In de praktijk

210408_-_augeo_magazi...

Ze knopen gesprekjes aan in de buurt, halen kinderen thuis op voor een leuke middag, zetten de deuren wagenwijd open voor moeders óf tuigen een kar op met speelgoed en gaan ermee op een pleintje staan. Vier mooie voorbeelden van initiatieven die de sociale cohesie vergroten.

btn down

Auteur: Mariëlle van Brussel  |  Leestijd: 4 x 2,5 minuten

Meer sociale cohesie in de wijk

btn down
btn down (copy)

De laagdrempeligheid van dit project is essentieel, vindt Mohamed Bouhlarouz, coördinator van de buurtvaders en werkzaam bij welzijnsorganisatie Indebuurt033. ‘Kinderen en ouders vertrouwen de buurtvaders omdat zij bekenden zijn van de gezinnen. Het zijn sleutelfiguren in de wijk die zich met hart en ziel inzetten.’ Nour Said Belkasmi: ‘Wij proberen problemen te herstellen voordat we hulp moeten regelen.’

Een paar keer per week lopen de buurtvaders door de straten van de Amersfoortse wijk De Kruiskamp. Een wijk waar bewoners van allerlei nationaliteiten dicht op elkaar wonen. Waar hangjongeren voor overlast zorgen, van vernielingen tot het afsteken van vuurwerk. Waar ze thuis geen geld hebben voor een laptop of Playstation. 

Nour Said Belkami is al twaalf jaar buurtvader. In onderstaande video vertelt hij wat de buurtvaders doen. [1 minuut] 

Buurtvaders: ‘Wij zijn de oren en ogen van de wijk’

Bemiddelen

Erbij horen

Wat ze zoal doen? Het kan gaan om een bemiddelingsgesprek tussen ouder en kind. ‘In allochtone gezinnen begrijpen ouders hun kinderen soms niet, of andersom. Door met ze te praten over de Nederlandse manier van opvoeden kunnen we vaak voorkomende misverstanden uit de weg ruimen. Jongeren worden op school geconfronteerd met een westerse manier van leven, ouders hebben daar niet altijd begrip voor.’ 

Ook ondersteunen de buurtvaders jongeren die het lastig vinden om een stageplek te vinden. ‘We proberen ze te helpen door contacten te leggen met bijvoorbeeld het bedrijfsleven. Ook praten we met jongeren die geen idee hebben wat ze eigenlijk willen met hun leven.’

De buurtvaders proberen statushouders uit Eritrea en Syrië die het lastig vinden om in Nederland te aarden, te betrekken bij de buurt. Zo kunnen ze als vrijwilliger helpen bij het organiseren van activiteiten. Een buurtvader regelde een plek bij de plaatselijke voetbalclub voor een jochie uit Syrië, omdat de ouders geen idee hadden hoe dat voor elkaar te krijgen.

‘Er zijn bewoners die nog niets weten over onze samenleving,’ vertelt coördinator Bouhlarouz. ‘We organiseren de cursussen “Opvoeden tussen twee culturen” en “Huiselijk geweld”, waarbij de buurtvaders de mensen motiveren om deel te nemen: “Morgenavond is er een interessante bijeenkomst, ga eens kijken.” Als een buurtvader dat aanbeveelt, werkt het beter dan wanneer een professional dat doet.’

Een voetbaltoernooi of bijvoorbeeld een schoonmaakactie moet zorgen voor meer cohesie. En het werkt. Belkasmi: ‘Doordat we overal zijn, weten jongeren ons te vinden. Als we op een speelpleintje staan, komen ze naar ons toe om even te kletsen. Ze willen graag iets betekenen, erbij horen. Zeker tijdens deze coronacrisis voelen ze zich geïsoleerd.’

Belkasmi: ‘Afgelopen oudjaarsavond hebben we samen met de gemeente besloten dat de politie zich niet zou laten zien. Wij als buurtvaders waren ervan overtuigd dat dat beter zou werken. Normaal zijn er altijd veel problemen, deze keer is het rustig gebleven. Geen politie in het zicht, maar wel extra veel buurtvaders. De meerwaarde van ons? Jongeren vertrouwen ons meer dan professionals of de politie.’

