
Zijn er nog andere veranderingen te zien in het brein?
Welke veranderingen zie je in het brein van jongeren die trauma hebben meegemaakt?
Deze jongeren verwachten ook vaker negatieve feedback. Hierdoor kan het voorkomen dat zij onbewust en onbedoeld sociale situaties heel anders ervaren. Ze kunnen sociale situaties vermijden uit angst om afgewezen te worden, of juist bozer reageren doordat ze onbewust verwachten dat anderen ook vervelend zullen doen.’
In een latere studie hebben we laten zien dat vriendschappen op 14-jarige leeftijd zelfs voorspellend waren voor hoe het brein reageerde bij sociale buitensluiting op 24-jarige leeftijd. Vriendschappen kunnen dus tien jaar later nog een helend effect hebben.’
‘Op dit moment onderzoeken we in mijn lab met de THRIVE-studie hoe sociale steun, geheugen, stressreacties en feedback-leren het verloop van het mentaal welzijn beïnvloeden. Aan welke knoppen moet je draaien om het mentaal welzijn van jongeren met ingrijpende jeugdervaringen te versterken? Daar hopen we goede interventies voor te vinden.’
Wat is de volgende stap in je onderzoek?
‘Het is belangrijk te beseffen dat de effecten van negatieve jeugdervaringen zich op verschillende manieren kunnen uiten. Als een jongere bijvoorbeeld heel heftig reageert op een sociale situatie, vraag je dan af of hij misschien een geschiedenis heeft met ingrijpende jeugdervaringen en daardoor de situatie misschien anders ervaart.
Ook is het goed om te weten dat er veel is wat we kunnen doen. Zo kun je het vermogen trainen om vriendschappen te sluiten en om details van positieve herinneringen op te halen. Bijvoorbeeld door journaling (het bijhouden van je gedachten en ervaringen in een dagboek, red.)
Scholen kunnen een belangrijke rol spelen in het vermogen van jongeren om vriendschappen op te bouwen. Bijvoorbeeld door het plaatsen van een “vriendschapszitbank” of door buddy-systemen, waarbij oudere en jongere leerlingen aan elkaar gekoppeld worden. Maar ook gewoon door leuke evenementen voor jongeren te organiseren.’
‘De periode waarin mentale problemen vaak voor het eerst opkomen, de adolescentie, is óók de periode waarin wederkerige vriendschappen belangrijk worden. Om gevoelens te bespreken, om rolmodellen te hebben, elkaar te beschermen, en natuurlijk om positieve ervaringen op te doen. Toen we het effect van vriendschappen op het mentaal welzijn van jongeren met ingrijpende jeugdervaringen onderzochten, bleek een goede kwaliteit van vriendschappen een beter mentaal welzijn op te leveren, zowel direct als op langere termijn.
Mijn promovendus Maxi König heeft gekeken naar de effecten van vriendschappen op het brein. Als kinderen iets naars meemaken, krijgen ze een knuffel van hun ouders en worden ze gerustgesteld, waardoor ze minder stress ervaren. Dat noemen we social stress buffering. Uit onderzoek bleek dat kinderen die een hersenscan kregen in aanwezigheid van hun moeder, lagere stressreacties lieten zien.
Dat effect vonden de onderzoekers niet terug bij adolescenten. Vanwege het belang van vriendschappen op die leeftijd, leek het ons aannemelijk dat vrienden de rol van social stress buffering zouden overnemen. Maxi heeft laten zien dat daar inderdaad aanwijzingen voor zijn: betere vriendschapsondersteuning bij jongvolwassenen hangt samen met minder stress in het brein.
We zien dat er onder volwassenen met ingrijpende jeugdervaringen ook altijd een groep is die er, ondanks de eerder genoemde aanpassingen in het brein, toch goed is uitgekomen. Goede vriendschappen kunnen daarbij enorm helpen, hebben we ontdekt. Ook later interveniëren is dus heel helend. Je hoort steeds over het belang van de eerste 1000 dagen van een kind, en dat is helemaal waar. Maar dat betekent niet dat je later niks meer kunt doen. Dat is heel hoopvol.’
