Bron: Sanne Eggen

Vergroten van veiligheid in gezinnen

Margreet Timmer van TIMM Consultancy vertelt in deze podcast over veiligheid in gezinnen: wat werkt bij het maken van veiligheidsafspraken en het vergroten van veiligheid? Ze geeft veel informatie en praktische handvatten.

Illusie loslaten

Het verschil tussen ouderschap en opvoederschap

Meer over het verschil tussen ouderschap en opvoederschap lees je in dit interview met em. professor dr. Herman Baartman.

Wat is veiligheid?

Eggen en Jeurissen komen veel professionals tegen die zich verantwoordelijk voelen voor de veiligheid in gezinnen waarmee ze werken. Volgens Eggen zou het hen helpen om daarop te reflecteren, want dit gevoel brengt vaak met zich mee dat hulpverleners gaan sturen en bepalen wat goed is voor een gezin. ‘Het is een illusie dat je als hulpverlener de veiligheid in een gezin kunt garanderen.’ Want ga maar na: je ziet ouders en kinderen hooguit een paar uur per week. En als hulpverlener ben je een passant.

Wat kun je dan wel doen? Eggen: ‘Je kunt een gezin helpen om samen met jou en mensen die bij hen horen een veiligheidsplan te maken.’ Het is aan de hulpverleners om ouders te faciliteren bij het nadenken over zo’n plan en samen de kaders van veiligheid en onveiligheid te bepalen.

Eggen hoopt dat een meer open houding van hulpverleners meer ouders over de streep zal trekken om hulp te vragen als het thuis niet veilig is. Minder dan 1 procent durft dat nu, blijkt uit onderzoek van Boer, Danoe e.a. (2022). Eggen: ‘Hun grootste angst is dat we de kinderen uit huis halen. Het is aan ons als hulpverleners om ouders het vertrouwen te geven dat ze eerlijk kunnen zijn zonder dat ze meteen aan de hoogste boom worden gehangen.’

Het helpt om het verschil tussen ouderschap en opvoederschap aan ouders uit te leggen, is hun ervaring. Jeurissen: ‘Wij gaan ervanuit dat geen enkele ouder het slecht voorheeft met zijn kind. Dan heb je het over ouderschap. Maar in het opvoederschap kunnen er wel dingen misgaan.
Als je ouders op die manier benadert, voelen ze dat je geen twijfel hebt over hun intenties. En accepteren ze eerder dat je het moet hebben over hun opvoederschap, omdat daarin dingen gebeuren die niet oké zijn.’

In het contact met een gezin kan een nieuwsgierige houding helpen, denkt Eggen. ‘Als je je ervan bewust bent dat er meerdere perspectieven op veiligheid zijn, stel je ook eerder open vragen aan een gezin, over hun perspectief. Wat is jullie verhaal? Wat speelt er volgens jullie? En wat zou helpen?’

Jeurissen: ‘Het zou goed zijn als we veel meer luisteren naar de gezinnen, naar ouders én kinderen. Het gaat erom dat je echt met elkaar in gesprek raakt. Hoe zijn jullie in deze situatie terechtgekomen? Hoe veilig vinden jullie het zelf voor je kinderen? Het perspectief van de kinderen moet ook meetellen. Wanneer voelen zij zich onveilig? Van wie krijgen ze steun en een aai over hun bol?’

Eggen, die ook als hulpverlener werkt, vertelt over de moeder die ’s avonds in slaap viel nadat ze twee joints had gerookt. Ze werd niet wakker als de kinderen haar vanuit hun slaapkamers riepen. Nadat ze dat met haar had besproken, nodigde de moeder ’s avonds een buurvrouw uit als zij een jointje rookte. ‘Dat was niet mijn oplossing, maar deze moeder nam wel zelf verantwoordelijkheid.’

Eggen voegt toe: ‘Als we niet met het opgeheven vingertje aankomen, maar oprecht openstaan voor hun verhaal, draagt dat eraan bij dat mensen durven vertellen wat er speelt.’

Opvoederschap

Meerdere perspectieven

Ze geeft het voorbeeld van een meisje met een stofwisselingsziekte. Zij en haar ouders kwamen onregelmatig op afspraken in het ziekenhuis. De jeugdhulpverleners vonden dat niet zo’n punt. Tot ze de kinderarts spraken. Die vertelde dat het levensbedreigend kon zijn om een afspraak niet na te komen.

Ook nieuwsgierigheid naar het perspectief van andere collega’s en ketenpartners kan inzichten opleveren. Waarom geef jij een 3 en de ander een 7? Jeurissen: ‘In de praktijk zien we vaak dat ieder aan zijn eigen kant blijft staan en dat hulpverleners elkaar proberen te overtuigen van hun eigen standpunt. Als je niet oppast, is iedereen aan zijn eigen veiligheidsplan aan het werken.’

