SCRES-O en SCRES-K zijn te downloaden op vragenlijstplatform Bergop (gratis voor licentiehouders) en binnenkort op Therapieland.nl (gratis te gebruiken voor abonnees).

Meer informatie

Als het gaat om geweld dat oplaait bij of na het beëindigen van de relatie, is het goed om een instrument zoals de MASIC in te zetten. Dat screent op specifiek deze situatie. Partnergeweld bij het beëindigen van een relatie is namelijk geen expliciet thema van de SCRES. Het is dus belangrijk om per casus af te wegen of naast de SCRES ook andere instrumenten nodig zijn.

Meer informatie over MASIC vind je hier.

Geweld bij of na een scheiding

Bernadette Janssen:

‘Het contact tussen vader en kind hangt, sterker dan het contact tussen moeder en kind, af van de samenwerking tussen de ouders

Toekomst

Opleidingsniveau en tussentijd

Inge van der Valk is onderzoeker en hoofddocent aan de Universiteit Utrecht, gespecialiseerd in o.a. de effectiviteit van hulp aan gezinnen in scheiding en de stem van het kind daarin. Ze schreef mee aan de Richtlijn Scheiding en problemen van jeugdigen.

Olaf Goorden werkt als onderzoeker en interventieontwikkelaar bij hulpverleningsorganisatie iHUB. Hij is gespecialiseerd in methodiekontwikkeling en scheidingshulpverlening en droeg o.a. bij aan de methodiek ‘Ouderschap blijft’.

Bernadette Janssen is gedragswetenschapper, werkt bij het team complexe scheidingen van Sterk Huis in Brabant, en houdt zich bezig met onderzoek. Samen met Olaf Goorden en Inge van der Valk ontwikkelde ze SCRES.

Minder conflicten

Van der Valk: ‘We zijn bezig met een verkorte versie van SCRES voor wijkteams. Als er een casus binnenkomt waarin een scheiding een rol speelt, kunnen zij met behulp van een verkorte vragenlijst inventariseren of er specialistische hulp nodig is. Die verkorte versie is bijna af en zijn we aan het testen bij enkele wijkteams.

Ook werken we aan een aanvraag om te kunnen onderzoeken welke elementen in de hulp precies werkzaam zijn, zodat we weten welke ouders en welke kinderen de meeste baat zullen hebben bij de interventies.’

Goorden: ‘En we schrijven aan een nieuwe subsidieaanvraag voor een SCRES-versie voor ouders met kenmerken van een licht verstandelijke beperking. Een versie die compacter is en ook visueler. Verder is het nu zaak om SCRES verder te verspreiden. Er is aandacht vanuit de regionale kenniswerkplaatsen en we zien dat steeds meer organisaties SCRES openzetten zodat hun professionals ermee kunnen werken.’

Van der Valk: ‘We zien ook dat de variatie groot is. De ene ouder gaat veel harder vooruit dan de andere. In een vervolgonderzoek willen we achterhalen wat maakt dat de een het beter oppakt dan de ander. De eerste bevindingen laten zien dat bijvoorbeeld het opleidingsniveau een rol speelt: hoger opgeleiden boeken minder vooruitgang. En de tijd die tussen de scheiding en de interventie zit heeft ook invloed: vroeg ingrijpen loont.’

Janssen: ‘Dat we dit weten, zorgt ook voor een andere blik. Als het lang geleden is dat ouders uit elkaar gingen, moet je als professional goed nadenken of je nog gaat proberen deze mensen bij elkaar te krijgen of dat je beter kunt inzetten op het de-escaleren van conflicten. Ons onderzoek liet ook zien dat het contact tussen vader en kind, meer dan het contact tussen moeder en kind, afhangt van de samenwerking tussen de ouders. We moeten dus nog meer aandacht besteden aan de band tussen het kind en de vader, zeker als de samenwerking tussen de ouders minder goed is.’

Van der Valk: ‘We hebben met behulp van SCRES de effectiviteit van de interventies 'Ouderschap blijft' en 'Ouderschap na scheiding' onderzocht. Daarvoor hebben we de antwoorden van ruim zestig ouders in complexe scheidingsituaties voor en na de hulp met elkaar vergeleken. We zagen dat beide interventies zorgen voor een aanzienlijke verbetering in het gezin. Dat geldt voor zes van de negen sub-thema’s. Ouders werken beter samen, bijvoorbeeld, en ze communiceren beter, hebben minder conflicten, maken meer afspraken en zitten beter in hun vel. Dat zijn juist de aspecten die samenhangen met het welzijn van kinderen. Want als ouders bijvoorbeeld niet goed samenwerken, hebben kinderen daar last van. Over het effect op kinderen zelf hebben we nog geen gegevens, omdat we te weinig kindlijsten hadden met een na-meting.’

