• Met het project On(t)schuldig geeft academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie Karakter kinderen en jongeren uitleg over de instinctieve overlevingsreacties die optreden tijdens en na (seksueel) geweld. Op basis van de onderzoeksresultaten ontwikkelt Karakter een online psycho-educatiemodule.

  • In Leiden en in Amsterdam is eerder onderzoek gedaan naar traumabehandeling in gezinnen waar huiselijk geweld speelt. Lees daar alles over in dit artikel.

  • Over het onderzoek naar het behandelmodel IGT-K, een combinatie van EMDR en gezinsinterventies, lees je meer in dit interview met kinder- en jeugdpsychiater Irma Hein.

  • Op het expertiseplatform Drakentemmers.nl vind je informatie, onderzoeken en praktijkkennis over trauma- en gehechtheidsbehandeling bij kinderen en volwassenen die te maken hebben (gehad) met huiselijk geweld.

Meer over trauma

Hoe kun je je als volwassene het beste opstellen?

‘Het verhaal aanhoren en steunend aanwezig zijn, is voldoende. Je hoeft niet per se iets te zeggen, maar je moet er wel tijd voor maken. Ga bijvoorbeeld rustig naast zo’n jongen of meisje zitten en loop niet weg als het ongemakkelijk wordt. “Dit had jou nooit mogen gebeuren,” zou je kunnen zeggen. Of: “Het spijt me dat dit je is overkomen.” Dat klinkt makkelijk, maar dat is het niet, kan ik je verzekeren.’ 

Helpt het ook als jongeren hun verhaal kunnen doen aan een docent, of iemand anders buiten de hulpverlening?

‘Dat is een van de sleutels tot herstel, zien we in het onderzoek. Tijdens de traumabehandeling leren ze om de confrontatie met hun nare herinneringen aan te gaan. Het is enorm helend als jongeren hun verhaal, dat ze zo lang voor zichzelf hebben gehouden, daarna kunnen vertellen aan een volwassene die dichtbij staat. We noemen dit social sharing. En hoewel ik het op basis van onderzoek niet hard kan maken, ligt hier gevoelsmatig voor mij de sleutel tot herstel. Wanneer iemand beschadigd is in relaties, dan liggen in de relaties met anderen ook de mogelijkheden tot herstel. Social sharing is dan ook mijns inziens een cruciaal onderdeel van een succesvolle traumabehandeling. Dat ze kunnen vertellen over de lijdensweg die daarmee gepaard ging. Vooral het gevoel dat ze er niet meer alleen voor staan, telt.’

Het online platform WTFFF!? van Stichting Slachtofferhulp is voor en door Gen-Z gemaakt: de eerste generatie die opgroeit met sociale media. Op het platform staan vijf verhalen centraal van jongeren die online seksueel misbruik hebben meegemaakt. Daarnaast is er informatie te vinden over de effecten van online seksueel misbruik, waar je hulp kunt vinden als je slachtoffer bent en wat je als naaste kunt doen. Fonds Slachtofferhulp biedt ook een WTFFF!?-lespakket aan op het platform.

WTFFF!? Platform online seksueel misbruik

Kan traumabehandeling die bijkomende klachten ook verminderen?

Hebben getraumatiseerde jongeren behalve chronische stress ook andere klachten?

Jongeren gaan vaak online op zoek naar lotgenoten of gelijkgestemden…

Veel getraumatiseerde jongeren worstelen met schaamte- en schuldgevoelens, blijkt uit je onderzoek.

Wat zou je wél kunnen doen bij online pesten of sexting?

Zijn er meer dingen die hulpverleners over het hoofd zien?

Dat zouden jeugdhulpverleners toch moeten wéten?

Gebeurt dat niet standaard aan het begin van een behandeling?

Wat lijkt het meest effectief?

Jullie hebben traumabehandelingen onderzocht. Welke?

Rik Knipschild is gz-psycholoog en coördinator wetenschappelijk onderzoek bij Karakter, academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Zijn aandachtsgebied is traumabehandeling bij kinderen en gezinnen. Hij doet onderzoek in het kader van een ZonMw Fellowship.

