A plan for disaster
Het verhaal van Maaike
Maaike (32) heeft een lichtverstandelijke beperking. Zij werd misbruikt door een jongen van school en door een begeleider van haar dagbesteding. Maaike vertelt haar verhaal op de website van Centrum Seksueel Geweld.

Meer van Aafke Scharloo
Eerder in Augeo Magazine: 9 duidelijke tips die je helpen bij het praten met kinderen over seksueel misbruik.
Centrum Seksueel Geweld maakte met Aafke acht vlogs over seksueel misbruik van mensen met een beperking.
In deze video vertelt Aafke over seksueel misbruik, natuurlijke afweerreacties en de gevolgen.
Het boek SOS - Snelle opvang bij seksueel misbruik van mensen met een verstandelijke beperking (2013, nieuwe versie verwacht in 2026).
Dit boek is een hulpbron vol kant-en-klare, praktische hulpmiddelen om mensen met een verstandelijke beperking die seksueel misbruik hebben meegemaakt, hun families en verzorgers te ondersteunen: Psychological first Aid for people with intellectual disabilities who have experienced sexual abuse (2017).
Getraumatiseerde kinderen met een verstandelijke beperking: Helpen bij herstel (2021) leert professionals, ouders, pleegouders en andere direct betrokkenen om kinderen met een verstandelijke beperking de juiste hulp te bieden na een traumatische ervaring. En om met de kinderen én hun gezin aan herstel te werken.
Lees- en kijktip van aafke
Op Open Future Learning vind je content van de meest inspirerende denkers op het gebied van leren, werken en handicaps.
Hoewel al oud, is het boek The Ethics of Touch van Dave Hingsburger en Mary Harber nog steeds goud waard in de zorg.’ Het boek gaat over het stellen en handhaven van passende grenzen in dienst van mensen met ontwikkelingsstoornissen.
Bekijk ook deze video’s van dezelfde Dave Hingsburger: Not Friends, Not Family en Abuse Prevention.



Brandoefening
‘Nora Baladerian zet in op begeleiding en oefening voordat het misbruik heeft plaatsgevonden. Zij vindt dat de hoge prevalentie van seksueel misbruik onder kinderen met een verstandelijke beperking maakt dat we ze hierop moeten voorbereiden. Ze heeft een soort brandoefening bedacht, a plan for disaster: wat moeten gezinsleden weten en doen voorafgaand aan misbruik? - natuurlijk ook om te voorkomen dat het daadwerkelijk gebeurt. En wat moet het slachtoffer doen tijdens het misbruik zelf? Ze leert de kinderen als het ware te dissociëren door het mantra “mijn kracht komt straks” te herhalen en als een camera te registreren wat er gebeurt.’
Omgevingsgericht
‘Bij de behandeling van kinderen met een verstandelijke beperking die seksueel misbruikt zijn, is een bredere, omgevingsgerichte aanpak belangrijk. Deze kinderen zijn omgevingsafhankelijk, dus alleen het kind behandelen is niet genoeg. Ze kunnen ook moeilijker de transfer maken van wat ze in therapie geleerd hebben, naar het dagelijks leven. Daar hebben ze hulp bij nodig. Daarvoor is het belangrijk om hulpverleners, ouders en scholen op één lijn te krijgen. Je kunt niet denken: dat kind is mijn cliënt en de rest zoekt het maar uit. Je moet echt breder denken.
We weten dat daders vaak uit de directe omgeving van het kind komen, dus dan kennen de ouders de pleger. Soms moet je daarom eerst traumabehandeling bij de ouders doen, die zijn soms net zo getraumatiseerd als het kind. De mate waarin zij het verwerkt hebben, is belangrijk voor het herstel van het kind.
Daarnaast is snelle opvang na seksueel misbruik heel belangrijk. Nadat het misbruik uitgekomen is, volgt vaak eerst het grote niets. Kinderen worden vergeten binnen de protocollen. Terwijl bij behandeling van trauma de sociale steun zo belangrijk is. De politie zegt: “Praat maar niet tot wij zijn geweest.” Maar dat kan niet. Je zal maar slachtoffer zijn en niemand spreek erover met je. En je hoeft geen briljante dingen te zeggen, hè, maar het kind moet weten dat erover gepraat kan worden.’
