Bespreken met collega’s

  • In dit actieplan wordt beschreven hoe de gemeente Amsterdam de omgang met de online wereld veel breder moeten aanpakken: niet alleen jongerenwerkers zouden zich erin moeten verdiepen, maar iedereen die met jongeren werkt.

  • Deze handreiking informeert over fenomenen, gevaren en kansen in de online leefwereld van jongeren.

Meer weten over online aanwezigheid? 

Door het gebruik van social media verloopt de identiteitsontwikkeling van jongeren tegenwoordig anders dan voorheen. Hoe? Daarover gaat dit kennisdossier van het Nederlands Jeugdinstituut.

Social media & identiteitsontwikkeling

Jongeren die meer bewegen, lijken minder vatbaar voor de negatieve kanten van social mediagebruik, zoals angst en depressieve gevoelens, blijkt uit een vergelijken van de meest recente en relevante onderzoeken. Op de website van Trimbos Instituut vind je welke persoonlijke eigenschappen en omgevingsfactoren hierbij nog meer een rol spelen.

De impact van social media op mentaal welzijn

De online wereld is voor jongeren niet los te zien van de fysiek wereld. Alles wat zij meemaken, ontdekken en leren gebeurt ook online. Nederlands Jeugdinstituut maakte een online magazine over hoe je als professional jongeren hierbij kunt begeleiden, onder andere aan de hand van drie uitdagingen: identiteit, weerbaarheid en gedrag.

Identiteit, weerbaarheid en gedrag

Kijktip van Dejan Todorović

‘De serie Adolescence van Stephen Graham en Jack Thorne was heel heftig, maar liet zien hoe ver de invloed van figuren als Andrew Tate kan reiken. En hoe belangrijk het voor professionals is echt aan te sluiten bij de leefwereld van kinderen en jongeren.’ Te zien op Netflix.

Het is voor de meeste jongerenwerkers onmogelijk om alle online ontwikkelingen te volgen. Doxing, exposing, grooming of emoticons met een nieuwe betekenis voor insiders en de snelle opmars van AI; er is elke week wel iets nieuws, zegt Todorović. ‘Maar je kunt er wel samen met pionierende collega’s in duiken, inzichten delen in je organisatie en samen casuïstiek bespreken.’ Eppenhof zou graag vaker ervaringen met collega’s van andere organisaties uitwisselen. ‘Er is een spanningsveld tussen de gemeente waar je voor werkt en het feit dat het online gebied onbeperkt is. Daarom leg ik vaak met andere professionals contact, bijvoorbeeld om hen te attenderen op wat er in hun gebied gebeurt. Dit werk brengt allerlei ethische vragen met zich mee waar we niet genoeg over praten.’

Todorović vertelt over een sociaalwerkorganisatie die steeds een andere jongere vraagt om een maand lang trends op te halen, vanuit de gedachte dat hun algoritmes beter aansluiten bij andere jongeren. ‘Zij brengen dan samen met de jongere verontrustende trends en signalen waar ze iets mee moeten in kaart.’

Laatste tip van Todorović voor jongerenwerkers die het nog steeds moeilijk vinden om een begin te maken: ‘Ga ernaast zitten en vraag of de jongere wil laten zien wat hij of zij online allemaal doet en welke problemen hij of zij tegenkomt. Dan kun je daarna doen wat jongerenwerkers het beste doen: hen in het echte leven bijstaan.’

Wat doe je met signalen?

Dejan Todorović:

Geef bij signalen de jongere de kans om zelf tot een oplossing te komen. Als dat niet lukt, kun je alsnog interveniëren

Todorović vindt dat als er geen direct gevaar is voor de veiligheid, je als jongerenwerker niet direct hoeft in te grijpen. ‘Geef de jongere de kans om zelf tot een oplossing te komen. Als dat niet lukt, kun je alsnog interveniëren.’ Zoals een jongerenwerker hem vertelde: ‘Ik maak steeds een afweging: ga ik nu reageren, ga ik het later doen als ik die persoon op straat tegenkom, of doe ik het via een dm?’

