Veerkracht helpen behouden

In haar boek Leven met een psychisch zieke ouder laat Sandra van Gameren zien hoe je kinderen van ouders met psychiatrische problemen kunt helpen hun veerkracht te behouden. Aan de hand van tien ervaringsdeskundigen schetst ze een beeld van de realiteit van een KOPP–jeugd en de uitwerking die zo’n jeugd kan hebben op iemands volwassen leven.

KIND VAN

KIND VAN is een multimediaal project van Stichting Openmind. Nog tot deze zomer is de reizende tentoonstelling te zien. Op hun website kan je 19 indrukwekkende portretten bekijken en lezen van (inmiddels zelf volwassen) kinderen van ouders met psychische problemen of met verslavingsproblemen.

online interview met Sandra van Gameren bijwonen?

  • Welke impact kan het opgroeien als KOPP/KOV-kind hebben?

  • Welke rol speelt (chronische) stress bij de gezondheidsrisico’s die deze kinderen lopen?

  • Hoe kunnen professionals deze kinderen en hun ouders bijstaan?

Inhoudsdeskundige Roely Drijfhout (Augeo Foundation) interviewt Sandra van Gameren over haar (praktijk)kennis.

Aanmelden kan via het channel ‘Veiligheid in gezinnen’ van Augeo Foundation op 1SociaalDomein

Nog geen account op het channel? Registreren kan meteen door je mailadres in te vullen.

Op 16 mei 2024 van16.00 tot 17.00 uur vindt een interview met psycholoog Sandra van Gameren plaats over kinderen die opgroeien met ouders met psychische problemen of een verslaving (KOPP/KOV).

Hierin komen vragen aan de orde als:

Meer over KOPP/KOV-gezinnen

  • Op de website van Trimbos is veel informatie te vinden over en voor Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP) en Kinderen van Ouders met Verslavingsproblemen (KOV).

  • Koppsupport.nl biedt online hulp aan jongeren, o.a. met online cursussen waaraan ze anoniem kunnen deelnemen.

  • Kopopouders.nl geeft hulp en informatie aan de ouders met psychische en/of verslavingsproblemen. Op de website worden o.a. vragen beantwoord als: wat merkt mijn kind ervan? Hoe leg ik het mijn kind uit?

‘Op breinbijsluiter.nl vind je animaties die erg bruikbaar zijn om kinderen en jongeren, maar ook ouders, te informeren over wat (chronische) stress met het (kinder)brein doet. Ik mocht zelf meewerken aan de Breinbijsluiter voor kinderen en ben erg blij dat we nu zo’n laagdrempelige manier hebben om kinderen - ook in de KOPP-groepen - te vertellen over stress en het brein.’

‘Het Werkboek voor kinderen en jongeren van ouders met psychiatrische en/of verslavingsproblemen van Lies Wenselaar is wat mij betreft nog niet bekend genoeg. Het is enorm bruikbaar, want erg praktisch en vol informatie voor beide doelgroepen: ouders en hun kinderen.’

Lees- en luistertip van Sandra van Gameren

Groot stigma

Schaamte

Trek geen conclusies en vel geen oordeel over de ouders. Anders ben je deze kinderen meteen kwijt’

‘Kinderen moeten weten dat ze geen schuld aan de situatie hebben. En dat ze papa of mama niet kunnen opvrolijken. Dat geeft rust’

‘Al die stress heeft een enorme weerslag op mijn lichaam gehad’

‘Mijn ouders hadden veel ruzie toen ik klein was. De band met mijn moeder was goed, mijn vader zag ik niet zoveel. Hij was vaak aan het werk. Door dat geruzie was er altijd spanning thuis. Mijn broer en ik waren opgelucht dat ze gingen scheiden. Ik zat toen in groep acht. Het werd een vechtscheiding, mijn vader wilde niet scheiden. In het begin gingen we nog naar hem toe. Maar dat werd al snel heel naar. Hij dronk te veel, was heel depressief. Omdat ik erg zorgzaam was, wilde ik ook voor hem zorgen. Dat heeft niet lang geduurd.