Praat erover
‘Veel hulpverleners en leerkrachten zijn huiverig om over seksueel misbruik te praten. Soms hebben ze in hun opleiding geleerd dat je dit niet moet doen. Maar het is juist zo belangrijk dat kinderen weten dat ze erover mogen en moeten praten, omdat ze het in hun eentje niet kunnen oplossen. Kinderen moeten weten dat het niet normaal is, iemand moet ze dat zeggen. Kinderen met een beperking gaan veel minder dan andere kinderen zelf op zoek naar informatie, ze hebben voorlichting nodig. En als ze dan met verhalen komen, moet je ook bereid zijn er iets tegen te doen. Je moet niet op details doorvragen, dat mag je aan de politie overlaten, maar je moet er wel over praten. Als je open vragen stelt, hoef je nooit bang te zijn kinderen woorden in de mond te leggen.
En je moet goed luisteren. Wat je bijvoorbeeld vaak hoort, is dat kinderen met een verstandelijke beperking zeggen dat ze gepest worden. Dit kan ook over misbruik gaan, maar daar hebben ze soms de woorden niet voor. Als je dan vraagt: “Goh, vertel eens, wat gebeurt er dan precies?”, krijg je soms verhalen waarvan wij weten: dat is geen pesten.
Voor alle mensen die, net als ik, weleens een signaal hebben gekregen en zich later realiseerden dat ze het hebben laten gaan, zou ik willen zeggen: kom erop terug. Een week, een maand of een jaar later, ze zijn het niet vergeten. Die kinderen lopen er de hele dag mee.’
Sociale veiligheid
‘Kinderen met een beperking lijken soms wel publiek bezit’
We leren deze kinderen ook heel rare dingen over wensen en grenzen. “Dat vindt zij niet erg hoor,” hoor je dan zeggen. Je moet kinderen met een beperking niks leren dat je een ander kind niet zou leren. Dus niet de buschauffeur knuffelen, maar ook niet de juf als het kind op een leeftijd is dat de andere kinderen dat ook niet meer zouden doen.’
‘Het grote gevaar van afweer is dat we het seksueel misbruik niet zien, dat er niks mee gedaan wordt, of het verkeerde wordt gedaan. Kinderen die seksueel misbruikt zijn seksuele voorlichting gaan geven bijvoorbeeld. Dat is niet alleen beledigend, maar ook een combinatie van afweer en victim blaming. Hetzelfde geldt voor weerbaarheidstraining of het advies om een knietje te geven. Dit zijn allemaal dingen waarvan we al lang weten dat ze op het moment dat misbruik plaatsvindt geen enkele waarde hebben en daarnaast schadelijk zijn voor het herstel, omdat ze het schuldgevoel vergroten.
Het is ook belangrijk om je te realiseren dat seksueel misbruik helemaal niks met seks te maken heeft. Het heeft met geweld en een gebrek aan sociale veiligheid te maken. Als je daar naar kijkt, ga je opeens heel andere dingen zien. Kinderen hebben voortdurend wisselende begeleiders, of ze wonen op plaatsen die vrij toegankelijk zijn. Als je op een instellingsterrein komt en naar een huis loopt, gaan de deuren vanzelf open. Van ouders wordt verwacht dat ze hun kind bij een onbekende in een taxibusje zetten om naar school te gaan. Kinderen met een beperking lijken soms wel publiek bezit.
Als eerste uitsluiten
‘Bijzonder is ook dat, als het niet goed gaat met kinderen met een verstandelijke beperking, de vraag naar seksueel misbruik nauwelijks gesteld wordt. Het komt niet in mensen op. Ook niet bij deskundigen. Terwijl, als je weet hoe groot het risico is dat een kind met een verstandelijke beperking misbruikt wordt, dan zou je bij moeilijk of onbegrepen gedrag als eerste hypothese aan seksueel misbruik moeten denken. Rule out abuse first noemt Nora Baladerian, Amerikaans psycholoog en directeur van het Disability Without Abuse Project, dat in een campagne om het bewustzijn onder artsen en psychologen te vergroten. Mijn ervaring is dat het vaak het laatste is waarnaar gekeken wordt.’
