Dingena Mol

Hoe ga je om met suïcidale jongeren in de klas?

In iedere middelbare-schoolklas zitten gemiddeld drie leerlingen die weleens denken aan zelfdoding. Scholen moeten zich meer bewust worden van hun soms onzichtbare leed, bepleitten schoolleider Gert van den Heuvel en gz-psycholoog Daan Creemers.

Hulp voor kinderen van depressieve of suïcidale ouders

Kinderen van depressieve of suïcidale ouders lopen het risico om later dezelfde problemen te krijgen. Goede hulp is belangrijk, zoals het ontlasten van de ouders en de kinderen ondersteunen. Waar moet je als professional alert op zijn en hoe kun je vervolgens handelen?

Tips voor huisartsen

  1. Herken de signalen Wees alert op verbale en non-verbale signalen die kunnen duiden op zelfmoordgedachten. Dat maakt sneller ingrijpen mogelijk.
  2. Stel de vraag Maak contact en vraag door naar zelfmoordgedachten. Als er signalen zijn die kunnen wijzen op eventuele zelfmoordgedachten en/of heb je een niet-pluisgevoel, bespreek dit dan met de patiënt.
  3. Breng de ernst van suïcidaliteit in kaart Volg daarbij de Handreiking zelfmoordpreventie voor de huisartsenpraktijk.
  4. Handel Op basis van de ernst en aard van de suïcidaliteit moet de patiënt naar de juiste zorg worden begeleid. Dit kan variëren van psychiatrische evaluatie en begeleiding in de huisartsenpraktijk tot een verwijzing naar de acute GGZ of het bellen van 112. Denk aan veiligheid, het betrekken van naasten, informatievoorziening, warme overdracht en nazorg.
  5. Gebruik de triagetool Deze is onderdeel van de Handreiking zelfmoordpreventie voor de huisartsenpraktijk en helpt je om in vijf vragen de juiste zorg te bepalen. 
  6. Volg een training Leer in deze gratis training hoe je het gesprek kunt voeren over gedachten aan zelfdoding en daarmee mogelijk een jongere kan helpen.

1 op de 2

De helft van de mensen die overlijdt door zelfmoord heeft in de maand ervoor de huisarts bezocht. Tijdens dat laatste consult werd bij 1 op de 3 mensen het risico op suïcide herkend. Huisartsen, Praktijkondersteuners huisartsenzorg (PH’s) of assistenten kunnen dus nog meer bijdragen aan suïcidepreventie door wanhoop en suïcidaliteit te herkennen, die bespreekbaar te maken en door tijdig door te verwijzen naar de juiste hulp, stelt Stichting 113 Zelfmoordpreventie. Daarnaast is de huisarts volgens deze organisatie de onmisbare schakel in de ketenzorg rond suïcidaliteit en het bewaken van de continuïteit van zorg.

Zorg dichtbij

Op elkaar letten

Hoe concreet?

Omgeving

Niet zeuren

Slechts twee

Deel deze pagina

‘Waarom zijn deze jongeren niet naar mij gekomen?, vroeg ik me af’

‘Wie niet praat over suïcide, blijft erover fantaseren totdat de dood een goede vriend wordt’

Het Handboek suïcidaal gedrag bij jongeren van jeugdpsychiater Jan Meerdinkveldboom behandelt vijf patronen in de aanloop naar zelfdoding. Daarin staat onder andere: altijd vragen of iemand nadenkt over zelfmoord of de dood. Vaak blijken mensen die dat doen opgelucht om erover te kunnen praten. Tijdens zo’n gesprek gaat het vooral om aandacht en interesse in de achtergrond van het probleem. Gewoon luisteren en vragen: “Wat speelt er allemaal? Wat heb je nodig? Zet dat op papier.”’