‘Willie Wartaal van De Jeugd van Tegenwoordig, iemand die zelf geen makkelijke jeugd heeft gehad, zong in het lied Sterrenstof: Een goed begin is het halve werk, maar een goed begin is maar de helft. Dat vind ik zo mooi. Ook als je ingrijpende jeugdervaringen hebt meegemaakt en pas in de adolescentie met herstel aan de slag gaat, of dat nu door therapie is of op een andere manier, kan dat heel helend zijn.
‘Ja, als je heel vroeg kunt ingrijpen, kan dat alle verschil maken. Ik denk dan aan het Bucharest Early Intervention Project, over Roemeense kindertehuizen na de dictatuur van Ceaușescu. Daar werden vrouwen in de jaren ’70 economisch aangemoedigd om zoveel mogelijk kinderen te krijgen. Vanwege de armoede kwamen uiteindelijk 300.000 kinderen in tehuizen terecht. Na de val van het regime wezen Amerikaanse onderzoekers die kinderen gerandomiseerd toe aan adoptie, om te kunnen onderzoeken of adoptie beter was dan de zorg in tehuizen. Daaruit bleek dat de mentale gezondheid van kinderen die vóór hun tweede jaar werden geadopteerd door een stabiel pleeggezin, niet verschilde van kinderen die níet in een tehuis hadden gezeten. Bij kinderen die op latere leeftijd waren geadopteerd, waren er wél verschillen. Zo was hun mentale gezondheid slechter.’
Wat we wél weten, is dat het brein zich constant aan het ontwikkelen is. Sommige delen in de hersenen ontwikkelen zich eerder dan andere. De prefrontale cortex, die belangrijk is voor hoe je denkt over jezelf ten opzichte van anderen, groeit tijdens de adolescentie sterk. Terwijl de hippocampus (onder andere belangrijk voor stressregulatie en het geheugen, red.) zich juist in de kindertijd sterk ontwikkelt. Als een kind of jongere veel stress heeft, heeft dat waarschijnlijk het meeste effect op de gebieden die zich op dat moment hard aan het ontwikkelen zijn.’
‘Dat is lastig te onderzoeken. Wanneer zich in een gezin nare ervaringen voordoen, zijn die vaak chronisch. Dus als je die in de kindertijd hebt, is dat in je adolescentie vaak nog steeds zo. Daardoor kun je die twee groepen niet goed met elkaar vergelijken. Je kunt kinderen die mishandeld worden ook niet langere tijd onderzoeken zonder in te grijpen; dat zou niet ethisch zijn.
‘Vriendschappen kunnen tien jaar later nog een helend effect hebben’
‘De eerste 1000 dagen van een kind zijn heel belangrijk. Maar dat betekent niet dat je later niks meer kunt doen’
‘Stress heeft waarschijnlijk het meeste effect op de hersengebieden die zich op dat moment hard aan het ontwikkelen zijn’
‘We weten dat jongeren die trauma hebben meegemaakt soms last hebben van een “te globaal geheugen” bij het terugdenken aan herinneringen. Dat is iets wat we ook zien bij mensen met een depressie. Met een globaal geheugen bedoelen we dat ze bij het terugdenken aan ervaringen weinig details ophalen.
We hebben ook laten zien dat wanneer jongeren in een stressvolle periode in staat zijn meer details van positieve herinneringen op te halen, ze daarna minder depressieklachten ontwikkelen.
We weten nog niet precies hoe dit komt. Er zijn wel ideeën over: zo zou het ophalen van positieve herinneringen de beloningssystemen in het brein activeren en je daarmee een fijn gevoel geven, of zouden ze beschermen tegen de ontwikkeling van een negatief zelfbeeld.’
