat als het valt, is gedood. Hun draagkracht is overschreden en voortdurend geweld en onveiligheid zijn onderdeel van hun leven geworden, als slachtoffer in heden of verleden, als pleger in heden of verleden, of beide…
Dat de gevolgen levenslang kunnen zijn, realiseren we ons steeds beter. Maar ook dat die niet onvermijdelijk zijn. We weten steeds meer over de veerkracht van mishandelde en verwaarloosde kinderen - hun vermogen om terug te veren na ingrijpende gebeurtenissen. En in het verlengde van het lied van Herman van Veen gaat dat over de vragen: hoe is de zon weer gaan schijnen?, hoe ben je weer gaan lachen?, hoe stond je weer op?
Ooit werd ik gevraagd om aan de hand van een lied van Herman van Veen een lezing te houden over het thema veerkracht. De tekst van het lied luidt:
Vorige pagina
Volgende pagina
Wie liet de zon weer schijnen?
Betrouwbare volwassenen in de omgeving van kinderen kunnen een cruciale rol spelen bij het ontwikkelen van veerkracht. Augeo-directeur Mariëlle Dekker laat dit zien aan de hand van onderzoek én de verhalen van drie BN’ers met ervaringskennis.



Volgende pagina
Bekijk hier de interactieve mini-cursus Visie op veerkracht Intro van Augeo Foundation.
Veerkracht-portfolio

Het project Time of Your Life (TOYL) biedt nieuwe kansen voor kwetsbare jongeren die niet weten hoe ze hun leven willen invullen. Sociaal werker Sarina van la Parra vertelt in dit interview hoe ze ‘haar’ jongeren naar een betere toekomst begeleidt.
Time of Your Life


5
Voor jongeren die uit een moeilijke situatie komen zonder een stabiel vangnet is het een stuk lastiger om zelfstandig te worden. Voor hen ontwikkelden jeugdzorgorganisatie Levvel en jongeren van platform ‘Jong doet mee!’ (van jongerenraden en jongeren die ervaring hebben in de jeugdhulp) de Big 5-aanpak. Door deze jongeren te ondersteunen bij Support, Wonen, School en werk, Inkomen en Welzijn kan een stevige basis ontstaan van waaruit ze hun toekomst verder kunnen vormgeven en op eigen benen leren staan.
Movisie zette meer inspirerende initiatieven voor en door jongeren in kwetsbare omstandigheden hier op een rij.
De Big 5
De interviews met de geciteerde BN’ers zijn hier terug te lezen:
Aangrijpende verhalen

