Op de website De Checkers.nl vind je informatie over, en oefen je met, het ondersteunen van een jongere in je omgeving. Aan de hand van de vragen: hoe herken je dat iemand niet lekker in z’n vel zit?, hoe ben je een goede gesprekspartner?, en: hoe help je iemand verder? leer je hoe jij onderdeel kunt zijn van een sterk steunnetwerk van een jongere. Zodat ook jij kunt bijdragen aan de mentale veerkracht.

Check: hoe kun jij een jongere helpen?

Ook al gebruiken tieners het woord ‘stress’ niet vaak, ze kunnen het wel hebben. Welke woorden ze wel gebruiken en hoe je het onderwerp met hen aansnijdt zodat ze met je kunnen en durven praten, lees je in de handreiking Met tieners praten over stress van het NCJ.

Met tieners praten over stress

Het Nederlands Centrum Jeugdgezondheidszorg (NCJ) ontwikkelde het lespakket ‘Je brein de baas?!’, bestaande uit drie lessenseries om de mentale gezondheid van leerlingen in het voortgezet onderwijs te versterken. Mentoren kunnen deze lessen zelf in hun klas vormgeven. Leerlingen krijgen hierdoor meer inzicht in zichzelf en anderen. Ze krijgen de woorden om er makkelijker over te kunnen praten en doen ideeën op over hoe ze dingen kunnen aanpakken.

Lespakket ‘Je brein de baas?!’

In het speciaal onderwijs hebben veel jongeren ingrijpende jeugdervaringen. Dat maakt het nog belangrijker dan in het reguliere onderwijs om áchter hun gedrag te kijken en traumasensitief te werken. Hoe dat zit, lees je in dit interview met twee orthopedagogen van Stichting Orion.

Traumasensitief werken in het speciaal onderwijs

Leestip van saskia

‘Over veerkracht gesproken, De keuze: leven in vrijheid is echt een prachtig boek. Auteur Edith Eva Eger, die Auschwitz heeft overleefd en nu als psycholoog in de VS werkt, schrijft over hoe iedereen uiteindelijk voor vrijheid kan kiezen.’

Lees- en luistertip van Loes

‘Macha Struijk interviewde in de podcast Professional vanuit je hart al heel veel professionals die met kinderen en jongeren werken. De interviews gaan vaak over professionele nabijheid in plaats van professionele afstand.’

‘In het boek Iedereen kan het verschil maken van Leony Coppens staan allerlei persoonlijke verhalen en praktijkvoorbeelden van hoe bij te dragen aan de veerkracht van kinderen. Met mooie en ontroerende verhalen.’

Meer druppels nodig

Boogert en Van Amelsvoort gaan ook in gesprek met de docenten. Hoe zit het met hun veerkracht? Waarom roept die ene leerling zo veel weerstand op? Welke rode knoppen worden er ingedrukt? Boogert: ‘We proberen ze bewust te maken van hun eigen onzichtbare koffer. Wat hebben ze zelf meegemaakt?’

Ze zijn groot voorstander van meer aandacht voor veerkracht op alle scholen. Voor meer traumasensitief onderwijs. Van basisschool tot voorgezet, van speciaal tot regulier.

Gelukkig zijn er steeds meer scholen die leerlingen leren omgaan met stress en leren ontspannen. Van Amelsvoort: ‘Ademhalingsoefeningen, leren om tot rust te komen, daar hebben leerlingen echt wat aan.’

Meer kennis over trauma werkt ook ontschuldigend. Er ontstaat meer begrip voor het gedrag van de leerling. Leerkrachten begrijpen beter waarom ze bij een bepaalde leerling geen stap verder komen en beseffen dat ze een bepaalde leerling heel anders moeten benaderen.’