‘Sommige collega’s willen alleen medisch-inhoudelijk werken. Ze vinden dat het sociale domein -zoals armoede en gepest worden op school - buiten het medische domein valt. Zelf denk ik dat zulke problemen vaak leiden tot ziektegedrag en daar kunnen wij huisartsen wél wat mee. Het zou goed zijn als de Nederlandse huisartsen de mogelijkheid krijgen om aandacht te geven aan jongeren met problemen, ongeacht waar deze vandaan komen. Of ze nu medisch-inhoudelijk zijn, sociaaleconomisch of nog anders. Bovendien hoeft de zorg, als je er op tijd bij bent, niet lang te duren. Vaak zijn drie gesprekken van drie kwartier al genoeg om een duidelijke weg naar een oplossing in te slaan. Dan is zorg dichterbij, sneller en goedkoper dan in de tweede lijn.’

‘Je hebt jeugd nodig om jeugd te overtuigen. Daarom had ik een tijdlang één dag per week een jeugdwerker van 26 in dienst die goed met jongeren kon praten. Op kosten van mijn praktijk, want de verzekeraars konden het niet vergoeden. Sinds twee jaar werken er een orthopedagoog en sociaal psychiatrisch verpleegkundige in de praktijk, speciaal voor jeugd met problemen. Daarmee houden we behoorlijk wat mensen weg uit de jeugdzorg. 

Punt is wel: hoe krijg je jeugd met problemen naar de huisarts? Ik hield al eens een praatje voor Dorpsbelangen om hier aandacht aan te geven. Ook vertellen we jongeren in de praktijk dat ze vrienden die somber zijn naar ons toe kunnen sturen voor hulp. Zo gaan jongeren meer op elkaar letten. We hoorden al van iemand die graag een gesprek wilde omdat een vriend er veel baat bij had gehad.’

‘Zo probeer je erachter te komen hoe ver iemand is: zijn het alleen gedachten of heeft hij al concrete dingen geregeld als afscheidsbrieven, uitgezocht hoeveel tabletten hij moet slikken of wat de treintijden zijn. Als er alleen nog gedachten spelen, maakt erover praten dat de gevoelde noodzaak er een einde aan te maken minder groot wordt. Praten is zo belangrijk, het haalt als het ware de angel uit het probleem. Wie niet praat, blijft erover fantaseren totdat de dood een goede vriend wordt. 

In het tweede geval - er zijn al concrete plannen - schakel ik meteen jeugdgezondheidszorg (JGZ) of de GGZ in. Dan krijgt iemand meestal intensieve thuisbegeleiding.’

‘Het lastige van jongeren die in de tweede lijn terechtkomen, is dat ze worden bestempeld als iemand met een probleem, terwijl de oorzaak van hun somberheid vaak iets in hun leefomgeving is. Scheidende ouders bijvoorbeeld, pesterijen op school of iets wat speelt in de vriendengroep. Juist in de eerste lijn kunnen we veel voor deze jongeren doen. Huisartsen en jeugdgezondheidszorg-artsen hebben korte lijnen met scholen en andere voorzieningen, geen wachttijden en zijn gemakkelijk bereikbaar.

‘Hier in de kop van Noord-Holland komt veel zelfdoding voor. De mensen werken hard, hebben vaak een eigen bedrijf. Er heerst een niet-lullen-maar-poetsenmentaliteit. Je emoties houd je binnen, zeuren over stress of somberheid doe je niet. Er zijn hier veel mensen aan alcohol en drugs verslaafd, middelen die je stemming beïnvloeden. Het suïcideprobleem speelt vooral bij mensen in de leeftijd van pakweg 16 tot 26. Dat is de periode van volwassen worden, zelf verantwoordelijkheid moeten nemen en je eigen keuzes maken. Niet iedereen is daar goed in en veel jongeren durven niet om hulp te vragen. Ook doordat er in gezinnen weinig over wordt gepraat.’

Waarom zijn deze jongeren niet naar mij gekomen?, vroeg ik me af. Ja, twee van hen heb ik op mijn spreekuur gehad en ik wist dat het niet goed met hen ging. Ze waren beiden in behandeling bij de tweedelijns-GGZ. Een van hen, een artistieke, gevoelige jongen, voelde zich niet thuis in deze tijd. Hij wilde beslist geen medicijnen. Medicatie schrijf ik ook maar zelden voor bij jeugd, het is niet de beste oplossing. Antidepressiva maakt de kans op suïcide groter bij deze doelgroep, zeker de eerste twee tot vier weken van gebruik.’