‘Wanneer positieve feedback niet goed aankomt, kleine stressoren al verhoogde stressreacties geven, je je emoties niet goed kunt reguleren of je overal dreiging verwacht, kan dat voor de rest van je leven gevolgen hebben. Deze factoren bepalen samen hoe je je sociale omgeving tegemoet treedt, bijvoorbeeld als je naar de middelbare school gaat. We zien dat jongeren met ingrijpende jeugdervaringen vaker buitengesloten en gepest worden. Ook blijkt uit onderzoek dat de kwaliteit van hun vriendschappen lager is.’
‘Ja, dat is de manier waarop deze jongeren reageren op sociale feedback: de reactie van anderen op hun gedrag. Goed kunnen reageren op feedback is een vaardigheid die je nodig hebt om te leren over oorzaak en gevolg van je sociale gedrag. Ons onderzoek laat zien dat adolescenten met ingrijpende jeugdervaringen vaak minder sterk reageren op positieve feedback, zoals wanneer een ander naar hen lacht. We denken dat dat komt doordat ze niet gewend zijn om positieve feedback te krijgen.
Daarnaast zien we dat deze jongeren anders reageren op nieuwe stressvolle ervaringen, zowel in hun emoties, hun hormoonreacties als in het brein. Hun brein regeert bijvoorbeeld heel sterk óf juist bijna niet op zo’n ervaring - beide uitersten komen voor.
Uit ander onderzoek blijkt dat jongeren met ingrijpende jeugdervaringen moeite kunnen hebben met het reguleren van hun emoties. Normaal leer je van je ouders hoe je sterke emoties en gevoelens in bedwang kunt houden, maar soms kunnen ouders dat minder goed aanleren, of geven ze het verkeerde voorbeeld.
Bij goede emotie-regulatietechnieken hoort bijvoorbeeld het positief kunnen herwaarderen van tegenslag. Bijvoorbeeld: ik heb de bus gemist, dan ga ik maar een boekje lezen in de zon. Dat vermogen is heel helpend. Jongeren met ingrijpende jeugdervaringen gebruiken vaker emotie-regulatietechnieken die niet helpend zijn, zoals veelvuldig piekeren, en ze maken minder vaak gebruik van positieve technieken.’
‘In de eerste plaats hebben zij vaak een gevoeliger informatieverwerkingssysteem. Dat systeem is belangrijk voor het reageren op informatie van buitenaf. We denken dat dit komt doordat hun brein zich heeft ontwikkeld in een stressvolle thuissituatie en zich daarop heeft aangepast. Zo zijn deze jongeren bij het verwerken van informatie sneller in het detecteren van dreiging. Ze merken boze gezichten bijvoorbeeld eerder op. We denken dat dit een aanpassing is die in een stressvolle thuisomgeving kan helpen om negatieve confrontaties uit de weg te gaan.
Vorige pagina
Volgende pagina
‘Goede vriendschappen kunnen jongeren met trauma enorm helpen’
Anne-Laura van Harmelen is hoogleraar Brein, Veiligheid en Veerkracht bij het Instituut Pedagogische Wetenschappen van de Universiteit Leiden, waar ze het Resilience Centre Leiden leidt. Na haar promotie werkte ze als onderzoeker aan de University of Cambridge. In 2023 kreeg ze de Vidi-beurs voor onderzoek naar ingrijpende jeugdervaringen, vriendschap en mentale gezondheid.
Hoogleraar Anne-Laura van Harmelen onderzoekt welke effecten ingrijpende jeugdervaringen hebben op het brein en waarom sommige jongeren met zulke ervaringen mentale problemen ontwikkelen. Ze ontdekte dat vriendschappen de negatieve effecten verminderen. ‘Een ontzettend hoopvolle boodschap.’
‘Adolescenten met ingrijpende jeugdervaringen reageren vaak minder sterk op positieve feedback, zoals wanneer een ander naar hen lacht’

Interview
7 min.
Aleid Denier van der Gon
Annette Wiesman
Wat kunnen professionals die met adolescenten werken van dit alles leren?
Hoe kan het dat vriendschappen zulke positieve effecten kunnen hebben?
Hoeveel zin of effect heeft later ingrijpen dan nog?
Is het belangrijk of je al op jonge leeftijd een goede basis hebt kunnen leggen?