Natuurlijke afweer
Het niet geloven van kinderen die signalen afgeven over seksueel misbruik is volgens Scharloo een teken van afweer. ‘We willen het niet weten. Het strookt niet met ons beeld, met hoe we de wereld graag zien. Iedereen heeft die natuurlijke afweerreactie, ik ook nog steeds. Dus is het heel erg belangrijk dat je je daar bewust van bent.
Het lastige van afweer is dat het al gebeurd is voor je er erg in hebt. Onze eerste gedachte is vaak: misschien is het niet waar. De angst om een kind woorden in de mond te leggen en daarom het gesprek vermijden, is ook een vorm van afweer.’
Meer risico
Naar maar waar: kinderen met een verstandelijke beperking lopen een groter risico om seksueel misbruikt te worden. Aafke Scharloo is gespecialiseerd in misbruik bij deze kinderen. ‘Denken dat zij slachtoffer worden omdat ze kwetsbaar zijn, is een vorm van victim blaming.’
Aafke Scharloo is zelfstandig gevestigd orthopedagoog-generalist en klinisch psycholoog BIG met als specialisatie seksueel misbruik, mishandeling en trauma bij kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking. Ze werkt zowel via Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) als op aanvraag van instellingen en personen. Daarnaast is ze opleider, trainer, spreker en auteur.
‘Het is belangrijk om te beseffen dat er geen direct verband tussen de beperking en het misbruik is. Mensen denken vaak dat kinderen met een verstandelijke beperking misbruikt worden ómdat ze zo kwetsbaar zijn. Dat is eigenlijk een gekke gedachte en een vorm van victim blaming. Natuurlijk zijn kinderen met een beperking kwetsbaar, net als alle kinderen. Maar andere kinderen lopen minder risico, die beschermen we beter.
De kwetsbaarheid zit in de omgeving, niet in de kinderen. Het gaat om hoe de zorg en het onderwijs voor deze kinderen georganiseerd is. Denk bijvoorbeeld aan het 4-ogenprincipe in de kinderopvang: op elk moment moet een pedagogisch medewerker gezien of gehoord kunnen worden door een andere volwassene. In de zorg voor mensen met een beperking bestaat zo’n verplichting niet.
Daarnaast hebben we te maken met een optelsom van factoren die het risico vergroten. Zo komen deze kinderen met veel meer verschillende mensen in aanraking dan een gemiddeld kind. Ze gaan bijvoorbeeld met een busje naar school en hebben met veel verschillende begeleiders, hulpverleners en vrijwilligers te maken.
Ook verkeren ze altijd in een afhankelijkheidssituatie, worden ze opgevoed tot gehoorzaamheid, hebben ze weinig vriendjes en leven ze vaak in gesloten systemen.
En eerder misbruik is een risico: als je eenmaal misbruikt bent, is de kans groot dat het nog een keer gebeurt. Tel daarbij op dat deze kinderen vaak niet geloofd en niet behandeld worden en je hebt een idee van het immense probleem waarmee we zitten.’
Als er een nieuw rapport uitkomt, bladert Aafke Scharloo vaak meteen door naar de beleidsvoorstellen. En keer op keer wordt ze teleurgesteld: ‘We weten dat kinderen met een verstandelijke beperking de grootste slachtoffergroep is en tegelijkertijd is er het minste beleid op. Dat is toch onbegrijpelijk? Vaak wordt aan mij gevraagd over welke cijfers het gaat. Neem maar van mij aan, het zijn er ontzettend veel. Maar we doen hier in Nederland geen onderzoek naar, het laatste prevalentieonderzoek is uit 2011. Ook dat is toch onbegrijpelijk? De wereldwijde consensus is dat 40 procent van de kinderen met een verstandelijke beperking voor hun 18e seksueel misbruikt wordt. En het lijkt erop dat we dat cijfer in Nederland als gegeven zien, in plaats van een oproep tot actie. Terwijl de risico’s enorm zijn.’
Interview
6,5 min.