Janssen: ‘In de eerste versie van SCRES was aan het einde van ieder thema ruimte om als ouder zelf iets toe te voegen. Dat werd vaak gedaan. Het zegt iets over de betrokkenheid van de ouders en over het denkproces dat door het invullen van de lijst in gang wordt gezet. Om de ouders niet te veel podium te geven voor hun strijd onderling hebben we in de definitieve versie het invulvak alleen aan het einde van de vragenlijst geplaatst.’

Van der Valk: ‘We weten uit onderzoek dat het beter gaat met kinderen als ze zich mogen uiten en erkenning krijgen voor de situatie waarin ze zitten. Dit hebben we ook teruggehoord van de jongere die namens de kinderen heeft meegedacht over de stellingen. Het feit dat ouders ook deze vragenlijst invullen en dus hulp gaan krijgen, kan voor het kind een opluchting zijn, weet ik uit ervaring. Niet alle verantwoordelijkheid ligt meer op zijn of haar bordje, zoals dat vaak ervaren wordt.’

Janssen: ‘Als beide ouders en de kinderen de lijsten hebben ingevuld, rolt er een uitkomstenprofiel uit. Per thema kunnen we zien of ouders en kinderen gemiddeld scoren of juist niet. Ook zien we per thema welke stellingen er negatief of positief uit schieten. Leg je de uitkomsten van vader en moeder naast elkaar, dan zie je waar de verschillen zitten. Misschien vindt vader dat hij moeder goed informeert, maar moeder vindt dat helemaal niet. Al deze uitkomsten kunnen professionals gebruiken om het gesprek met ouders en kinderen aan te gaan.’

Inge van der Valk: ‘SCRES levert een enorme hoeveelheid informatie op, waardoor je als professional dieper kunt doorvragen. In een gesprek is het vaak lastig om dit soort onderwerpen meteen al allemaal uit te vragen, zeker als ouders samen in een ruimte zitten. Misschien hebben ze ruzie, misschien is er sprake van ongelijkwaardigheid. In de vragenlijst kunnen ze ongehinderd hun mening geven. En als ze die frustraties vooraf al geuit hebben op papier, hoeft dat misschien later, tijdens het gesprek, minder. SCRES levert ook veel tijdswinst op voor de professional. Eigenlijk kun je sneller en gerichter beginnen met hulpverlening.’

Goorden: ‘En doordat SCRES gestructureerd is, zul je als hulpverlener minder snel iets vergeten te vragen of te ver ingaan op een onderwerp dat er minder toe doet. Er waren al gestructureerde vragenlijsten, maar daarin ontbrak dan nog van alles. SCRES gaat in op alle specifieke thema’s die met scheiding te maken hebben. Daarnaast is het een gevalideerde vragenlijst, dus je kunt echt meten of je vooruitgang boekt.’

Olaf Goorden: ‘Al jaren misten we een instrument waarmee je op gestructureerde wijze de situatie kunt inventariseren van gezinnen die met complexe scheidingsproblematiek te maken hebben. Er zijn hulpverleningsmethodieken, maar daarvan is onvoldoende bekend of ze werkzaam zijn. Die twee redenen - behoefte aan structuur en bewezen werkzaamheid - zorgden ervoor dat we een screeningsinstrument wilden ontwikkelen dat zowel de beginsituatie in een gezin meet, dus voor aanvang van een interventie, als de eindsituatie. Dat werd SCRES: SCReening en Evaluatie bij Scheidingshulp. Met een versie voor ouders en een versie voor kinderen. Ze bevatten allebei een lijst van stellingen die ouders en kinderen moeten scoren.’

Bernadette Janssen: ‘Om die lijst met stellingen samen te stellen, verzamelden we eerst op allerlei manieren informatie over de vragen en problemen waar deze ouders mee kampen. We deden literatuuronderzoek, we spraken via focusgroepen met professionals van vier grote hulpverleningsorganisaties en we namen interviews af met ervaringsdeskundige ouders. Ook hebben we gesproken met de ontwikkelaars van de twee grote interventieprogramma’s: ‘Ouderschap blijft’ en ‘Ouderschap na scheiding’. En in de pilotfase vroegen we kinderen wat zij van de kindversie vonden.’