Als er problemen zijn, zullen ze die eerder met de buurtvaders delen dan met anderen, denkt Belkasmi. ‘Als wij vervolgens denken dat we iemand moeten doorverwijzen naar bijvoorbeeld het wijkteam of Indebuurt033, doen we dat. En natuurlijk ondersteunen we de jongeren of gezinnen daarbij. Ook hebben we een goed contact met de scholen en de wijkagent. Samenwerken is ons belangrijkste principe.’

‘Jongeren vertrouwen ons meer dan dat ze de politie vertrouwen’

quote-salmon.png
btn down
btn down (copy)

Vinolia kwam bijna twee jaar geleden met haar dochtertje, dat toen 4 jaar oud was, naar Amsterdam. De Ghanese was bij haar gewelddadige man weggegaan en zocht haar heil in Amsterdam Zuidoost. Ze zwierf van adres naar adres en huurde tot vijf keer toe een kamer bij een particulier. Maar ze voelde zich nergens veilig of gewenst.

Ondertussen had ze wel een sociaal werker vanuit de Protestantse kerk ontmoet. Die raadde haar aan om eens een kijkje te gaan nemen in De Nieuwe Stad, 

‘Het is zo fijn daar,’ vertelt Vinolia. ‘Ze organiseren allerlei activiteiten voor kinderen. Ik ben er een keer per week. Dan drink ik koffie en ontmoet andere ouders. Mijn dochtertje heeft bijna geen kinderen om mee te spelen, dus ik ben zo blij dat ze hier lol kan maken en ook nog sociale vaardigheden kan opdoen.’

Elianne is diaconaal werker bij De Nieuwe Stad, een kerkcentrum in hartje Amsterdam Zuidoost dat gedeeld wordt door vijf kerkgenootschappen en waar behalve religieuze bijeenkomsten ook activiteiten plaatsvinden voor buurtbewoners. Een van de moeders die Elianne daar leerde kennen is Vinolia. 

In onderstaande video stellen ze zich beiden aan je voor. [1 minuut]

Het kerkcentrum: ‘Mensen vinden hier veiligheid en gezelligheid’

Veel animo

Hart luchten

Diaconaal werker Elianne Schultz, die verantwoordelijk is voor de buurtfunctie van De Nieuwe Stad: ‘Er is door de coronacrisis zo veel animo voor deze plek dat we elke dag open zijn. We zijn er voor mensen die hulp nodig hebben. Mensen die bijvoorbeeld financieel in de knoop zitten, vaak ongedocumenteerden. Er zijn gratis maaltijden, kleding en voedsel en we organiseren activiteiten voor kinderen en voor ouderen.’

Daarnaast helpen de medewerkers daklozen met het zoeken van onderdak. Schultz: ‘Vanuit de kerken zijn er woongemeenschappen opgestart waar mensen een gastenkamer kunnen huren. Kun je niet in de reguliere opvang terecht, dan kan het hier.’

Ook Vinolia kreeg na haar vele omzwervingen een gastenkamer aangeboden. ‘Ik maakte me zorgen over de buurt waarin we zouden gaan wonen, niet ver van het red light district,’ vertelt Vinolia. ‘Via mensen van De Nieuwe Stad leerde ik buurtbewoners kennen die me hielpen. Ik weet nu hoe ik samen met mijn dochtertje mijn weg kan vinden in deze buurt zonder in aanraking te komen met de minder leuke kant ervan.’

Ook al woont ze nu verder van De Nieuwe Stad, Vinolia komt er nog steeds graag. Soms wordt haar dochtertje zelfs opgehaald om de activiteiten te kunnen bijwonen, zodat Vinolia even tijd heeft voor zichzelf. Maar eigenlijk wil ze de bezoekjes niet missen. ‘Ik leefde tot voor kort onder constante stress doordat ik in de huizen van anderen woonde. Als ik in De Nieuwe Stad ben, kan ik mijn hart luchten en wordt er naar mijn verhaal geluisterd. Ik voel me er vrij.’

Dat is precies de bedoeling, zegt diaconaal werker Schultz. ‘Kwetsbare gezinnen voelen zich bij ons veilig. Er is gezelligheid, gezond eten en er zijn positieve activiteiten. We hebben een groot aantal vrijwilligers, waardoor er ruimte is om een op een te praten. Mensen voelen zich hier gekend en geliefd. Het maakt ons niet uit of je illegaal in Nederland bent. Wij korten niet op een uitkering, er is geen traject met een doel, er zijn geen verwachtingen, we zijn er gewoon.’