Online kun je signalen oppikken die erop zouden kunnen duiden dat het niet goed gaat met iemand. Eppenhof merkt dat jongeren hun tijdlijn soms als dagboek gebruiken. Zo komen er weleens verontrustende verhalen langs. Wat doet ze daarmee? ‘Zo’n jongere heeft het me niet rechtstreeks verteld, maar ik heb het wel gezien.’ Daarbij komt ze soms voor lastige keuzes te staan. ‘Ik zit in iemands privéomgeving en omdat mij als jongerenwerker niet direct een hulpvraag wordt gesteld, kan ik niet zomaar tot actie overgaan. Ik heb eens in een online groep gezeten waarin pittige suïcidale uitspraken werden gedaan. Die uitspraken besprak ik met die jongeren wanneer ik ze fysiek zag. Of ik zei tegen hun ouders dat het misschien goed was om eens te kijken wat hun kind online plaatste. Maar vaak reageer ik alleen met een hartje of zeg ik: “Hé, je bent goed zoals je bent.” Dan krijg ik als reactie: “O ja, ik vergeet soms dat jij ook kunt meekijken.” Bij acute of blijvende twijfels over de veiligheid van een kind, zal ze altijd zeggen dat ze iets met het signaal moet doen. ‘Maar het blijft een ingewikkeld tussengebied.’

Codes leren kennen

Veel jongerenwerkers zijn handelingsverlegen: ze beseffen dat ze de codes niet kennen en zijn bang een raar figuur te slaan. Een jongerenwerker uit het onderzoek vertelt dat ze als commentaar kreeg: ‘Hee, wat is er met jouw Snap? Hij is dood,’ omdat ze nauwelijks berichten deelde. ‘Dus nu maak ik een fotootje van mijn koffie als ik wakker word, of als ik ergens buiten ben. Zo zien ze in ieder geval dat ik leef.’ Een ander vertelt dat ze jongeren met veel volgers vraagt om haar content te delen en belooft dat zij dat op haar beurt met die van hen zal doen. ‘Dat vinden ze geweldig.’

Eppenhof chat in de groepsapp en op Snapchat veel over haar activiteiten. ‘Maar ik gebruik social media ook individueel. Als ik via de chat met een jongere een afspraak plan, vraagt die vaak ook meteen iets over dingen die hem of haar bezighouden.’

Als zich online conflicten voordoen, adviseert ze de betrokkenen: dit kun je beter met elkaar in het echt bespreken. ‘In gesprekken vertellen jongeren me regelmatig over online ruzies, en ze vragen advies. Ik vraag wat ze zouden zeggen als ze elkaar in het echt zouden spreken, en benadruk dat online alles anders overkomt.’ Dat is een beetje opvoeden, beaamt ze. Maar het leren werkt twee kanten op. ‘Toen ik in een Snapchatgroep een foto van mezelf met een broccoli-achtergrond plaatste, kreeg ik als reactie: je bent echt een boomer, Katie! Of ze lachen me uit als ik een streak - een reeks van Snapchat-berichten - heb verbroken.’

Online jammen

In 7 stappen naar online aanwezigheid

Lees voor een verantwoording en uitleg bij de stappen de handreiking Echt zijn in de online leefwereld. Een handreiking voor jongerenwerkers.

  • Oriënteren: ga jongeren met veel volgers volgen om te ontdekken op welke apps ze zitten en over welke topics ze het hebben.

  • Bekendheid vergroten: zorg dat je zelf verschillende soorten content deelt, van informatief tot persoonlijk. Blijf zowel professioneel als authentiek. Gebruik je werkaccount, maar laat ook iets van jezelf zien.

  • Signaleren: inventariseer trends, interesses en talenten van jongeren en reageer op hulpvragen.

  • Contact leggen: dit doe je via online activiteiten en via een-op-een contact (dm of chat).

  • Een relatie opbouwen: toon oprechte interesse in het leven van jongeren door regelmatig te reageren op hun online content, posts en vragen.

  • Behoeften peilen: stel open vragen over hun behoeften, problemen en interesses.

  • Perspectief bieden: bied jongeren ondersteuning en begeleiding in hun proces naar volwassenheid door ze individueel of in groepsverband te begeleiden en eventueel door te verwijzen.

Om jongeren te ondersteunen bij hun ontwikkelingsbehoeften, kun je als jongerenwerker zeven stappen doorlopen.