Olaf Goorden:

‘Met SCRES-versie zul je minder snel iets vergeten te vragen of te ver ingaan op een onderwerp dat er minder toe doet’

Inge van der Valk:

‘In de vragenlijst kunnen ouders ongehinderd hun mening geven

Deel deze pagina

interview

5 min.

Mariëlle van Bussel

Betrokken ouders, erkende kinderen

Uitkomstenprofiel

contact van het kind met de andere ouder

contact van het kind met invullende ouder

welzijn kind

welzijn ouders

afspraken tussen ouders

hoe het met het kind zelf gaat

hoe het praktisch geregeld is voor de kinderen

hoe het tussen het kind en de ouders gaat

hoe het tussen de ouders gaat

conflict

samenwerking

communicatie

Wanneer ik van mijn ene ouder naar de ander ga voel ik spanning.

Mijn vader is er voor mij als ik hem nodig heb.

Als ik spullen vergeet, regelen mijn ouders dat ze bij mij komen.

Ik accepteer dat de andere ouder de opvoeding anders doet dan ik.

We zeggen elkaar gedag bij het wisselmoment.

Ons kind is getuige van ruzies tussen ons.

Voorbeelden van stellingen:

Voorbeelden van stellingen:

Klik hier voor meer informatie over scheiding en mogelijke interventies

SCRES-K is voor kinderen vanaf 8 jaar en bevat 31 stellingen over vier onderwerpen:

Er zijn twee versies:

SCRES-O is voor ouders en bestaat uit algemene vragen en 94 stellingen, onderverdeeld in acht thema’s:

De thema’s en stellingen in SCRES

Hoe kun je complexe scheidingsproblematiek binnen een gezin op een gestructureerde manier in kaart brengen? Over die vraag bogen Bernadette Janssen, Olaf Goorden en Inge van der Valk zich en ze ontwikkelden SCRES. Dit screeningsinstrument moet snellere en gerichtere hulp aan gezinnen mogelijk maken.

‘Met SCRES kun je dieper doorvragen bij scheidings-problematiek’

Als het gaat om geweld dat oplaait bij of na het beëindigen van de relatie, is het goed om een instrument zoals de MASIC in te zetten. Dat screent op specifiek deze situatie. Partnergeweld bij het beëindigen van een relatie is namelijk geen expliciet thema van de SCRES. Het is dus belangrijk om per casus af te wegen of naast de SCRES ook andere instrumenten nodig zijn.

Meer informatie over MASIC vind je hier.

Geweld bij of na een scheiding

SCRES-O en SCRES-K zijn te downloaden op vragenlijstplatform Bergop (gratis voor licentiehouders) en binnenkort op Therapieland.nl (gratis te gebruiken voor abonnees).

Meer informatie

Deel deze pagina

Van der Valk: ‘We zijn bezig met een verkorte versie van SCRES voor wijkteams. Als er een casus binnenkomt waarin een scheiding een rol speelt, kunnen zij met behulp van een verkorte vragenlijst inventariseren of er specialistische hulp nodig is. Die verkorte versie is bijna af en zijn we aan het testen bij enkele wijkteams.

Ook werken we aan een aanvraag om te kunnen onderzoeken welke elementen in de hulp precies werkzaam zijn, zodat we weten welke ouders en welke kinderen de meeste baat zullen hebben bij de interventies.’

Goorden: ‘En we schrijven aan een nieuwe subsidieaanvraag voor een SCRES-versie voor ouders met kenmerken van een licht verstandelijke beperking. Een versie die compacter is en ook visueler. Verder is het nu zaak om SCRES verder te verspreiden. Er is aandacht vanuit de regionale kenniswerkplaatsen en we zien dat steeds meer organisaties SCRES openzetten zodat hun professionals ermee kunnen werken.’

Toekomst

Van der Valk: ‘We hebben met behulp van SCRES de effectiviteit van de interventies 'Ouderschap blijft' en 'Ouderschap na scheiding' onderzocht. Daarvoor hebben we de antwoorden van ruim zestig ouders in complexe scheidingsituaties voor en na de hulp met elkaar vergeleken. We zagen dat beide interventies zorgen voor een aanzienlijke verbetering in het gezin. Dat geldt voor zes van de negen sub-thema’s. Ouders werken beter samen, bijvoorbeeld, en ze communiceren beter, hebben minder conflicten, maken meer afspraken en zitten beter in hun vel. Dat zijn juist de aspecten die samenhangen met het welzijn van kinderen. Want als ouders bijvoorbeeld niet goed samenwerken, hebben kinderen daar last van. Over het effect op kinderen zelf hebben we nog geen gegevens, omdat we te weinig kindlijsten hadden met een na-meting.’

