Samen zwemmen
‘Als ze moeten kiezen tussen gezondheid en vaste lasten, is het al snel: laat die traumabehandeling maar zitten’
‘Deze jongeren hebben complexe problemen, maar zijn zélf niet problematisch’
‘Deze jongeren waren lange tijd alleen bezig met overleven, nu mogen ze ademhalen’
Jongeren krijgen een jaar lang 1300 euro per maand om hun toekomst op te bouwen en dak- en thuisloosheid te voorkomen
Kijk voor meer informatie op de website van het Bouwdepot.
Bekijk hier een animatievideo over het verhaal van Damian (2.53 min):
Damian en het Bouwdepot
Doelgroep: de precieze doelgroep wordt in overleg met de gemeente bepaald, maar het gaat altijd om jongeren in een onveilige of problematische leefsituatie, jongeren die niet kunnen rekenen op financiële steun van ouders of verzorgers en er is sprake van meervoudige problematiek. Ze komen in aanmerking voor begeleiding van een zorgorganisatie.
Uitvoering: stichting Bouwdepot ondersteunt en adviseert gemeenten bij het opzetten en borgen van de aanpak. In elke gemeente wordt nauw samengewerkt met lokale zorg- en welzijnsorganisaties die de jongeren begeleiden. De gemeente zorgt voor de subsidie en coördinatie door een lokale projectleider.
Financieel: een Bouwdepot is een schenking en hoort hierdoor niet tot het toetsingsinkomen van de deelnemer. Er hoeft geen schenkbelasting te worden betaald.
3x het Bouwdepot
In Amersfoort knuffelt Van Diermen nog even met Aiysa voordat ze er weer vandoor gaat. Awa vertelt hoe goed ze het doet op het kinderdagverbijf. ‘Ze is altijd vrolijk, zei de leidster. Maandagochtend gaan we weer zwemmen, moeder-babyzwemmen. Dat vindt ze heerlijk. Dat had ik anders ook nooit kunnen betalen.’
Ze ziet dat de jongeren vaak ‘bezuinigen’ op hun gezondheid. De eigen bijdrage maakt de drempel om hulp te zoeken hoger en ze worden soms gekort op hun uitkering als ze door een behandeling voor hun trauma’s in de financiële problemen komen en de vaste lasten niet kunnen betalen. Op die manier wordt het kiezen tussen gezondheid en vaste lasten. ‘Dan is het al snel: laat die traumabehandeling maar zitten.’
Het zijn vaak hulpverleners die gemeenten wijzen op het bestaan van het Bouwdepot. ‘Deze professionals weten over welke jongeren we het hebben. Ze zien dat veel jongeren in de knel zitten en daar hebben ze onvoldoende antwoord op. Wachten ze nog langer met het starten van deze aanpak, dan wordt de problematiek alleen maar groter. Dit is dus echt ook een preventieve aanpak.’
Den Haag kijkt inmiddels met belangstelling naar het werk van de stichting. Van der Kolk: ‘Er is onmacht over hoe onze aanpak ondersteunt kan worden omdat het niet binnen een bepaalde wet of regel past.’
Maar het Bouwdepot is geen quick fix, benadrukt Van der Kolk. De problemen waar deze jongeren mee kampen zijn vaak complex en na een jaar niet zomaar verdwenen, eventuele schulden nog niet allemaal afgelost. ‘De deelnemers hebben in dit jaar wel tijd om aan zichzelf te werken. De ene jongere gaat meteen op zoek naar een geschikte baan of opleiding, de andere heeft meer rust nodig en wil graag psychische hulp.’
Van der Kolk: ‘Het is belangrijk om te beseffen dat deze jongeren complexe problemen hebben, maar zélf niet problematisch zijn. Ze hebben de pech gehad om in armoede of in een disfunctioneel gezin te zijn geboren. Maar ze willen niet als zorgenkindje worden gezien en zien het Bouwdepot echt als een kans, een adempauze, tijd om het leven weer op rails te krijgen.’
Het Bouwdepot kan geen woonruimte uit de mouw schudden, maar maakt de kans op huisvesting wel groter. Soms is dat begeleid wonen. ‘Ze kunnen nu in ieder geval wel de borg betalen, veelal wordt twee keer de huur gevraagd.’