Maakt het uit of je al op jonge leeftijd trauma hebt meegemaakt, of pas als adolescent?
Anne-Laura zoekt jongvolwassen (18-24 jaar) met ingrijpende jeugdervaringen voor haar onderzoek. Het doel ervan is beter leren begrijpen waarom sommige mensen minder last hebben van stressvolle ervaringen dan andere, en om factoren te ontdekken die jongvolwassen kunnen helpen om beter om te gaan met stress.
Kijk hier voor meer informatie.
jongvolwassen gezocht
Ingrijpende jeugdervaringen zijn sterke voorspellers van depressie en angsten. Hoe zit dat?
Welke effecten heeft het nog meer op hun dagelijks leven?

Praten over veerkracht
De online Veerkracht-praatplaat helpt professionals om samen met jongeren te onderzoeken tegen welke uitdagingen zij aanlopen en welke hulpbronnen zij kunnen inzetten om hun veerkracht te versterken. Bekijk ook de bijbehorende handreiking.
Breinbijsluiter jongeren
In de animaties van de Breinbijsluiter krijgen jongeren informatie over hoe ingrijpende ervaringen en langdurige stress invloed hebben op de ontwikkeling en het functioneren van het brein. En over wat hun brein nodig heeft om zich desondanks gezond en veerkrachtig te ontwikkelen.
Bekijk ook de handleiding met handige tips over hoe je de Breinbijsluiter in je werk met jongeren kunt inzetten.
Doe boek voor jongeren: Hoe dan?
Het bevat een bron aan inspiratie en rijkdom waarmee ze veerkracht en weerbaarheid een steeds natuurlijker onderdeel van hun leven kunnen laten worden.
Het Doe Boek is hier gratis te downloaden.
Voor alle jongeren schreven Judith Kocken en Wico Mulder het Doe Boek Hoe Dan?


Leestip van Anne-laura
‘Ik vind We zullen doorgaan van Lisanne van Sadelhoff echt een ontzettende aanrader. Een prachtig boek over veerkracht.’

Vorige pagina
Deel dit artikel:
Anne-Laura zoekt jongvolwassen (18-24 jaar) met ingrijpende jeugdervaringen voor haar onderzoek. Het doel ervan is beter leren begrijpen waarom sommige mensen minder last hebben van stressvolle ervaringen dan andere, en om factoren te ontdekken die jongvolwassen kunnen helpen om beter om te gaan met stress.
Kijk hier voor meer informatie.
jongvolwassen gezocht

Praten over veerkracht
De online Veerkracht-praatplaat helpt professionals om samen met jongeren te onderzoeken tegen welke uitdagingen zij aanlopen en welke hulpbronnen zij kunnen inzetten om hun veerkracht te versterken. Bekijk ook de bijbehorende handreiking.
Breinbijsluiter jongeren
In de animaties van de Breinbijsluiter krijgen jongeren informatie over hoe ingrijpende ervaringen en langdurige stress invloed hebben op de ontwikkeling en het functioneren van het brein. En over wat hun brein nodig heeft om zich desondanks gezond en veerkrachtig te ontwikkelen.
Bekijk ook de handleiding met handige tips over hoe je de Breinbijsluiter in je werk met jongeren kunt inzetten.
Doe boek voor jongeren: Hoe dan?
Het bevat een bron aan inspiratie en rijkdom waarmee ze veerkracht en weerbaarheid een steeds natuurlijker onderdeel van hun leven kunnen laten worden.
Het Doe Boek is hier gratis te downloaden.
Voor alle jongeren schreven Judith Kocken en Wico Mulder het Doe Boek Hoe Dan?


Leestip van Anne-laura
‘Ik vind We zullen doorgaan van Lisanne van Sadelhoff echt een ontzettende aanrader. Een prachtig boek over veerkracht.’
Volgende pagina
‘Het is belangrijk te beseffen dat de effecten van negatieve jeugdervaringen zich op verschillende manieren kunnen uiten. Als een jongere bijvoorbeeld heel heftig reageert op een sociale situatie, vraag je dan af of hij misschien een geschiedenis heeft met ingrijpende jeugdervaringen en daardoor de situatie misschien anders ervaart.