Bernadette Janssen:

‘Het contact tussen vader en kind hangt, sterker dan het contact tussen moeder en kind, af van de samenwerking tussen de ouders

Minder conflicten

Janssen: ‘In de eerste versie van SCRES was aan het einde van ieder thema ruimte om als ouder zelf iets toe te voegen. Dat werd vaak gedaan. Het zegt iets over de betrokkenheid van de ouders en over het denkproces dat door het invullen van de lijst in gang wordt gezet. Om de ouders niet te veel podium te geven voor hun strijd onderling hebben we in de definitieve versie het invulvak alleen aan het einde van de vragenlijst geplaatst.’

Van der Valk: ‘We weten uit onderzoek dat het beter gaat met kinderen als ze zich mogen uiten en erkenning krijgen voor de situatie waarin ze zitten. Dit hebben we ook teruggehoord van de jongere die namens de kinderen heeft meegedacht over de stellingen. Het feit dat ouders ook deze vragenlijst invullen en dus hulp gaan krijgen, kan voor het kind een opluchting zijn, weet ik uit ervaring. Niet alle verantwoordelijkheid ligt meer op zijn of haar bordje, zoals dat vaak ervaren wordt.’

contact van het kind met de andere ouder

hoe het met het kind zelf gaat

hoe het praktisch geregeld is voor de kinderen

hoe het tussen het kind en de ouders gaat

hoe het tussen de ouders gaat

contact van het kind met invullende ouder

welzijn kind

welzijn ouders

afspraken tussen ouders

conflict

samenwerking

communicatie

Voorbeelden van stellingen:

Er zijn twee versies:

De thema’s en stellingen in SCRES

Wanneer ik van mijn ene ouder naar de ander ga voel ik spanning.

Mijn vader is er voor mij als ik hem nodig heb.

Als ik spullen vergeet, regelen mijn ouders dat ze bij mij komen.

Ik accepteer dat de andere ouder de opvoeding anders doet dan ik.

We zeggen elkaar gedag bij het wisselmoment.

Ons kind is getuige van ruzies tussen ons.

Voorbeelden van stellingen:

Klik hier voor meer informatie over scheiding en mogelijke interventies

SCRES-K is voor kinderen vanaf 8 jaar en bevat 31 stellingen over vier onderwerpen:

SCRES-O is voor ouders en bestaat uit algemene vragen en 94 stellingen, onderverdeeld in acht thema’s:

Betrokken ouders, erkende kinderen

Olaf Goorden:

‘Met SCRES-versie zul je minder snel iets vergeten te vragen of te ver ingaan op een onderwerp dat er minder toe doet’

Inge van der Valk:

‘In de vragenlijst kunnen ouders ongehinderd hun mening geven

Van der Valk: ‘We zien ook dat de variatie groot is. De ene ouder gaat veel harder vooruit dan de andere. In een vervolgonderzoek willen we achterhalen wat maakt dat de een het beter oppakt dan de ander. De eerste bevindingen laten zien dat bijvoorbeeld het opleidingsniveau een rol speelt: hoger opgeleiden boeken minder vooruitgang. En de tijd die tussen de scheiding en de interventie zit heeft ook invloed: vroeg ingrijpen loont.’

Janssen: ‘Dat we dit weten, zorgt ook voor een andere blik. Als het lang geleden is dat ouders uit elkaar gingen, moet je als professional goed nadenken of je nog gaat proberen deze mensen bij elkaar te krijgen of dat je beter kunt inzetten op het de-escaleren van conflicten. Ons onderzoek liet ook zien dat het contact tussen vader en kind, meer dan het contact tussen moeder en kind, afhangt van de samenwerking tussen de ouders. We moeten dus nog meer aandacht besteden aan de band tussen het kind en de vader, zeker als de samenwerking tussen de ouders minder goed is.’

Opleidingsniveau en tussentijd

Janssen: ‘Als beide ouders en de kinderen de lijsten hebben ingevuld, rolt er een uitkomstenprofiel uit. Per thema kunnen we zien of ouders en kinderen gemiddeld scoren of juist niet. Ook zien we per thema welke stellingen er negatief of positief uit schieten. Leg je de uitkomsten van vader en moeder naast elkaar, dan zie je waar de verschillen zitten. Misschien vindt vader dat hij moeder goed informeert, maar moeder vindt dat helemaal niet. Al deze uitkomsten kunnen professionals gebruiken om het gesprek met ouders en kinderen aan te gaan.’