Wij voelden ons daar echt niet veilig. Het was zo onvoorspelbaar, hij kon ook heel gemeen doen. Op een gegeven moment wilden we echt niet meer naar hem toe. Ik was 12. We hebben een gesprek gehad met zijn psycholoog erbij. Toen barstte de bom, de situatie ging van kwaad tot erger. Hij bleef ons lastigvallen. Later hebben mijn broer en ik besloten om het contact helemaal te verbreken. De psycholoog vertelde ons ook dat mijn vader ons verhaal niet zou kunnen begrijpen. ‘Reken er niet op dat hij ooit kan veranderen.’

Die periode was zo heftig. Ik maakte toen de overstap naar de middelbare school, we zijn verhuisd. Ik begon aan een topsportopleiding en ging 15 uur per week trainen. Het werd uiteindelijk allemaal te veel. Ik was uitgeput en had pijn in mijn benen. Ik ben een jaar ziek geweest, kon alleen nog maar slapen.

Na heel veel onderzoeken bleek het dus chronische vermoeidheid in combinatie met ME te zijn. Al die stress heeft een enorme weerslag op mijn lichaam gehad, daar heb ik tot de dag van vandaag nog last van.

Wat ik nodig had gehad als kind? Ik heb me wel eenzaam gevoeld. Het blijft toch je vader, hè. Hij kon zo charmant zijn tegen anderen, ook mijn beste vriendin kon mijn verhalen bijna niet geloven. Gelukkig heb ik een heel sterke band met mijn broer en met mijn moeder. Maar ik had heel graag contact gehad met leeftijdsgenoten in vergelijkbare situaties, had graag meer tools gekregen om hiermee om te gaan.’

Renske (20):

‘Bij kleine geluidjes schoot ze soms al uit haar slof

‘Mijn broer en ik moesten eigenlijk toen we klein waren al op onze tenen lopen. Onze moeder heeft een bipolaire stoornis en is heel gevoelig voor prikkels, bij kleine geluidjes schoot ze soms al uit haar slof. De eerste keer dat ze opgenomen werd, was ik 9. Ik had gelukkig een juf op school met wie ik goed kon praten.

Ik heb heel veel bewondering voor mijn vader. Hij werkt én is fulltime mantelzorger en hij probeert er altijd het beste van te maken. We hebben ook geluk met de rest van de familie, zij hebben ons altijd gesteund. Ik heb een goed contact met mijn tante, ging vroeger met mijn neefje mee op vakantie. Even weg thuis, even minder stress. Het was ook mijn tante die me op het boek van Sandra van Gameren wees. Daar heb ik heel veel aan gehad. Ik herkende zo veel in die verhalen van andere kinderen. Dat was ook heel confronterend.

Sinds kort praat ik meer over mijn jeugd. Ik ga nu naar een psycholoog, dat was een grote stap. Maar ik wil niet meer opkroppen wat er vroeger allemaal is gebeurd, daar kreeg ik toch last van. Ik ging vorig jaar steeds meer piekeren, had last van depressieve gevoelens, slaapproblemen. Praten helpt. Ook mijn broer - die nog geslotener is dan ik - begint nu te praten. Daarom werk ik mee aan dit interview. Misschien dat jongeren in dezelfde situatie er iets aan hebben.’

Pim (18):

Deze kinderen hebben 2 tot 4 keer meer kans om zelf ook psychische problemen of een verslaving te ontwikkelen

Psycholoog Sandra van Gameren schreef de boeken Leven met een psychisch zieke ouder en Preventie van kindermishandeling. Wie doet wat?. Haar bureau werkt aan preventie bij KOPP/KOV, chronische stress en kindermishandeling.

Sandra van Gameren

Jongere kinderen

Beschermende factoren

Goede en slechte perioden

Deel deze pagina:

Hoewel de aandacht voor psychische problemen de afgelopen jaren flink is gegroeid, is er nog steeds sprake van een groot stigma. Van Gameren hoort verhalen van kinderen die zijn gepest of die niet welkom waren bij klasgenootjes thuis nadat bekend werd dat de ouder een psychose had gehad. ‘Heel schrijnend. Een moeder met kanker vinden we allemaal heel erg, maar een psychische ziekte? Dat is toch een beetje eng.’

De (preventieve) hulp aan deze gezinnen is nog lang geen gemeengoed. ‘De gezonde ouder en de kinderen moeten het toch nog vaak zelf uitzoeken. Dat verbaast me keer op keer. Een huisarts kent dit gezin toch ook? En de behandelaar die de medicijnen voorschrijft? Zij weten toch dat er ook kinderen in dat gezin opgroeien? En hoe gaat het met de gezonde partner? Hoe kan die ontlast worden? Dit soort vragen moeten echt gesteld worden.’