Een kwart van de getraumatiseerde jongeren heeft nare dingen meegemaakt op sociale media’

‘Het gestructureerd uitvragen van de traumageschiedenis moet het startpunt zijn van iedere behandeling

Augeo Foundation ontwikkelde diverse animaties die je kunt inzetten voor psycho-educatie bij kinderen en jongeren. Zoals de video ‘Niet jouw schuld’, voor kinderen met ouders met problemen. En de animatie ‘Trauma en triggers’, over hoe iemand die een trauma of vervelende gebeurtenis heeft meegemaakt, al gestrest kan raken door een geur, beeld of geluid. Kijk voor het hele aanbod en hoe je de animatievideo’s kunt gebruiken op de website van Augeo.

Psycho-educatie over stress, schaamte en schuld

Hun leven wordt ook niet direct beter na een succesvolle traumabehandeling. Als de chronische stress minder wordt, zie je jongeren wel vaak opleven, heel mooi om te zien. Maar het echte herstel komt pas als ze het gevoel ervaren grip te hebben op hun leven, en dat zij iets kunnen bijdragen en ergens deel van uitmaken: op school, in een vriendenclub. Wat mij betreft zou hier meer aandacht voor mogen zijn tijdens of na een behandeltraject.’

‘Lang niet altijd, daar moeten we vooraf duidelijk over zijn. Anders kunnen jongeren gaan denken: zie je wel, ik kan niet geholpen worden, want ik ben nog steeds somber. Het doel van traumabehandeling is het verminderen van traumagerelateerde stress. Dat is al een hele klus en keihard werken voor jongeren en hun naasten.

‘In de ACE’s-studie zagen we bij deze doelgroep dat zij problemen ervaren op alle gebieden van mentaal welzijn: van aandacht- en concentratie, tot angst en stemmingsklachten, tot traumagerelateerde klachten. Hoe meer negatieve jeugdervaringen, hoe meer en ernstiger deze problemen beschreven werden door de jongeren.’

‘Dat kan veel steun en vertrouwen geven. De nieuwe contacten die ze opdoen, kunnen een belangrijk deel van hun leven gaan uitmaken. Ze bouwen als het ware iets betekenisvols op rond hun klachten. Er is wel een risico: het kan de traumabehandeling in de weg gaan zitten. Zo zagen we in ons onderzoek dat jongeren soms het gevoel krijgen dat ze een deel van zichzelf en de steun van lotgenoten zullen verliezen als hun klachten verminderen.

Het gesprek daarover voeren, op een begripvolle manier, is noodzakelijk. Bijvoorbeeld door samen naar manieren te zoeken om die steun toch te behouden of elders te vinden.’

Leren waarom je iets gedaan of juist gelaten hebt, is een voorwaarde voor herstel van trauma’s. Daarom moeten we jongeren aan het begin van iedere traumabehandeling uitleggen dat je soms niets doet en verlamt, of jarenlang kunt meewerken en het geweld kunt verzwijgen, om te overléven. Dat we dit uitleggen, is helaas nog niet vanzelfsprekend. Gelukkig is er toegankelijk, kindvriendelijk voorlichtingsmateriaal over overlevingsreacties beschikbaar.’

‘De meeste jongeren die misbruik en mishandeling hebben meegemaakt, vinden dat ze daar zelf ook schuld aan hebben. Bijvoorbeeld omdat ze zich niet hebben verzet of misbruiksituaties hebben opgezocht. Uit schaamte durven ze zich daarover niet uit te spreken, ook niet tegenover jeugdhulpverleners. Terwijl het ging om normale, instinctieve reacties, die tot doel hebben om jezelf heelhuids uit gevaarlijke situaties te redden.

‘We hebben daar niet direct invloed op, maar we kunnen ons er wel veel meer in verdiepen: om te weten wat er allemaal kan spelen en hoe groot de impact kan zijn.

Minstens zo belangrijk is dat wij therapeuten contact zoeken met organisaties die daadwerkelijk iets kunnen ondernemen om online pesten te stoppen. Zoals Helpwanted.nl, een organisatie die praktische hulp biedt bij online grensoverschrijdend gedrag. Als je er samen met jongeren voor kunt zorgen dat vervelende beelden worden weggehaald, geef je ze ook het gevoel dat ze weer wat regie krijgen over hun eigen leven.