Kan de veerkracht in een jongere ooit helemaal verdwijnen? Zijn er ook geknakte bloemen? De psychologen zijn even stil. Van Amelsvoort: ‘Ik ben ervan overtuigd dat elke vorm van aandacht, elke druppel, veerkracht kan versterken. En ja, er zijn kinderen die zo veel hebben meegemaakt, dat er heel veel druppels nodig zijn, zoals Leony Coppens, grondlegger van Traumasensitief Onderwijs schrijft.’ Boogert vult aan: ‘Door deze kennis en praktische tips aan te reiken, versterken we leerkrachten. Jullie zijn van waarde. Juist voor deze leerlingen.’

Radeloze leerkrachten

Negatieve overtuigingen

‘Deze jongeren voelen een constante tegenwind. Dat maakt het lastiger om terug te veren

Saskia Boogert

Bloem in de wind

‘We versterken de veerkracht van de leerlingen door het versterken van de veerkracht van het hele team’

Loes van Amelsvoort:

De twee psychologen richten zich daarom niet op die ene leerling. Van Amelsvoort: ‘Wat wij doen, is de veerkracht van de leerlingen versterken door het versterken van de veerkracht van de docenten, van het hele team.’ De leerling is niet het probleem van één leerkracht, maar van het hele team, is de boodschap.

Door docenten meer kennis aan te bieden over traumasensitief werken, worden ogen geopend. Er ontstaat meer begrip voor bepaald gedrag. ‘Dat betekent niet dat we dat gedrag daarmee goedkeuren, natuurlijk niet. Er zijn nu eenmaal regels en afspraken op school.’

Van Amelsvoort geeft het voorbeeld van de capuchon, die op de meeste scholen in de klas af moet. ‘Begrijpelijk. Nu ben ik nauw betrokken bij een cluster 4-school en ik zag daar een appje voorbijkomen over Remco, een nieuwe leerling: ‘Hij heeft z’n capuchon op, niet op reageren alsjeblieft.’ Ze lacht. ‘Dan maakt mijn hart een sprongetje. Dit onderwijsteam snapt het. Achter die capuchon gaat veel meer schuil. De capuchon biedt vaak veiligheid.’

Het versterken van veerkracht van jongeren is soms hard werken. Beide schoolpsychologen hebben weleens tegenover een radeloze of huilende leerkracht gezeten die niet meer wist wat die met een bepaalde leerling aan moest. Deze jongeren verschuilen zich achter hun probleemgedrag, liegen en manipuleren, verstoren soms de hele klas. Positieve aandacht en perspectief bieden klinken dan heel ver weg.

‘Ik ben geen therapeut’ horen de schoolpsychologen leerkrachten weleens zeggen als het gaat over aandacht voor leerlingen die veel hebben meegemaakt. Van Amelsvoort: ‘Dat hoeft ook niet. Elke interactie is een interventie. Of je nu leerkracht, conciërge of buurvrouw bent. Iedereen kan bijdragen aan veerkracht. Dat zit ‘m echt niet in een uurtje therapie. Daar krijgen ze tools aangereikt, toepassen gebeurt de hele dag.’ Ze verwijst graag naar de woorden van de bekende kinderpsychiater Bruce D. Perry: ‘Herstel vindt de hele dag plaats.’

Eenvoudig is het niet. Kinderen die hun vertrouwen in volwassenen zijn verloren verwachten dat zij hen laten vallen, dat de wereld tegen hen is. Het zijn deze jongeren die juist vaak van school worden gestuurd, die op bepaalde plekken niet meer mogen komen, die voortdurend worden afgewezen. Boogert: ‘Zo worden die negatieve overtuigingen bevestigd.’

Van Amelsvoort: ‘Jongeren die veel hebben meegemaakt, laten zich ook niet zo makkelijk zien. Daar moet je dieper bij graven.’ En dat gebeurt in de onderwijspraktijk lang niet altijd.

Het toekomstperspectief van deze jongeren wordt zo kleiner en kleiner. Terwijl juist perspectief hebben zo belangrijk in het versterken van veerkracht, benadrukt ze. Een talent - muziek, dans, sport – kan een positieve uitweg bieden. Een weg naar een opleiding of werk.

