Met de online training Schadelijke Praktijken verwerf je als professional basiskennis over schadelijke praktijken en de meldcode eergerelateerd geweld. Je leert wat schadelijke praktijken precies inhouden, wat de signalen zijn en hoe je de problematiek eerder in beeld krijgt. Ook krijg je tips over wat je mag, moet en beter niet kunt doen wanneer je te maken krijgt met eergerelateerd geweld, huwelijksdwang of vrouwelijke genitale verminking. De e-learning is ontwikkeld door Pharos en Augeo, in samenwerking met onder andere de samenwerkingspartners van het onderzoek ‘(M)eer zien’.

E-learning Schadelijke Praktijken

Het lespakket (M)eer zien bestaat uit een docentenbrief met informatie over de achterliggende thema’s bij schadelijke praktijken, zoals normen en waarden, keuzevrijheid, mensenrechten en de invloed van familie. Eraan gekoppeld is een lessenreeks van twee lessen van anderhalf uur met informatie en filmpjes, een handleiding voor de docent en een Powerpoint. Voor mbo en het middelbaar onderwijs zit er ook een werkboekje bij. Het pakket is hier verkrijgbaar

De infographic met basisinformatie over schadelijke praktijken en concrete gesprekstips voor een laagdrempelig gesprek vind je hier.

Lespakket en andere tools

Anne-jet Elsinga-Dam was onder andere betrokken bij het interviewen van acht slachtoffers. ‘Het waren diepte-interviews met jonge vrouwen - helaas konden we geen jongens vinden die wilden meewerken. We tekenden de hele levensloop van een vrouw uit, van begin tot nu. Daarbij zetten we op een rij welke professionals tijdens haar leven betrokken waren, zoals de huisarts, de leraar, iemand van het buurtteam. Vervolgens vroegen we welke professional iets voor haar heeft betekend; en waarom vertrouwde ze die ene professional wel en een andere niet? Dit leverde interessant informatie op, omdat ook in de interviews terugkwam dat de schadelijke praktijken zich al lang afspeelden voordat slachtoffers er voor het eerst mee naar buiten kwamen. De interviews leidden tot vele tips om vroegtijdige signalering te bevorderen.’

Diepte-interviews

In sommige families of gemeenschappen wegen collectieve normen en waarden zwaarder dan die van het individu. Deze gemeenschappen vormen vaak een stevig sociaal netwerk dat bescherming en veiligheid biedt en waarin mensen elkaar, ook financieel, steunen. De collectieve normen worden van generatie op generatie doorgegeven en zijn vaak gebaseerd op traditionele opvattingen over machtsverhoudingen, genderrollen en seksualiteit.

Voor mensen binnen de gemeenschap die afwijken van die groepsnorm geldt de bescherming van de groep niet. Zij kunnen via sociale druk, geweld en/of uitsluiting gedwongen worden weer in het gareel te lopen. De meerderheid van de gemeenschap staat dit toe of keurt het zelfs goed. De plegers, zoals ouders of familieleden, hebben niet altijd de intentie om geweld te gebruiken, maar doen dit onder druk van de omgeving. Zich aan de groepsdruk onttrekken is erg moeilijk omdat dit grote gevolgen kan hebben: hun hele netwerk kan wegvallen met alle economische en sociale gevolgen van dien. Denk aan het wegvallen van goede huwelijkspartners voor hun dochters.

Over sociale druk, geweld en uitsluiting

  • literatuuronderzoek

  • analyse van chats met Fier: welke vormen zijn er, welke aanleiding is ervoor, wat is de achtergrond van de gemeenschap waarin het gebeurt? 

  • diepte-interviews met acht slachtoffers

  • interviews met eerstelijnsprofessionals en experts

Het onderzoek is onderdeel van het onderzoeksprogramma ‘Geweld hoort nergens thuis’ en werd gefinancierd door ZonMw.

Hoe kunnen eerstelijnsprofessionals en leerkrachten schadelijke praktijken vroegtijdig signaleren? En wat is daarvoor nog nodig aan handvatten? Om daarachter te komen deden Fier, Sterk Huis, het Landelijke Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating en Hogeschool Leiden het drie jaar durende onderzoek ‘(M)eer Zien’.

Het onderzoek bestond uit:

Over het onderzoek

De onderzoekers hebben gekozen voor de term schadelijke praktijken, terwijl ‘schadelijke traditionele praktijken’ gangbaarder is.