En daarnaast is er waardevolle en bruikbare informatie te vinden bij het Centrum Seksueel Geweld, over wat het is en wat slachtoffers en andere betrokkenen kunnen doen.’

Dat is een aspect van traumatisering dat we nog niet goed kennen. We zien dagelijks dat de impact van online pesten enorm is, vergelijkbaar met offline grensoverschrijdingen. Als je weet dat een schaamtevolle foto zonder jouw toestemming circuleert op TikTok, blijft je stresssysteem voortdurend aanstaan. Het gaat trouwens niet alleen over beelden, maar ook over online dreigementen. Of dat je als enige niet wordt uitgenodigd voor de whatsappgroep van je klas. Daar is bijna niet tegenop te behandelen.’

‘Er is te weinig aandacht voor grensoverschrijdende online-ervaringen. Jeugdprofessionals zijn vooral gericht op hoe het thuis en op school gaat. Uit ons onderzoek blijkt dat een kwart van de getraumatiseerde jongeren nare dingen op sociale media heeft meegemaakt. Met veel dezelfde negatieve gevolgen als hands-on seksueel misbruik, laat een ander recent onderzoek van ons zien. Als psychotraumatherapeuten zijn we getraind om nare beelden die in iemands hoofd zitten, te helpen verwerken. Maar wat als die beelden op internet staan en steeds opnieuw worden vertoond?

‘Gebrek aan kennis over de impact van trauma kan inderdaad een rol spelen. Behandelaars zijn soms bang dat jonge cliënten ontregeld raken als ze uitgebreid naar hun traumageschiedenis informeren. Zorgvuldigheid is belangrijk, maar laten we niet te voorzichtig of terughoudend zijn om rake vragen te stellen.

Het gros van de jongeren die wij spraken over hun traumageschiedenis gaf aan voor het eerst het gevoel te hebben dat er echt geluisterd werd. Ze voelden zich niet alleen gehoord en begrepen, maar kregen ook weer een beetje hoop: ik ben niet gek. Wat ik heb, heeft een naam en er is iets aan te doen.’

Als dat niet gebeurt, is de kans groot dat de behandeling niet slaagt. Of dat tijdens de behandeling nieuwe verhalen opduiken, die niet zijn meegenomen in de diagnostische beeldvorming en het opstellen van het behandelplan.’

Anderzijds is het ook wel begrijpelijk: een van de kenmerken van traumatisering is namelijk dat slachtoffers het liever niet hebben over wat ze hebben meegemaakt. Ze beginnen daar meestal niet uit zichzelf over of vertellen maar een deel van het verhaal. Daarom moet het gestructureerd uitvragen van de traumageschiedenis het startpunt zijn van iedere behandeling. Onze ACE’s-studie onderstreept het belang hiervan.

‘Nee, het overgrote deel van de jongeren die meededen, werd voor het onderzoek voor het eerst uitgebreid bevraagd over wat er was gebeurd. Schrikbarend, zeker als je bedenkt dat de meesten al veel professionele hulp hadden gehad.

‘Dat weten we nog niet precies. Alle behandeltrajecten hebben inmiddels plaatsgevonden en de resultaten worden komende maanden geanalyseerd. Er zijn wel observaties die ik graag alvast wil delen. Observaties die aansluiten bij wat ik in mijn eigen praktijk tegenkom en die zeer relevant zijn voor het al of niet slagen van een traumabehandeling bij jongeren. Zoals: het structureel uitvragen van de traumageschiedenis.’

‘64 jongeren uit ons onderzoek hadden PTSS als gevolg van langdurige traumatisering. Van hen kreeg de helft een vaardigheidstraining en daarna EMDR. De andere groep kreeg alleen EMDR.’

Rik Knipschild werkt al meer dan vijftien jaar met getraumatiseerde jongeren. Eerst als leraar in een jeugdgevangenis. Nu als psycholoog, traumatherapeut en onderzoeker. ‘Zelf heb ik als jongere altijd veel rugwind gehad,’ vertelt hij. ‘Ik weet hoeveel het uitmaakt als je mensen om je heen hebt die je begrijpen en ondersteunen als je iets akeligs meemaakt, zodat je daarna verder kunt.’ Als traumatherapeut ziet hij vaak het omgekeerde: hoe nare gebeurtenissen jongeren jarenlang blijven achtervolgen. Doordat ze er niet aan konden ontsnappen of niemand in hun omgeving beschikbaar was om voldoende steun te bieden.