Professionals die om een ouder met psychopathologie heen staan, moeten systeemgericht denken en dus daarnaar werken en handelen, pleit Van Gameren. ‘Dat is mijn missie en dat is niet alleen een taak voor professionals, maar voor de hele samenleving.’

Ze ziet die loyaliteit ook in haar groepen. ‘Kinderen hebben vaak de behoefte om zich uit te spreken, er is sprake van teleurstelling, van boosheid. Verslaafde ouders hebben soms beloften gedaan die ze niet kunnen waarmaken. Tegelijkertijd worstelen kinderen met deze gevoelens, ze voelen zich snel schuldig richting de ouder in kwestie. Dat vraagt om een goede luisteraar. Je moet als toehoorder - of je nu leerkracht op school of buurvrouw bent - geen conclusies gaan trekken of oordelen vellen over de ouders. Anders ben je deze kinderen meteen kwijt.

Vanaf een jaar of 9 hebben kinderen vaker vragen over de ziekte zelf en zitten ze soms met vragen over erfelijkheid. Kan ik deze ziekte later ook krijgen? Sommigen van hen zijn daar heel bang voor. Wat als ik later een gezin ga starten?’

Van Gameren ziet vaak hoe het kinderen helpt om hierover met leeftijdsgenoten in gesprek te gaan. ‘Die herkenning, ik ben niet de enige, is zo belangrijk. Dan hebben we het echt over preventie.’ Op meerdere plaatsen in het land worden dit soort groepen georganiseerd. ‘Maar het valt niet altijd mee om deze vol te krijgen. Ouders moeten natuurlijk toestemming geven, dat vraagt al om erkenning van het psychisch lijden en bereidheid om hiermee naar buiten te treden. Deze ouders schamen zich, voelen zich kwetsbaar; ze kunnen niet de ouder zijn die ze hadden willen zijn.’

Hoe ouder de kinderen, hoe meer vragen, ziet Van Gameren. ‘Oudere kinderen hebben goed door dat de situatie thuis anders is dan bij andere kinderen. Daar is minder onrust, minder chaos, meer plezier. Geen kind wil anders zijn.’ Daarom zijn schaamte en eenzaamheid twee gespreksonderwerpen in de KOPP-groepen.

‘Ouders worden soms heel dik door bepaalde medicijnen, gedragen zich vreemd of komen onder invloed naar het schoolplein. Daar schamen kinderen zich dan voor, maar ook voor die schaamte schamen ze zich. Dat is altijd heel dubbel. De loyaliteit van kinderen richting ouders is groot.’

Jongere kinderen reageren anders dan tieners of pubers. ‘Als klein kind weet je niet beter. Deze kinderen zijn soms bang dat de situatie aan hen ligt, dat zij papa of mama verdrietig maken.’ Daarom is het volgens de psycholoog belangrijk dat kinderen te horen krijgen dat de ouder ziek is. ‘Ook dát is een beschermende factor. Kinderen moeten weten dat ze geen schuld aan de situatie hebben. En dat ze papa of mama niet kunnen opvrolijken. Dat geeft rust.’

Kinderen durven soms uit schuldgevoel zelf geen plezier te maken, ziet ze. ‘Maar juist als hun ouder bijvoorbeeld veel huilt, verdrietig of heel somber is, mogen kinderen genieten van het leven. Daar doen ze hun ouder juist een plezier mee.’ 

De duur van de situatie, de hevigheid van de problematiek. Het speelt allemaal een rol bij de impact. ‘Stel, je bent 9 jaar en je hebt tot voor kort twee gezonde ouders gehad. Dan wordt je moeder ernstig ziek, ze krijgt een depressie of psychotische wanen. Dat zet natuurlijk alles op z’n kop. Alles wat vertrouwd was, verdwijnt. Dat is een rouwproces. Maar die eerste jaren dat het fijn was thuis, die neem je ook mee, ook die hebben je gevormd.’

