Speciaal voor medewerkers in de kinderopvang en het primair onderwijs is er de online cursus ‘Grensoverschrijdend gedrag’. Je leert hoe je grensoverschrijdend gedrag herkent, welke stappen je kunt ondernemen en hoe je  (vermoedens van) grensoverschrijdend gedrag met een collega en met een bezorgde ouder bespreekt.

Wat als je vermoedt dat je collega ‘over de grens’ gaat

Gedragsregels krijgen pas betekenis als jij, de professional, je er ook aan houdt. Overschrijd dus geen grenzen van kinderen en jongeren. En ook niet van collega's of ouders. Ga gepast gekleed naar je werk, wees een betrouwbaar persoon, in grote en kleine afspraken, maak geen ‘foute’ grapjes en roddel niet. Zo bevorder je een klimaat waarin een ieder zich veilig kan voelen.

Gesprek over zorgen

Neem hun zorgen serieus

Als jij vermoedt of signaleert dat een collega grensoverschrijdend gedrag laat zien, is het belangrijk dat je weet wat daar in jouw organisatie over is afgesproken. Is er een protocol grensoverschrijdend gedrag? Het voordeel van een protocol is dat het je duidelijkheid geeft over de stappen die je moet zetten en dat je je minder onzeker hoeft te voelen over wat je kunt doen. 

Maar bovenal helpt het om zo vroeg mogelijk en ook bij lichte vormen van grensoverschrijdend gedrag in te grijpen. Vroegtijdig ingrijpen helpt groter leed te voorkomen.  

Zorg in ieder geval dat je bekend bent met de afspraken in geval van grensoverschrijdend gedrag, zodat je weet wat je moet doen en bij wie je je zorgen moet melden. Zorg ook dat je weet wie de vertrouwenspersoon is. 

Gedragsregels…

Een gedragscode…

  • maak je samen met de kinderen of jongeren met wie je werkt.
  • zijn afgeleid van de gedragscode. 
  • zijn duidelijk en dagelijks zichtbaar (bijvoorbeeld doordat ze uitgeprint zijn opgehangen aan de muur).
  • omvat gedragsregels over hoe volwassenen met kinderen en met elkaar binnen jullie organisatie omgaan. 
  • werkt pas echt als de hele organisatie, inclusief de ouderraad/cliëntenraad, deze onderschrijft. En als de code regelmatig onder de aandacht van alle betrokkenen wordt gebracht. 

In veel sectoren geldt een meldplicht voor grensoverschrijdend gedrag. Als medewerker meld je bij het bestuur of de directie, die vervolgens officiële stappen moet nemen. In de zorg moet je grensoverschrijdend gedrag door een professional melden bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Meer informatie daarover vind je hier 

In het onderwijs geldt een meld-, overleg- en aangifteplicht voor mogelijk seksueel misbruik of seksuele intimidatie (zedenmisdrijf) door een professional. Voor de kinderopvang geldt deze plicht nadrukkelijk ook voor mishandeling. Deze sectoren melden bij de Vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het onderwijs. Deze luistert, informeert en adviseert. Meer informatie vind je in de flyer Vertrouwensinspecteurs.

Meld- en aangifteplicht

Ga niet mee in de zorgen, maar hoor wel aan wat de ouder te vertellen heeft. Stel verduidelijkende vragen, maar probeer niet de waarheid te achterhalen. Dat is niet jouw taak. 

Laat weten welke stappen jij vervolgens gaat zetten om het kind veilig te laten zijn. Zo kun je vertellen dat je het kind niet meer alleen laat met de betreffende collega. Als je zelf geen leidinggevende bent, kun je de ouder vertellen dat je je leidinggevende erbij betrekt. Het is de taak van de leidinggevende om uit te zoeken wat er precies aan de hand is, vervolgstappen te nemen en de ouders hiervan op de hoogte te brengen.

Neem de zorgen van ouders altijd serieus. Zij kennen hun kind vaak het best. Meestal hebben zij het als geen ander door als er iets aan de hand is met hun kind. Wat dat dan is, weet je natuurlijk niet, maar zorgen van ouders zijn een belangrijk signaal.

De emoties kunnen erg hoog oplopen als ouders denken dat iemand hun kind iets aandoet. Zeker als dat iemand is aan wie zij de zorg voor hun kind hebben toevertrouwd.