De onderdrukking en geweld spelen in conservatieve, gesloten gemeenschappen met een sterk wij-gevoel, waarin mensen moeten voldoen aan de normen en waarden binnen hun gemeenschap of familie. Dat kunnen niet alleen gemeenschappen zijn met een religieuze grondslag, zoals een orthodox Hindoestaanse, christelijke, joodse en islamitische gemeenschappen, maar ook groepen met een gezamenlijke migratieachtergrond of bijvoorbeeld een motorclub en sekte.

Waar spelen schadelijke (traditionele) praktijken?

Melvin Leusink is docent sociaal werk en maatschappelijke zorg bij de mbo Firda, het voormalige Friesland College. Na zijn hbo Social work werkte hij in de jeugdzorg als begeleider begeleid wonen. Leusink dacht mee over het lespakket dat werd ontwikkeld naar aanleiding van de onderzoeksresultaten.

Anne-jet Elsinga-Dam is onderzoeker bij Fier, een expertisecentrum voor geweld in afhankelijkheidsrelaties, en ze was drie jaar lang betrokken bij het onderzoek ‘(M)eer zien’. Eerder deed ze de Pabo, stond ze kort voor de klas en studeerde ze culturele antropologie.

‘De geïnterviewde jongeren gaven aan dat ze zélf graag zo’n interview hadden gelezen’

Anne-jet Elsinga-Dam:

‘Besef dat dingen niet altijd zijn wat ze lijken

Anne-jet Elsinga-Dam:

‘Op advies van Melvin maakten we een extra derde les voor mbo-studenten die in opleiding zijn tot professional,’ zegt Elsinga-Dam. ‘Die les gaat over hun rol als signaleerder en ze leren meer over schadelijke praktijken en de meldcode voor eergerelateerd geweld.’

Omdat veel professionals behoefte hebben aan beeldvorming (‘Waar moet ik aan denken?’), werden voor de lessen vijf verhalen van jongeren uit de onderzoeksgroep uitwerkt in - anonieme - portretten. Daar zijn tips van professionals in verwerkt. Elsinga-Dam: ‘De geïnterviewde jongeren gaven aan dat ze zélf graag zo’n interview hadden gelezen; een beetje herkenning had hen kunnen helpen om erover te praten.’

Leusink gaf de lessen als pilot. ‘Onze studenten vonden ze interessant. De casussen eruit zijn herkenbaar, een vriend of vriendin van hun leeftijd zou zoiets kunnen meemaken. Er kwamen discussies op gang, en ze vertelden persoonlijke verhalen over wat ze tijdens een stage hadden meegemaakt. De studenten vonden het ook leuk om mee te werken aan iets wat verder uitgezet gaat worden. Wij willen de lessen graag opnemen in onze opleiding.’
Ook voor Leusink was het een opfrisser. ‘Het gaat om bewustwording. De eerste jaren hier op school was ik zorgcoördinator, nu niet meer. Je hebt er dan minder mee te maken. Daarom is het ook voor mijn werk goed dat dit onderwerp echt weer even op de kaart is gezet.’

Uit het onderzoek bleek ook dat de leerkracht een heel belangrijke persoon is om een vertrouwensband mee op te bouwen - die zien jongeren immers veel en sommige jongeren komen alleen maar op school, omdat ze verder nergens naartoe mogen. Er werd daarom een lespakket ontwikkeld voor basisonderwijs, middelbaar onderwijs en mbo. Insteek: hoe kun je leraren en leerlingen helpen om op een laagdrempelige manier te praten over achterliggende thema’s die ten grondslag liggen aan schadelijke praktijken, zoals normen en waarden, keuzevrijheid, mensenrechten en de invloed van familie op je eigen keuze? De hoop is dat leerlingen eerder naar voren durven te stappen als er iets aan de hand is.

Ook moeten de lessen het gesprek op gang brengen tussen leerling en leerkracht, en onderling begrip tussen leerlingen creëren. Bij de ontwikkeling daarvan dachten leerkrachten, zoals Melvin Leusink, en een ervaringsdeskundige mee.