Gratis geld roept vaak allerlei associaties op. Alsof jongeren van de regelingen profiteren. Van der Kolk: ‘Het is voor beleidsmakers en politici heel moeilijk voor te stellen hoe het leven van deze jongeren eruitziet. Hoe ze zijn opgegroeid. Wat hebben ze allemaal meegemaakt.’ Ze vertelt hoe een van haar eerste deelnemers in Eindhoven vertelde dat ze zonder het Bouwdepot er niet meer was geweest. ‘Dat meisje had ook zoveel meegemaakt en was heel depressief. Dit jaar heeft haar gered, zegt ze.’
Amersfoort is een van de acht gemeenten die inmiddels met het Bouwdepot werken, vertelt Marleen van der Kolk, directeur en oprichter. Ze zet zich al meer dan twintig jaar in voor dak- en thuisloze jongeren in Nederland. ‘De feedback die we van de begeleiders en van de jongeren zelf hoorden, zijn de ingrediënten van het Bouwdepot geworden. Dit is niet achter een bureau bedacht, maar door de jongeren zelf.’
De gemeente Eindhoven ging in 2021 met de eerste dertig jongeren van start. En de aanpak blijkt te werken. Uit een zogeheten Maatschappelijke Kosten Baten Analyse die Stichting het Bouwdepot door bureau Cebeon heeft laten uitvoeren, blijkt dat het een ‘kosteneffectieve interventie’ is. De gemeentelijke investering is binnen drie jaar terug te verdienen, aldus de onderzoekers.
Deelnemers van het Bouwdepot krijgen ondersteuning waar nodig. Van Diermen: ‘Een meisje dat ik begeleid, gaat dit jaar in therapie. Daar is nu tijd en ruimte voor.’
De gesprekken die ze heeft met de jongeren, zijn veranderd, ziet ze. ‘Nu de bestaanszekerheid is geregeld, hebben we het veel meer over de essentie. Over de oorzaak van problemen, over hun dromen en talenten. Deze jongeren waren lange tijd alleen bezig met overleven, nu mogen ze ademhalen. En als hulpverlener ben ik nu niet alleen maar bezig met het systeem, met regelen.’
Van Diermen ziet nog een ander belangrijk effect; de jongeren mogen weer meedoen. ‘Ze kunnen nu weer een cadeautje voor iemands verjaardag kopen, schoenen voor zichzelf, een dagje naar Walibi, soms hebben ze al jaren hun verjaardag niet meer gevierd. We moeten niet onderschatten hoe belangrijk dat is.’
Natuurlijk gaan deelnemers weleens de mist in en hebben ze soms spijt van een te dure aankoop. ‘Maar dan gaan we daar het gesprek over aan. Je mag een foutje maken zonder meteen gestraft te worden. Dat geeft vertrouwen. Ze zijn ook nog zo jong. En de jongeren die ik heb begeleid, zien - soms voor het eerst - wat bestaanszekerheid betekent en dat gevoel willen ze niet meer kwijt.’
Met Awa gaat het voor het eerst in lange tijd bergopwaarts. Het appartement heeft alles veranderd. Ze lacht weer en haar vertrouwen in de toekomst groeit met de dag. Ze heeft het naar haar zin bij het distributiecentrum waar ze drie dagen per week werkt, de dagen dat haar dochter op de kinderopvang is. ‘Misschien dat ik later, wanneer Aisya naar school gaat, weer een opleiding kan volgen. Ik kook heel graag, ik wil eigenlijk later mijn eigen restaurant of catering beginnen.’ Van Diermen knikt instemmend: ‘Ze heeft een keer voor mij en een andere collega gekookt. Dat wilde ze heel graag doen en dat was heerlijk.’
Ook het contact tussen Awa en haar moeder begint langzaam weer te herstellen. Er is veel gebeurd. De familie is nog niet op bezoek geweest.
Elke jongere heeft een eigen verhaal, een eigen rugzak. Tijd om die rugzak eens uit te pakken, tijd om zaken te verwerken is er niet. Sommige jongeren hebben een verleden in de jeugdzorg, anderen hebben ouders in detentie of met psychische of verslavingsproblemen, of verwikkeld in een vechtscheiding. Van Diermen: ‘Je bepaalt niet waar je wieg staat, deze jongeren staan vaak al met 10-0 achter.’