Ook is het goed om te weten dat er veel is wat we kunnen doen. Zo kun je het vermogen trainen om vriendschappen te sluiten en om details van positieve herinneringen op te halen. Bijvoorbeeld door journaling (het bijhouden van je gedachten en ervaringen in een dagboek, red.)
Scholen kunnen een belangrijke rol spelen in het vermogen van jongeren om vriendschappen op te bouwen. Bijvoorbeeld door het plaatsen van een “vriendschapszitbank” of door buddy-systemen, waarbij oudere en jongere leerlingen aan elkaar gekoppeld worden. Maar ook gewoon door leuke evenementen voor jongeren te organiseren.’
Wat kunnen professionals die met adolescenten werken van dit alles leren?
‘Op dit moment onderzoeken we in mijn lab met de THRIVE-studie hoe sociale steun, geheugen, stressreacties en feedback-leren het verloop van het mentaal welzijn beïnvloeden. Aan welke knoppen moet je draaien om het mentaal welzijn van jongeren met ingrijpende jeugdervaringen te versterken? Daar hopen we goede interventies voor te vinden.’
Wat is de volgende stap in je onderzoek?
In een latere studie hebben we laten zien dat vriendschappen op 14-jarige leeftijd zelfs voorspellend waren voor hoe het brein reageerde bij sociale buitensluiting op 24-jarige leeftijd. Vriendschappen kunnen dus tien jaar later nog een helend effect hebben.’
‘Vriendschappen kunnen tien jaar later nog een helend effect hebben’
‘De periode waarin mentale problemen vaak voor het eerst opkomen, de adolescentie, is óók de periode waarin wederkerige vriendschappen belangrijk worden. Om gevoelens te bespreken, om rolmodellen te hebben, elkaar te beschermen, en natuurlijk om positieve ervaringen op te doen. Toen we het effect van vriendschappen op het mentaal welzijn van jongeren met ingrijpende jeugdervaringen onderzochten, bleek een goede kwaliteit van vriendschappen een beter mentaal welzijn op te leveren, zowel direct als op langere termijn.
Mijn promovendus Maxi König heeft gekeken naar de effecten van vriendschappen op het brein. Als kinderen iets naars meemaken, krijgen ze een knuffel van hun ouders en worden ze gerustgesteld, waardoor ze minder stress ervaren. Dat noemen we social stress buffering. Uit onderzoek bleek dat kinderen die een hersenscan kregen in aanwezigheid van hun moeder, lagere stressreacties lieten zien.
Dat effect vonden de onderzoekers niet terug bij adolescenten. Vanwege het belang van vriendschappen op die leeftijd, leek het ons aannemelijk dat vrienden de rol van social stress buffering zouden overnemen. Maxi heeft laten zien dat daar inderdaad aanwijzingen voor zijn: betere vriendschapsondersteuning bij jongvolwassenen hangt samen met minder stress in het brein.
Hoe kan het dat vriendschappen zulke positieve effecten kunnen hebben?
We zien dat er onder volwassenen met ingrijpende jeugdervaringen ook altijd een groep is die er, ondanks de eerder genoemde aanpassingen in het brein, toch goed is uitgekomen. Goede vriendschappen kunnen daarbij enorm helpen, hebben we ontdekt. Ook later interveniëren is dus heel helend. Je hoort steeds over het belang van de eerste 1000 dagen van een kind, en dat is helemaal waar. Maar dat betekent niet dat je later niks meer kunt doen. Dat is heel hoopvol.’
‘De eerste 1000 dagen van een kind zijn heel belangrijk. Maar dat betekent niet dat je later niks meer kunt doen’
‘Willie Wartaal van De Jeugd van Tegenwoordig, iemand die zelf geen makkelijke jeugd heeft gehad, zong in het lied Sterrenstof: Een goed begin is het halve werk, maar een goed begin is maar de helft. Dat vind ik zo mooi. Ook als je ingrijpende jeugdervaringen hebt meegemaakt en pas in de adolescentie met herstel aan de slag gaat, of dat nu door therapie is of op een andere manier, kan dat heel helend zijn.