Dé conclusie uit het onderzoek is: het bewustzijn en de kennis over schadelijke praktijken moeten vergroot worden. Om de signalering te verbeteren, moet er structurele aandacht voor dit thema komen, vindt Elsinga-Dam. Niet alleen op scholen en in organisaties waar (eerstelijns)professionals met een signaleringsfunctie werken, maar ook vanuit de politiek. ‘Aandacht voor en kennis over schadelijke praktijken moeten goed ingebed worden. Die kennis moet worden vastgehouden door deze bijvoorbeeld in het curriculum van opleidingen op te nemen, zodat alle nieuwe professionals op de hoogte zijn.

Daarvoor ontwikkelden de onderzoekers tools die worden verspreid onder scholen en eerstelijnsorganisaties. De tools ondersteunen professionals bij het vergroten van hun basiskennis, bij (vroegtijdige) signalering en bij het aangaan van een gesprek met mogelijke slachtoffers. Er is nu onder andere een infographic met basisinformatie over schadelijke praktijken en concrete gesprekstips voor een laagdrempelig gesprek.

Elsinga-Dam: ‘Wat Melvin zegt, die vertrouwensband opbouwen, is heel belangrijk. Dat blijkt ook uit ons onderzoek. Daar is wel veel tijd voor nodig. Slachtoffers gaven aan: praat eerst met mij voordat je naar familie of hulpverlening stapt. Slachtoffers kennen de situatie immers het beste. Liever een vraag te veel - die ze vervolgens kunnen ontkrachten - dan een vraag te weinig.’

Wees daarnaast altijd nieuwsgierig naar de achterliggende redenen van een persoon, benadrukt ze. ‘Zorg voor een open en nieuwsgierige houding, vul niet zelf iets in. Besef bijvoorbeeld dat dingen niet altijd zijn wat ze lijken. Een van de jongeren die we voor het onderzoek interviewden, zei: “Hulpverleners dachten dat gezien onze cultuur de mannen in mijn familie de boosdoener waren en dat ik bij de vrouwen wel terechtkon, maar het was precies andersom.”’

In de hoop dat studenten met problemen eerder aan de bel trekken, werkt de school van Leusink hard aan het opbouwen van een vertrouwensband met de studenten. ‘We hebben docenten die zich bezighouden met studentenzorg en passend onderwijs, en we maken gebruik van interne en externe expertise om begeleiding op maat te bieden bij iedere student.’

Bij lastig gedrag van een student is er vaak iets aan de hand, vertelt Leusink. Hij spreekt zo’n student dan aan met: ‘Ik maak me wat zorgen, kan ik iets voor je betekenen?’ Leusink: ‘Ik probeer er een open en begripvol gesprek van te maken, zonder oordeel.’ Vertelt een student hem in vertrouwen over schadelijke praktijken, dan geeft hij aan dat hij er beroepsmatig wel iets mee moet. ‘Daartoe ben je als professional verplicht. Dat moet je van tevoren aangeven, meteen aan het begin van het gesprek.’

Elsinga-Dam voegt toe: ‘Je kunt inderdaad geen geheimhouding beloven. Geef wel aan dat je nooit achter iemands rug om een zorgmelding doet, maar altijd in goed overleg.’

Mbo-docent Melvin Leusink begrijpt wel waarom schadelijke praktijken niet makkelijk worden opgemerkt. ‘Het is een taboe bij de families waar het speelt, zeker bij andere culturen. Jongeren durven er niet open over te zijn omdat ze hun ouders niet willen verraden. Die ouders zeggen dan: “Als jij er met anderen over praat, wordt het alleen maar erger.”’

Het hangt ook af van de achtergrond van docenten of ze de praktijken signaleren, merkt Leusink. ‘De een heeft er een sterker zintuig voor, of meer kennis over, dan een ander.’

Onderzoeker Anne-jet Elsinga-Dam: ‘Schaamte en loyaliteit naar de gemeenschap spelen een rol,’ zegt ze op de vraag waarom schadelijke praktijken vaak onder de radar blijven. ‘Net als normalisatie: “Het gaat nu eenmaal zo bij ons” zeggen slachtoffers vaak. Daarom vraagt deze problematiek een extra stap van professionals in de signalering en aanpak. Lastig, want eerstelijnsprofessionals moeten al op zo veel dingen letten. Daarbij hebben ze gesprekstechnieken nodig om laagdrempelig het gesprek aan te gaan over mogelijke schadelijke praktijken. Bij professionals speelt namelijk vaak de vraag: wat mag en kan ik wel of niet vragen? Ook hebben ze lef nodig om te dúrven vragen - wat best spannend is bij maatschappelijk gevoelige onderwerpen als cultuur en religie.’