Juist dat onvoorwaardelijke en informele zorgt voor een vertrouwensband, denkt Schultz. ‘Als er eenmaal vertrouwen is, kunnen we mensen eventueel helpen om de stap te zetten naar een instantie die ze nodig hebben. Zo was er een ouder die geen hulp accepteerde via school, maar na een gesprek met mij heeft ze dat toch gedaan. Ze had het vertrouwen vanuit de kerk nodig om die stap te zetten. Zo slaan we een brug tussen de instanties en de gezinnen.’

quote-salmon.png

‘Er is hier geen traject met een doel, er zijn geen verwachtingen’

btn down
btn down (copy)

‘Rebup is een veilige plek voor pubers en pre-pubers,’ vertelt moeder Marion van der Vegt. ‘Een plek waar ze altijd binnen kunnen lopen, waar ze niet hoeven uit te leggen waarom ze vorige week níet zijn gekomen. Het is vrijblijvend, laagdrempelig en gratis. Iedereen kan meedoen met activiteiten als tekenen, schilderen en theater. Maar er is ook huiswerkbegeleiding en een meidenmiddag. En warme chocomel!’

Marion van der Vegt en haar dochter Elisa de Goede runnen samen de stichting Rebup  in Haarlem-Oost. Elke week rijdt Marion met haar auto langs allerlei gezinnen. De kinderen staan haar dan enthousiast op te wachten en weten wat er komen gaat. De ene keer een stukje schilderdoek, de andere keer een mooie gum én altijd een opdracht voor de volgende tekenles. Ondertussen maakt Van der Vegt een praatje met het kind en krijgt ze en passant een idee hoe de vlag er in het gezin bij hangt. 

Dochter Elisa vertelt in onderstaande video wat haar aandeel is in de stichting. 

Rebup: ‘Pubers en pre-pubers weten ons zelf te vinden’

Vertrouwen winnen

Elkaar steunen

Roepende in de woestijn

In volkswijk Haarlem-Oost wonen veel beschadigde gezinnen, weet Van der Vegt. ‘Laagopgeleid, autochtoon, met het hart op de tong. Veel kinderen groeien hier in onveilige situaties op, maar ouders zoeken geen hulp omdat ze zich schamen. Er is huiselijk geweld en kindermishandeling.’

Van der Vegt is inmiddels twaalf jaar actief in de wijk. ‘Je moet een lange adem hebben om het vertrouwen van de kinderen en hun ouders te winnen. Toen ik begon, haalde ik de kinderen gewoon op, elke week weer. Inmiddels is Rebup een begrip in de wijk en weten kinderen de weg zelf te vinden. Sommigen willen zelfs hun ouders hier niet rondleiden, omdat het hún plek is,’ vertelt Van der Vegt.

Yasmina (15), die op haar 2e jaar vanuit Iran naar Nederland kwam, komt al negen jaar bij Rebup. ‘Mijn vader en moeder moesten nog veel leren over de Nederlandse samenleving. Zelf verveelde ik me altijd na school. Bij Rebup is altijd iets te doen. Ik voel me er welkom en heb er vrienden gemaakt. Toen ik naar de middelbare school ging, heb ik veel met Marion gepraat. Ze leerde me bijvoorbeeld dat het dragen van merkkleding niet belangrijk is, dat het gaat om het leren. Ik voel me nu veel sterker.’

Sinds kort is er ook een plek waar moeders samen kunnen komen. Want als moeders meer voor zichzelf durven opkomen en steun aan elkaar hebben, kunnen ze er ook voor hun kinderen zijn, is het idee. Van der Vegt: ‘Ik kan de problemen in de gezinnen niet oplossen, maar ik kan vrouwen en kinderen aandacht geven en er aandacht voor vragen. Zo heeft het door ons opgezette magazine Moeders uit Oost, waarin vrouwen vertellen over hun ervaringen met verslaving en mishandeling, voor verbinding gezorgd. Ze beseffen dat ze niet de enige zijn met problemen.’

Van der Vegt doet er alles aan om het hoge aantal kinderen dat slachtoffer is van kindermishandeling naar beneden te krijgen. Maar soms voelt ze zich een roepende in de woestijn. ‘Als ik een melding doe bij Veilig Thuis, blijken ze dat niet te registreren omdat ze te weinig personeel hebben. Samenwerken met bepaalde scholen is lastig omdat ze bang zijn dat wanneer ze in actie komen voor een kind, er een boze vader op de stoep staat. Ik verwijs kinderen regelmatig door naar Streetcornerwork of het CJG.’