Deze jongeren kunnen de wereld als onveilig ervaren en daardoor met wantrouwen tegemoet treden. Ze hebben allerlei negatieve overtuigingen over zichzelf en over de mensen om hen heen. Boogert: ‘Ze leerden op jonge leeftijd al dat volwassenen niet te vertrouwen zijn. Situaties die wij als veilig bestempelen, voelen voor hen vaak heel onveilig. Deze jongeren ervaren ook sneller stress. Eigenlijk voelen ze een constante tegenwind. Dat maakt het lastiger om terug te veren. En dus om te bloeien.’

Boogert vertelt over een jongen die totaal onhandelbaar was op school. Nauwelijks te hanteren in de klas. Het hele team - van docent tot ondersteuning - kwam bij elkaar voor een Samen Leren Bijeenkomst. ‘We kijken in dit soort sessies door een traumasensitieve bril en bespreken: wat heeft dit kind meegemaakt? Wat is er al ingezet? Wat is het gedrag waar we last van hebben? En: hoe kunnen we perspectief creëren?’

Boogert, die deze bijeenkomsten begeleidt, schreef het verhaal van de jongen op. ‘Ik schrok: wat heeft deze jongen veel meegemaakt. Z’n moeder was verslaafd aan alcohol toen hij geboren werd, hij werd later uit huis geplaatst, misbruikt in een pleeggezin… Het hield maar niet op.’ Ze weet hoe krachtig het is om als onderwijsteam zo’n verhaal bij elkaar te leggen. ‘Het hele team kreeg meer begrip.’

Bij alle leerkrachten behalve de tekendocent was de jongen lastig en moeilijk. ‘Zij herkende het verhaal totaal niet. In haar lessen luisterde hij wél, deed hij mee en hij bleek ook heel goed te kunnen tekenen.’

De school onderzoekt nu hoe dat laatste hem kan helpen. ‘We willen zijn talent preventief inzetten. Hem in de pauzes laten tekenen, of op de momenten die lastig zijn. Het is goed om door de dag heen “preventieve momenten” te plannen, waardoor de leerling beter leert om spanningen te reguleren. Dat is anders kijken.’

Ook adviseerde Boogert het team om elke dag door dezelfde persoon even een 'check-in’ bij de jongen te laten doen.

De hersenen van kinderen die op jonge leeftijd traumatische gebeurtenissen hebben meegemaakt, werken anders. Verbindingen zijn anders gelegd. Van Amelsvoort: ‘Dat gebeurt al in de wieg wanneer een baby bijvoorbeeld niet getroost wordt. Zo’n kind leert, door een gebrek aan hechtingsfiguren, niet om emoties te reguleren. Jongeren die in de basis van alles missen zullen minder veerkracht hebben.’

Boogert gebruikt een metafoor voor veerkracht: ‘Het is als bij een bloem die waait in de wind. Terugveren is veerkracht. Hoe harder de storm, hoe lastiger het is om terug te veren. Bij jongeren die veel hebben meegemaakt, staan de wortels van de bloem wat minder stevig in de grond.’

‘Kies nu eens die leerling aan wie je je enorm ergert, bij wie je weerstand voelt, die misschien altijd in dezelfde kleding naar school komt, die stinkt? Die leerling waar je hélemaal niets mee kunt beginnen. En ga maar eens tien dagen lang twee minuten een praatje maken. Geef een complimentje, contact maken. Bij binnenkomst in het lokaal, in de gang of kantine. Kijk eens wat er dan gebeurt.’

Het is een opdracht die Loes van Amelsvoort graag meegeeft aan leerkrachten. Ze weet dat aandacht verschil kan maken. ‘Dat hoor ik ook terug. En het kost je als docent maar twee minuten per dag. Later zoeken deze jongeren vaak zelf het contact op, komen bij je bureau staan om iets te vertellen, blijven langer hangen op school.’