Hans Tak
Bart van Gent
‘We moeten kinderen met een verstandelijke beperking net zo goed gaan beschermen als andere kinderen’
Vorige pagina
Volgende pagina

Het verhaal van Maaike
Maaike (32) heeft een lichtverstandelijke beperking. Zij werd misbruikt door een jongen van school en door een begeleider van haar dagbesteding. Maaike vertelt haar verhaal op de website van Centrum Seksueel Geweld.

Vorige pagina
Volgende pagina
Deel dit artikel:
Meer van Aafke Scharloo
Eerder in Augeo Magazine: 9 duidelijke tips die je helpen bij het praten met kinderen over seksueel misbruik.
Centrum Seksueel Geweld maakte met Aafke acht vlogs over seksueel misbruik van mensen met een beperking.
In deze video vertelt Aafke over seksueel misbruik, natuurlijke afweerreacties en de gevolgen.
Het boek SOS - Snelle opvang bij seksueel misbruik van mensen met een verstandelijke beperking (2013, nieuwe versie verwacht in 2026).
Dit boek is een hulpbron vol kant-en-klare, praktische hulpmiddelen om mensen met een verstandelijke beperking die seksueel misbruik hebben meegemaakt, hun families en verzorgers te ondersteunen: Psychological first Aid for people with intellectual disabilities who have experienced sexual abuse (2017).
Getraumatiseerde kinderen met een verstandelijke beperking: Helpen bij herstel (2021) leert professionals, ouders, pleegouders en andere direct betrokkenen om kinderen met een verstandelijke beperking de juiste hulp te bieden na een traumatische ervaring. En om met de kinderen én hun gezin aan herstel te werken.
Lees- en kijktip van aafke
Op Open Future Learning vind je content van de meest inspirerende denkers op het gebied van leren, werken en handicaps.
Hoewel al oud, is het boek The Ethics of Touch van Dave Hingsburger en Mary Harber nog steeds goud waard in de zorg.’ Het boek gaat over het stellen en handhaven van passende grenzen in dienst van mensen met ontwikkelingsstoornissen.
Bekijk ook deze video’s van dezelfde Dave Hingsburger: Not Friends, Not Family en Abuse Prevention.

A plan for disaster
‘Nora Baladerian zet in op begeleiding en oefening voordat het misbruik heeft plaatsgevonden. Zij vindt dat de hoge prevalentie van seksueel misbruik onder kinderen met een verstandelijke beperking maakt dat we ze hierop moeten voorbereiden. Ze heeft een soort brandoefening bedacht, a plan for disaster: wat moeten gezinsleden weten en doen voorafgaand aan misbruik? - natuurlijk ook om te voorkomen dat het daadwerkelijk gebeurt. En wat moet het slachtoffer doen tijdens het misbruik zelf? Ze leert de kinderen als het ware te dissociëren door het mantra “mijn kracht komt straks” te herhalen en als een camera te registreren wat er gebeurt.’
Brandoefening
‘Bij de behandeling van kinderen met een verstandelijke beperking die seksueel misbruikt zijn, is een bredere, omgevingsgerichte aanpak belangrijk. Deze kinderen zijn omgevingsafhankelijk, dus alleen het kind behandelen is niet genoeg. Ze kunnen ook moeilijker de transfer maken van wat ze in therapie geleerd hebben, naar het dagelijks leven. Daar hebben ze hulp bij nodig. Daarvoor is het belangrijk om hulpverleners, ouders en scholen op één lijn te krijgen. Je kunt niet denken: dat kind is mijn cliënt en de rest zoekt het maar uit. Je moet echt breder denken.
We weten dat daders vaak uit de directe omgeving van het kind komen, dus dan kennen de ouders de pleger. Soms moet je daarom eerst traumabehandeling bij de ouders doen, die zijn soms net zo getraumatiseerd als het kind. De mate waarin zij het verwerkt hebben, is belangrijk voor het herstel van het kind.
Daarnaast is snelle opvang na seksueel misbruik heel belangrijk. Nadat het misbruik uitgekomen is, volgt vaak eerst het grote niets. Kinderen worden vergeten binnen de protocollen. Terwijl bij behandeling van trauma de sociale steun zo belangrijk is. De politie zegt: “Praat maar niet tot wij zijn geweest.” Maar dat kan niet. Je zal maar slachtoffer zijn en niemand spreek erover met je. En je hoeft geen briljante dingen te zeggen, hè, maar het kind moet weten dat erover gepraat kan worden.’