‘Aan deze zelfdodingen ging vaak geen lange periode van depressiviteit vooraf. Een van de jongeren bleek achteraf 1800 euro schuld te hebben, wat hij kennelijk niet had durven vertellen. Hij had al drie maanden school verzuimd, maar niemand daar trok aan de bel, omdat deze leerling boven de 18 was. Er zat ook een meisje tussen dat het heel goed deed op het vwo.

‘Ik was al 25 jaar huisarts en had nog nooit zelfdoding van een jongere meegemaakt. Tot ik zes jaar geleden in de kop van Noord-Holland kwam werken. In drie jaar tijd beroofden zes jongeren uit mijn praktijk zich van het leven. Vier van hen door de trein, een jongen door ophanging en een meisje met een overdosis medicijnen. Afschuwelijk. Met een paar van hun ouders heb ik achteraf gepraat. De suïcide leek vaak in een opwelling te zijn gebeurd, het waren pubers met meestal gewone issues. Aardige, getalenteerde, gevoelige mensen.’

suïcide

5 min.

Annemarie van Dijk

In drie jaar tijd beroofden zes jongeren uit haar praktijk zich van het leven. Daarom probeert huisarts Arstrid van Heusden haar praktijk laagdrempelig te maken voor jongeren met problemen, vertelde ze in dit interview. ‘Vaak zijn drie gesprekken van drie kwartier genoeg.’

‘Als huisarts kun je veel voor jongeren met zelfmoordgedachten doen’

Hoe ga je om met suïcidale jongeren in de klas?

In iedere middelbare-schoolklas zitten gemiddeld drie leerlingen die weleens denken aan zelfdoding. Scholen moeten zich meer bewust worden van hun soms onzichtbare leed, bepleitten schoolleider Gert van den Heuvel en gz-psycholoog Daan Creemers.

Hulp voor kinderen van depressieve of suïcidale ouders

Kinderen van depressieve of suïcidale ouders lopen het risico om later dezelfde problemen te krijgen. Goede hulp is belangrijk, zoals het ontlasten van de ouders en de kinderen ondersteunen. Waar moet je als professional alert op zijn en hoe kun je vervolgens handelen?

‘Sommige collega’s willen alleen medisch-inhoudelijk werken. Ze vinden dat het sociale domein -zoals armoede en gepest worden op school - buiten het medische domein valt. Zelf denk ik dat zulke problemen vaak leiden tot ziektegedrag en daar kunnen wij huisartsen wél wat mee. Het zou goed zijn als de Nederlandse huisartsen de mogelijkheid krijgen om aandacht te geven aan jongeren met problemen, ongeacht waar deze vandaan komen. Of ze nu medisch-inhoudelijk zijn, sociaaleconomisch of nog anders. Bovendien hoeft de zorg, als je er op tijd bij bent, niet lang te duren. Vaak zijn drie gesprekken van drie kwartier al genoeg om een duidelijke weg naar een oplossing in te slaan. Dan is zorg dichterbij, sneller en goedkoper dan in de tweede lijn.’

Zorg dichtbij

‘Je hebt jeugd nodig om jeugd te overtuigen. Daarom had ik een tijdlang één dag per week een jeugdwerker van 26 in dienst die goed met jongeren kon praten. Op kosten van mijn praktijk, want de verzekeraars konden het niet vergoeden. Sinds twee jaar werken er een orthopedagoog en sociaal psychiatrisch verpleegkundige in de praktijk, speciaal voor jeugd met problemen. Daarmee houden we behoorlijk wat mensen weg uit de jeugdzorg. 