Van Amelsvoort, gedragsspecialist met al bijna dertig jaar ervaring in het onderwijs, weet dat leerlingen die veel hebben meegemaakt meestal niet de leukste en gezelligste jongeren van de school zijn. Hun hele doen en laten roept vaak aversie op. ‘Ze worden voortdurend afgewezen. Niet alleen door klasgenoten of door de leerkracht. Maar ook door de voetbalcoach, door andere ouders, door alles en iedereen. Dat is slopend voor de veerkracht.’

Saskia Boogert is kinder- en jeugdpsycholoog en ook verbonden aan het KEC. Ze geeft trainingen en advies, en ontwikkelt handleidingen. Daarnaast is ze voorzitter van de toelaatbaarheidscommissie van Portvolio, het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs in de regio Tilburg.

Loes van Amelsvoort is leerkracht en gedragsspecialist, verbonden aan Kennis en Expertise Centrum van Koraal Onderwijs (KEC). Ze werkt in het (speciaal) primair en voortgezet onderwijs en is gespecialiseerd in traumasensitief onderwijs en geeft trainingen. Ze is een van de ontwikkelaars van de lesmodule Wat je meemaakt Begrijpen wat er gebeurt in je hoofd, je hart en je lijf voor het primair en voorgezet (speciaal) onderwijs.

Veerkracht versterken bij jongeren met tegenwind

Elk kind wil graag gezien en gehoord worden, maar voor jongeren die veel hebben meegemaakt, is positieve aandacht nog veel belangrijker, weten schoolpsychologen Saskia Boogert en Loes van Amelsvoort. ‘Om hun veerkracht te versterken hoef je geen therapeut te zijn.’

In de praktijk

6 min.

Jessica Maas

Op de website De Checkers.nl vind je informatie over, en oefen je met, het ondersteunen van een jongere in je omgeving. Aan de hand van de vragen: hoe herken je dat iemand niet lekker in z’n vel zit?, hoe ben je een goede gesprekspartner?, en: hoe help je iemand verder? leer je hoe jij onderdeel kunt zijn van een sterk steunnetwerk van een jongere. Zodat ook jij kunt bijdragen aan de mentale veerkracht.

Check: hoe kun jij een jongere helpen?

Leestip van saskia

‘Over veerkracht gesproken, De keuze: leven in vrijheid is echt een prachtig boek. Auteur Edith Eva Eger, die Auschwitz heeft overleefd en nu als psycholoog in de VS werkt, schrijft over hoe iedereen uiteindelijk voor vrijheid kan kiezen.’

Ook al gebruiken tieners het woord ‘stress’ niet vaak, ze kunnen het wel hebben. Welke woorden ze wel gebruiken en hoe je het onderwerp met hen aansnijdt zodat ze met je kunnen en durven praten, lees je in de handreiking Met tieners praten over stress van het NCJ.

Met tieners praten over stress

Het Nederlands Centrum Jeugdgezondheidszorg (NCJ) ontwikkelde het lespakket ‘Je brein de baas?!’, bestaande uit drie lessenseries om de mentale gezondheid van leerlingen in het voortgezet onderwijs te versterken. Mentoren kunnen deze lessen zelf in hun klas vormgeven. Leerlingen krijgen hierdoor meer inzicht in zichzelf en anderen. Ze krijgen de woorden om er makkelijker over te kunnen praten en doen ideeën op over hoe ze dingen kunnen aanpakken.

Lespakket ‘Je brein de baas?!’

In het speciaal onderwijs hebben veel jongeren ingrijpende jeugdervaringen. Dat maakt het nog belangrijker dan in het reguliere onderwijs om áchter hun gedrag te kijken en traumasensitief te werken. Hoe dat zit, lees je in dit interview met twee orthopedagogen van Stichting Orion.