Het kan ook zijn dat een kind zelf vertelt over onveiligheid. Laat het dan zijn verhaal vertellen, geloof hem of haar onvoorwaardelijk, stel geen sturende vragen en probeer niet naar de waarheid te zoeken.

Zelf vertellen

Benoem je handelingen

De gevolgen van grensoverschrijdend gedrag voor kinderen kunnen heel groot zijn. Als hun grenzen worden overschreden in een situatie waarin zij zich veilig waanden, raakt hun basisvertrouwen geschonden. Daar kunnen ze op verschillende manieren mee tobben en uiting aan geven. Het ene kind zal zich in zichzelf terugtrekken, een ander kind zal pijn en frustratie juist naar buiten richten - naar leeftijdsgenoten bijvoorbeeld, of door spullen kapot te maken. Soms gedragen kinderen zich plotseling anders in aanwezigheid van een collega, of worden heel stil of angstig.

Door al bij baby’s te beginnen met het benoemen van je acties geef je aan dat het functioneel is wat je doet en dat het oké is wat je doet. Ook schrikt een kind minder. Een ouder kind vraag je om toestemming: bijvoorbeeld bij een 3-jarige trek je niet zomaar zijn broek naar beneden als hij in z’n broek heeft gepoept en een ouder kind vraag je of het oké is als je een arm om hem heen wilt slaan om hem te troosten.

Als je met heel jonge kinderen werkt, heb je vaker (noodzakelijk) lichamelijk contact met hen. Dat contact kun je aangrijpen om hun gevoel van veiligheid te vergroten door heel betrouwbaar en transparant te zijn in je handelingen. Zeg bijvoorbeeld dat je een kind gaat aanraken en doe dat rustig. Bijvoorbeeld als je de luier van een dreumes gaat verschonen of hem optilt van tafel.

Respectvol maar concreet

hoe zou jij reageren?

Bekijk voordat je verder leest dit filmpje met de volgende vraag in gedachten:

Leren dat je de baas bent over je eigen lijf en dat je grenzen mag aangeven - maar ook moet respecteren bij anderen - kan een kind niet vroeg genoeg leren. Besteed daarom bij kinderen van alle leeftijden structureel aandacht aan sociale veiligheid, grenzen en seksuele opvoeding van kinderen. 

Voor jonge kinderen zijn er bijvoorbeeld boekjes om samen te lezen en na te bespreken. In dit artikel vind je verschillende titels van geschikte boekjes. Daarnaast is de ondergoedregel een hulpmiddel om met jonge kinderen te praten over welke plekjes op je lijf niet zomaar door anderen mogen worden aangeraakt. In anti-pestprogramma’s voor de basisschool is vaak een onderdeel hierover opgenomen. 

Basisvoorwaarde voor een gezonde ontwikkeling van kinderen is een fysiek en emotioneel veilige omgeving. Werk je met kinderen of jongeren, dan zou zo’n veilig klimaat dus topprioriteit moeten zijn. 

Scholen zijn wettelijk verplicht om de beleving van veiligheid en het welzijn van hun leerlingen te volgen. Er zijn allerlei instrumenten waarmee ze dit kunnen doen. De uitkomsten geven niet alleen informatie voor het voeren van het sociale veiligheidsbeleid, maar bieden ook aanknopingspunten om over verder te praten met de leerlingen. 

Praat met elkaar over vragen als: wat betekenen veiligheid en onveiligheid voor je? In welke situatie voel je je veilig? En welke niet? Wat doe je als je je onveilig voelt? Door open en structureel met ze te praten over gevoelens van (on)veiligheid help je hen om zich bewust te worden van eigen grenzen en die aan te geven. Vertel hen ook bij wie ze terecht kunnen als er grenzen worden overschreden; dat kun jij zelf zijn, maar ook de vertrouwenspersoon binnen je organisatie.

Als je twijfelt, of je te onzeker voelt om zelf je collega aan te spreken, schroom dan niet om de hulp in te schakelen van je leidinggevende. Het is belangrijk dat de betreffende collega er door iemand op wordt aangesproken.

Het is belangrijk dat je je collega op een respectvolle manier aanspreekt, concreet benoemt wat je hebt gezien en aangeeft wat je vervolgens gaat doen. Bijvoorbeeld als je je collega hebt horen schreeuwen tegen een kind met de naam Tessa, dan kun je zeggen: ‘Ik schrok ervan hoe jij tegen Tessa schreeuwde. En Tessa ook, zag ik. Ik vind dat onze leidinggevende dat moet weten. Ga jij dat zelf vertellen? Ik wil best met je mee. Anders doe ik het zelf.’ 