Hoe jonger de kinderen in het gezin, hoe groter de impact. ‘We weten inmiddels ook dat baby’s stress kunnen hebben als ze niet op tijd gevoed of getroost worden. De responsiviteit van de ouder is zo belangrijk, ook voor de hechting. De kans dat die responsiviteit bij een ouder met psychische problemen onder druk staat, is natuurlijk groot. Hoe jonger het kind, hoe groter de kans dat het zelf later klachten zal ontwikkelen.’

Maar er kunnen ook beschermende factoren zijn. Zoals: een gezonde andere ouder, een stevig netwerk, familieleden en vriendjes waar het kind bij terecht kan.

Sandra is zelf opgegroeid bij haar grootouders, vertelt ze. ‘Mijn moeder werd opgenomen toen ik 3 was, mijn vader zag ik in het weekend en hij kwam elke avond eten. Dat is mijn redding geweest.’

Kinderen die opgroeien met een psychisch zieke ouder groeien bijna altijd met veel stress op. Ze leren vaak van kleins af aan om alert te zijn, zegt Van Gameren. ‘Natuurlijk is elke thuissituatie weer anders, elke psychische ziekte is anders. We hebben het over chronische problematiek, denk aan depressie, bipolaire stoornis, schizofrenie, een persoonlijkheidsstoornis. Deze ouders hebben vaak ook goede en slechte perioden. Ik heb weleens kinderen in de groep die zeggen: “Ik herken nu niet zoveel, het gaat eigenlijk best goed met mijn vader.” Later krijg ik dan soms een belletje omdat die vader toch een terugval heeft gehad en de hele situatie weer helemaal veranderd is. Dan weet ik dat het kind in de groep toch wat tools heeft meegekregen om daarmee om te gaan.’

Niet voor niets. Ze weet uit eigen ervaring - haar moeder was psychiatrisch patiënt en langdurig opgenomen - hoeveel impact een ouder met psychische lijden heeft. Uit onderzoek is bekend dat deze kinderen 2 tot 4 keer meer kans dan andere kinderen hebben om zelf ook psychische problemen of een verslaving te ontwikkelen. Als een van de ouders een stemmings- of angststoornis heeft, is de kans 65 procent dat het kind daar voor het 35ste levensjaar ook last van krijgt. Ook het risico op verwaarlozing en kindermishandeling in deze gezinnen is - door alle stress en soms ook andere problemen - groter.

Sandra van Gameren: ‘Er is een heel duidelijke relatie tussen de ouderlijke psychopathologie en de eigen psychische én lichamelijke gezondheid. Over die relatie weten we steeds meer. Opgroeien met een ingrijpende jeugdervaring vergroot ook de kans op lichamelijke klachten. Denk aan hart- en vaatziekten, auto-immuunziektes. Zelf heb ik reuma. The body keeps the score is geen lege uitdrukking. Chronische stress gaat letterlijk in je lijf zitten.’

Ze lopen vaak gespannen van school naar huis. Wat treffen ze thuis aan? Zijn de gordijnen nog dicht, de deur nog op slot? Ligt papa of mama nog in bed en staan er overal lege flessen? Psycholoog Sandra van Gameren beschrijft beeldend de situatie van veel kinderen die opgroeien met een ouder met psychische problemen (KOPP) en/of verslavingsproblemen (KOV). Dat het thuis onvoorspelbaar is, vormt de rode draad.

De cijfers zijn veelzeggend. In Nederland groeien volgens schattingen van het Trimbos instituut ongeveer 900.000 kinderen onder de 18 jaar op met een ouder met psychische problemen en/of verslaving. Dat is 1 op de 4. Enorme aantallen, weet Van Gameren, die het haar missie noemt om aandacht voor deze problematiek en deze gezinnen te blijven vragen. Ze schreef er in 2006 al een boek over en ze leidt groepen voor deze kinderen.

Psycholoog Sandra van Gameren weet uit eigen ervaring hoe alleen en ongezien een kind met een psychisch zieke ouder zich kan voelen. Daarom zijn eenzaamheid en schaamte gespreksonderwerpen in de KOPP-groepen die ze leidt.

Als je je schaamt voor je ouders - en je je dáár weer voor schaamt

interview

9 min.

Studio Facet

Jessica Maas

Deel deze pagina:

KIND VAN

KIND VAN is een multimediaal project van Stichting Openmind. Nog tot deze zomer is de reizende tentoonstelling te zien. Op hun website kan je 19 indrukwekkende portretten bekijken en lezen van (inmiddels zelf volwassen) kinderen van ouders met psychische problemen of met verslavingsproblemen.