Traumasensitief werken in het speciaal onderwijs

Lees- en luistertip van Loes

‘Macha Struijk interviewde in de podcast Professional vanuit je hart al heel veel professionals die met kinderen en jongeren werken. De interviews gaan vaak over professionele nabijheid in plaats van professionele afstand.’

‘In het boek Iedereen kan het verschil maken van Leony Coppens staan allerlei persoonlijke verhalen en praktijkvoorbeelden van hoe bij te dragen aan de veerkracht van kinderen. Met mooie en ontroerende verhalen.’

Boogert en Van Amelsvoort gaan ook in gesprek met de docenten. Hoe zit het met hun veerkracht? Waarom roept die ene leerling zo veel weerstand op? Welke rode knoppen worden er ingedrukt? Boogert: ‘We proberen ze bewust te maken van hun eigen onzichtbare koffer. Wat hebben ze zelf meegemaakt?’

Ze zijn groot voorstander van meer aandacht voor veerkracht op alle scholen. Voor meer traumasensitief onderwijs. Van basisschool tot voorgezet, van speciaal tot regulier.

Gelukkig zijn er steeds meer scholen die leerlingen leren omgaan met stress en leren ontspannen. Van Amelsvoort: ‘Ademhalingsoefeningen, leren om tot rust te komen, daar hebben leerlingen echt wat aan.’

Meer kennis over trauma werkt ook ontschuldigend. Er ontstaat meer begrip voor het gedrag van de leerling. Leerkrachten begrijpen beter waarom ze bij een bepaalde leerling geen stap verder komen en beseffen dat ze een bepaalde leerling heel anders moeten benaderen.’

Kan de veerkracht in een jongere ooit helemaal verdwijnen? Zijn er ook geknakte bloemen? De psychologen zijn even stil. Van Amelsvoort: ‘Ik ben ervan overtuigd dat elke vorm van aandacht, elke druppel, veerkracht kan versterken. En ja, er zijn kinderen die zo veel hebben meegemaakt, dat er heel veel druppels nodig zijn, zoals Leony Coppens, grondlegger van Traumasensitief Onderwijs schrijft.’ Boogert vult aan: ‘Door deze kennis en praktische tips aan te reiken, versterken we leerkrachten. Jullie zijn van waarde. Juist voor deze leerlingen.’

Meer druppels nodig

De twee psychologen richten zich daarom niet op die ene leerling. Van Amelsvoort: ‘Wat wij doen, is de veerkracht van de leerlingen versterken door het versterken van de veerkracht van de docenten, van het hele team.’ De leerling is niet het probleem van één leerkracht, maar van het hele team, is de boodschap.

Door docenten meer kennis aan te bieden over traumasensitief werken, worden ogen geopend. Er ontstaat meer begrip voor bepaald gedrag. ‘Dat betekent niet dat we dat gedrag daarmee goedkeuren, natuurlijk niet. Er zijn nu eenmaal regels en afspraken op school.’

Van Amelsvoort geeft het voorbeeld van de capuchon, die op de meeste scholen in de klas af moet. ‘Begrijpelijk. Nu ben ik nauw betrokken bij een cluster 4-school en ik zag daar een appje voorbijkomen over Remco, een nieuwe leerling: ‘Hij heeft z’n capuchon op, niet op reageren alsjeblieft.’ Ze lacht. ‘Dan maakt mijn hart een sprongetje. Dit onderwijsteam snapt het. Achter die capuchon gaat veel meer schuil. De capuchon biedt vaak veiligheid.’

‘We versterken de veerkracht van de leerlingen door het versterken van de veerkracht van het hele team’

Loes van Amelsvoort:

Het versterken van veerkracht van jongeren is soms hard werken. Beide schoolpsychologen hebben weleens tegenover een radeloze of huilende leerkracht gezeten die niet meer wist wat die met een bepaalde leerling aan moest. Deze jongeren verschuilen zich achter hun probleemgedrag, liegen en manipuleren, verstoren soms de hele klas. Positieve aandacht en perspectief bieden klinken dan heel ver weg.