Vaak is grensoverschrijdend gedrag subtiel. Kleine overschrijdingen bij jonge kinderen kunnen bijvoorbeeld zijn: een kind langer vasthouden dan het prettig vindt, of het een gekke naam geven. En bij een ouder kind: een arm om hem heen slaan terwijl hij dat niet wil of seksueel getinte grapjes maken. 

Het is belangrijk dat je juist die kleine overschrijdingen ook signaleert en bespreekt. Zeker omdat kinderen niet altijd zelf in staat zijn om aan te geven dat zij het gedrag onprettig of ongewenst vinden.

Kleinere overschrijdingen kunnen leiden tot schadelijkere gedragingen. Als er niets van gezegd en tegen gedaan wordt, ontstaat een klimaat waarin ze kunnen uitgroeien tot ernstigere vormen van grensoverschrijdend gedrag. 

Als iemand een kind een klap geeft of uitscheldt, is het evident dat diegene over de grens gaat. Maar niet alle vormen van grensoverschrijdend gedrag zijn zo duidelijk. Het zal vaker voorkomen dat je een niet-pluisgevoel hebt: het gevoel dat er iets niet klopt, maar dat je er niet precies de vinger op kunt leggen. 

En dan? Redenen om niets te doen met zo’n niet-pluisgevoel kunnen bijvoorbeeld zijn: twijfel of je het wel goed ziet of voelt, angst om een collega ergens onterecht van te beschuldigen, niet weten wat je er dan mee moet, of een collega niet durven aanspreken op wat je ziet of merkt. 

Dat gebeurde bijvoorbeeld rondom Robert M., de medewerker van twee Amsterdamse kinderdagverblijven, die in 2011 veroordeeld werd voor het misbruik van tientallen kinderen. Hij tekende bloemetjes op de buik van kinderen. Achteraf bleek dat meerdere collega’s dat weleens hadden gezien en er een vreemd gevoel bij hadden. Maar ze wisten het niet goed te duiden en deden er vervolgens niets mee.

Grensoverschrijdend gedrag komt overal voor waar machtsverschillen zijn. Die kunnen gebaseerd zijn op verschil in leeftijd, positie, sekse, mentaal of lichamelijk overwicht. Tussen kinderen en volwassenen is altijd sprake van deze ongelijkheid, wat een kind extra kwetsbaar maakt voor grensoverschrijdend gedrag. Ook in jouw organisatie kan het dus voorkomen dat de lichamelijke of psychische grenzen van de kinderen die onder je hoede vallen worden overschreden. Voorbeelden van grensoverschrijdend gedrag zijn ongewenste of ongepaste aanrakingen, pesten, uitschelden, hard vastpakken en discriminatie.

Een webzine van Terre des Hommes dat je wegwijs maakt in de online wereld.

Hoe bescherm je kinderen online?

Deel deze pagina

tips

7 min.

Edith Geurts

Stoeien, een arm om een schouder leggen, maar ook: streng toespreken als dat nodig is. Het hoort er allemaal bij als je met kinderen werkt. Maar wanneer wordt gedrag grensoverschrijdend? En wat kun je dan doen? Tien tips voor jou en je organisatie.

Wat doe jij bij grensoverschrijdend gedrag?

Wees een rolmodel

10

Stel gedragsregels op, gebaseerd op de gedragscode van jouw organisatie

9

Ken het protocol van je eigen organisatie

8

Weet hoe je moet reageren op bezorgde ouders

7

Wees alert op signalen van kinderen

6

Leer een kind zo jong mogelijk grenzen herkennen

5

Praat structureel met kinderen over (on)veiligheid

4

Spreek je collega’s ook op kleine overschrijdingen aan

3

Wees alert op het niet-pluisgevoel en neem het serieus

2

1

Besef dat grensoverschrijdend gedrag ook in jouw organisatie kan voorkomen

Speciaal voor medewerkers in de kinderopvang en het primair onderwijs is er de online cursus ‘Grensoverschrijdend gedrag’. Je leert hoe je grensoverschrijdend gedrag herkent, welke stappen je kunt ondernemen en hoe je  (vermoedens van) grensoverschrijdend gedrag met een collega en met een bezorgde ouder bespreekt.