Trots: ‘Kinderen komen hier vaak als etterbakjes binnen, maar ik zie ze veranderen. Jongeren gaan studeren, of vatten het plan op om zelf een soort Rebup op te zetten. En nog steeds komen er oude Rebuppers langs om even warme chocomel te drinken. Dat is natuurlijk geweldig.’

Yasmina is niet haar echte naam.

‘Ik kan de problemen niet oplossen, maar er wel aandacht voor vragen’

quote-salmon.png
btn down
btn down (copy)

Toen de speelkar vorig jaar zomer op een pleintje in Gouda-Oost werd neergezet, kwamen de kinderen opeens uit alle hoeken en gaten tevoorschijn.  ‘Ik wist niet wat ik meemaakte,’ herinnert wijkagent Lily Habra zich nog als ze eraan terugdenkt. 'De prijskaartjes hingen nog aan de ballen, hoepels, stoepkrijt en ander speelgoed, maar de kinderen konden niet wachten.’

De speelkar is het initiatief van opbouwwerker Sandra Stevens, en een vervolg op de koffiekar, die tijdens de eerste lockdown vorig jaar was opgetuigd. ‘In verschillende wijken in Gouda-Oost zagen we polarisatie, overlast en criminaliteit,’ vertelt Stevens. ‘Maar wat er precies speelde, wisten we niet. Vooral de Marokkaanse gemeenschap kent een schaamtecultuur, dus toegeven dat er problemen zijn gebeurt niet snel. Met de koffiekar wilden we – dat zijn opbouwwerk, politie, stadsmarinier en woningcorporaties –  de mensen naar buiten krijgen om met ze in gesprek te gaan.’ 

De speelkar: ‘Bij ons kunnen kinderen even alles vergeten’

Veiligheid zoeken

Opbloeien

Toen er inderdaad animo voor een bakje koffie bleek te zijn, stelde Sandra Stevens voor om voor de kinderen de speelkar te introduceren. Kinderen die thuis nauwelijks speelgoed hebben, krijgen de mogelijkheid om met iets nieuws te spelen. En vooral ook met élkaar te spelen. Jongeren vanaf 14 jaar worden erbij betrokken door ze te laten assisteren.

‘We zien dat zowel kinderen als jongeren bij ons veiligheid zoeken,’ vertelt Stevens. ‘Ze bespreken dingen met mij die ze thuis niet kunnen delen. Ik kan het niet voor ze oplossen, maar ik kan wel actie ondernemen als dat nodig is.’

Zo kwam Stevens in contact met Llhame (16), die het thuis moeilijk had. Haar ouders van Marokkaanse afkomst zagen een ander pad voor hun dochter dan zij zelf. Met als gevolg conflicten die regelmatig escaleerden. ‘Uit liefde,’ zegt Llhame, ‘maar ik kon er niet meer tegen. Ik gebruikte allerlei smoesjes om naar buiten te gaan, naar de koffie- en later de speelkar. Dan kon ik even mezelf zijn, weg uit dat verstikkende gevoel. Ik bloeide er op. En, ik vertrouwde Sandra. Uiteindelijk zorgde zij er samen met de wijkagent voor dat ik de stap durfde zetten om het huis te verlaten om even op adem te komen.’

Voor wijkagent Lily Habra heeft de speelkar voor een ommekeer gezorgd in de wijk. ‘Doordat er veel kinderen op afkwamen, konden we het gesprek aangaan met de vaders en moeders die vaak meekwamen. Waarom zouden kinderen van allerlei nationaliteiten wel met elkaar kunnen spelen, en volwassenen niet, vroegen we dan. We kregen door die gesprekken een beter beeld van de situatie in de wijk.’

Maar ook van de situatie bij gezinnen thuis. Habra: ‘Bij de speelkar zie ik kinderen soms een ruzie oplossen op een agressieve manier. En ik zie heel jonge kinderen zonder ouders naar de speelkar komen. Bij dat soort zaken bel ik toch even aan bij het gezin. Soms leidt het tot een melding bij Veilig Thuis. Misschien was de problematiek zonder de speelkar ook zichtbaar geworden, maar dan in een veel later stadium.’