Radeloze leerkrachten

‘Ik ben geen therapeut’ horen de schoolpsychologen leerkrachten weleens zeggen als het gaat over aandacht voor leerlingen die veel hebben meegemaakt. Van Amelsvoort: ‘Dat hoeft ook niet. Elke interactie is een interventie. Of je nu leerkracht, conciërge of buurvrouw bent. Iedereen kan bijdragen aan veerkracht. Dat zit ‘m echt niet in een uurtje therapie. Daar krijgen ze tools aangereikt, toepassen gebeurt de hele dag.’ Ze verwijst graag naar de woorden van de bekende kinderpsychiater Bruce D. Perry: ‘Herstel vindt de hele dag plaats.’

Eenvoudig is het niet. Kinderen die hun vertrouwen in volwassenen zijn verloren verwachten dat zij hen laten vallen, dat de wereld tegen hen is. Het zijn deze jongeren die juist vaak van school worden gestuurd, die op bepaalde plekken niet meer mogen komen, die voortdurend worden afgewezen. Boogert: ‘Zo worden die negatieve overtuigingen bevestigd.’

Van Amelsvoort: ‘Jongeren die veel hebben meegemaakt, laten zich ook niet zo makkelijk zien. Daar moet je dieper bij graven.’ En dat gebeurt in de onderwijspraktijk lang niet altijd.

Het toekomstperspectief van deze jongeren wordt zo kleiner en kleiner. Terwijl juist perspectief hebben zo belangrijk in het versterken van veerkracht, benadrukt ze. Een talent - muziek, dans, sport – kan een positieve uitweg bieden. Een weg naar een opleiding of werk.

Negatieve overtuigingen

Deze jongeren kunnen de wereld als onveilig ervaren en daardoor met wantrouwen tegemoet treden. Ze hebben allerlei negatieve overtuigingen over zichzelf en over de mensen om hen heen. Boogert: ‘Ze leerden op jonge leeftijd al dat volwassenen niet te vertrouwen zijn. Situaties die wij als veilig bestempelen, voelen voor hen vaak heel onveilig. Deze jongeren ervaren ook sneller stress. Eigenlijk voelen ze een constante tegenwind. Dat maakt het lastiger om terug te veren. En dus om te bloeien.’

Boogert vertelt over een jongen die totaal onhandelbaar was op school. Nauwelijks te hanteren in de klas. Het hele team - van docent tot ondersteuning - kwam bij elkaar voor een Samen Leren Bijeenkomst. ‘We kijken in dit soort sessies door een traumasensitieve bril en bespreken: wat heeft dit kind meegemaakt? Wat is er al ingezet? Wat is het gedrag waar we last van hebben? En: hoe kunnen we perspectief creëren?’

Boogert, die deze bijeenkomsten begeleidt, schreef het verhaal van de jongen op. ‘Ik schrok: wat heeft deze jongen veel meegemaakt. Z’n moeder was verslaafd aan alcohol toen hij geboren werd, hij werd later uit huis geplaatst, misbruikt in een pleeggezin… Het hield maar niet op.’ Ze weet hoe krachtig het is om als onderwijsteam zo’n verhaal bij elkaar te leggen. ‘Het hele team kreeg meer begrip.’

Bij alle leerkrachten behalve de tekendocent was de jongen lastig en moeilijk. ‘Zij herkende het verhaal totaal niet. In haar lessen luisterde hij wél, deed hij mee en hij bleek ook heel goed te kunnen tekenen.’

De school onderzoekt nu hoe dat laatste hem kan helpen. ‘We willen zijn talent preventief inzetten. Hem in de pauzes laten tekenen, of op de momenten die lastig zijn. Het is goed om door de dag heen “preventieve momenten” te plannen, waardoor de leerling beter leert om spanningen te reguleren. Dat is anders kijken.’

Ook adviseerde Boogert het team om elke dag door dezelfde persoon even een 'check-in’ bij de jongen te laten doen.