Van de laagdrempeligheid, de bereikbaarheid en de ontplooiingsmogelijkheden voor talent kunnen jongerenwerkers mooi gebruikmaken. Zo vertelde een jongerenwerker die meewerkte aan Todorović’s onderzoek voor de handreiking dat hij offline contact had met een jongen die eenzaam was. ‘Omdat hij wist dat de jongen van muziek hield, voegde hij hem toe aan een Instagram- en Whatsappgroep voor jongeren die met muziek bezig waren,’ vertelt Todorović. ‘De jongen ging online mee jammen, en gaandeweg ook steeds vaker offline. Inmiddels zit hij in een bandje en is hij vrijwilliger bij het jongerenwerk.’

Offline contact blijft bij alle interacties die je als jongerenwerker kunt hebben belangrijk, zegt Todorović. ‘Social media en games zijn een fijn middel voor laagdrempelig contact en signalen oppikken. Dan kan er nog een online interventie tussen zitten, maar het grootste deel gebeurt uiteindelijk in de echte wereld.’

Holistisch benaderen

Dat sluit aan bij de bevindingen van Todorović. ‘Jongeren zien het niet als aparte werelden. In de praktijk zijn de on- en offline wereld voor hen één ding, je kunt het ‘t beste holistisch benaderen.’

Hoe kunnen jongerenwerkers op die ontwikkelingsbehoeften inspelen? ‘Ik zie de online leefwereld als net zo’n belangrijke plek om te zijn als de offline wereld,’ zegt jongerenwerker Katie Eppenhof. Ze zit op ‘Insta’, Snapchat, TikTok en WhatsApp. Dat is niet voor al haar collega’s vanzelfsprekend, merkt ze. Sommigen houden zich liever afzijdig of ‘vinden er iets van’ als mensen constant online zijn. ‘Ik zie online gewoon als een van de gebieden waarin ik werk.’ Ook online werkt Eppenhof volgens de presentiemethode: aandachtig zijn en aansluiten bij de ander. ‘Ik ben altijd en overal mezelf. Als je niet echt bent, voelen jongeren dat.’ Om te benadrukken dat ze een mens is, gebruikt ze geen officieel organisatieaccount, maar schrijf ze onder haar eigen naam. ‘Voor een jongere is het laagdrempeliger om “Katie” even een bericht te sturen. Uiteindelijk vinden ze een fysiek gesprek ook altijd fijn.’

Andere vorm

Katie Eppenhof:

Jongeren sturen makkelijker even een berichtje naar “Katie” dan naar mijn organisatie

De ontwikkelingsbehoeften van jongeren zijn online in grote lijnen hetzelfde als offline, zoals het ontwikkelen van zelfstandigheid, identiteitsvorming en de behoefte aan sociale contacten met leeftijdsgenoten. Maar online krijgen die behoeften soms een andere vorm. Zoals het leren omgaan met de overvloedig aanwezige online informatie, want juist voor een zich ontwikkelend brein is het moeilijk om daar onderscheid in te maken.

‘Jongeren kunnen online makkelijker ontdekken of zij homo zijn of niet, en experimenteren met hun identiteit,’ zegt Todorović. Ook online privacy en veiligheid is iets waar jongeren al doende mee leren omgaan. ‘Dan gaat het om vragen als: welke gegevens deel je, stuur je zomaar naaktfoto’s naar een ander en zet je gevoelige informatie op je open Instagram-account?’

Per leeftijdscategorie verschillen de behoeften. ‘Kinderen van 10 tot 15 jaar willen graag vrienden maken, gezellig doen en zoeken naar bevestiging, net als in de offline wereld,’ vertelt Todorović. Adolescenten tussen de 16 en 19 zijn minder breed geïnteresseerd en focussen op een kleinere groep mensen. Intimiteit en seks worden belangrijker. ‘Maar ook praktische vragen komen op, zoals: wat komt er allemaal op je af als je 18 wordt?’ Jongeren tussen de 20 en 23 jaar zijn volgens de onderzoeker een stuk autonomer. ‘Zij zijn bezig met werk, vervolgstudie en het inzetten van hun talent.’