Omgevingsgericht
‘Veel hulpverleners en leerkrachten zijn huiverig om over seksueel misbruik te praten. Soms hebben ze in hun opleiding geleerd dat je dit niet moet doen. Maar het is juist zo belangrijk dat kinderen weten dat ze erover mogen en moeten praten, omdat ze het in hun eentje niet kunnen oplossen. Kinderen moeten weten dat het niet normaal is, iemand moet ze dat zeggen. Kinderen met een beperking gaan veel minder dan andere kinderen zelf op zoek naar informatie, ze hebben voorlichting nodig. En als ze dan met verhalen komen, moet je ook bereid zijn er iets tegen te doen. Je moet niet op details doorvragen, dat mag je aan de politie overlaten, maar je moet er wel over praten. Als je open vragen stelt, hoef je nooit bang te zijn kinderen woorden in de mond te leggen.
En je moet goed luisteren. Wat je bijvoorbeeld vaak hoort, is dat kinderen met een verstandelijke beperking zeggen dat ze gepest worden. Dit kan ook over misbruik gaan, maar daar hebben ze soms de woorden niet voor. Als je dan vraagt: “Goh, vertel eens, wat gebeurt er dan precies?”, krijg je soms verhalen waarvan wij weten: dat is geen pesten.
Voor alle mensen die, net als ik, weleens een signaal hebben gekregen en zich later realiseerden dat ze het hebben laten gaan, zou ik willen zeggen: kom erop terug. Een week, een maand of een jaar later, ze zijn het niet vergeten. Die kinderen lopen er de hele dag mee.’
Praat erover
‘Kinderen met een beperking lijken soms wel publiek bezit’
We leren deze kinderen ook heel rare dingen over wensen en grenzen. “Dat vindt zij niet erg hoor,” hoor je dan zeggen. Je moet kinderen met een beperking niks leren dat je een ander kind niet zou leren. Dus niet de buschauffeur knuffelen, maar ook niet de juf als het kind op een leeftijd is dat de andere kinderen dat ook niet meer zouden doen.’
‘Het grote gevaar van afweer is dat we het seksueel misbruik niet zien, dat er niks mee gedaan wordt, of het verkeerde wordt gedaan. Kinderen die seksueel misbruikt zijn seksuele voorlichting gaan geven bijvoorbeeld. Dat is niet alleen beledigend, maar ook een combinatie van afweer en victim blaming. Hetzelfde geldt voor weerbaarheidstraining of het advies om een knietje te geven. Dit zijn allemaal dingen waarvan we al lang weten dat ze op het moment dat misbruik plaatsvindt geen enkele waarde hebben en daarnaast schadelijk zijn voor het herstel, omdat ze het schuldgevoel vergroten.
Het is ook belangrijk om je te realiseren dat seksueel misbruik helemaal niks met seks te maken heeft. Het heeft met geweld en een gebrek aan sociale veiligheid te maken. Als je daar naar kijkt, ga je opeens heel andere dingen zien. Kinderen hebben voortdurend wisselende begeleiders, of ze wonen op plaatsen die vrij toegankelijk zijn. Als je op een instellingsterrein komt en naar een huis loopt, gaan de deuren vanzelf open. Van ouders wordt verwacht dat ze hun kind bij een onbekende in een taxibusje zetten om naar school te gaan. Kinderen met een beperking lijken soms wel publiek bezit.
Sociale veiligheid
‘Bijzonder is ook dat, als het niet goed gaat met kinderen met een verstandelijke beperking, de vraag naar seksueel misbruik nauwelijks gesteld wordt. Het komt niet in mensen op. Ook niet bij deskundigen. Terwijl, als je weet hoe groot het risico is dat een kind met een verstandelijke beperking misbruikt wordt, dan zou je bij moeilijk of onbegrepen gedrag als eerste hypothese aan seksueel misbruik moeten denken. Rule out abuse first noemt Nora Baladerian, Amerikaans psycholoog en directeur van het Disability Without Abuse Project, dat in een campagne om het bewustzijn onder artsen en psychologen te vergroten. Mijn ervaring is dat het vaak het laatste is waarnaar gekeken wordt.’