Eggen en Jeurissen proberen juist te laten zien hoe je bruggen slaat en openstaat voor hoe collega’s en ketenpartners over de veiligheid van een gezin denken. ‘Dat helpt om het hele verhaal rondom een gezin helder te krijgen,’ zegt Eggen. ‘Het kan heel goed zijn dat die ander dingen weet of aan dingen denkt die jij zelf niet had kunnen bedenken.’

Ja, er is een ondergrens waar iedereen het over eens is. Kinderen slaan mag niet, dat is zelfs in de wet vastgelegd. En het is onverantwoord als een 2-jarige urenlang alleen wordt gelaten. Of als een kind van 8 maar één boterham per dag te eten krijgt. Eggen: ‘Maar veel vaker gaat het over situaties die niet direct duidelijk zijn.’

Over verwaarlozing en middelengebruik bijvoorbeeld. Hoe beoordeel je de situatie in een gezin waar een kind van 9 elke dag van drie uur ’s middags tot acht uur ’s avonds alleen is en voor zijn eigen eten moet zorgen? En is het wel of niet oké als een moeder van twee schoolgaande kinderen elke avond twee jointjes rookt en dan om acht uur op de bank in slaap valt? Jeurissen: ‘Wij vinden het belangrijk dat het gesprek daarover op gang komt. Daardoor word je je als hulpverlener bewust van hoe je zelf naar veiligheid kijkt. En hoe je eigen normen en waarden meespelen in je professioneel handelen.’

Casus

Een vader en moeder zitten op de bank in de woonkamer. Vlak naast hen ligt hun baby in de box. De twee krijgen een heftige ruzie. De moeder schreeuwt, de vader gaat boven op haar zitten. Als ze zich los weet te vechten, brengt ze de baby naar de slaapkamer. Daarna gaat de ruzie weer door. Even later belt de moeder haar vader en schoonvader, en vraagt ze om langs te komen.

Wanneer ook andere ketenpartners deelnemen, zoals medewerkers van scholen en de Raad voor de Kinderbescherming, zijn de verschillen in beoordeling vaak nog groter. ‘Veiligheid is een vaag begrip, waar we allemaal een ander idee over hebben, dat maakt deze oefening duidelijk,’ zegt Eggen.

Hoe veilig is deze situatie? Die vraag leggen Sanne Eggen en Miriam Jeurissen vaak voor aan de deelnemers van hun trainingen voor professionals in de jeugdzorg. De ene deelnemer geeft het rapportcijfer 6: voldoende veilig. De ander komt niet verder dan een 3 of 4.

Tijdens iedere training blijkt opnieuw hoe verschillend hulpverleners dezelfde situaties in gezinnen beoordelen, vertellen Eggen en Jeurissen. ‘De ene hulpverlener denkt: deze moeder zorgde voor veiligheid: ze bracht haar kind naar een rustiger plek en riep hulp in van vertrouwde mensen,’ vertelt Jeurissen. ‘De ander zegt: “Ik vind dit heel ernstig. Er werd hard geschreeuwd in aanwezigheid van de baby en de vader probeerde de moeder met geweld te overmeesteren.”’

Deel deze pagina

achtergrond

5 min.

Ditty Eimers

Bruggen slaan

Onduidelijke situaties

Professionals kunnen verschillende ideeën hebben over de veiligheid binnen een gezin. Maar dat hoeft goede hulpverlening helemaal niet in de weg te staan, zeggen trainers Sanne Eggen en Miriam Jeurissen. ‘De ander weet misschien dingen die jij niet weet.’

Het complete plaatje

Fysieke veiligheid

Emotionele veiligheid

Er mogen zijn

Adequaat opvoeden

Geen dreiging of bedreiging

Geen geweld

Geborgenheid

Geen angst hebben

Voorzien worden in je basisbehoeften

Een optimale ontwikkeling

Veiligheid is een gevoel

‘We zien vaak dat hulpverleners elkaar proberen te overtuigen van hun eigen standpunt

Miriam Jeurissen:

Sanne Eggen is eigenaar van Visie op Jeugd en Miriam Jeurissen is maatschappelijk werker. Ze werken samen vanuit Samen voor Veiligheid, onderdeel van Visie op Jeugd, en geven trainingen, intervisie en coaching.