Misdaadjournalist
Bas van Hout
Journalist
Diana Matroos


Actrice
Funda Müjde
Vorige pagina
Dit artikel is een ge-update versie van een eerder verschenen artikel uit Augeo Magazine.
Als we willen dat de zon weer gaat schijnen over de gezichten van mishandelde kinderen moeten we (1) zorgen dat geweld echt stopt, (2) passende hulp bieden voor hun traumaklachten, (3) steunende omgevingen creëren; het liefst binnen de familie en in elk geval op school en graag ook in de buurt , en (4) de individuele veerkracht van kinderen stimuleren, bijvoorbeeld met sport, ontspanningstechnieken, het versterken van hun zelfbeeld en hun manieren van oplossen en plannen maken. Sociale steun is geen tovermiddel, maar sociale steun is in dit ‘combinatiepakket’ wel een zwaarwegende factor. Dat blijkt uit de vakliteratuur maar spreekt ook sterk uit de verhalen van mensen met ingrijpende jeugdervaringen zoals Diana, Funda en Bas. Zij vonden steunfiguren die een verschil maakten en soms vonden die steunfiguren hen. Er was iemand die ze hielp de zon weer te laten schijnen, of, zoals Bas van Hout het zei: ‘Door Joop ben ik gekomen waar ik nu ben. Door mijn eigen karakter, maar ook zeker dankzij hem heb ik het gered. Ik ben geen slachtoffer.’
Sociale steun is geen tovermiddel, maar een zwaarwegende factor
Om ons werk te kunnen doen, hebben we als professionals in de zorg en het welzijn zélf ook een steunende omgeving nodig. Omstandigheden als de voortdurende financiële onzekerheden en personele tekorten waar we mee te kampen hebben, de ongenuanceerde mediabeelden van organisaties en de soms onmogelijke caseloads die ketenpartners moeten dragen, helpen niet en vragen om veerkracht bij ons medewerkers.
Is het wel gepast om een link te leggen tussen de veerkracht van mishandelde kinderen en de veerkracht van professionals waarmee zij te maken krijgen? Een antwoord is te vinden in het eerder genoemde Canadees onderzoek: daaruit bleek dat de geestelijke gezondheid van alle kinderen die sociale steun ervoeren, beter was, of ze nu mishandeld waren of niet. Ook niet-mishandelde kinderen met een goed zelfbeeld en probleemoplossend vermogen, die geloofden in de kracht van eigen inspanningen en regelmatig sporten, voelden zich beter. Daarom wordt veerkracht ook wel ordinary magic genoemd: we verbazen ons dat het kan, bij zo veel tegenwind bloeien, en tegelijkertijd zijn het principes die voor ieder mens opgaan.
Ordinary magic
Ook uit verhalen van de ervaringsdeskundige BN’ers kwam vaak naar voren dat zij het aan de combinatie van zichzelf en een steunfiguur te danken hebben dat ze zover gekomen zijn als ze zijn. Ze benadrukten hun geloof ‘dat hard werken loont’. En voelden zich geen slachtoffer. Of zoals Diana Matroos het verwoordde: ‘Mijn cadeau is dat ik als een sterk meisje ben geboren, een meisje dat andere keuzes wist te maken dan haar vader.’ Dat, in combinatie met dansen als uitlaatklep.
Funda Müjde voelde geen pijn of bitterheid als ze terugkeek op haar jeugd: ‘Ik zie dat het soms moeilijk was, maar er waren ook veel leuke dingen en mensen die van me hielden. Ik kies ervoor daarop te focussen.’ En Bas van Hout realiseerde zich dat zijn manier van omgaan met hun thuissituatie hem gered heeft: ‘Ik onderging het allemaal en vond er helemaal niets van. Echt niet. Door deze copingstrategie heb ik het gered. Mijn zus niet. Haar jeugd heeft haar geknakt. Op haar 11e ging ze bij de buren wonen, maar ze is nooit gelukkig geworden. Inmiddels is ze overleden.’
Het ‘veerkracht-portfolio’ van een kind is deels aangeboren, maar kan uitgroeien en bloeien in een steunend klimaat
Uit het eerder genoemde Canadese onderzoek komen ook een aantal persoonsgebonden factoren die eraan bijdroegen dat het met sommige mishandelde kinderen beter ging. Regelmatig sporten, juist ook in de winter, bijvoorbeeld. En de jongeren met wie het beter ging, blijken positieve copingtechnieken te gebruiken: ze vinden dat het hen lukt kalm te blijven bij stress, en problemen te analyseren. Hun zelfbeeld is positiever - ondanks de destructieve invloed van de mishandelingservaringen op dat zelfbeeld. Ze zoeken advies, benutten humor, maken plannen en volgen die plannen ook.
En als hun plannen lukken, wijten ze dat niet aan toeval: ze geloven dat succes het gevolg is van hun eigen harde werken, en dat hun plannen of plannetjes vaak lukken. Een positieve geloofsbeleving helpt ook.
Bij elkaar vormt dit alles een soort ‘veerkracht-portfolio’; iets wat deels is aangeboren, maar wat kan uitgroeien en bloeien in een gezin, straat, wijk, sportclub, gemeente of school met een steunend klimaat.
Persoonlijke kracht
Gezien het relatief grote effect dat informele steun heeft op de kansen voor kinderen om zich veerkrachtig verder te ontwikkelen, zou het verbeteren van het percentage kinderen dat steun ervaart grote prioriteit moeten hebben. Het versterken van het sociale netwerk en samenwerken met informele steunfiguren van kinderen zijn dan ook wezenlijke aandachtspunten bij het inrichten van een verbeterde aanpak in bijvoorbeeld de Hervormingsagenda en het Toekomstscenario.
het Sociale netwerk versterken
Vaak zijn het de kleine gebaren waardoor kinderen zich gezien, gehoord en gesteund voelen en die een onuitwisbare herinnering achterlaten en grote impact hebben in het herstel van vertrouwen in volwassenen.
In de meerjarige studie van het Verwey-Jonker Instituut onder kinderen die gemeld zijn bij Veilig Thuis, vertelt bijna 3 op de 5 kinderen geen steun van familie of vrienden te ontvangen.
Uit wetenschappelijk onderzoek naar veerkracht komt de rol van sociale steun en steunfiguren vaak prominent naar voren. Bijvoorbeeld uit een Canadees onderzoek waarin meer dan tienduizend jongeren zijn gevraagd naar hun ervaringen met mishandeling en hun bronnen van steun, blijkt dat de mishandelde kinderen zich minder vaak gesteund voelden - thuis, op school en in hun buurt - dan niet mishandelde kinderen. Bovendien blijkt dat de mishandelde kinderen die thuis of op school wel steun ervoeren, geestelijk gezonder waren dan de mishandelde kinderen die geen steun ervoeren. Onafhankelijk van de soort kindermishandeling bleek steun van de ouders, gevolgd door positieve ervaringen op school en met docenten, een positief effect te hebben op de geestelijke gezondheid van mishandelde kinderen.
Gezien, gehoord, gesteund
Professionals kwamen in de verhalen over ondervonden steun niet, of slechts in de zijlijn voor. Regelmatig omdat er nooit hulp kwam: we weten inmiddels uit onderzoek dat veel bij Veilig Thuis gemelde kinderen geen hulp krijgen voor hun eigen problemen. Soms kwamen professionals niet in de verhalen voor doordat de hulp pas heel laat in gang werd gezet, doordat die heel kort was of doordat professionals weinig met de kinderen praatten en meer met de ouders. Als professionals zijn we in het herstelproces van kinderen slechts voorbijgangers.
Die ene leerkracht
In de interviews werd vaker een leerkracht genoemd. Als een held, als iemand bij wie kinderen zich veilig voelden terwijl hun leefwereld zo onveilig was; iemand bij wie ze zich gezien, gehoord en gesteund voelden. Maar school werd ook regelmatig genoemd als de plek waar kinderen steun hadden verwacht, maar die niet hebben ervaren, wat hun teleurstelling en gevoelens van onveiligheid bij volwassenen verdiepte.
Als professionals zijn we in het herstelproces van kinderen slechts voorbijgangers
Diana Matroos vertelde bijvoorbeeld het onbegrijpelijk te vinden dat niemand op school vragen aan haar stelde, ondanks dalende prestaties, verzuim en teruggetrokken gedrag. En Bas van Hout verbaasde zich erover dat de juf wel op hoge poten naar de bakker ging omdat die de kinderen beschimmelde krentenbollen gaf, maar er verder geen werk van maakte. Alsof het eten van beschimmelde krentenbollen het ergste was dat hem en zijn zus overkwam.