Als eerste uitsluiten

Het niet geloven van kinderen die signalen afgeven over seksueel misbruik is volgens Scharloo een teken van afweer. ‘We willen het niet weten. Het strookt niet met ons beeld, met hoe we de wereld graag zien. Iedereen heeft die natuurlijke afweerreactie, ik ook nog steeds. Dus is het heel erg belangrijk dat je je daar bewust van bent.
Het lastige van afweer is dat het al gebeurd is voor je er erg in hebt. Onze eerste gedachte is vaak: misschien is het niet waar. De angst om een kind woorden in de mond te leggen en daarom het gesprek vermijden, is ook een vorm van afweer.’
Natuurlijke afweer
‘Het is belangrijk om te beseffen dat er geen direct verband tussen de beperking en het misbruik is. Mensen denken vaak dat kinderen met een verstandelijke beperking misbruikt worden ómdat ze zo kwetsbaar zijn. Dat is eigenlijk een gekke gedachte en een vorm van victim blaming. Natuurlijk zijn kinderen met een beperking kwetsbaar, net als alle kinderen. Maar andere kinderen lopen minder risico, die beschermen we beter.
De kwetsbaarheid zit in de omgeving, niet in de kinderen. Het gaat om hoe de zorg en het onderwijs voor deze kinderen georganiseerd is. Denk bijvoorbeeld aan het 4-ogenprincipe in de kinderopvang: op elk moment moet een pedagogisch medewerker gezien of gehoord kunnen worden door een andere volwassene. In de zorg voor mensen met een beperking bestaat zo’n verplichting niet.
Daarnaast hebben we te maken met een optelsom van factoren die het risico vergroten. Zo komen deze kinderen met veel meer verschillende mensen in aanraking dan een gemiddeld kind. Ze gaan bijvoorbeeld met een busje naar school en hebben met veel verschillende begeleiders, hulpverleners en vrijwilligers te maken.
Ook verkeren ze altijd in een afhankelijkheidssituatie, worden ze opgevoed tot gehoorzaamheid, hebben ze weinig vriendjes en leven ze vaak in gesloten systemen.
En eerder misbruik is een risico: als je eenmaal misbruikt bent, is de kans groot dat het nog een keer gebeurt. Tel daarbij op dat deze kinderen vaak niet geloofd en niet behandeld worden en je hebt een idee van het immense probleem waarmee we zitten.’
Meer risico
Aafke Scharloo is zelfstandig gevestigd orthopedagoog-generalist en klinisch psycholoog BIG met als specialisatie seksueel misbruik, mishandeling en trauma bij kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking. Ze werkt zowel via Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) als op aanvraag van instellingen en personen. Daarnaast is ze opleider, trainer, spreker en auteur.
Interview
6,5 min.
Hans Tak
Bart van Gent
Als er een nieuw rapport uitkomt, bladert Aafke Scharloo vaak meteen door naar de beleidsvoorstellen. En keer op keer wordt ze teleurgesteld: ‘We weten dat kinderen met een verstandelijke beperking de grootste slachtoffergroep is en tegelijkertijd is er het minste beleid op. Dat is toch onbegrijpelijk? Vaak wordt aan mij gevraagd over welke cijfers het gaat. Neem maar van mij aan, het zijn er ontzettend veel. Maar we doen hier in Nederland geen onderzoek naar, het laatste prevalentieonderzoek is uit 2011. Ook dat is toch onbegrijpelijk? De wereldwijde consensus is dat 40 procent van de kinderen met een verstandelijke beperking voor hun 18e seksueel misbruikt wordt. En het lijkt erop dat we dat cijfer in Nederland als gegeven zien, in plaats van een oproep tot actie. Terwijl de risico’s enorm zijn.’

Naar maar waar: kinderen met een verstandelijke beperking lopen een groter risico om seksueel misbruikt te worden. Aafke Scharloo is gespecialiseerd in misbruik bij deze kinderen. ‘Denken dat zij slachtoffer worden omdat ze kwetsbaar zijn, is een vorm van victim blaming.’
‘We moeten kinderen met een verstandelijke beperking net zo goed gaan beschermen als andere kinderen’