Inge van der Valk: ‘SCRES levert een enorme hoeveelheid informatie op, waardoor je als professional dieper kunt doorvragen. In een gesprek is het vaak lastig om dit soort onderwerpen meteen al allemaal uit te vragen, zeker als ouders samen in een ruimte zitten. Misschien hebben ze ruzie, misschien is er sprake van ongelijkwaardigheid. In de vragenlijst kunnen ze ongehinderd hun mening geven. En als ze die frustraties vooraf al geuit hebben op papier, hoeft dat misschien later, tijdens het gesprek, minder. SCRES levert ook veel tijdswinst op voor de professional. Eigenlijk kun je sneller en gerichter beginnen met hulpverlening.’

Goorden: ‘En doordat SCRES gestructureerd is, zul je als hulpverlener minder snel iets vergeten te vragen of te ver ingaan op een onderwerp dat er minder toe doet. Er waren al gestructureerde vragenlijsten, maar daarin ontbrak dan nog van alles. SCRES gaat in op alle specifieke thema’s die met scheiding te maken hebben. Daarnaast is het een gevalideerde vragenlijst, dus je kunt echt meten of je vooruitgang boekt.’

Uitkomstenprofiel

Bernadette Janssen is gedragswetenschapper, werkt bij het team complexe scheidingen van Sterk Huis in Brabant, en houdt zich bezig met onderzoek. Samen met Olaf Goorden en Inge van der Valk ontwikkelde ze SCRES.

Olaf Goorden werkt als onderzoeker en interventieontwikkelaar bij hulpverleningsorganisatie iHUB. Hij is gespecialiseerd in methodiekontwikkeling en scheidingshulpverlening en droeg o.a. bij aan de methodiek ‘Ouderschap blijft’.

Inge van der Valk is onderzoeker en hoofddocent aan de Universiteit Utrecht, gespecialiseerd in o.a. de effectiviteit van hulp aan gezinnen in scheiding en de stem van het kind daarin. Ze schreef mee aan de Richtlijn Scheiding en problemen van jeugdigen.

Olaf Goorden: ‘Al jaren misten we een instrument waarmee je op gestructureerde wijze de situatie kunt inventariseren van gezinnen die met complexe scheidingsproblematiek te maken hebben. Er zijn hulpverleningsmethodieken, maar daarvan is onvoldoende bekend of ze werkzaam zijn. Die twee redenen - behoefte aan structuur en bewezen werkzaamheid - zorgden ervoor dat we een screeningsinstrument wilden ontwikkelen dat zowel de beginsituatie in een gezin meet, dus voor aanvang van een interventie, als de eindsituatie. Dat werd SCRES: SCReening en Evaluatie bij Scheidingshulp. Met een versie voor ouders en een versie voor kinderen. Ze bevatten allebei een lijst van stellingen die ouders en kinderen moeten scoren.’

Bernadette Janssen: ‘Om die lijst met stellingen samen te stellen, verzamelden we eerst op allerlei manieren informatie over de vragen en problemen waar deze ouders mee kampen. We deden literatuuronderzoek, we spraken via focusgroepen met professionals van vier grote hulpverleningsorganisaties en we namen interviews af met ervaringsdeskundige ouders. Ook hebben we gesproken met de ontwikkelaars van de twee grote interventieprogramma’s: ‘Ouderschap blijft’ en ‘Ouderschap na scheiding’. En in de pilotfase vroegen we kinderen wat zij van de kindversie vonden.’

Hoe kun je complexe scheidingsproblematiek binnen een gezin op een gestructureerde manier in kaart brengen? Over die vraag bogen Bernadette Janssen, Olaf Goorden en Inge van der Valk zich en ze ontwikkelden SCRES. Dit screeningsinstrument moet snellere en gerichtere hulp aan gezinnen mogelijk maken.

Mariëlle van Bussel

5 min.

‘Met SCRES kun je dieper doorvragen bij scheidings-problematiek’

interview

Augeo Magazine: Hét online tijdschrift over veilig opgroeien

Professionals en beleidsmakers bijpraten over de nieuwste ontwikkelingen, onderzoeken, dilemma’s en besluiten rond de veiligheid van kinderen. Dat doet Augeo Foundation al 15 jaar met onder andere e-learnings, bijeenkomsten en Augeo Magazine. Ons magazine verschijnt 5x per jaar. Meld je aan om gratis abonnee te worden.
Volledig scherm