Hoeveel zin of effect heeft later ingrijpen dan nog?
‘Ja, als je heel vroeg kunt ingrijpen, kan dat alle verschil maken. Ik denk dan aan het Bucharest Early Intervention Project, over Roemeense kindertehuizen na de dictatuur van Ceaușescu. Daar werden vrouwen in de jaren ’70 economisch aangemoedigd om zoveel mogelijk kinderen te krijgen. Vanwege de armoede kwamen uiteindelijk 300.000 kinderen in tehuizen terecht. Na de val van het regime wezen Amerikaanse onderzoekers die kinderen gerandomiseerd toe aan adoptie, om te kunnen onderzoeken of adoptie beter was dan de zorg in tehuizen. Daaruit bleek dat de mentale gezondheid van kinderen die vóór hun tweede jaar werden geadopteerd door een stabiel pleeggezin, niet verschilde van kinderen die níet in een tehuis hadden gezeten. Bij kinderen die op latere leeftijd waren geadopteerd, waren er wél verschillen. Zo was hun mentale gezondheid slechter.’
Is het belangrijk of je al op jonge leeftijd een goede basis hebt kunnen leggen?
‘Stress heeft waarschijnlijk het meeste effect op de hersengebieden die zich op dat moment hard aan het ontwikkelen zijn’
‘Dat is lastig te onderzoeken. Wanneer zich in een gezin nare ervaringen voordoen, zijn die vaak chronisch. Dus als je die in de kindertijd hebt, is dat in je adolescentie vaak nog steeds zo. Daardoor kun je die twee groepen niet goed met elkaar vergelijken. Je kunt kinderen die mishandeld worden ook niet langere tijd onderzoeken zonder in te grijpen; dat zou niet ethisch zijn.
Maakt het uit of je al op jonge leeftijd trauma hebt meegemaakt, of pas als adolescent?
‘We weten dat jongeren die trauma hebben meegemaakt soms last hebben van een “te globaal geheugen” bij het terugdenken aan herinneringen. Dat is iets wat we ook zien bij mensen met een depressie. Met een globaal geheugen bedoelen we dat ze bij het terugdenken aan ervaringen weinig details ophalen.
We hebben ook laten zien dat wanneer jongeren in een stressvolle periode in staat zijn meer details van positieve herinneringen op te halen, ze daarna minder depressieklachten ontwikkelen.
We weten nog niet precies hoe dit komt. Er zijn wel ideeën over: zo zou het ophalen van positieve herinneringen de beloningssystemen in het brein activeren en je daarmee een fijn gevoel geven, of zouden ze beschermen tegen de ontwikkeling van een negatief zelfbeeld.’
Ingrijpende jeugdervaringen zijn sterke voorspellers van depressie en angsten. Hoe zit dat?

‘Wanneer positieve feedback niet goed aankomt, kleine stressoren al verhoogde stressreacties geven, je je emoties niet goed kunt reguleren of je overal dreiging verwacht, kan dat voor de rest van je leven gevolgen hebben. Deze factoren bepalen samen hoe je je sociale omgeving tegemoet treedt, bijvoorbeeld als je naar de middelbare school gaat. We zien dat jongeren met ingrijpende jeugdervaringen vaker buitengesloten en gepest worden. Ook blijkt uit onderzoek dat de kwaliteit van hun vriendschappen lager is.’
Welke effecten heeft het nog meer op hun dagelijks leven?
Wat we wél weten, is dat het brein zich constant aan het ontwikkelen is. Sommige delen in de hersenen ontwikkelen zich eerder dan andere. De prefrontale cortex, die belangrijk is voor hoe je denkt over jezelf ten opzichte van anderen, groeit tijdens de adolescentie sterk. Terwijl de hippocampus (onder andere belangrijk voor stressregulatie en het geheugen, red.) zich juist in de kindertijd sterk ontwikkelt. Als een kind of jongere veel stress heeft, heeft dat waarschijnlijk het meeste effect op de gebieden die zich op dat moment hard aan het ontwikkelen zijn.’