Gedwongen worden om te trouwen met iemand die je niet zelf hebt uitgekozen. Mishandeld worden omdat je de eer van de familie hebt aangetast. Alleen de deur uit mogen om naar school te gaan. In een ver land worden achtergelaten omdat je gedrag ‘te westers’ is. Het zijn vormen van schadelijke praktijken. De slachtoffers krijgen te maken met geweld en onderdrukking omdat zij moeten voldoen aan vastomlijnde opvattingen over genderrollen, seksualiteit en de verhoudingen tussen man en vrouw in hun gemeenschap. Of omdat zij keuzes maken in hun leven die afwijken van de gedeelde normen, bijvoorbeeld afstappen van het geloof.

Het vermoeden is dat het aantal slachtoffers van schadelijke praktijken veel groter is dan we zien. Vaak worden ze pas in een later stadium gesignaleerd, wat jammer is, want op tijd ingrijpen kan escalatie voorkomen.

Deel deze pagina

Bewustwording

Lespakket

Tools voor meer bewustzijn en kennis

Eerst naar het slachtoffer

Open en begripvol gesprek

Werken aan een vertrouwensband

Schaamte, loyaliteit en normalisatie

Kindhuwelijken, huisarrest, eergerelateerd geweld en andere schadelijke praktijken blijven te vaak onder de radar. Uit nieuw onderzoek blijkt dat eerstelijnsprofessionals en docenten een belangrijke rol kunnen spelen bij het signaleren en bespreekbaar maken ervan. De onderzoeksresultaten leidden al tot tools en lespakketten voor scholen.

Hoe leerkrachten schadelijke praktijken kunnen signaleren

7 min.

Annemarie van Dijk

In de praktijk

Met de online training Schadelijke Praktijken verwerf je als professional basiskennis over schadelijke praktijken en de meldcode eergerelateerd geweld. Je leert wat schadelijke praktijken precies inhouden, wat de signalen zijn en hoe je de problematiek eerder in beeld krijgt. Ook krijg je tips over wat je mag, moet en beter niet kunt doen wanneer je te maken krijgt met eergerelateerd geweld, huwelijksdwang of vrouwelijke genitale verminking. De e-learning is ontwikkeld door Pharos en Augeo, in samenwerking met onder andere de samenwerkingspartners van het onderzoek ‘(M)eer zien’.

E-learning Schadelijke Praktijken

Anne-jet Elsinga-Dam was onder andere betrokken bij het interviewen van acht slachtoffers. ‘Het waren diepte-interviews met jonge vrouwen - helaas konden we geen jongens vinden die wilden meewerken. We tekenden de hele levensloop van een vrouw uit, van begin tot nu. Daarbij zetten we op een rij welke professionals tijdens haar leven betrokken waren, zoals de huisarts, de leraar, iemand van het buurtteam. Vervolgens vroegen we welke professional iets voor haar heeft betekend; en waarom vertrouwde ze die ene professional wel en een andere niet? Dit leverde interessant informatie op, omdat ook in de interviews terugkwam dat de schadelijke praktijken zich al lang afspeelden voordat slachtoffers er voor het eerst mee naar buiten kwamen. De interviews leidden tot vele tips om vroegtijdige signalering te bevorderen.’

Diepte-interviews

In sommige families of gemeenschappen wegen collectieve normen en waarden zwaarder dan die van het individu. Deze gemeenschappen vormen vaak een stevig sociaal netwerk dat bescherming en veiligheid biedt en waarin mensen elkaar, ook financieel, steunen. De collectieve normen worden van generatie op generatie doorgegeven en zijn vaak gebaseerd op traditionele opvattingen over machtsverhoudingen, genderrollen en seksualiteit.

Voor mensen binnen de gemeenschap die afwijken van die groepsnorm geldt de bescherming van de groep niet. Zij kunnen via sociale druk, geweld en/of uitsluiting gedwongen worden weer in het gareel te lopen. De meerderheid van de gemeenschap staat dit toe of keurt het zelfs goed. De plegers, zoals ouders of familieleden, hebben niet altijd de intentie om geweld te gebruiken, maar doen dit onder druk van de omgeving. Zich aan de groepsdruk onttrekken is erg moeilijk omdat dit grote gevolgen kan hebben: hun hele netwerk kan wegvallen met alle economische en sociale gevolgen van dien. Denk aan het wegvallen van goede huwelijkspartners voor hun dochters.