Het wantrouwen richting hulpverleners is enorm. ‘Ik ben vaak de zoveelste die ze zien. Het voelt heel goed om dan ook echt wat te kunnen bieden.’ Ze ziet haar Bouwdepotjongeren meestal elke twee weken, afhankelijk van de situatie. Soms meer of minder. Veel contact gaat ook over Whatsapp. Ze krijgt vaak foto’s doorgestuurd, zoals van een ijsje zonder schuldgevoel. ‘Dat zegt vaak meer dan honderd woorden.’
Een eigen plek en geld geven rust, ziet Van Diermen. Jongeren die deelnemen mogen - anders dan bij een uitkering - bijverdienen zonder gekort te worden. Op die manier worden ze ook gestimuleerd om werkervaring op te doen, om een werkritme aan te leren.
En ze zijn verlost van geldzorgen en alle papieren die daarbij horen. Van de angst om op straat te komen staan, van schulden die blijven groeien. ‘Een jongen die ik begeleid had drie bijbaantjes naast school. Probeer je dan nog maar eens te concentreren. We hebben het echt over jongeren die er alleen voor staan, die niemand hebben om op terug te vallen,’ zegt Van Diermen.
Niet veel later leerde Awa Valeska van Diermen kennen, ervaren hulpverlener bij het Jeugd Interventie Team (JIT) en een van de initiatiefnemers van Bouwdepot Amersfoort. Ze knikt naar Awa: ‘Je zat er toen heel anders bij dan nu. Meer teruggetrokken. Met je hoofd naar beneden.’ Awa: ‘Valeska heeft me geholpen bij het vinden van dit appartement van Kwintes, de vrouwenopvang. Ik krijg hier nu ook begeleiding.’
Hoe anders zag het leven van Awa er vorig jaar uit. Ze woonde toen nog met haar moeder en drie broers in een klein appartementje in Amersfoort. Sliep met haar dochtertje in de woonkamer, waar de tv tot ’s avonds laat aanstond. De ruzies liepen hoog op. Haar moeder zette Awa en haar dochter al een paar keer het huis uit. Stond ze daar op straat met de baby. ‘Ik had zo veel stress, hoofdpijn. Zo veel zorgen, en mijn uitkering van 250 euro was lang niet genoeg. Weet je hoe duur luiers zijn? Ik zag geen uitweg. Ik wilde werken, maar hoe moest dat zonder kinderopvang? Awa raakte door alle toestanden thuis haar bijbaantje bij de Albert Heijn kwijt.
Het was een ambtenaar van de gemeente, van Werk en Inkomen, die haar vertelde over het Bouwdepot en dat ze misschien in aanmerking zou komen. Het Bouwdepot, waaraan ook de gemeente Amersfoort deelneemt, biedt jongeren in kwetsbare posities een jaar lang maandelijks 1300 euro - in plaats van een uitkering - om hun toekomst op te bouwen en dak- en thuisloosheid te voorkomen. ‘Hij liet een filmpje zien, ik kon het eerst niet geloven.’
Aisha (1) loopt vrolijk rond, sjouwt met speelgoed, gaat van de bank naar de deur, naar de stoel. Ze komt net van het kinderdagverblijf. Haar moeder, de 19-jarige Awa, glimlacht om haar drukke meisje, dat zo moet gaan slapen. Ze wijst naar het tekenbord op de grond. Vandaag - na haar werk - gekocht bij de Action.
Een specifieke groep jongeren met een rugzak krijgt bij steeds meer gemeenten een schenking uit het Bouwdepot. Zo hebben ze een jaar lang inkomen - en daarmee de rust om op adem te komen en aan hun toekomst te bouwen.
Het Bouwdepot verlost jongeren van stress en geldzorgen
Geen quick fix
Acht gemeenten
Ruimte voor de essentie
Eigen restaurant
Drie bijbaantjes
Scroll naar beneden
reportage
Naar inhoudsopgave
Naar het volgende artikel
Deel deze pagina:
7 min
Annegien van Doorn & Marie Wanders
Jessica Maas
‘Deze jongeren hebben complexe problemen, maar zijn zélf niet problematisch’
Deel deze pagina:
Naar inhoudsopgave
Naar het volgende artikel
Bekijk hier een animatievideo over het verhaal van Damian (2.53 min):
Damian en het Bouwdepot
Kijk voor meer informatie op de website van het Bouwdepot.