Snapchat, TikTok, Instagram, Discord (voor gamers), Telegram en in mindere mate Whatsapp. De online wereld speelt een steeds grotere rol in het leven en de ontwikkeling van jongeren. Al is het maar vanwege de lange tijd die zij online doorbrengen: gemiddeld zeven uur per dag (volgens de laatste cijfers uit 2020). Onderzoeker Dejan Todorović bracht een handreiking uit over de vraag hoe professionals jongeren online bij hun ontwikkeling kunt ondersteunen. Todorović: ‘De online leefwereld biedt jongeren allerlei mogelijkheden, bijvoorbeeld om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen, andere jongeren te ontmoeten, vriendschappen op te bouwen, te experimenteren met verschillende aspecten van hun identiteit, met relaties en intimiteit, nieuwe vaardigheden aan te leren en makkelijker ondersteuning te vinden voor hun vragen en problemen.’

Maar kwetsbare jongeren zijn online vaak ook de dupe, zegt Todorović. ‘Zo lopen kinderen die thuis mishandeld worden een groter risico om er geronseld, gegroomd, exposed of gepest te worden. Daarom is het ook belangrijk om als professional online aanwezig te zijn.’

Katie Eppenhof is jongerenwerker bij R-Newt, het kinder- en jongerenwerk van ContourdeTwern in Tilburg. In 2024 was ze Sociaal werker van het Jaar en momenteel is ze ambassadeur voor het sociaal werk.

Dejan Todorović is senior onderzoeker bij de Hogeschool van Amsterdam. Voor de Rijksuniversiteit Groningen doet hij promotieonderzoek naar de positie van het jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren.

achtergrond

7,5 min.

Sociaal Werk werkt!

Annette Wiesman

Jongeren die thuis problemen hebben, zijn online vaak openhartiger dan in een gesprek. Daarom is het belangrijk om als professional zelf ook actief te zijn op hun kanalen en media. Op welke manier? En wat doe je met verontrustende signalen?

Zijn waar ‘jouw’ jongeren zijn

Deel dit artikel:

Door het gebruik van social media verloopt de identiteitsontwikkeling van jongeren tegenwoordig anders dan voorheen. Hoe? Daarover gaat dit kennisdossier van het Nederlands Jeugdinstituut.

Social media & identiteitsontwikkeling

Jongeren die meer bewegen, lijken minder vatbaar voor de negatieve kanten van social mediagebruik, zoals angst en depressieve gevoelens, blijkt uit een vergelijken van de meest recente en relevante onderzoeken. Op de website van Trimbos Instituut vind je welke persoonlijke eigenschappen en omgevingsfactoren hierbij nog meer een rol spelen.

De impact van social media op mentaal welzijn

De online wereld is voor jongeren niet los te zien van de fysiek wereld. Alles wat zij meemaken, ontdekken en leren gebeurt ook online. Nederlands Jeugdinstituut maakte een online magazine over hoe je als professional jongeren hierbij kunt begeleiden, onder andere aan de hand van drie uitdagingen: identiteit, weerbaarheid en gedrag.

Identiteit, weerbaarheid en gedrag

Kijktip van Dejan Todorović

‘De serie Adolescence van Stephen Graham en Jack Thorne was heel heftig, maar liet zien hoe ver de invloed van figuren als Andrew Tate kan reiken. En hoe belangrijk het voor professionals is echt aan te sluiten bij de leefwereld van kinderen en jongeren.’ Te zien op Netflix.

Het is voor de meeste jongerenwerkers onmogelijk om alle online ontwikkelingen te volgen. Doxing, exposing, grooming of emoticons met een nieuwe betekenis voor insiders en de snelle opmars van AI; er is elke week wel iets nieuws, zegt Todorović. ‘Maar je kunt er wel samen met pionierende collega’s in duiken, inzichten delen in je organisatie en samen casuïstiek bespreken.’ Eppenhof zou graag vaker ervaringen met collega’s van andere organisaties uitwisselen. ‘Er is een spanningsveld tussen de gemeente waar je voor werkt en het feit dat het online gebied onbeperkt is. Daarom leg ik vaak met andere professionals contact, bijvoorbeeld om hen te attenderen op wat er in hun gebied gebeurt. Dit werk brengt allerlei ethische vragen met zich mee waar we niet genoeg over praten.’