Deel deze pagina

Eggen en Jeurissen komen veel professionals tegen die zich verantwoordelijk voelen voor de veiligheid in gezinnen waarmee ze werken. Volgens Eggen zou het hen helpen om daarop te reflecteren, want dit gevoel brengt vaak met zich mee dat hulpverleners gaan sturen en bepalen wat goed is voor een gezin. ‘Het is een illusie dat je als hulpverlener de veiligheid in een gezin kunt garanderen.’ Want ga maar na: je ziet ouders en kinderen hooguit een paar uur per week. En als hulpverlener ben je een passant.

Wat kun je dan wel doen? Eggen: ‘Je kunt een gezin helpen om samen met jou en mensen die bij hen horen een veiligheidsplan te maken.’ Het is aan de hulpverleners om ouders te faciliteren bij het nadenken over zo’n plan en samen de kaders van veiligheid en onveiligheid te bepalen.

Vergroten van veiligheid in gezinnen

Margreet Timmer van TIMM Consultancy vertelt in deze podcast over veiligheid in gezinnen: wat werkt bij het maken van veiligheidsafspraken en het vergroten van veiligheid? Ze geeft veel informatie en praktische handvatten.

Illusie loslaten

Eggen hoopt dat een meer open houding van hulpverleners meer ouders over de streep zal trekken om hulp te vragen als het thuis niet veilig is. Minder dan 1 procent durft dat nu, blijkt uit onderzoek van Boer, Danoe e.a. (2022). Eggen: ‘Hun grootste angst is dat we de kinderen uit huis halen. Het is aan ons als hulpverleners om ouders het vertrouwen te geven dat ze eerlijk kunnen zijn zonder dat ze meteen aan de hoogste boom worden gehangen.’

Het helpt om het verschil tussen ouderschap en opvoederschap aan ouders uit te leggen, is hun ervaring. Jeurissen: ‘Wij gaan ervanuit dat geen enkele ouder het slecht voorheeft met zijn kind. Dan heb je het over ouderschap. Maar in het opvoederschap kunnen er wel dingen misgaan.
Als je ouders op die manier benadert, voelen ze dat je geen twijfel hebt over hun intenties. En accepteren ze eerder dat je het moet hebben over hun opvoederschap, omdat daarin dingen gebeuren die niet oké zijn.’

Het verschil tussen ouderschap en opvoederschap

Meer over het verschil tussen ouderschap en opvoederschap lees je in dit interview met em. professor dr. Herman Baartman.

Opvoederschap

In het contact met een gezin kan een nieuwsgierige houding helpen, denkt Eggen. ‘Als je je ervan bewust bent dat er meerdere perspectieven op veiligheid zijn, stel je ook eerder open vragen aan een gezin, over hun perspectief. Wat is jullie verhaal? Wat speelt er volgens jullie? En wat zou helpen?’

Jeurissen: ‘Het zou goed zijn als we veel meer luisteren naar de gezinnen, naar ouders én kinderen. Het gaat erom dat je echt met elkaar in gesprek raakt. Hoe zijn jullie in deze situatie terechtgekomen? Hoe veilig vinden jullie het zelf voor je kinderen? Het perspectief van de kinderen moet ook meetellen. Wanneer voelen zij zich onveilig? Van wie krijgen ze steun en een aai over hun bol?’

Eggen, die ook als hulpverlener werkt, vertelt over de moeder die ’s avonds in slaap viel nadat ze twee joints had gerookt. Ze werd niet wakker als de kinderen haar vanuit hun slaapkamers riepen. Nadat ze dat met haar had besproken, nodigde de moeder ’s avonds een buurvrouw uit als zij een jointje rookte. ‘Dat was niet mijn oplossing, maar deze moeder nam wel zelf verantwoordelijkheid.’

Eggen voegt toe: ‘Als we niet met het opgeheven vingertje aankomen, maar oprecht openstaan voor hun verhaal, draagt dat eraan bij dat mensen durven vertellen wat er speelt.’

Meerdere perspectieven

Ze geeft het voorbeeld van een meisje met een stofwisselingsziekte. Zij en haar ouders kwamen onregelmatig op afspraken in het ziekenhuis. De jeugdhulpverleners vonden dat niet zo’n punt. Tot ze de kinderarts spraken. Die vertelde dat het levensbedreigend kon zijn om een afspraak niet na te komen.

‘We zien vaak dat hulpverleners elkaar proberen te overtuigen van hun eigen standpunt

Miriam Jeurissen:

Ook nieuwsgierigheid naar het perspectief van andere collega’s en ketenpartners kan inzichten opleveren. Waarom geef jij een 3 en de ander een 7? Jeurissen: ‘In de praktijk zien we vaak dat ieder aan zijn eigen kant blijft staan en dat hulpverleners elkaar proberen te overtuigen van hun eigen standpunt. Als je niet oppast, is iedereen aan zijn eigen veiligheidsplan aan het werken.’