Het raakt hem nog steeds hoe groot de impact van stressvolle levensgebeurtenissen op jongeren is. Dat kinderen die langdurig gepest of mishandeld zijn, niet meer naar school durven, geen vriendschappen meer sluiten of ’s nachts bijna niet slapen. Knipschild: ‘Al die dingen die vanzelfsprekend zouden moeten zijn in het leven van een puber, kosten deze jongeren extreem veel moeite. Dat gun je niemand.’

‘Het echte herstel komt pas als jongeren grip hebben, iets kunnen bijdragen en ergens deel van uitmaken

‘We moeten jongeren uitleggen dat je kunt verlammen, of jarenlang kunt meewerken en geweld kunt verzwijgen om te overléven

‘Laten we meer rake vragen stellen’

Psychotraumatherapeut Rik Knipschild onderzoekt de effectiviteit van traumabehandelingen bij jongeren met PTSS. Voor harde resultaten is het nog te vroeg, maar voor waardevolle observaties niet.

Interview

6,5 min.

Ditty Eimers

Jongeren die in de kinder- en jeugdpsychiatrie worden aangemeld, hebben meer negatieve jeugdervaringen (Adverse Childhood Experiences) opgedaan, blijkt uit onderzoek van Knipschild en zijn collega’s.

En hoe meer ACE’s zij rapporteerden, hoe meer problemen zij ervaarden op alle gebieden van mentaal welzijn. Dit zogenaamde cumulatieve effect van ACE’s en de chronische stress die hieruit volgt, zijn schadelijk voor de ontwikkeling van jongeren. Goede psychologische behandeling is dan ook essentieel.

Hoe meer ingrijpende ervaringen, hoe meer mentale problemen

  • Met het project On(t)schuldig geeft academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie Karakter kinderen en jongeren uitleg over de instinctieve overlevingsreacties die optreden tijdens en na (seksueel) geweld. Op basis van de onderzoeksresultaten ontwikkelt Karakter een online psycho-educatiemodule.

  • In Leiden en in Amsterdam is eerder onderzoek gedaan naar traumabehandeling in gezinnen waar huiselijk geweld speelt. Lees daar alles over in dit artikel.

  • Over het onderzoek naar het behandelmodel IGT-K, een combinatie van EMDR en gezinsinterventies, lees je meer in dit interview met kinder- en jeugdpsychiater Irma Hein.

  • Op het expertiseplatform Drakentemmers.nl vind je informatie, onderzoeken en praktijkkennis over trauma- en gehechtheidsbehandeling bij kinderen en volwassenen die te maken hebben (gehad) met huiselijk geweld.

Meer over trauma

‘Het verhaal aanhoren en steunend aanwezig zijn, is voldoende. Je hoeft niet per se iets te zeggen, maar je moet er wel tijd voor maken. Ga bijvoorbeeld rustig naast zo’n jongen of meisje zitten en loop niet weg als het ongemakkelijk wordt. “Dit had jou nooit mogen gebeuren,” zou je kunnen zeggen. Of: “Het spijt me dat dit je is overkomen.” Dat klinkt makkelijk, maar dat is het niet, kan ik je verzekeren.’ 

Hoe kun je je als volwassene het beste opstellen?

‘Dat is een van de sleutels tot herstel, zien we in het onderzoek. Tijdens de traumabehandeling leren ze om de confrontatie met hun nare herinneringen aan te gaan. Het is enorm helend als jongeren hun verhaal, dat ze zo lang voor zichzelf hebben gehouden, daarna kunnen vertellen aan een volwassene die dichtbij staat. We noemen dit social sharing. En hoewel ik het op basis van onderzoek niet hard kan maken, ligt hier gevoelsmatig voor mij de sleutel tot herstel. Wanneer iemand beschadigd is in relaties, dan liggen in de relaties met anderen ook de mogelijkheden tot herstel. Social sharing is dan ook mijns inziens een cruciaal onderdeel van een succesvolle traumabehandeling. Dat ze kunnen vertellen over de lijdensweg die daarmee gepaard ging. Vooral het gevoel dat ze er niet meer alleen voor staan, telt.’