Todorović vertelt over een sociaalwerkorganisatie die steeds een andere jongere vraagt om een maand lang trends op te halen, vanuit de gedachte dat hun algoritmes beter aansluiten bij andere jongeren. ‘Zij brengen dan samen met de jongere verontrustende trends en signalen waar ze iets mee moeten in kaart.’

Laatste tip van Todorović voor jongerenwerkers die het nog steeds moeilijk vinden om een begin te maken: ‘Ga ernaast zitten en vraag of de jongere wil laten zien wat hij of zij online allemaal doet en welke problemen hij of zij tegenkomt. Dan kun je daarna doen wat jongerenwerkers het beste doen: hen in het echte leven bijstaan.’

Bespreken met collega’s

Todorović vindt dat als er geen direct gevaar is voor de veiligheid, je als jongerenwerker niet direct hoeft in te grijpen. ‘Geef de jongere de kans om zelf tot een oplossing te komen. Als dat niet lukt, kun je alsnog interveniëren.’ Zoals een jongerenwerker hem vertelde: ‘Ik maak steeds een afweging: ga ik nu reageren, ga ik het later doen als ik die persoon op straat tegenkom, of doe ik het via een dm?’

Dejan Todorović:

Geef bij signalen de jongere de kans om zelf tot een oplossing te komen. Als dat niet lukt, kun je alsnog interveniëren

Online kun je signalen oppikken die erop zouden kunnen duiden dat het niet goed gaat met iemand. Eppenhof merkt dat jongeren hun tijdlijn soms als dagboek gebruiken. Zo komen er weleens verontrustende verhalen langs. Wat doet ze daarmee? ‘Zo’n jongere heeft het me niet rechtstreeks verteld, maar ik heb het wel gezien.’ Daarbij komt ze soms voor lastige keuzes te staan. ‘Ik zit in iemands privéomgeving en omdat mij als jongerenwerker niet direct een hulpvraag wordt gesteld, kan ik niet zomaar tot actie overgaan. Ik heb eens in een online groep gezeten waarin pittige suïcidale uitspraken werden gedaan. Die uitspraken besprak ik met die jongeren wanneer ik ze fysiek zag. Of ik zei tegen hun ouders dat het misschien goed was om eens te kijken wat hun kind online plaatste. Maar vaak reageer ik alleen met een hartje of zeg ik: “Hé, je bent goed zoals je bent.” Dan krijg ik als reactie: “O ja, ik vergeet soms dat jij ook kunt meekijken.” Bij acute of blijvende twijfels over de veiligheid van een kind, zal ze altijd zeggen dat ze iets met het signaal moet doen. ‘Maar het blijft een ingewikkeld tussengebied.’

Wat doe je met signalen?

Veel jongerenwerkers zijn handelingsverlegen: ze beseffen dat ze de codes niet kennen en zijn bang een raar figuur te slaan. Een jongerenwerker uit het onderzoek vertelt dat ze als commentaar kreeg: ‘Hee, wat is er met jouw Snap? Hij is dood,’ omdat ze nauwelijks berichten deelde. ‘Dus nu maak ik een fotootje van mijn koffie als ik wakker word, of als ik ergens buiten ben. Zo zien ze in ieder geval dat ik leef.’ Een ander vertelt dat ze jongeren met veel volgers vraagt om haar content te delen en belooft dat zij dat op haar beurt met die van hen zal doen. ‘Dat vinden ze geweldig.’

Eppenhof chat in de groepsapp en op Snapchat veel over haar activiteiten. ‘Maar ik gebruik social media ook individueel. Als ik via de chat met een jongere een afspraak plan, vraagt die vaak ook meteen iets over dingen die hem of haar bezighouden.’

Als zich online conflicten voordoen, adviseert ze de betrokkenen: dit kun je beter met elkaar in het echt bespreken. ‘In gesprekken vertellen jongeren me regelmatig over online ruzies, en ze vragen advies. Ik vraag wat ze zouden zeggen als ze elkaar in het echt zouden spreken, en benadruk dat online alles anders overkomt.’ Dat is een beetje opvoeden, beaamt ze. Maar het leren werkt twee kanten op. ‘Toen ik in een Snapchatgroep een foto van mezelf met een broccoli-achtergrond plaatste, kreeg ik als reactie: je bent echt een boomer, Katie! Of ze lachen me uit als ik een streak - een reeks van Snapchat-berichten - heb verbroken.’