Doelgroep: de precieze doelgroep wordt in overleg met de gemeente bepaald, maar het gaat altijd om jongeren in een onveilige of problematische leefsituatie, jongeren die niet kunnen rekenen op financiële steun van ouders of verzorgers en er is sprake van meervoudige problematiek. Ze komen in aanmerking voor begeleiding van een zorgorganisatie.
Uitvoering: stichting Bouwdepot ondersteunt en adviseert gemeenten bij het opzetten en borgen van de aanpak. In elke gemeente wordt nauw samengewerkt met lokale zorg- en welzijnsorganisaties die de jongeren begeleiden. De gemeente zorgt voor de subsidie en coördinatie door een lokale projectleider.
Financieel: een Bouwdepot is een schenking en hoort hierdoor niet tot het toetsingsinkomen van de deelnemer. Er hoeft geen schenkbelasting te worden betaald.
3x het Bouwdepot
In Amersfoort knuffelt Van Diermen nog even met Aiysa voordat ze er weer vandoor gaat. Awa vertelt hoe goed ze het doet op het kinderdagverbijf. ‘Ze is altijd vrolijk, zei de leidster. Maandagochtend gaan we weer zwemmen, moeder-babyzwemmen. Dat vindt ze heerlijk. Dat had ik anders ook nooit kunnen betalen.’
Samen zwemmen
Ze ziet dat de jongeren vaak ‘bezuinigen’ op hun gezondheid. De eigen bijdrage maakt de drempel om hulp te zoeken hoger en ze worden soms gekort op hun uitkering als ze door een behandeling voor hun trauma’s in de financiële problemen komen en de vaste lasten niet kunnen betalen. Op die manier wordt het kiezen tussen gezondheid en vaste lasten. ‘Dan is het al snel: laat die traumabehandeling maar zitten.’
Het zijn vaak hulpverleners die gemeenten wijzen op het bestaan van het Bouwdepot. ‘Deze professionals weten over welke jongeren we het hebben. Ze zien dat veel jongeren in de knel zitten en daar hebben ze onvoldoende antwoord op. Wachten ze nog langer met het starten van deze aanpak, dan wordt de problematiek alleen maar groter. Dit is dus echt ook een preventieve aanpak.’
Den Haag kijkt inmiddels met belangstelling naar het werk van de stichting. Van der Kolk: ‘Er is onmacht over hoe onze aanpak ondersteunt kan worden omdat het niet binnen een bepaalde wet of regel past.’
‘Als ze moeten kiezen tussen gezondheid en vaste lasten, is het al snel: laat die traumabehandeling maar zitten’
Maar het Bouwdepot is geen quick fix, benadrukt Van der Kolk. De problemen waar deze jongeren mee kampen zijn vaak complex en na een jaar niet zomaar verdwenen, eventuele schulden nog niet allemaal afgelost. ‘De deelnemers hebben in dit jaar wel tijd om aan zichzelf te werken. De ene jongere gaat meteen op zoek naar een geschikte baan of opleiding, de andere heeft meer rust nodig en wil graag psychische hulp.’
Geen quick fix
Van der Kolk: ‘Het is belangrijk om te beseffen dat deze jongeren complexe problemen hebben, maar zélf niet problematisch zijn. Ze hebben de pech gehad om in armoede of in een disfunctioneel gezin te zijn geboren. Maar ze willen niet als zorgenkindje worden gezien en zien het Bouwdepot echt als een kans, een adempauze, tijd om het leven weer op rails te krijgen.’
Het Bouwdepot kan geen woonruimte uit de mouw schudden, maar maakt de kans op huisvesting wel groter. Soms is dat begeleid wonen. ‘Ze kunnen nu in ieder geval wel de borg betalen, veelal wordt twee keer de huur gevraagd.’