Het mooie is, zegt Stevens, dat de verschillende partijen die betrokken zijn in de wijk goed samenwerken. ‘Iedereen, van wijkagent tot gemeente, van stadsmarinier tot woningcorporatie, zet zijn beste beentje voor. We weten elkaar goed te vinden. De succesfactor? We delen met elkaar die eerste signalering, dat moment op straat,  waardoor we direct samen kunnen focussen op hoe nu verder met een kind of gezin.’

Allemaal hopen ze dat de koffie- en speelkar binnenkort weer naar buiten kunnen. ‘Voor ouders is het een moment om bij te komen,’ zegt Stevens, ‘en kinderen krijgen de kans om even uit de thuissituatie te ontsnappen. Soms is een glimlach van ons al genoeg voor een kind.’ 

Habra: ‘Kinderen die met veel broers en zusjes samenleven, die alleen een balkon hebben, van wie de ouders allerlei problemen hebben, kunnen bij de speelkar alles even vergeten.’

Llhame heeft inmiddels goede gesprekken gehad met haar familie, die haar wensen nu beter begrijpt. Ze gaat studeren en werkt als assistent bij de speelkar. ‘Ik ben blij dat ik andere meiden, iets jonger dan ik, kan vertellen dat ze in soortgelijke situaties als de mijne moeten praten met hun ouders. Zo kunnen ze voorkomen dat het uit de hand loopt. Voor kinderen en jongeren die naar de speelkar komen, is dat vaak een schreeuw om hulp.’

*Llhame is niet haar echte naam. 

Even alles vergeten

quote-salmon.png

‘Ik zie heel jonge kinderen zonder ouders naar de speelkar komen’

In de praktijk

210408_-_augeo_magazi...
btn down

Meer sociale cohesie in de wijk

Auteur: Mariëlle van Brussel  |  Leestijd: 4 x 2,5 minuten

Ze knopen gesprekjes aan in de buurt, halen kinderen thuis op voor een leuke middag, zetten de deuren wagenwijd open voor moeders óf tuigen een kar op met speelgoed en gaan ermee op een pleintje staan. Vier mooie voorbeelden van initiatieven die de sociale cohesie vergroten.

btn down
btn down (copy)

Buurtvaders: ‘Wij zijn de oren en ogen van de wijk’

Een paar keer per week lopen de buurtvaders door de straten van de Amersfoortse wijk De Kruiskamp. Een wijk waar bewoners van allerlei nationaliteiten dicht op elkaar wonen. Waar hangjongeren voor overlast zorgen, van vernielingen tot het afsteken van vuurwerk. Waar ze thuis geen geld hebben voor een laptop of Playstation. 

Nour Said Belkami is al twaalf jaar buurtvader. In onderstaande video vertelt hij wat de buurtvaders doen. [1 minuut] 

De laagdrempeligheid van dit project is essentieel, vindt Mohamed Bouhlarouz, coördinator van de buurtvaders en werkzaam bij welzijnsorganisatie Indebuurt033. ‘Kinderen en ouders vertrouwen de buurtvaders omdat zij bekenden zijn van de gezinnen. Het zijn sleutelfiguren in de wijk die zich met hart en ziel inzetten.’ Nour Said Belkasmi: ‘Wij proberen problemen te herstellen voordat we hulp moeten regelen.’

Bemiddelen

Erbij horen

Wat ze zoal doen? Het kan gaan om een bemiddelingsgesprek tussen ouder en kind. ‘In allochtone gezinnen begrijpen ouders hun kinderen soms niet, of andersom. Door met ze te praten over de Nederlandse manier van opvoeden kunnen we vaak voorkomende misverstanden uit de weg ruimen. Jongeren worden op school geconfronteerd met een westerse manier van leven, ouders hebben daar niet altijd begrip voor.’ 

Ook ondersteunen de buurtvaders jongeren die het lastig vinden om een stageplek te vinden. ‘We proberen ze te helpen door contacten te leggen met bijvoorbeeld het bedrijfsleven. Ook praten we met jongeren die geen idee hebben wat ze eigenlijk willen met hun leven.’

De buurtvaders proberen statushouders uit Eritrea en Syrië die het lastig vinden om in Nederland te aarden, te betrekken bij de buurt. Zo kunnen ze als vrijwilliger helpen bij het organiseren van activiteiten. Een buurtvader regelde een plek bij de plaatselijke voetbalclub voor een jochie uit Syrië, omdat de ouders geen idee hadden hoe dat voor elkaar te krijgen.