Codes leren kennen

In 7 stappen naar online aanwezigheid

Lees voor een verantwoording en uitleg bij de stappen de handreiking Echt zijn in de online leefwereld. Een handreiking voor jongerenwerkers.

  • Oriënteren: ga jongeren met veel volgers volgen om te ontdekken op welke apps ze zitten en over welke topics ze het hebben.

  • Bekendheid vergroten: zorg dat je zelf verschillende soorten content deelt, van informatief tot persoonlijk. Blijf zowel professioneel als authentiek. Gebruik je werkaccount, maar laat ook iets van jezelf zien.

  • Signaleren: inventariseer trends, interesses en talenten van jongeren en reageer op hulpvragen.

  • Contact leggen: dit doe je via online activiteiten en via een-op-een contact (dm of chat).

  • Een relatie opbouwen: toon oprechte interesse in het leven van jongeren door regelmatig te reageren op hun online content, posts en vragen.

  • Behoeften peilen: stel open vragen over hun behoeften, problemen en interesses.

  • Perspectief bieden: bied jongeren ondersteuning en begeleiding in hun proces naar volwassenheid door ze individueel of in groepsverband te begeleiden en eventueel door te verwijzen.

Om jongeren te ondersteunen bij hun ontwikkelingsbehoeften, kun je als jongerenwerker zeven stappen doorlopen.

Van de laagdrempeligheid, de bereikbaarheid en de ontplooiingsmogelijkheden voor talent kunnen jongerenwerkers mooi gebruikmaken. Zo vertelde een jongerenwerker die meewerkte aan Todorović’s onderzoek voor de handreiking dat hij offline contact had met een jongen die eenzaam was. ‘Omdat hij wist dat de jongen van muziek hield, voegde hij hem toe aan een Instagram- en Whatsappgroep voor jongeren die met muziek bezig waren,’ vertelt Todorović. ‘De jongen ging online mee jammen, en gaandeweg ook steeds vaker offline. Inmiddels zit hij in een bandje en is hij vrijwilliger bij het jongerenwerk.’

Offline contact blijft bij alle interacties die je als jongerenwerker kunt hebben belangrijk, zegt Todorović. ‘Social media en games zijn een fijn middel voor laagdrempelig contact en signalen oppikken. Dan kan er nog een online interventie tussen zitten, maar het grootste deel gebeurt uiteindelijk in de echte wereld.’

Online jammen

Dat sluit aan bij de bevindingen van Todorović. ‘Jongeren zien het niet als aparte werelden. In de praktijk zijn de on- en offline wereld voor hen één ding, je kunt het ‘t beste holistisch benaderen.’

Hoe kunnen jongerenwerkers op die ontwikkelingsbehoeften inspelen? ‘Ik zie de online leefwereld als net zo’n belangrijke plek om te zijn als de offline wereld,’ zegt jongerenwerker Katie Eppenhof. Ze zit op ‘Insta’, Snapchat, TikTok en WhatsApp. Dat is niet voor al haar collega’s vanzelfsprekend, merkt ze. Sommigen houden zich liever afzijdig of ‘vinden er iets van’ als mensen constant online zijn. ‘Ik zie online gewoon als een van de gebieden waarin ik werk.’ Ook online werkt Eppenhof volgens de presentiemethode: aandachtig zijn en aansluiten bij de ander. ‘Ik ben altijd en overal mezelf. Als je niet echt bent, voelen jongeren dat.’ Om te benadrukken dat ze een mens is, gebruikt ze geen officieel organisatieaccount, maar schrijf ze onder haar eigen naam. ‘Voor een jongere is het laagdrempeliger om “Katie” even een bericht te sturen. Uiteindelijk vinden ze een fysiek gesprek ook altijd fijn.’

Holistisch benaderen

Katie Eppenhof:

Jongeren sturen makkelijker even een berichtje naar “Katie” dan naar mijn organisatie

De ontwikkelingsbehoeften van jongeren zijn online in grote lijnen hetzelfde als offline, zoals het ontwikkelen van zelfstandigheid, identiteitsvorming en de behoefte aan sociale contacten met leeftijdsgenoten. Maar online krijgen die behoeften soms een andere vorm. Zoals het leren omgaan met de overvloedig aanwezige online informatie, want juist voor een zich ontwikkelend brein is het moeilijk om daar onderscheid in te maken.