Helpt het ook als jongeren hun verhaal kunnen doen aan een docent, of iemand anders buiten de hulpverlening?

Hun leven wordt ook niet direct beter na een succesvolle traumabehandeling. Als de chronische stress minder wordt, zie je jongeren wel vaak opleven, heel mooi om te zien. Maar het echte herstel komt pas als ze het gevoel ervaren grip te hebben op hun leven, en dat zij iets kunnen bijdragen en ergens deel van uitmaken: op school, in een vriendenclub. Wat mij betreft zou hier meer aandacht voor mogen zijn tijdens of na een behandeltraject.’

‘Het echte herstel komt pas als jongeren grip hebben, iets kunnen bijdragen en ergens deel van uitmaken

‘Lang niet altijd, daar moeten we vooraf duidelijk over zijn. Anders kunnen jongeren gaan denken: zie je wel, ik kan niet geholpen worden, want ik ben nog steeds somber. Het doel van traumabehandeling is het verminderen van traumagerelateerde stress. Dat is al een hele klus en keihard werken voor jongeren en hun naasten.

Kan traumabehandeling die bijkomende klachten ook verminderen?

‘In de ACE’s-studie zagen we bij deze doelgroep dat zij problemen ervaren op alle gebieden van mentaal welzijn: van aandacht- en concentratie, tot angst en stemmingsklachten, tot traumagerelateerde klachten. Hoe meer negatieve jeugdervaringen, hoe meer en ernstiger deze problemen beschreven werden door de jongeren.’

Hebben getraumatiseerde jongeren behalve chronische stress ook andere klachten?

Augeo Foundation ontwikkelde diverse animaties die je kunt inzetten voor psycho-educatie bij kinderen en jongeren. Zoals de video ‘Niet jouw schuld’, voor kinderen met ouders met problemen. En de animatie ‘Trauma en triggers’, over hoe iemand die een trauma of vervelende gebeurtenis heeft meegemaakt, al gestrest kan raken door een geur, beeld of geluid. Kijk voor het hele aanbod en hoe je de animatievideo’s kunt gebruiken op de website van Augeo.

Psycho-educatie over stress, schaamte en schuld

‘Dat kan veel steun en vertrouwen geven. De nieuwe contacten die ze opdoen, kunnen een belangrijk deel van hun leven gaan uitmaken. Ze bouwen als het ware iets betekenisvols op rond hun klachten. Er is wel een risico: het kan de traumabehandeling in de weg gaan zitten. Zo zagen we in ons onderzoek dat jongeren soms het gevoel krijgen dat ze een deel van zichzelf en de steun van lotgenoten zullen verliezen als hun klachten verminderen.

Het gesprek daarover voeren, op een begripvolle manier, is noodzakelijk. Bijvoorbeeld door samen naar manieren te zoeken om die steun toch te behouden of elders te vinden.’

Jongeren gaan vaak online op zoek naar lotgenoten of gelijkgestemden…

‘We moeten jongeren uitleggen dat je kunt verlammen, of jarenlang kunt meewerken en geweld kunt verzwijgen om te overléven

Leren waarom je iets gedaan of juist gelaten hebt, is een voorwaarde voor herstel van trauma’s. Daarom moeten we jongeren aan het begin van iedere traumabehandeling uitleggen dat je soms niets doet en verlamt, of jarenlang kunt meewerken en het geweld kunt verzwijgen, om te overléven. Dat we dit uitleggen, is helaas nog niet vanzelfsprekend. Gelukkig is er toegankelijk, kindvriendelijk voorlichtingsmateriaal over overlevingsreacties beschikbaar.’

‘De meeste jongeren die misbruik en mishandeling hebben meegemaakt, vinden dat ze daar zelf ook schuld aan hebben. Bijvoorbeeld omdat ze zich niet hebben verzet of misbruiksituaties hebben opgezocht. Uit schaamte durven ze zich daarover niet uit te spreken, ook niet tegenover jeugdhulpverleners. Terwijl het ging om normale, instinctieve reacties, die tot doel hebben om jezelf heelhuids uit gevaarlijke situaties te redden.

Veel getraumatiseerde jongeren worstelen met schaamte- en schuldgevoelens, blijkt uit je onderzoek.