Veerkracht helpen behouden

In haar boek Leven met een psychisch zieke ouder laat Sandra van Gameren zien hoe je kinderen van ouders met psychiatrische problemen kunt helpen hun veerkracht te behouden. Aan de hand van tien ervaringsdeskundigen schetst ze een beeld van de realiteit van een KOPP–jeugd en de uitwerking die zo’n jeugd kan hebben op iemands volwassen leven.

Meer over KOPP/KOV-gezinnen

  • Op de website van Trimbos is veel informatie te vinden over en voor Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP) en Kinderen van Ouders met Verslavingsproblemen (KOV).

  • Koppsupport.nl biedt online hulp aan jongeren, o.a. met online cursussen waaraan ze anoniem kunnen deelnemen.

  • Kopopouders.nl geeft hulp en informatie aan de ouders met psychische en/of verslavingsproblemen. Op de website worden o.a. vragen beantwoord als: wat merkt mijn kind ervan? Hoe leg ik het mijn kind uit?

Studio Facet

‘Op breinbijsluiter.nl vind je animaties die erg bruikbaar zijn om kinderen en jongeren, maar ook ouders, te informeren over wat (chronische) stress met het (kinder)brein doet. Ik mocht zelf meewerken aan de Breinbijsluiter voor kinderen en ben erg blij dat we nu zo’n laagdrempelige manier hebben om kinderen - ook in de KOPP-groepen - te vertellen over stress en het brein.’

‘Het Werkboek voor kinderen en jongeren van ouders met psychiatrische en/of verslavingsproblemen van Lies Wenselaar is wat mij betreft nog niet bekend genoeg. Het is enorm bruikbaar, want erg praktisch en vol informatie voor beide doelgroepen: ouders en hun kinderen.’

  • Welke impact kan het opgroeien als KOPP/KOV-kind hebben?

  • Welke rol speelt (chronische) stress bij de gezondheidsrisico’s die deze kinderen lopen?

  • Hoe kunnen professionals deze kinderen en hun ouders bijstaan?

Inhoudsdeskundige Roely Drijfhout (Augeo Foundation) interviewt Sandra van Gameren over haar (praktijk)kennis.

Aanmelden kan via het channel ‘Veiligheid in gezinnen’ van Augeo Foundation op 1SociaalDomein

Nog geen account op het channel? Registreren kan meteen door je mailadres in te vullen.

online interview met Sandra van Gameren bijwonen?

Op 16 mei 2024 van16.00 tot 17.00 uur vindt een interview met psycholoog Sandra van Gameren plaats over kinderen die opgroeien met ouders met psychische problemen of een verslaving (KOPP/KOV).

Hierin komen vragen aan de orde als:

Lees- en luistertip van Sandra van Gameren

Hoewel de aandacht voor psychische problemen de afgelopen jaren flink is gegroeid, is er nog steeds sprake van een groot stigma. Van Gameren hoort verhalen van kinderen die zijn gepest of die niet welkom waren bij klasgenootjes thuis nadat bekend werd dat de ouder een psychose had gehad. ‘Heel schrijnend. Een moeder met kanker vinden we allemaal heel erg, maar een psychische ziekte? Dat is toch een beetje eng.’

De (preventieve) hulp aan deze gezinnen is nog lang geen gemeengoed. ‘De gezonde ouder en de kinderen moeten het toch nog vaak zelf uitzoeken. Dat verbaast me keer op keer. Een huisarts kent dit gezin toch ook? En de behandelaar die de medicijnen voorschrijft? Zij weten toch dat er ook kinderen in dat gezin opgroeien? En hoe gaat het met de gezonde partner? Hoe kan die ontlast worden? Dit soort vragen moeten echt gesteld worden.’

Professionals die om een ouder met psychopathologie heen staan, moeten systeemgericht denken en dus daarnaar werken en handelen, pleit Van Gameren. ‘Dat is mijn missie en dat is niet alleen een taak voor professionals, maar voor de hele samenleving.’