‘Er zijn bewoners die nog niets weten over onze samenleving,’ vertelt coördinator Bouhlarouz. ‘We organiseren de cursussen “Opvoeden tussen twee culturen” en “Huiselijk geweld”, waarbij de buurtvaders de mensen motiveren om deel te nemen: “Morgenavond is er een interessante bijeenkomst, ga eens kijken.” Als een buurtvader dat aanbeveelt, werkt het beter dan wanneer een professional dat doet.’

Een voetbaltoernooi of bijvoorbeeld een schoonmaakactie moet zorgen voor meer cohesie. En het werkt. Belkasmi: ‘Doordat we overal zijn, weten jongeren ons te vinden. Als we op een speelpleintje staan, komen ze naar ons toe om even te kletsen. Ze willen graag iets betekenen, erbij horen. Zeker tijdens deze coronacrisis voelen ze zich geïsoleerd.’

‘Jongeren vertrouwen ons meer dan dat ze de politie vertrouwen’

quote-salmon.png

Belkasmi: ‘Afgelopen oudjaarsavond hebben we samen met de gemeente besloten dat de politie zich niet zou laten zien. Wij als buurtvaders waren ervan overtuigd dat dat beter zou werken. Normaal zijn er altijd veel problemen, deze keer is het rustig gebleven. Geen politie in het zicht, maar wel extra veel buurtvaders. De meerwaarde van ons? Jongeren vertrouwen ons meer dan professionals of de politie.’

Als er problemen zijn, zullen ze die eerder met de buurtvaders delen dan met anderen, denkt Belkasmi. ‘Als wij vervolgens denken dat we iemand moeten doorverwijzen naar bijvoorbeeld het wijkteam of Indebuurt033, doen we dat. En natuurlijk ondersteunen we de jongeren of gezinnen daarbij. Ook hebben we een goed contact met de scholen en de wijkagent. Samenwerken is ons belangrijkste principe.’

btn down
btn down (copy)
quote-salmon.png

‘Er is hier geen traject met een doel, er zijn geen verwachtingen’

Het kerkcentrum: ‘Mensen vinden hier veiligheid en gezelligheid’

Elianne is diaconaal werker bij De Nieuwe Stad, een kerkcentrum in hartje Amsterdam Zuidoost dat gedeeld wordt door vijf kerkgenootschappen en waar behalve religieuze bijeenkomsten ook activiteiten plaatsvinden voor buurtbewoners. Een van de moeders die Elianne daar leerde kennen is Vinolia. 

In onderstaande video stellen ze zich beiden aan je voor. [1 minuut]

Vinolia kwam bijna twee jaar geleden met haar dochtertje, dat toen 4 jaar oud was, naar Amsterdam. De Ghanese was bij haar gewelddadige man weggegaan en zocht haar heil in Amsterdam Zuidoost. Ze zwierf van adres naar adres en huurde tot vijf keer toe een kamer bij een particulier. Maar ze voelde zich nergens veilig of gewenst.

Ondertussen had ze wel een sociaal werker vanuit de Protestantse kerk ontmoet. Die raadde haar aan om eens een kijkje te gaan nemen in De Nieuwe Stad, 

‘Het is zo fijn daar,’ vertelt Vinolia. ‘Ze organiseren allerlei activiteiten voor kinderen. Ik ben er een keer per week. Dan drink ik koffie en ontmoet andere ouders. Mijn dochtertje heeft bijna geen kinderen om mee te spelen, dus ik ben zo blij dat ze hier lol kan maken en ook nog sociale vaardigheden kan opdoen.’

Veel animo

Diaconaal werker Elianne Schultz, die verantwoordelijk is voor de buurtfunctie van De Nieuwe Stad: ‘Er is door de coronacrisis zo veel animo voor deze plek dat we elke dag open zijn. We zijn er voor mensen die hulp nodig hebben. Mensen die bijvoorbeeld financieel in de knoop zitten, vaak ongedocumenteerden. Er zijn gratis maaltijden, kleding en voedsel en we organiseren activiteiten voor kinderen en voor ouderen.’