Het online platform WTFFF!? van Stichting Slachtofferhulp is voor en door Gen-Z gemaakt: de eerste generatie die opgroeit met sociale media. Op het platform staan vijf verhalen centraal van jongeren die online seksueel misbruik hebben meegemaakt. Daarnaast is er informatie te vinden over de effecten van online seksueel misbruik, waar je hulp kunt vinden als je slachtoffer bent en wat je als naaste kunt doen. Fonds Slachtofferhulp biedt ook een WTFFF!?-lespakket aan op het platform.

WTFFF!? Platform online seksueel misbruik

‘We hebben daar niet direct invloed op, maar we kunnen ons er wel veel meer in verdiepen: om te weten wat er allemaal kan spelen en hoe groot de impact kan zijn.

Minstens zo belangrijk is dat wij therapeuten contact zoeken met organisaties die daadwerkelijk iets kunnen ondernemen om online pesten te stoppen. Zoals Helpwanted.nl, een organisatie die praktische hulp biedt bij online grensoverschrijdend gedrag. Als je er samen met jongeren voor kunt zorgen dat vervelende beelden worden weggehaald, geef je ze ook het gevoel dat ze weer wat regie krijgen over hun eigen leven.

En daarnaast is er waardevolle en bruikbare informatie te vinden bij het Centrum Seksueel Geweld, over wat het is en wat slachtoffers en andere betrokkenen kunnen doen.’

Wat zou je wél kunnen doen bij online pesten of sexting?

Dat is een aspect van traumatisering dat we nog niet goed kennen. We zien dagelijks dat de impact van online pesten enorm is, vergelijkbaar met offline grensoverschrijdingen. Als je weet dat een schaamtevolle foto zonder jouw toestemming circuleert op TikTok, blijft je stresssysteem voortdurend aanstaan. Het gaat trouwens niet alleen over beelden, maar ook over online dreigementen. Of dat je als enige niet wordt uitgenodigd voor de whatsappgroep van je klas. Daar is bijna niet tegenop te behandelen.’

Een kwart van de getraumatiseerde jongeren heeft nare dingen meegemaakt op sociale media’

‘Er is te weinig aandacht voor grensoverschrijdende online-ervaringen. Jeugdprofessionals zijn vooral gericht op hoe het thuis en op school gaat. Uit ons onderzoek blijkt dat een kwart van de getraumatiseerde jongeren nare dingen op sociale media heeft meegemaakt. Met veel dezelfde negatieve gevolgen als hands-on seksueel misbruik, laat een ander recent onderzoek van ons zien. Als psychotraumatherapeuten zijn we getraind om nare beelden die in iemands hoofd zitten, te helpen verwerken. Maar wat als die beelden op internet staan en steeds opnieuw worden vertoond?

Zijn er meer dingen die hulpverleners over het hoofd zien?

Anderzijds is het ook wel begrijpelijk: een van de kenmerken van traumatisering is namelijk dat slachtoffers het liever niet hebben over wat ze hebben meegemaakt. Ze beginnen daar meestal niet uit zichzelf over of vertellen maar een deel van het verhaal. Daarom moet het gestructureerd uitvragen van de traumageschiedenis het startpunt zijn van iedere behandeling. Onze ACE’s-studie onderstreept het belang hiervan.

‘Het gestructureerd uitvragen van de traumageschiedenis moet het startpunt zijn van iedere behandeling

Wat lijkt het meest effectief?

Gebeurt dat niet standaard aan het begin van een behandeling?

‘Dat weten we nog niet precies. Alle behandeltrajecten hebben inmiddels plaatsgevonden en de resultaten worden komende maanden geanalyseerd. Er zijn wel observaties die ik graag alvast wil delen. Observaties die aansluiten bij wat ik in mijn eigen praktijk tegenkom en die zeer relevant zijn voor het al of niet slagen van een traumabehandeling bij jongeren. Zoals: het structureel uitvragen van de traumageschiedenis.’

‘64 jongeren uit ons onderzoek hadden PTSS als gevolg van langdurige traumatisering. Van hen kreeg de helft een vaardigheidstraining en daarna EMDR. De andere groep kreeg alleen EMDR.’