Groot stigma

Trek geen conclusies en vel geen oordeel over de ouders. Anders ben je deze kinderen meteen kwijt’

Ze ziet die loyaliteit ook in haar groepen. ‘Kinderen hebben vaak de behoefte om zich uit te spreken, er is sprake van teleurstelling, van boosheid. Verslaafde ouders hebben soms beloften gedaan die ze niet kunnen waarmaken. Tegelijkertijd worstelen kinderen met deze gevoelens, ze voelen zich snel schuldig richting de ouder in kwestie. Dat vraagt om een goede luisteraar. Je moet als toehoorder - of je nu leerkracht op school of buurvrouw bent - geen conclusies gaan trekken of oordelen vellen over de ouders. Anders ben je deze kinderen meteen kwijt.

Vanaf een jaar of 9 hebben kinderen vaker vragen over de ziekte zelf en zitten ze soms met vragen over erfelijkheid. Kan ik deze ziekte later ook krijgen? Sommigen van hen zijn daar heel bang voor. Wat als ik later een gezin ga starten?’

Van Gameren ziet vaak hoe het kinderen helpt om hierover met leeftijdsgenoten in gesprek te gaan. ‘Die herkenning, ik ben niet de enige, is zo belangrijk. Dan hebben we het echt over preventie.’ Op meerdere plaatsen in het land worden dit soort groepen georganiseerd. ‘Maar het valt niet altijd mee om deze vol te krijgen. Ouders moeten natuurlijk toestemming geven, dat vraagt al om erkenning van het psychisch lijden en bereidheid om hiermee naar buiten te treden. Deze ouders schamen zich, voelen zich kwetsbaar; ze kunnen niet de ouder zijn die ze hadden willen zijn.’

‘Al die stress heeft een enorme weerslag op mijn lichaam gehad’

‘Mijn ouders hadden veel ruzie toen ik klein was. De band met mijn moeder was goed, mijn vader zag ik niet zoveel. Hij was vaak aan het werk. Door dat geruzie was er altijd spanning thuis. Mijn broer en ik waren opgelucht dat ze gingen scheiden. Ik zat toen in groep acht. Het werd een vechtscheiding, mijn vader wilde niet scheiden. In het begin gingen we nog naar hem toe. Maar dat werd al snel heel naar. Hij dronk te veel, was heel depressief. Omdat ik erg zorgzaam was, wilde ik ook voor hem zorgen. Dat heeft niet lang geduurd.

Wij voelden ons daar echt niet veilig. Het was zo onvoorspelbaar, hij kon ook heel gemeen doen. Op een gegeven moment wilden we echt niet meer naar hem toe. Ik was 12. We hebben een gesprek gehad met zijn psycholoog erbij. Toen barstte de bom, de situatie ging van kwaad tot erger. Hij bleef ons lastigvallen. Later hebben mijn broer en ik besloten om het contact helemaal te verbreken. De psycholoog vertelde ons ook dat mijn vader ons verhaal niet zou kunnen begrijpen. ‘Reken er niet op dat hij ooit kan veranderen.’

Die periode was zo heftig. Ik maakte toen de overstap naar de middelbare school, we zijn verhuisd. Ik begon aan een topsportopleiding en ging 15 uur per week trainen. Het werd uiteindelijk allemaal te veel. Ik was uitgeput en had pijn in mijn benen. Ik ben een jaar ziek geweest, kon alleen nog maar slapen.

Na heel veel onderzoeken bleek het dus chronische vermoeidheid in combinatie met ME te zijn. Al die stress heeft een enorme weerslag op mijn lichaam gehad, daar heb ik tot de dag van vandaag nog last van.

Wat ik nodig had gehad als kind? Ik heb me wel eenzaam gevoeld. Het blijft toch je vader, hè. Hij kon zo charmant zijn tegen anderen, ook mijn beste vriendin kon mijn verhalen bijna niet geloven. Gelukkig heb ik een heel sterke band met mijn broer en met mijn moeder. Maar ik had heel graag contact gehad met leeftijdsgenoten in vergelijkbare situaties, had graag meer tools gekregen om hiermee om te gaan.’

Renske (20):

Hoe ouder de kinderen, hoe meer vragen, ziet Van Gameren. ‘Oudere kinderen hebben goed door dat de situatie thuis anders is dan bij andere kinderen. Daar is minder onrust, minder chaos, meer plezier. Geen kind wil anders zijn.’ Daarom zijn schaamte en eenzaamheid twee gespreksonderwerpen in de KOPP-groepen.