Over sociale druk, geweld en uitsluiting

Het lespakket (M)eer zien bestaat uit een docentenbrief met informatie over de achterliggende thema’s bij schadelijke praktijken, zoals normen en waarden, keuzevrijheid, mensenrechten en de invloed van familie. Eraan gekoppeld is een lessenreeks van twee lessen van anderhalf uur met informatie en filmpjes, een handleiding voor de docent en een Powerpoint. Voor mbo en het middelbaar onderwijs zit er ook een werkboekje bij. Het pakket is hier verkrijgbaar

De infographic met basisinformatie over schadelijke praktijken en concrete gesprekstips voor een laagdrempelig gesprek vind je hier.

Lespakket en andere tools

Deel deze pagina

Leusink gaf de lessen als pilot. ‘Onze studenten vonden ze interessant. De casussen eruit zijn herkenbaar, een vriend of vriendin van hun leeftijd zou zoiets kunnen meemaken. Er kwamen discussies op gang, en ze vertelden persoonlijke verhalen over wat ze tijdens een stage hadden meegemaakt. De studenten vonden het ook leuk om mee te werken aan iets wat verder uitgezet gaat worden. Wij willen de lessen graag opnemen in onze opleiding.’
Ook voor Leusink was het een opfrisser. ‘Het gaat om bewustwording. De eerste jaren hier op school was ik zorgcoördinator, nu niet meer. Je hebt er dan minder mee te maken. Daarom is het ook voor mijn werk goed dat dit onderwerp echt weer even op de kaart is gezet.’

Bewustwording

‘De geïnterviewde jongeren gaven aan dat ze zélf graag zo’n interview hadden gelezen’

Anne-jet Elsinga-Dam:

‘Op advies van Melvin maakten we een extra derde les voor mbo-studenten die in opleiding zijn tot professional,’ zegt Elsinga-Dam. ‘Die les gaat over hun rol als signaleerder en ze leren meer over schadelijke praktijken en de meldcode voor eergerelateerd geweld.’

Omdat veel professionals behoefte hebben aan beeldvorming (‘Waar moet ik aan denken?’), werden voor de lessen vijf verhalen van jongeren uit de onderzoeksgroep uitwerkt in - anonieme - portretten. Daar zijn tips van professionals in verwerkt. Elsinga-Dam: ‘De geïnterviewde jongeren gaven aan dat ze zélf graag zo’n interview hadden gelezen; een beetje herkenning had hen kunnen helpen om erover te praten.’

Uit het onderzoek bleek ook dat de leerkracht een heel belangrijke persoon is om een vertrouwensband mee op te bouwen - die zien jongeren immers veel en sommige jongeren komen alleen maar op school, omdat ze verder nergens naartoe mogen. Er werd daarom een lespakket ontwikkeld voor basisonderwijs, middelbaar onderwijs en mbo. Insteek: hoe kun je leraren en leerlingen helpen om op een laagdrempelige manier te praten over achterliggende thema’s die ten grondslag liggen aan schadelijke praktijken, zoals normen en waarden, keuzevrijheid, mensenrechten en de invloed van familie op je eigen keuze? De hoop is dat leerlingen eerder naar voren durven te stappen als er iets aan de hand is.

Ook moeten de lessen het gesprek op gang brengen tussen leerling en leerkracht, en onderling begrip tussen leerlingen creëren. Bij de ontwikkeling daarvan dachten leerkrachten, zoals Melvin Leusink, en een ervaringsdeskundige mee.

Lespakket

Dé conclusie uit het onderzoek is: het bewustzijn en de kennis over schadelijke praktijken moeten vergroot worden. Om de signalering te verbeteren, moet er structurele aandacht voor dit thema komen, vindt Elsinga-Dam. Niet alleen op scholen en in organisaties waar (eerstelijns)professionals met een signaleringsfunctie werken, maar ook vanuit de politiek. ‘Aandacht voor en kennis over schadelijke praktijken moeten goed ingebed worden. Die kennis moet worden vastgehouden door deze bijvoorbeeld in het curriculum van opleidingen op te nemen, zodat alle nieuwe professionals op de hoogte zijn.