In al deze verhalen valt op: de geïnterviewden noemden een persoon als hen gevraagd werd: ‘Hoe is de zon weer gaan schijnen?’ De vraag ‘Wíé heeft de zon weer doen schijnen?’ was misschien wel passender geweest. Dat wat kapotgaat in relaties tussen kinderen en volwassenen kan ook weer geheeld worden in relaties.
Dat wat kapotgaat in relaties kan ook weer geheeld worden in relaties
In interviews in Augeo Magazine van een paar jaar geleden is die hoe-vraag gesteld aan een tiental BN’ers met een verleden van kindermishandeling. Aan journalist Diana Matroos bijvoorbeeld, zij groeide op met een drugsverslaafde vader. Het bepaalde haar hele jeugd, en leren op school mislukte daardoor. Niemand vroeg haar hoe dat kwam. Maar haar moeder en een onderbuurvrouw bleken een bron van steun. Bij haar moeder kon ze terecht met haar gevoelens, terwijl ze bij haar buurvrouw gewoon even luchtigheid kon ervaren. Achteraf bleek deze buurvrouw het financieel mogelijk te hebben gemaakt dat Diana balletlessen kon blijven volgen, haar grote uitlaatklep.
Op eenzelfde manier praatte cabaretière en actrice Funda Müjde over haar leraar aardrijkskunde. Haar vader werd depressief en onvoorspelbaar agressief nadat hij een ongeluk kreeg. Elke keer als ze thuiskwam uit school was ze op haar hoede en vol spanning over wat de stemming van de dag zou zijn. Zij noemde haar docent aardrijkskunde haar believer: bij hem thuis was er even echte aandacht voor haar en voelde ze zich gezien.
Misdaadjournalist Bas van Hout noemde Zwarte Joop letterlijk zijn redding, een berucht randfiguur op de wallen die nooit een Verklaring Omtrent het Gedrag zou hebben gekregen in een mentorproject. Maar die wel Bas in zijn woonboot nam en hem dagelijks 25 gulden gaf, in ruil waarvoor Bas boodschappen moest doen, voor de honden en de auto’s zorgen, elke dag naar school gaan en sporten. En hij mocht niets illegaals doen, want dan ‘zou hij al mijn botten breken’, aldus Bas.
De onderbuurvrouw
Wie heeft de zon uit jouw gezicht gehaald
Wie heeft het licht in jou gedoofd
Wie heeft je rooie wangen bleek gemaakt
Wie joeg dromen uit je hoofd
Wie brak jouw kleine hart
Kleurde je ogen zwart
(…)
Wie heeft jou net als ik
Te weinig lief gehad
Ja, dit gebeurt. Dit is ons werk: we zetten ons in voor kinderen en volwassenen bij wie de zon uit het gezicht is gehaald, het lachen is gesmoord, bij wie het kind in hen, dat altijd weer opstaat als het valt, is gedood. Hun draagkracht is overschreden en voortdurend geweld en onveiligheid zijn onderdeel van hun leven geworden, als slachtoffer in heden of verleden, als pleger in heden of verleden, of beide…
Dat de gevolgen levenslang kunnen zijn, realiseren we ons steeds beter. Maar ook dat die niet onvermijdelijk zijn. We weten steeds meer over de veerkracht van mishandelde en verwaarloosde kinderen - hun vermogen om terug te veren na ingrijpende gebeurtenissen. En in het verlengde van het lied van Herman van Veen gaat dat over de vragen: hoe is de zon weer gaan schijnen?, hoe ben je weer gaan lachen?, hoe stond je weer op?
Essay
8 min.
Mariëlle Dekker
Ooit werd ik gevraagd om aan de hand van een lied van Herman van Veen een lezing te houden over het thema veerkracht. De tekst van het lied luidt:



Betrouwbare volwassenen in de omgeving van kinderen kunnen een cruciale rol spelen bij het ontwikkelen van veerkracht. Augeo-directeur Mariëlle Dekker laat dit zien aan de hand van onderzoek én de verhalen van drie BN’ers met ervaringskennis.
Wie liet de zon weer schijnen?