‘Ouders worden soms heel dik door bepaalde medicijnen, gedragen zich vreemd of komen onder invloed naar het schoolplein. Daar schamen kinderen zich dan voor, maar ook voor die schaamte schamen ze zich. Dat is altijd heel dubbel. De loyaliteit van kinderen richting ouders is groot.’

Schaamte

‘Kinderen moeten weten dat ze geen schuld aan de situatie hebben. En dat ze papa of mama niet kunnen opvrolijken. Dat geeft rust’

Jongere kinderen reageren anders dan tieners of pubers. ‘Als klein kind weet je niet beter. Deze kinderen zijn soms bang dat de situatie aan hen ligt, dat zij papa of mama verdrietig maken.’ Daarom is het volgens de psycholoog belangrijk dat kinderen te horen krijgen dat de ouder ziek is. ‘Ook dát is een beschermende factor. Kinderen moeten weten dat ze geen schuld aan de situatie hebben. En dat ze papa of mama niet kunnen opvrolijken. Dat geeft rust.’

Kinderen durven soms uit schuldgevoel zelf geen plezier te maken, ziet ze. ‘Maar juist als hun ouder bijvoorbeeld veel huilt, verdrietig of heel somber is, mogen kinderen genieten van het leven. Daar doen ze hun ouder juist een plezier mee.’ 

De duur van de situatie, de hevigheid van de problematiek. Het speelt allemaal een rol bij de impact. ‘Stel, je bent 9 jaar en je hebt tot voor kort twee gezonde ouders gehad. Dan wordt je moeder ernstig ziek, ze krijgt een depressie of psychotische wanen. Dat zet natuurlijk alles op z’n kop. Alles wat vertrouwd was, verdwijnt. Dat is een rouwproces. Maar die eerste jaren dat het fijn was thuis, die neem je ook mee, ook die hebben je gevormd.’

Jongere kinderen

‘Bij kleine geluidjes schoot ze soms al uit haar slof

‘Mijn broer en ik moesten eigenlijk toen we klein waren al op onze tenen lopen. Onze moeder heeft een bipolaire stoornis en is heel gevoelig voor prikkels, bij kleine geluidjes schoot ze soms al uit haar slof. De eerste keer dat ze opgenomen werd, was ik 9. Ik had gelukkig een juf op school met wie ik goed kon praten.

Ik heb heel veel bewondering voor mijn vader. Hij werkt én is fulltime mantelzorger en hij probeert er altijd het beste van te maken. We hebben ook geluk met de rest van de familie, zij hebben ons altijd gesteund. Ik heb een goed contact met mijn tante, ging vroeger met mijn neefje mee op vakantie. Even weg thuis, even minder stress. Het was ook mijn tante die me op het boek van Sandra van Gameren wees. Daar heb ik heel veel aan gehad. Ik herkende zo veel in die verhalen van andere kinderen. Dat was ook heel confronterend.

Sinds kort praat ik meer over mijn jeugd. Ik ga nu naar een psycholoog, dat was een grote stap. Maar ik wil niet meer opkroppen wat er vroeger allemaal is gebeurd, daar kreeg ik toch last van. Ik ging vorig jaar steeds meer piekeren, had last van depressieve gevoelens, slaapproblemen. Praten helpt. Ook mijn broer - die nog geslotener is dan ik - begint nu te praten. Daarom werk ik mee aan dit interview. Misschien dat jongeren in dezelfde situatie er iets aan hebben.’

Pim (18):

Hoe jonger de kinderen in het gezin, hoe groter de impact. ‘We weten inmiddels ook dat baby’s stress kunnen hebben als ze niet op tijd gevoed of getroost worden. De responsiviteit van de ouder is zo belangrijk, ook voor de hechting. De kans dat die responsiviteit bij een ouder met psychische problemen onder druk staat, is natuurlijk groot. Hoe jonger het kind, hoe groter de kans dat het zelf later klachten zal ontwikkelen.’

Maar er kunnen ook beschermende factoren zijn. Zoals: een gezonde andere ouder, een stevig netwerk, familieleden en vriendjes waar het kind bij terecht kan.

Sandra is zelf opgegroeid bij haar grootouders, vertelt ze. ‘Mijn moeder werd opgenomen toen ik 3 was, mijn vader zag ik in het weekend en hij kwam elke avond eten. Dat is mijn redding geweest.’