Daarvoor ontwikkelden de onderzoekers tools die worden verspreid onder scholen en eerstelijnsorganisaties. De tools ondersteunen professionals bij het vergroten van hun basiskennis, bij (vroegtijdige) signalering en bij het aangaan van een gesprek met mogelijke slachtoffers. Er is nu onder andere een infographic met basisinformatie over schadelijke praktijken en concrete gesprekstips voor een laagdrempelig gesprek.

De onderzoekers hebben gekozen voor de term schadelijke praktijken, terwijl ‘schadelijke traditionele praktijken’ gangbaarder is.

De onderdrukking en geweld spelen in conservatieve, gesloten gemeenschappen met een sterk wij-gevoel, waarin mensen moeten voldoen aan de normen en waarden binnen hun gemeenschap of familie. Dat kunnen niet alleen gemeenschappen zijn met een religieuze grondslag, zoals een orthodox Hindoestaanse, christelijke, joodse en islamitische gemeenschappen, maar ook groepen met een gezamenlijke migratieachtergrond of bijvoorbeeld een motorclub en sekte.

Waar spelen schadelijke (traditionele) praktijken?

Tools voor meer bewustzijn en kennis

Elsinga-Dam: ‘Wat Melvin zegt, die vertrouwensband opbouwen, is heel belangrijk. Dat blijkt ook uit ons onderzoek. Daar is wel veel tijd voor nodig. Slachtoffers gaven aan: praat eerst met mij voordat je naar familie of hulpverlening stapt. Slachtoffers kennen de situatie immers het beste. Liever een vraag te veel - die ze vervolgens kunnen ontkrachten - dan een vraag te weinig.’

Wees daarnaast altijd nieuwsgierig naar de achterliggende redenen van een persoon, benadrukt ze. ‘Zorg voor een open en nieuwsgierige houding, vul niet zelf iets in. Besef bijvoorbeeld dat dingen niet altijd zijn wat ze lijken. Een van de jongeren die we voor het onderzoek interviewden, zei: “Hulpverleners dachten dat gezien onze cultuur de mannen in mijn familie de boosdoener waren en dat ik bij de vrouwen wel terechtkon, maar het was precies andersom.”’

‘Besef dat dingen niet altijd zijn wat ze lijken

Anne-jet Elsinga-Dam:

Eerst naar het slachtoffer

In de hoop dat studenten met problemen eerder aan de bel trekken, werkt de school van Leusink hard aan het opbouwen van een vertrouwensband met de studenten. ‘We hebben docenten die zich bezighouden met studentenzorg en passend onderwijs, en we maken gebruik van interne en externe expertise om begeleiding op maat te bieden bij iedere student.’

Bij lastig gedrag van een student is er vaak iets aan de hand, vertelt Leusink. Hij spreekt zo’n student dan aan met: ‘Ik maak me wat zorgen, kan ik iets voor je betekenen?’ Leusink: ‘Ik probeer er een open en begripvol gesprek van te maken, zonder oordeel.’ Vertelt een student hem in vertrouwen over schadelijke praktijken, dan geeft hij aan dat hij er beroepsmatig wel iets mee moet. ‘Daartoe ben je als professional verplicht. Dat moet je van tevoren aangeven, meteen aan het begin van het gesprek.’

Elsinga-Dam voegt toe: ‘Je kunt inderdaad geen geheimhouding beloven. Geef wel aan dat je nooit achter iemands rug om een zorgmelding doet, maar altijd in goed overleg.’

Open en begripvol gesprek

  • literatuuronderzoek

  • analyse van chats met Fier: welke vormen zijn er, welke aanleiding is ervoor, wat is de achtergrond van de gemeenschap waarin het gebeurt? 

  • diepte-interviews met acht slachtoffers

  • interviews met eerstelijnsprofessionals en experts

Het onderzoek is onderdeel van het onderzoeksprogramma ‘Geweld hoort nergens thuis’ en werd gefinancierd door ZonMw.

Hoe kunnen eerstelijnsprofessionals en leerkrachten schadelijke praktijken vroegtijdig signaleren? En wat is daarvoor nog nodig aan handvatten? Om daarachter te komen deden Fier, Sterk Huis, het Landelijke Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating en Hogeschool Leiden het drie jaar durende onderzoek ‘(M)eer Zien’.