Deze jongeren verwachten ook vaker negatieve feedback. Hierdoor kan het voorkomen dat zij onbewust en onbedoeld sociale situaties heel anders ervaren. Ze kunnen sociale situaties vermijden uit angst om afgewezen te worden, of juist bozer reageren doordat ze onbewust verwachten dat anderen ook vervelend zullen doen.’
‘Adolescenten met ingrijpende jeugdervaringen reageren vaak minder sterk op positieve feedback, zoals wanneer een ander naar hen lacht’
‘Ja, dat is de manier waarop deze jongeren reageren op sociale feedback: de reactie van anderen op hun gedrag. Goed kunnen reageren op feedback is een vaardigheid die je nodig hebt om te leren over oorzaak en gevolg van je sociale gedrag. Ons onderzoek laat zien dat adolescenten met ingrijpende jeugdervaringen vaak minder sterk reageren op positieve feedback, zoals wanneer een ander naar hen lacht. We denken dat dat komt doordat ze niet gewend zijn om positieve feedback te krijgen.
Zijn er nog andere veranderingen te zien in het brein?
Daarnaast zien we dat deze jongeren anders reageren op nieuwe stressvolle ervaringen, zowel in hun emoties, hun hormoonreacties als in het brein. Hun brein regeert bijvoorbeeld heel sterk óf juist bijna niet op zo’n ervaring - beide uitersten komen voor.
Uit ander onderzoek blijkt dat jongeren met ingrijpende jeugdervaringen moeite kunnen hebben met het reguleren van hun emoties. Normaal leer je van je ouders hoe je sterke emoties en gevoelens in bedwang kunt houden, maar soms kunnen ouders dat minder goed aanleren, of geven ze het verkeerde voorbeeld.
Bij goede emotie-regulatietechnieken hoort bijvoorbeeld het positief kunnen herwaarderen van tegenslag. Bijvoorbeeld: ik heb de bus gemist, dan ga ik maar een boekje lezen in de zon. Dat vermogen is heel helpend. Jongeren met ingrijpende jeugdervaringen gebruiken vaker emotie-regulatietechnieken die niet helpend zijn, zoals veelvuldig piekeren, en ze maken minder vaak gebruik van positieve technieken.’
‘In de eerste plaats hebben zij vaak een gevoeliger informatieverwerkingssysteem. Dat systeem is belangrijk voor het reageren op informatie van buitenaf. We denken dat dit komt doordat hun brein zich heeft ontwikkeld in een stressvolle thuissituatie en zich daarop heeft aangepast. Zo zijn deze jongeren bij het verwerken van informatie sneller in het detecteren van dreiging. Ze merken boze gezichten bijvoorbeeld eerder op. We denken dat dit een aanpassing is die in een stressvolle thuisomgeving kan helpen om negatieve confrontaties uit de weg te gaan.
Welke veranderingen zie je in het brein van jongeren die trauma hebben meegemaakt?
Anne-Laura van Harmelen is hoogleraar Brein, Veiligheid en Veerkracht bij het Instituut Pedagogische Wetenschappen van de Universiteit Leiden, waar ze het Resilience Centre Leiden leidt. Na haar promotie werkte ze als onderzoeker aan de University of Cambridge. In 2023 kreeg ze de Vidi-beurs voor onderzoek naar ingrijpende jeugdervaringen, vriendschap en mentale gezondheid.
‘Goede vriendschappen kunnen jongeren met trauma enorm helpen’
Hoogleraar Anne-Laura van Harmelen onderzoekt welke effecten ingrijpende jeugdervaringen hebben op het brein en waarom sommige jongeren met zulke ervaringen mentale problemen ontwikkelen. Ze ontdekte dat vriendschappen de negatieve effecten verminderen. ‘Een ontzettend hoopvolle boodschap.’

Interview
7 min.
Aleid Denier van der Gon
Annette Wiesman