Punt is wel: hoe krijg je jeugd met problemen naar de huisarts? Ik hield al eens een praatje voor Dorpsbelangen om hier aandacht aan te geven. Ook vertellen we jongeren in de praktijk dat ze vrienden die somber zijn naar ons toe kunnen sturen voor hulp. Zo gaan jongeren meer op elkaar letten. We hoorden al van iemand die graag een gesprek wilde omdat een vriend er veel baat bij had gehad.’

Op elkaar letten

‘Zo probeer je erachter te komen hoe ver iemand is: zijn het alleen gedachten of heeft hij al concrete dingen geregeld als afscheidsbrieven, uitgezocht hoeveel tabletten hij moet slikken of wat de treintijden zijn. Als er alleen nog gedachten spelen, maakt erover praten dat de gevoelde noodzaak er een einde aan te maken minder groot wordt. Praten is zo belangrijk, het haalt als het ware de angel uit het probleem. Wie niet praat, blijft erover fantaseren totdat de dood een goede vriend wordt. 

In het tweede geval - er zijn al concrete plannen - schakel ik meteen jeugdgezondheidszorg (JGZ) of de GGZ in. Dan krijgt iemand meestal intensieve thuisbegeleiding.’

Hoe concreet?

Tips voor huisartsen

  1. Herken de signalen Wees alert op verbale en non-verbale signalen die kunnen duiden op zelfmoordgedachten. Dat maakt sneller ingrijpen mogelijk.
  2. Stel de vraag Maak contact en vraag door naar zelfmoordgedachten. Als er signalen zijn die kunnen wijzen op eventuele zelfmoordgedachten en/of heb je een niet-pluisgevoel, bespreek dit dan met de patiënt.
  3. Breng de ernst van suïcidaliteit in kaart Volg daarbij de Handreiking zelfmoordpreventie voor de huisartsenpraktijk.
  4. Handel Op basis van de ernst en aard van de suïcidaliteit moet de patiënt naar de juiste zorg worden begeleid. Dit kan variëren van psychiatrische evaluatie en begeleiding in de huisartsenpraktijk tot een verwijzing naar de acute GGZ of het bellen van 112. Denk aan veiligheid, het betrekken van naasten, informatievoorziening, warme overdracht en nazorg.
  5. Gebruik de triagetool Deze is onderdeel van de Handreiking zelfmoordpreventie voor de huisartsenpraktijk en helpt je om in vijf vragen de juiste zorg te bepalen. 
  6. Volg een training Leer in deze gratis training hoe je het gesprek kunt voeren over gedachten aan zelfdoding en daarmee mogelijk een jongere kan helpen.

Het Handboek suïcidaal gedrag bij jongeren van jeugdpsychiater Jan Meerdinkveldboom behandelt vijf patronen in de aanloop naar zelfdoding. Daarin staat onder andere: altijd vragen of iemand nadenkt over zelfmoord of de dood. Vaak blijken mensen die dat doen opgelucht om erover te kunnen praten. Tijdens zo’n gesprek gaat het vooral om aandacht en interesse in de achtergrond van het probleem. Gewoon luisteren en vragen: “Wat speelt er allemaal? Wat heb je nodig? Zet dat op papier.”’

‘Wie niet praat over suïcide, blijft erover fantaseren totdat de dood een goede vriend wordt’

‘Het lastige van jongeren die in de tweede lijn terechtkomen, is dat ze worden bestempeld als iemand met een probleem, terwijl de oorzaak van hun somberheid vaak iets in hun leefomgeving is. Scheidende ouders bijvoorbeeld, pesterijen op school of iets wat speelt in de vriendengroep. Juist in de eerste lijn kunnen we veel voor deze jongeren doen. Huisartsen en jeugdgezondheidszorg-artsen hebben korte lijnen met scholen en andere voorzieningen, geen wachttijden en zijn gemakkelijk bereikbaar.