‘Deze jongeren voelen
een constante tegenwind. Dat maakt het lastiger om terug te veren

Saskia Boogert

De hersenen van kinderen die op jonge leeftijd traumatische gebeurtenissen hebben meegemaakt, werken anders. Verbindingen zijn anders gelegd. Van Amelsvoort: ‘Dat gebeurt al in de wieg wanneer een baby bijvoorbeeld niet getroost wordt. Zo’n kind leert, door een gebrek aan hechtingsfiguren, niet om emoties te reguleren. Jongeren die in de basis van alles missen zullen minder veerkracht hebben.’

Boogert gebruikt een metafoor voor veerkracht: ‘Het is als bij een bloem die waait in de wind. Terugveren is veerkracht. Hoe harder de storm, hoe lastiger het is om terug te veren. Bij jongeren die veel hebben meegemaakt, staan de wortels van de bloem wat minder stevig in de grond.’

Bloem in de wind

Loes van Amelsvoort is leerkracht en gedragsspecialist, verbonden aan Kennis en Expertise Centrum van Koraal Onderwijs (KEC). Ze werkt in het (speciaal) primair en voortgezet onderwijs en is gespecialiseerd in traumasensitief onderwijs en geeft trainingen. Ze is een van de ontwikkelaars van de lesmodule Wat je meemaakt Begrijpen wat er gebeurt in je hoofd, je hart en je lijf voor het primair en voorgezet (speciaal) onderwijs.

Saskia Boogert is kinder- en jeugdpsycholoog en ook verbonden aan het KEC. Ze geeft trainingen en advies, en ontwikkelt handleidingen. Daarnaast is ze voorzitter van de toelaatbaarheidscommissie van Portvolio, het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs in de regio Tilburg.

‘Kies nu eens die leerling aan wie je je enorm ergert, bij wie je weerstand voelt, die misschien altijd in dezelfde kleding naar school komt, die stinkt? Die leerling waar je hélemaal niets mee kunt beginnen. En ga maar eens tien dagen lang twee minuten een praatje maken. Geef een complimentje, contact maken. Bij binnenkomst in het lokaal, in de gang of kantine. Kijk eens wat er dan gebeurt.’

Het is een opdracht die Loes van Amelsvoort graag meegeeft aan leerkrachten. Ze weet dat aandacht verschil kan maken. ‘Dat hoor ik ook terug. En het kost je als docent maar twee minuten per dag. Later zoeken deze jongeren vaak zelf het contact op, komen bij je bureau staan om iets te vertellen, blijven langer hangen op school.’

Van Amelsvoort, gedragsspecialist met al bijna dertig jaar ervaring in het onderwijs, weet dat leerlingen die veel hebben meegemaakt meestal niet de leukste en gezelligste jongeren van de school zijn. Hun hele doen en laten roept vaak aversie op. ‘Ze worden voortdurend afgewezen. Niet alleen door klasgenoten of door de leerkracht. Maar ook door de voetbalcoach, door andere ouders, door alles en iedereen. Dat is slopend voor de veerkracht.’

Elk kind wil graag gezien en gehoord worden, maar voor jongeren die veel hebben meegemaakt, is positieve aandacht nog veel belangrijker, weten schoolpsychologen Saskia Boogert en Loes van Amelsvoort. ‘Om hun veerkracht te versterken hoef je geen therapeut te zijn.’

In de praktijk

6 min.

Jessica Maas

Veerkracht versterken bij jongeren met tegenwind

Augeo Magazine: Hét online tijdschrift over veilig opgroeien

Professionals en beleidsmakers bijpraten over de nieuwste ontwikkelingen, onderzoeken, dilemma’s en besluiten rond de veiligheid van kinderen. Dat doet Augeo Foundation al 15 jaar met onder andere e-learnings, bijeenkomsten en Augeo Magazine. Ons magazine verschijnt 5x per jaar. Meld je aan om gratis abonnee te worden.
Volledig scherm