Wat als je vermoedt dat je collega ‘over de grens’ gaat

Gedragsregels krijgen pas betekenis als jij, de professional, je er ook aan houdt. Overschrijd dus geen grenzen van kinderen en jongeren. En ook niet van collega's of ouders. Ga gepast gekleed naar je werk, wees een betrouwbaar persoon, in grote en kleine afspraken, maak geen ‘foute’ grapjes en roddel niet. Zo bevorder je een klimaat waarin een ieder zich veilig kan voelen.

Wees een rolmodel

10

Een webzine van Terre des Hommes dat je wegwijs maakt in de online wereld.

Hoe bescherm je kinderen online?

  • maak je samen met de kinderen of jongeren met wie je werkt.
  • zijn afgeleid van de gedragscode. 
  • zijn duidelijk en dagelijks zichtbaar (bijvoorbeeld doordat ze uitgeprint zijn opgehangen aan de muur).

Gedragsregels…

  • omvat gedragsregels over hoe volwassenen met kinderen en met elkaar binnen jullie organisatie omgaan. 
  • werkt pas echt als de hele organisatie, inclusief de ouderraad/cliëntenraad, deze onderschrijft. En als de code regelmatig onder de aandacht van alle betrokkenen wordt gebracht. 

Een gedragscode…

Stel gedragsregels op, gebaseerd op de gedragscode van jouw organisatie

9

In veel sectoren geldt een meldplicht voor grensoverschrijdend gedrag. Als medewerker meld je bij het bestuur of de directie, die vervolgens officiële stappen moet nemen. In de zorg moet je grensoverschrijdend gedrag door een professional melden bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Meer informatie daarover vind je hier 

In het onderwijs geldt een meld-, overleg- en aangifteplicht voor mogelijk seksueel misbruik of seksuele intimidatie (zedenmisdrijf) door een professional. Voor de kinderopvang geldt deze plicht nadrukkelijk ook voor mishandeling. Deze sectoren melden bij de Vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het onderwijs. Deze luistert, informeert en adviseert. Meer informatie vind je in de flyer Vertrouwensinspecteurs.

Meld- en aangifteplicht

Als jij vermoedt of signaleert dat een collega grensoverschrijdend gedrag laat zien, is het belangrijk dat je weet wat daar in jouw organisatie over is afgesproken. Is er een protocol grensoverschrijdend gedrag? Het voordeel van een protocol is dat het je duidelijkheid geeft over de stappen die je moet zetten en dat je je minder onzeker hoeft te voelen over wat je kunt doen. 

Maar bovenal helpt het om zo vroeg mogelijk en ook bij lichte vormen van grensoverschrijdend gedrag in te grijpen. Vroegtijdig ingrijpen helpt groter leed te voorkomen.  

Zorg in ieder geval dat je bekend bent met de afspraken in geval van grensoverschrijdend gedrag, zodat je weet wat je moet doen en bij wie je je zorgen moet melden. Zorg ook dat je weet wie de vertrouwenspersoon is. 

Ken het protocol van je eigen organisatie

8

Ga niet mee in de zorgen, maar hoor wel aan wat de ouder te vertellen heeft. Stel verduidelijkende vragen, maar probeer niet de waarheid te achterhalen. Dat is niet jouw taak. 

Laat weten welke stappen jij vervolgens gaat zetten om het kind veilig te laten zijn. Zo kun je vertellen dat je het kind niet meer alleen laat met de betreffende collega. Als je zelf geen leidinggevende bent, kun je de ouder vertellen dat je je leidinggevende erbij betrekt. Het is de taak van de leidinggevende om uit te zoeken wat er precies aan de hand is, vervolgstappen te nemen en de ouders hiervan op de hoogte te brengen.

Gesprek over zorgen

Neem de zorgen van ouders altijd serieus. Zij kennen hun kind vaak het best. Meestal hebben zij het als geen ander door als er iets aan de hand is met hun kind. Wat dat dan is, weet je natuurlijk niet, maar zorgen van ouders zijn een belangrijk signaal.

Neem hun zorgen serieus

hoe zou jij reageren?