‘Jongeren kunnen online makkelijker ontdekken of zij homo zijn of niet, en experimenteren met hun identiteit,’ zegt Todorović. Ook online privacy en veiligheid is iets waar jongeren al doende mee leren omgaan. ‘Dan gaat het om vragen als: welke gegevens deel je, stuur je zomaar naaktfoto’s naar een ander en zet je gevoelige informatie op je open Instagram-account?’

Per leeftijdscategorie verschillen de behoeften. ‘Kinderen van 10 tot 15 jaar willen graag vrienden maken, gezellig doen en zoeken naar bevestiging, net als in de offline wereld,’ vertelt Todorović. Adolescenten tussen de 16 en 19 zijn minder breed geïnteresseerd en focussen op een kleinere groep mensen. Intimiteit en seks worden belangrijker. ‘Maar ook praktische vragen komen op, zoals: wat komt er allemaal op je af als je 18 wordt?’ Jongeren tussen de 20 en 23 jaar zijn volgens de onderzoeker een stuk autonomer. ‘Zij zijn bezig met werk, vervolgstudie en het inzetten van hun talent.’

Andere vorm

Snapchat, TikTok, Instagram, Discord (voor gamers), Telegram en in mindere mate Whatsapp. De online wereld speelt een steeds grotere rol in het leven en de ontwikkeling van jongeren. Al is het maar vanwege de lange tijd die zij online doorbrengen: gemiddeld zeven uur per dag (volgens de laatste cijfers uit 2020). Onderzoeker Dejan Todorović bracht een handreiking uit over de vraag hoe professionals jongeren online bij hun ontwikkeling kunt ondersteunen. Todorović: ‘De online leefwereld biedt jongeren allerlei mogelijkheden, bijvoorbeeld om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen, andere jongeren te ontmoeten, vriendschappen op te bouwen, te experimenteren met verschillende aspecten van hun identiteit, met relaties en intimiteit, nieuwe vaardigheden aan te leren en makkelijker ondersteuning te vinden voor hun vragen en problemen.’

Maar kwetsbare jongeren zijn online vaak ook de dupe, zegt Todorović. ‘Zo lopen kinderen die thuis mishandeld worden een groter risico om er geronseld, gegroomd, exposed of gepest te worden. Daarom is het ook belangrijk om als professional online aanwezig te zijn.’

Katie Eppenhof is jongerenwerker bij R-Newt, het kinder- en jongerenwerk van ContourdeTwern in Tilburg. In 2024 was ze Sociaal werker van het Jaar en momenteel is ze ambassadeur voor het sociaal werk.

Dejan Todorović is senior onderzoeker bij de Hogeschool van Amsterdam. Voor de Rijksuniversiteit Groningen doet hij promotieonderzoek naar de positie van het jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren.

  • In dit actieplan wordt beschreven hoe de gemeente Amsterdam de omgang met de online wereld veel breder moeten aanpakken: niet alleen jongerenwerkers zouden zich erin moeten verdiepen, maar iedereen die met jongeren werkt.

  • Deze handreiking informeert over fenomenen, gevaren en kansen in de online leefwereld van jongeren.

Meer weten over online aanwezigheid? 

achtergrond

7,5 min.

Sociaal Werk werkt!

Annette Wiesman

Jongeren die thuis problemen hebben, zijn online vaak openhartiger dan in een gesprek. Daarom is het belangrijk om als professional zelf ook actief te zijn op hun kanalen en media. Op welke manier? En wat doe je met verontrustende signalen?

Zijn waar ‘jouw’ jongeren zijn

Augeo Magazine: Hét online tijdschrift over veilig opgroeien

Professionals en beleidsmakers bijpraten over de nieuwste ontwikkelingen, onderzoeken, dilemma’s en besluiten rond de veiligheid van kinderen. Dat doet Augeo Foundation al 15 jaar met onder andere e-learnings, bijeenkomsten en Augeo Magazine. Ons magazine verschijnt 5x per jaar. Meld je aan om gratis abonnee te worden.
Volledig scherm