Het onderzoek bestond uit:

Over het onderzoek

Mbo-docent Melvin Leusink begrijpt wel waarom schadelijke praktijken niet makkelijk worden opgemerkt. ‘Het is een taboe bij de families waar het speelt, zeker bij andere culturen. Jongeren durven er niet open over te zijn omdat ze hun ouders niet willen verraden. Die ouders zeggen dan: “Als jij er met anderen over praat, wordt het alleen maar erger.”’

Het hangt ook af van de achtergrond van docenten of ze de praktijken signaleren, merkt Leusink. ‘De een heeft er een sterker zintuig voor, of meer kennis over, dan een ander.’

Werken aan een vertrouwensband

Onderzoeker Anne-jet Elsinga-Dam: ‘Schaamte en loyaliteit naar de gemeenschap spelen een rol,’ zegt ze op de vraag waarom schadelijke praktijken vaak onder de radar blijven. ‘Net als normalisatie: “Het gaat nu eenmaal zo bij ons” zeggen slachtoffers vaak. Daarom vraagt deze problematiek een extra stap van professionals in de signalering en aanpak. Lastig, want eerstelijnsprofessionals moeten al op zo veel dingen letten. Daarbij hebben ze gesprekstechnieken nodig om laagdrempelig het gesprek aan te gaan over mogelijke schadelijke praktijken. Bij professionals speelt namelijk vaak de vraag: wat mag en kan ik wel of niet vragen? Ook hebben ze lef nodig om te dúrven vragen - wat best spannend is bij maatschappelijk gevoelige onderwerpen als cultuur en religie.’

Schaamte, loyaliteit en normalisatie

Gedwongen worden om te trouwen met iemand die je niet zelf hebt uitgekozen. Mishandeld worden omdat je de eer van de familie hebt aangetast. Alleen de deur uit mogen om naar school te gaan. In een ver land worden achtergelaten omdat je gedrag ‘te westers’ is. Het zijn vormen van schadelijke praktijken. De slachtoffers krijgen te maken met geweld en onderdrukking omdat zij moeten voldoen aan vastomlijnde opvattingen over genderrollen, seksualiteit en de verhoudingen tussen man en vrouw in hun gemeenschap. Of omdat zij keuzes maken in hun leven die afwijken van de gedeelde normen, bijvoorbeeld afstappen van het geloof.

Het vermoeden is dat het aantal slachtoffers van schadelijke praktijken veel groter is dan we zien. Vaak worden ze pas in een later stadium gesignaleerd, wat jammer is, want op tijd ingrijpen kan escalatie voorkomen.

Anne-jet Elsinga-Dam is onderzoeker bij Fier, een expertisecentrum voor geweld in afhankelijkheidsrelaties, en ze was drie jaar lang betrokken bij het onderzoek ‘(M)eer zien’. Eerder deed ze de Pabo, stond ze kort voor de klas en studeerde ze culturele antropologie.

Melvin Leusink is docent sociaal werk en maatschappelijke zorg bij de mbo Firda, het voormalige Friesland College. Na zijn hbo Social work werkte hij in de jeugdzorg als begeleider begeleid wonen. Leusink dacht mee over het lespakket dat werd ontwikkeld naar aanleiding van de onderzoeksresultaten.

7 min.

Annemarie van Dijk

Kindhuwelijken, huisarrest, eergerelateerd geweld en andere schadelijke praktijken blijven te vaak onder de radar. Uit nieuw onderzoek blijkt dat eerstelijnsprofessionals en docenten een belangrijke rol kunnen spelen bij het signaleren en bespreekbaar maken ervan. De onderzoeksresultaten leidden al tot tools en lespakketten voor scholen.

Hoe leerkrachten schadelijke praktijken kunnen signaleren

In de praktijk

Augeo Magazine: Hét online tijdschrift over veilig opgroeien

Professionals en beleidsmakers bijpraten over de nieuwste ontwikkelingen, onderzoeken, dilemma’s en besluiten rond de veiligheid van kinderen. Dat doet Augeo Foundation al 15 jaar met onder andere e-learnings, bijeenkomsten en Augeo Magazine. Ons magazine verschijnt 5x per jaar. Meld je aan om gratis abonnee te worden.
Volledig scherm