Omgeving

‘Hier in de kop van Noord-Holland komt veel zelfdoding voor. De mensen werken hard, hebben vaak een eigen bedrijf. Er heerst een niet-lullen-maar-poetsenmentaliteit. Je emoties houd je binnen, zeuren over stress of somberheid doe je niet. Er zijn hier veel mensen aan alcohol en drugs verslaafd, middelen die je stemming beïnvloeden. Het suïcideprobleem speelt vooral bij mensen in de leeftijd van pakweg 16 tot 26. Dat is de periode van volwassen worden, zelf verantwoordelijkheid moeten nemen en je eigen keuzes maken. Niet iedereen is daar goed in en veel jongeren durven niet om hulp te vragen. Ook doordat er in gezinnen weinig over wordt gepraat.’

Niet zeuren

1 op de 2

De helft van de mensen die overlijdt door zelfmoord heeft in de maand ervoor de huisarts bezocht. Tijdens dat laatste consult werd bij 1 op de 3 mensen het risico op suïcide herkend. Huisartsen, Praktijkondersteuners huisartsenzorg (PH’s) of assistenten kunnen dus nog meer bijdragen aan suïcidepreventie door wanhoop en suïcidaliteit te herkennen, die bespreekbaar te maken en door tijdig door te verwijzen naar de juiste hulp, stelt Stichting 113 Zelfmoordpreventie. Daarnaast is de huisarts volgens deze organisatie de onmisbare schakel in de ketenzorg rond suïcidaliteit en het bewaken van de continuïteit van zorg.

Waarom zijn deze jongeren niet naar mij gekomen?, vroeg ik me af. Ja, twee van hen heb ik op mijn spreekuur gehad en ik wist dat het niet goed met hen ging. Ze waren beiden in behandeling bij de tweedelijns-GGZ. Een van hen, een artistieke, gevoelige jongen, voelde zich niet thuis in deze tijd. Hij wilde beslist geen medicijnen. Medicatie schrijf ik ook maar zelden voor bij jeugd, het is niet de beste oplossing. Antidepressiva maakt de kans op suïcide groter bij deze doelgroep, zeker de eerste twee tot vier weken van gebruik.’

‘Waarom zijn deze jongeren niet naar mij gekomen?, vroeg ik me af’

‘Aan deze zelfdodingen ging vaak geen lange periode van depressiviteit vooraf. Een van de jongeren bleek achteraf 1800 euro schuld te hebben, wat hij kennelijk niet had durven vertellen. Hij had al drie maanden school verzuimd, maar niemand daar trok aan de bel, omdat deze leerling boven de 18 was. Er zat ook een meisje tussen dat het heel goed deed op het vwo.

Slechts twee

‘Ik was al 25 jaar huisarts en had nog nooit zelfdoding van een jongere meegemaakt. Tot ik zes jaar geleden in de kop van Noord-Holland kwam werken. In drie jaar tijd beroofden zes jongeren uit mijn praktijk zich van het leven. Vier van hen door de trein, een jongen door ophanging en een meisje met een overdosis medicijnen. Afschuwelijk. Met een paar van hun ouders heb ik achteraf gepraat. De suïcide leek vaak in een opwelling te zijn gebeurd, het waren pubers met meestal gewone issues. Aardige, getalenteerde, gevoelige mensen.’

Dingena Mol

In drie jaar tijd beroofden zes jongeren uit haar praktijk zich van het leven. Daarom probeert huisarts Arstrid van Heusden haar praktijk laagdrempelig te maken voor jongeren met problemen, vertelde ze in dit interview. ‘Vaak zijn drie gesprekken van drie kwartier genoeg.’

‘Als huisarts kun je veel voor jongeren met zelfmoordgedachten doen’

Annemarie van Dijk

5 min.

suïcide

Deel deze pagina

Augeo Magazine: Hét online tijdschrift over veilig opgroeien

Professionals en beleidsmakers bijpraten over de nieuwste ontwikkelingen, onderzoeken, dilemma’s en besluiten rond de veiligheid van kinderen. Dat doet Augeo Foundation al 15 jaar met onder andere e-learnings, bijeenkomsten en Augeo Magazine. Ons magazine verschijnt 5x per jaar. Meld je aan om gratis abonnee te worden.
Volledig scherm