Beschermende factoren

Kinderen die opgroeien met een psychisch zieke ouder groeien bijna altijd met veel stress op. Ze leren vaak van kleins af aan om alert te zijn, zegt Van Gameren. ‘Natuurlijk is elke thuissituatie weer anders, elke psychische ziekte is anders. We hebben het over chronische problematiek, denk aan depressie, bipolaire stoornis, schizofrenie, een persoonlijkheidsstoornis. Deze ouders hebben vaak ook goede en slechte perioden. Ik heb weleens kinderen in de groep die zeggen: “Ik herken nu niet zoveel, het gaat eigenlijk best goed met mijn vader.” Later krijg ik dan soms een belletje omdat die vader toch een terugval heeft gehad en de hele situatie weer helemaal veranderd is. Dan weet ik dat het kind in de groep toch wat tools heeft meegekregen om daarmee om te gaan.’

Goede en slechte perioden

Niet voor niets. Ze weet uit eigen ervaring - haar moeder was psychiatrisch patiënt en langdurig opgenomen - hoeveel impact een ouder met psychische lijden heeft. Uit onderzoek is bekend dat deze kinderen 2 tot 4 keer meer kans dan andere kinderen hebben om zelf ook psychische problemen of een verslaving te ontwikkelen. Als een van de ouders een stemmings- of angststoornis heeft, is de kans 65 procent dat het kind daar voor het 35ste levensjaar ook last van krijgt. Ook het risico op verwaarlozing en kindermishandeling in deze gezinnen is - door alle stress en soms ook andere problemen - groter.

Sandra van Gameren: ‘Er is een heel duidelijke relatie tussen de ouderlijke psychopathologie en de eigen psychische én lichamelijke gezondheid. Over die relatie weten we steeds meer. Opgroeien met een ingrijpende jeugdervaring vergroot ook de kans op lichamelijke klachten. Denk aan hart- en vaatziekten, auto-immuunziektes. Zelf heb ik reuma. The body keeps the score is geen lege uitdrukking. Chronische stress gaat letterlijk in je lijf zitten.’

Deze kinderen hebben 2 tot 4 keer meer kans om zelf ook psychische problemen of een verslaving te ontwikkelen

Psycholoog Sandra van Gameren schreef de boeken Leven met een psychisch zieke ouder en Preventie van kindermishandeling. Wie doet wat?. Haar bureau werkt aan preventie bij KOPP/KOV, chronische stress en kindermishandeling.

Sandra van Gameren

Ze lopen vaak gespannen van school naar huis. Wat treffen ze thuis aan? Zijn de gordijnen nog dicht, de deur nog op slot? Ligt papa of mama nog in bed en staan er overal lege flessen? Psycholoog Sandra van Gameren beschrijft beeldend de situatie van veel kinderen die opgroeien met een ouder met psychische problemen (KOPP) en/of verslavingsproblemen (KOV). Dat het thuis onvoorspelbaar is, vormt de rode draad.

De cijfers zijn veelzeggend. In Nederland groeien volgens schattingen van het Trimbos instituut ongeveer 900.000 kinderen onder de 18 jaar op met een ouder met psychische problemen en/of verslaving. Dat is 1 op de 4. Enorme aantallen, weet Van Gameren, die het haar missie noemt om aandacht voor deze problematiek en deze gezinnen te blijven vragen. Ze schreef er in 2006 al een boek over en ze leidt groepen voor deze kinderen.

Jessica Maas

Psycholoog Sandra van Gameren weet uit eigen ervaring hoe alleen en ongezien een kind met een psychisch zieke ouder zich kan voelen. Daarom zijn eenzaamheid en schaamte gespreksonderwerpen in de KOPP-groepen die ze leidt.

Als je je schaamt voor je ouders - en je je dáár weer voor schaamt

interview

9 min.

Augeo Magazine: Hét online tijdschrift over veilig opgroeien

Professionals en beleidsmakers bijpraten over de nieuwste ontwikkelingen, onderzoeken, dilemma’s en besluiten rond de veiligheid van kinderen. Dat doet Augeo Foundation al 15 jaar met onder andere e-learnings, bijeenkomsten en Augeo Magazine. Ons magazine verschijnt 5x per jaar. Meld je aan om gratis abonnee te worden.
Volledig scherm