Jongeren die in de kinder- en jeugdpsychiatrie worden aangemeld, hebben meer negatieve jeugdervaringen (Adverse Childhood Experiences) opgedaan, blijkt uit onderzoek van Knipschild en zijn collega’s.

En hoe meer ACE’s zij rapporteerden, hoe meer problemen zij ervaarden op alle gebieden van mentaal welzijn. Dit zogenaamde cumulatieve effect van ACE’s en de chronische stress die hieruit volgt, zijn schadelijk voor de ontwikkeling van jongeren. Goede psychologische behandeling is dan ook essentieel.

Hoe meer ingrijpende ervaringen, hoe meer mentale problemen

Jullie hebben traumabehandelingen onderzocht. Welke?

Rik Knipschild is gz-psycholoog en coördinator wetenschappelijk onderzoek bij Karakter, academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Zijn aandachtsgebied is traumabehandeling bij kinderen en gezinnen. Hij doet onderzoek in het kader van een ZonMw Fellowship.

Rik Knipschild werkt al meer dan vijftien jaar met getraumatiseerde jongeren. Eerst als leraar in een jeugdgevangenis. Nu als psycholoog, traumatherapeut en onderzoeker. ‘Zelf heb ik als jongere altijd veel rugwind gehad,’ vertelt hij. ‘Ik weet hoeveel het uitmaakt als je mensen om je heen hebt die je begrijpen en ondersteunen als je iets akeligs meemaakt, zodat je daarna verder kunt.’ Als traumatherapeut ziet hij vaak het omgekeerde: hoe nare gebeurtenissen jongeren jarenlang blijven achtervolgen. Doordat ze er niet aan konden ontsnappen of niemand in hun omgeving beschikbaar was om voldoende steun te bieden.

Het raakt hem nog steeds hoe groot de impact van stressvolle levensgebeurtenissen op jongeren is. Dat kinderen die langdurig gepest of mishandeld zijn, niet meer naar school durven, geen vriendschappen meer sluiten of ’s nachts bijna niet slapen. Knipschild: ‘Al die dingen die vanzelfsprekend zouden moeten zijn in het leven van een puber, kosten deze jongeren extreem veel moeite. Dat gun je niemand.’

Psychotraumatherapeut Rik Knipschild onderzoekt de effectiviteit van traumabehandelingen bij jongeren met PTSS. Voor harde resultaten is het nog te vroeg, maar voor waardevolle observaties niet.

Interview

6,5 min.

Ditty Eimers

‘Laten we meer rake vragen stellen’

‘Nee, het overgrote deel van de jongeren die meededen, werd voor het onderzoek voor het eerst uitgebreid bevraagd over wat er was gebeurd. Schrikbarend, zeker als je bedenkt dat de meesten al veel professionele hulp hadden gehad.

Als dat niet gebeurt, is de kans groot dat de behandeling niet slaagt. Of dat tijdens de behandeling nieuwe verhalen opduiken, die niet zijn meegenomen in de diagnostische beeldvorming en het opstellen van het behandelplan.’

‘Gebrek aan kennis over de impact van trauma kan inderdaad een rol spelen. Behandelaars zijn soms bang dat jonge cliënten ontregeld raken als ze uitgebreid naar hun traumageschiedenis informeren. Zorgvuldigheid is belangrijk, maar laten we niet te voorzichtig of terughoudend zijn om rake vragen te stellen.

Het gros van de jongeren die wij spraken over hun traumageschiedenis gaf aan voor het eerst het gevoel te hebben dat er echt geluisterd werd. Ze voelden zich niet alleen gehoord en begrepen, maar kregen ook weer een beetje hoop: ik ben niet gek. Wat ik heb, heeft een naam en er is iets aan te doen.’

Dat zouden jeugdhulpverleners toch moeten wéten?

Augeo Magazine: Hét online tijdschrift over veilig opgroeien

Professionals en beleidsmakers bijpraten over de nieuwste ontwikkelingen, onderzoeken, dilemma’s en besluiten rond de veiligheid van kinderen. Dat doet Augeo Foundation al 15 jaar met onder andere e-learnings, bijeenkomsten en Augeo Magazine. Ons magazine verschijnt 5x per jaar. Meld je aan om gratis abonnee te worden.
Volledig scherm