Bekijk voordat je verder leest dit filmpje met de volgende vraag in gedachten:

De emoties kunnen erg hoog oplopen als ouders denken dat iemand hun kind iets aandoet. Zeker als dat iemand is aan wie zij de zorg voor hun kind hebben toevertrouwd.

Weet hoe je moet reageren op bezorgde ouders

7

Het kan ook zijn dat een kind zelf vertelt over onveiligheid. Laat het dan zijn verhaal vertellen, geloof hem of haar onvoorwaardelijk, stel geen sturende vragen en probeer niet naar de waarheid te zoeken.

Zelf vertellen

De gevolgen van grensoverschrijdend gedrag voor kinderen kunnen heel groot zijn. Als hun grenzen worden overschreden in een situatie waarin zij zich veilig waanden, raakt hun basisvertrouwen geschonden. Daar kunnen ze op verschillende manieren mee tobben en uiting aan geven. Het ene kind zal zich in zichzelf terugtrekken, een ander kind zal pijn en frustratie juist naar buiten richten - naar leeftijdsgenoten bijvoorbeeld, of door spullen kapot te maken. Soms gedragen kinderen zich plotseling anders in aanwezigheid van een collega, of worden heel stil of angstig.

Wees alert op signalen van kinderen

6

Door al bij baby’s te beginnen met het benoemen van je acties geef je aan dat het functioneel is wat je doet en dat het oké is wat je doet. Ook schrikt een kind minder. Een ouder kind vraag je om toestemming: bijvoorbeeld bij een 3-jarige trek je niet zomaar zijn broek naar beneden als hij in z’n broek heeft gepoept en een ouder kind vraag je of het oké is als je een arm om hem heen wilt slaan om hem te troosten.

Als je met heel jonge kinderen werkt, heb je vaker (noodzakelijk) lichamelijk contact met hen. Dat contact kun je aangrijpen om hun gevoel van veiligheid te vergroten door heel betrouwbaar en transparant te zijn in je handelingen. Zeg bijvoorbeeld dat je een kind gaat aanraken en doe dat rustig. Bijvoorbeeld als je de luier van een dreumes gaat verschonen of hem optilt van tafel.

Benoem je handelingen

Leren dat je de baas bent over je eigen lijf en dat je grenzen mag aangeven - maar ook moet respecteren bij anderen - kan een kind niet vroeg genoeg leren. Besteed daarom bij kinderen van alle leeftijden structureel aandacht aan sociale veiligheid, grenzen en seksuele opvoeding van kinderen. 

Voor jonge kinderen zijn er bijvoorbeeld boekjes om samen te lezen en na te bespreken. In dit artikel vind je verschillende titels van geschikte boekjes. Daarnaast is de ondergoedregel een hulpmiddel om met jonge kinderen te praten over welke plekjes op je lijf niet zomaar door anderen mogen worden aangeraakt. In anti-pestprogramma’s voor de basisschool is vaak een onderdeel hierover opgenomen. 

Leer een kind zo jong mogelijk grenzen herkennen

5

Basisvoorwaarde voor een gezonde ontwikkeling van kinderen is een fysiek en emotioneel veilige omgeving. Werk je met kinderen of jongeren, dan zou zo’n veilig klimaat dus topprioriteit moeten zijn. 

Scholen zijn wettelijk verplicht om de beleving van veiligheid en het welzijn van hun leerlingen te volgen. Er zijn allerlei instrumenten waarmee ze dit kunnen doen. De uitkomsten geven niet alleen informatie voor het voeren van het sociale veiligheidsbeleid, maar bieden ook aanknopingspunten om over verder te praten met de leerlingen. 

Praat met elkaar over vragen als: wat betekenen veiligheid en onveiligheid voor je? In welke situatie voel je je veilig? En welke niet? Wat doe je als je je onveilig voelt? Door open en structureel met ze te praten over gevoelens van (on)veiligheid help je hen om zich bewust te worden van eigen grenzen en die aan te geven. Vertel hen ook bij wie ze terecht kunnen als er grenzen worden overschreden; dat kun jij zelf zijn, maar ook de vertrouwenspersoon binnen je organisatie.

Praat structureel met kinderen over (on)veiligheid

4

Als je twijfelt, of je te onzeker voelt om zelf je collega aan te spreken, schroom dan niet om de hulp in te schakelen van je leidinggevende. Het is belangrijk dat de betreffende collega er door iemand op wordt aangesproken.