Gratis geld roept vaak allerlei associaties op. Alsof jongeren van de regelingen profiteren. Van der Kolk: ‘Het is voor beleidsmakers en politici heel moeilijk voor te stellen hoe het leven van deze jongeren eruitziet. Hoe ze zijn opgegroeid. Wat hebben ze allemaal meegemaakt.’ Ze vertelt hoe een van haar eerste deelnemers in Eindhoven vertelde dat ze zonder het Bouwdepot er niet meer was geweest. ‘Dat meisje had ook zoveel meegemaakt en was heel depressief. Dit jaar heeft haar gered, zegt ze.’
Amersfoort is een van de acht gemeenten die inmiddels met het Bouwdepot werken, vertelt Marleen van der Kolk, directeur en oprichter. Ze zet zich al meer dan twintig jaar in voor dak- en thuisloze jongeren in Nederland. ‘De feedback die we van de begeleiders en van de jongeren zelf hoorden, zijn de ingrediënten van het Bouwdepot geworden. Dit is niet achter een bureau bedacht, maar door de jongeren zelf.’
De gemeente Eindhoven ging in 2021 met de eerste dertig jongeren van start. En de aanpak blijkt te werken. Uit een zogeheten Maatschappelijke Kosten Baten Analyse die Stichting het Bouwdepot door bureau Cebeon heeft laten uitvoeren, blijkt dat het een ‘kosteneffectieve interventie’ is. De gemeentelijke investering is binnen drie jaar terug te verdienen, aldus de onderzoekers.
Acht gemeenten
‘Deze jongeren waren
lange tijd alleen bezig met overleven, nu mogen ze ademhalen’
Ruimte voor de essentie
Deelnemers van het Bouwdepot krijgen ondersteuning waar nodig. Van Diermen: ‘Een meisje dat ik begeleid, gaat dit jaar in therapie. Daar is nu tijd en ruimte voor.’
De gesprekken die ze heeft met de jongeren, zijn veranderd, ziet ze. ‘Nu de bestaanszekerheid is geregeld, hebben we het veel meer over de essentie. Over de oorzaak van problemen, over hun dromen en talenten. Deze jongeren waren lange tijd alleen bezig met overleven, nu mogen ze ademhalen. En als hulpverlener ben ik nu niet alleen maar bezig met het systeem, met regelen.’
Van Diermen ziet nog een ander belangrijk effect; de jongeren mogen weer meedoen. ‘Ze kunnen nu weer een cadeautje voor iemands verjaardag kopen, schoenen voor zichzelf, een dagje naar Walibi, soms hebben ze al jaren hun verjaardag niet meer gevierd. We moeten niet onderschatten hoe belangrijk dat is.’
Natuurlijk gaan deelnemers weleens de mist in en hebben ze soms spijt van een te dure aankoop. ‘Maar dan gaan we daar het gesprek over aan. Je mag een foutje maken zonder meteen gestraft te worden. Dat geeft vertrouwen. Ze zijn ook nog zo jong. En de jongeren die ik heb begeleid, zien - soms voor het eerst - wat bestaanszekerheid betekent en dat gevoel willen ze niet meer kwijt.’
Met Awa gaat het voor het eerst in lange tijd bergopwaarts. Het appartement heeft alles veranderd. Ze lacht weer en haar vertrouwen in de toekomst groeit met de dag. Ze heeft het naar haar zin bij het distributiecentrum waar ze drie dagen per week werkt, de dagen dat haar dochter op de kinderopvang is. ‘Misschien dat ik later, wanneer Aisya naar school gaat, weer een opleiding kan volgen. Ik kook heel graag, ik wil eigenlijk later mijn eigen restaurant of catering beginnen.’ Van Diermen knikt instemmend: ‘Ze heeft een keer voor mij en een andere collega gekookt. Dat wilde ze heel graag doen en dat was heerlijk.’
Ook het contact tussen Awa en haar moeder begint langzaam weer te herstellen. Er is veel gebeurd. De familie is nog niet op bezoek geweest.
Eigen restaurant
Elke jongere heeft een eigen verhaal, een eigen rugzak. Tijd om die rugzak eens uit te pakken, tijd om zaken te verwerken is er niet. Sommige jongeren hebben een verleden in de jeugdzorg, anderen hebben ouders in detentie of met psychische of verslavingsproblemen, of verwikkeld in een vechtscheiding. Van Diermen: ‘Je bepaalt niet waar je wieg staat, deze jongeren staan vaak al met 10-0 achter.’