Eggen en Jeurissen proberen juist te laten zien hoe je bruggen slaat en openstaat voor hoe collega’s en ketenpartners over de veiligheid van een gezin denken. ‘Dat helpt om het hele verhaal rondom een gezin helder te krijgen,’ zegt Eggen. ‘Het kan heel goed zijn dat die ander dingen weet of aan dingen denkt die jij zelf niet had kunnen bedenken.’

Bruggen slaan

Bron: Sanne Eggen

Wat is veiligheid?

Geen dreiging of bedreiging

Geen geweld

Er mogen zijn

Geen angst hebben

Adequaat opvoeden

Emotionele veiligheid

Fysieke veiligheid

Veiligheid is een gevoel

Geborgenheid

Voorzien worden in je basisbehoeften

Een optimale ontwikkeling

Ja, er is een ondergrens waar iedereen het over eens is. Kinderen slaan mag niet, dat is zelfs in de wet vastgelegd. En het is onverantwoord als een 2-jarige urenlang alleen wordt gelaten. Of als een kind van 8 maar één boterham per dag te eten krijgt. Eggen: ‘Maar veel vaker gaat het over situaties die niet direct duidelijk zijn.’

Over verwaarlozing en middelengebruik bijvoorbeeld. Hoe beoordeel je de situatie in een gezin waar een kind van 9 elke dag van drie uur ’s middags tot acht uur ’s avonds alleen is en voor zijn eigen eten moet zorgen? En is het wel of niet oké als een moeder van twee schoolgaande kinderen elke avond twee jointjes rookt en dan om acht uur op de bank in slaap valt? Jeurissen: ‘Wij vinden het belangrijk dat het gesprek daarover op gang komt. Daardoor word je je als hulpverlener bewust van hoe je zelf naar veiligheid kijkt. En hoe je eigen normen en waarden meespelen in je professioneel handelen.’

Onduidelijke situaties

Wanneer ook andere ketenpartners deelnemen, zoals medewerkers van scholen en de Raad voor de Kinderbescherming, zijn de verschillen in beoordeling vaak nog groter. ‘Veiligheid is een vaag begrip, waar we allemaal een ander idee over hebben, dat maakt deze oefening duidelijk,’ zegt Eggen.

Een vader en moeder zitten op de bank in de woonkamer. Vlak naast hen ligt hun baby in de box. De twee krijgen een heftige ruzie. De moeder schreeuwt, de vader gaat boven op haar zitten. Als ze zich los weet te vechten, brengt ze de baby naar de slaapkamer. Daarna gaat de ruzie weer door. Even later belt de moeder haar vader en schoonvader, en vraagt ze om langs te komen.

Casus

Sanne Eggen is eigenaar van Visie op Jeugd en Miriam Jeurissen is maatschappelijk werker. Ze werken samen vanuit Samen voor Veiligheid, onderdeel van Visie op Jeugd, en geven trainingen, intervisie en coaching.

Hoe veilig is deze situatie? Die vraag leggen Sanne Eggen en Miriam Jeurissen vaak voor aan de deelnemers van hun trainingen voor professionals in de jeugdzorg. De ene deelnemer geeft het rapportcijfer 6: voldoende veilig. De ander komt niet verder dan een 3 of 4.

Tijdens iedere training blijkt opnieuw hoe verschillend hulpverleners dezelfde situaties in gezinnen beoordelen, vertellen Eggen en Jeurissen. ‘De ene hulpverlener denkt: deze moeder zorgde voor veiligheid: ze bracht haar kind naar een rustiger plek en riep hulp in van vertrouwde mensen,’ vertelt Jeurissen. ‘De ander zegt: “Ik vind dit heel ernstig. Er werd hard geschreeuwd in aanwezigheid van de baby en de vader probeerde de moeder met geweld te overmeesteren.”’

Professionals kunnen verschillende ideeën hebben over de veiligheid binnen een gezin. Maar dat hoeft goede hulpverlening helemaal niet in de weg te staan, zeggen trainers Sanne Eggen en Miriam Jeurissen. ‘De ander weet misschien dingen die jij niet weet.’

5 min.

Het complete plaatje

achtergrond

Ditty Eimers

Augeo Magazine: Hét online tijdschrift over veilig opgroeien

Professionals en beleidsmakers bijpraten over de nieuwste ontwikkelingen, onderzoeken, dilemma’s en besluiten rond de veiligheid van kinderen. Dat doet Augeo Foundation al 15 jaar met onder andere e-learnings, bijeenkomsten en Augeo Magazine. Ons magazine verschijnt 5x per jaar. Meld je aan om gratis abonnee te worden.
Volledig scherm