Het is belangrijk dat je je collega op een respectvolle manier aanspreekt, concreet benoemt wat je hebt gezien en aangeeft wat je vervolgens gaat doen. Bijvoorbeeld als je je collega hebt horen schreeuwen tegen een kind met de naam Tessa, dan kun je zeggen: ‘Ik schrok ervan hoe jij tegen Tessa schreeuwde. En Tessa ook, zag ik. Ik vind dat onze leidinggevende dat moet weten. Ga jij dat zelf vertellen? Ik wil best met je mee. Anders doe ik het zelf.’ 

Respectvol maar concreet

Vaak is grensoverschrijdend gedrag subtiel. Kleine overschrijdingen bij jonge kinderen kunnen bijvoorbeeld zijn: een kind langer vasthouden dan het prettig vindt, of het een gekke naam geven. En bij een ouder kind: een arm om hem heen slaan terwijl hij dat niet wil of seksueel getinte grapjes maken. 

Het is belangrijk dat je juist die kleine overschrijdingen ook signaleert en bespreekt. Zeker omdat kinderen niet altijd zelf in staat zijn om aan te geven dat zij het gedrag onprettig of ongewenst vinden.

Kleinere overschrijdingen kunnen leiden tot schadelijkere gedragingen. Als er niets van gezegd en tegen gedaan wordt, ontstaat een klimaat waarin ze kunnen uitgroeien tot ernstigere vormen van grensoverschrijdend gedrag. 

Spreek je collega’s ook op kleine overschrijdingen aan

3

Als iemand een kind een klap geeft of uitscheldt, is het evident dat diegene over de grens gaat. Maar niet alle vormen van grensoverschrijdend gedrag zijn zo duidelijk. Het zal vaker voorkomen dat je een niet-pluisgevoel hebt: het gevoel dat er iets niet klopt, maar dat je er niet precies de vinger op kunt leggen. 

En dan? Redenen om niets te doen met zo’n niet-pluisgevoel kunnen bijvoorbeeld zijn: twijfel of je het wel goed ziet of voelt, angst om een collega ergens onterecht van te beschuldigen, niet weten wat je er dan mee moet, of een collega niet durven aanspreken op wat je ziet of merkt. 

Dat gebeurde bijvoorbeeld rondom Robert M., de medewerker van twee Amsterdamse kinderdagverblijven, die in 2011 veroordeeld werd voor het misbruik van tientallen kinderen. Hij tekende bloemetjes op de buik van kinderen. Achteraf bleek dat meerdere collega’s dat weleens hadden gezien en er een vreemd gevoel bij hadden. Maar ze wisten het niet goed te duiden en deden er vervolgens niets mee.

Wees alert op het niet-pluisgevoel en neem het serieus

2

Grensoverschrijdend gedrag komt overal voor waar machtsverschillen zijn. Die kunnen gebaseerd zijn op verschil in leeftijd, positie, sekse, mentaal of lichamelijk overwicht. Tussen kinderen en volwassenen is altijd sprake van deze ongelijkheid, wat een kind extra kwetsbaar maakt voor grensoverschrijdend gedrag. Ook in jouw organisatie kan het dus voorkomen dat de lichamelijke of psychische grenzen van de kinderen die onder je hoede vallen worden overschreden. Voorbeelden van grensoverschrijdend gedrag zijn ongewenste of ongepaste aanrakingen, pesten, uitschelden, hard vastpakken en discriminatie.

1

Besef dat grensoverschrijdend gedrag ook in jouw organisatie kan voorkomen

Stoeien, een arm om een schouder leggen, maar ook: streng toespreken als dat nodig is. Het hoort er allemaal bij als je met kinderen werkt. Maar wanneer wordt gedrag grensoverschrijdend? En wat kun je dan doen? Tien tips voor jou en je organisatie.

Wat doe jij bij grensoverschrijdend gedrag?

tips

7 min.

Edith Geurts

Deel deze pagina

Augeo Magazine: Hét online tijdschrift over veilig opgroeien

Professionals en beleidsmakers bijpraten over de nieuwste ontwikkelingen, onderzoeken, dilemma’s en besluiten rond de veiligheid van kinderen. Dat doet Augeo Foundation al 15 jaar met onder andere e-learnings, bijeenkomsten en Augeo Magazine. Ons magazine verschijnt 5x per jaar. Meld je aan om gratis abonnee te worden.
Volledig scherm