Het wantrouwen richting hulpverleners is enorm. ‘Ik ben vaak de zoveelste die ze zien. Het voelt heel goed om dan ook echt wat te kunnen bieden.’ Ze ziet haar Bouwdepotjongeren meestal elke twee weken, afhankelijk van de situatie. Soms meer of minder. Veel contact gaat ook over Whatsapp. Ze krijgt vaak foto’s doorgestuurd, zoals van een ijsje zonder schuldgevoel. ‘Dat zegt vaak meer dan honderd woorden.’
Een eigen plek en geld geven rust, ziet Van Diermen. Jongeren die deelnemen mogen - anders dan bij een uitkering - bijverdienen zonder gekort te worden. Op die manier worden ze ook gestimuleerd om werkervaring op te doen, om een werkritme aan te leren.
En ze zijn verlost van geldzorgen en alle papieren die daarbij horen. Van de angst om op straat te komen staan, van schulden die blijven groeien. ‘Een jongen die ik begeleid had drie bijbaantjes naast school. Probeer je dan nog maar eens te concentreren. We hebben het echt over jongeren die er alleen voor staan, die niemand hebben om op terug te vallen,’ zegt Van Diermen.
Drie bijbaantjes
Jongeren krijgen een jaar lang 1300 euro per maand om hun toekomst op te bouwen en dak- en thuisloosheid te voorkomen
Niet veel later leerde Awa Valeska van Diermen kennen, ervaren hulpverlener bij het Jeugd Interventie Team (JIT) en een van de initiatiefnemers van Bouwdepot Amersfoort. Ze knikt naar Awa: ‘Je zat er toen heel anders bij dan nu. Meer teruggetrokken. Met je hoofd naar beneden.’ Awa: ‘Valeska heeft me geholpen bij het vinden van dit appartement van Kwintes, de vrouwenopvang. Ik krijg hier nu ook begeleiding.’
Hoe anders zag het leven van Awa er vorig jaar uit. Ze woonde toen nog met haar moeder en drie broers in een klein appartementje in Amersfoort. Sliep met haar dochtertje in de woonkamer, waar de tv tot ’s avonds laat aanstond. De ruzies liepen hoog op. Haar moeder zette Awa en haar dochter al een paar keer het huis uit. Stond ze daar op straat met de baby. ‘Ik had zo veel stress, hoofdpijn. Zo veel zorgen, en mijn uitkering van 250 euro was lang niet genoeg. Weet je hoe duur luiers zijn? Ik zag geen uitweg. Ik wilde werken, maar hoe moest dat zonder kinderopvang? Awa raakte door alle toestanden thuis haar bijbaantje bij de Albert Heijn kwijt.
Het was een ambtenaar van de gemeente, van Werk en Inkomen, die haar vertelde over het Bouwdepot en dat ze misschien in aanmerking zou komen. Het Bouwdepot, waaraan ook de gemeente Amersfoort deelneemt, biedt jongeren in kwetsbare posities een jaar lang maandelijks 1300 euro - in plaats van een uitkering - om hun toekomst op te bouwen en dak- en thuisloosheid te voorkomen. ‘Hij liet een filmpje zien, ik kon het eerst niet geloven.’
Aisha (1) loopt vrolijk rond, sjouwt met speelgoed, gaat van de bank naar de deur, naar de stoel. Ze komt net van het kinderdagverblijf. Haar moeder, de 19-jarige Awa, glimlacht om haar drukke meisje, dat zo moet gaan slapen. Ze wijst naar het tekenbord op de grond. Vandaag - na haar werk - gekocht bij de Action.
Een specifieke groep jongeren met een rugzak krijgt bij steeds meer gemeenten een schenking uit het Bouwdepot. Zo hebben ze een jaar lang inkomen - en daarmee de rust om op adem te komen en aan hun toekomst te bouwen.
Het Bouwdepot verlost jongeren van stress en geldzorgen
reportage
Jessica Maas
7 min
Annegien van Doorn & Marie Wanders