Daarnaast helpen de medewerkers daklozen met het zoeken van onderdak. Schultz: ‘Vanuit de kerken zijn er woongemeenschappen opgestart waar mensen een gastenkamer kunnen huren. Kun je niet in de reguliere opvang terecht, dan kan het hier.’

Ook Vinolia kreeg na haar vele omzwervingen een gastenkamer aangeboden. ‘Ik maakte me zorgen over de buurt waarin we zouden gaan wonen, niet ver van het red light district,’ vertelt Vinolia. ‘Via mensen van De Nieuwe Stad leerde ik buurtbewoners kennen die me hielpen. Ik weet nu hoe ik samen met mijn dochtertje mijn weg kan vinden in deze buurt zonder in aanraking te komen met de minder leuke kant ervan.’

Hart luchten

Ook al woont ze nu verder van De Nieuwe Stad, Vinolia komt er nog steeds graag. Soms wordt haar dochtertje zelfs opgehaald om de activiteiten te kunnen bijwonen, zodat Vinolia even tijd heeft voor zichzelf. Maar eigenlijk wil ze de bezoekjes niet missen. ‘Ik leefde tot voor kort onder constante stress doordat ik in de huizen van anderen woonde. Als ik in De Nieuwe Stad ben, kan ik mijn hart luchten en wordt er naar mijn verhaal geluisterd. Ik voel me er vrij.’

Dat is precies de bedoeling, zegt diaconaal werker Schultz. ‘Kwetsbare gezinnen voelen zich bij ons veilig. Er is gezelligheid, gezond eten en er zijn positieve activiteiten. We hebben een groot aantal vrijwilligers, waardoor er ruimte is om een op een te praten. Mensen voelen zich hier gekend en geliefd. Het maakt ons niet uit of je illegaal in Nederland bent. Wij korten niet op een uitkering, er is geen traject met een doel, er zijn geen verwachtingen, we zijn er gewoon.’

Juist dat onvoorwaardelijke en informele zorgt voor een vertrouwensband, denkt Schultz. ‘Als er eenmaal vertrouwen is, kunnen we mensen eventueel helpen om de stap te zetten naar een instantie die ze nodig hebben. Zo was er een ouder die geen hulp accepteerde via school, maar na een gesprek met mij heeft ze dat toch gedaan. Ze had het vertrouwen vanuit de kerk nodig om die stap te zetten. Zo slaan we een brug tussen de instanties en de gezinnen.’

btn down (copy)
btn down

Rebup: ‘Pubers en pre-pubers weten ons zelf te vinden’

Marion van der Vegt en haar dochter Elisa de Goede runnen samen de stichting Rebup  in Haarlem-Oost. Elke week rijdt Marion met haar auto langs allerlei gezinnen. De kinderen staan haar dan enthousiast op te wachten en weten wat er komen gaat. De ene keer een stukje schilderdoek, de andere keer een mooie gum én altijd een opdracht voor de volgende tekenles. Ondertussen maakt Van der Vegt een praatje met het kind en krijgt ze en passant een idee hoe de vlag er in het gezin bij hangt. 

Dochter Elisa vertelt in onderstaande video wat haar aandeel is in de stichting. 

‘Rebup is een veilige plek voor pubers en pre-pubers,’ vertelt moeder Marion van der Vegt. ‘Een plek waar ze altijd binnen kunnen lopen, waar ze niet hoeven uit te leggen waarom ze vorige week níet zijn gekomen. Het is vrijblijvend, laagdrempelig en gratis. Iedereen kan meedoen met activiteiten als tekenen, schilderen en theater. Maar er is ook huiswerkbegeleiding en een meidenmiddag. En warme chocomel!’

Vertrouwen winnen

In volkswijk Haarlem-Oost wonen veel beschadigde gezinnen, weet Van der Vegt. ‘Laagopgeleid, autochtoon, met het hart op de tong. Veel kinderen groeien hier in onveilige situaties op, maar ouders zoeken geen hulp omdat ze zich schamen. Er is huiselijk geweld en kindermishandeling.’

Van der Vegt is inmiddels twaalf jaar actief in de wijk. ‘Je moet een lange adem hebben om het vertrouwen van de kinderen en hun ouders te winnen. Toen ik begon, haalde ik de kinderen gewoon op, elke week weer. Inmiddels is Rebup een begrip in de wijk en weten kinderen de weg zelf te vinden. Sommigen willen zelfs hun ouders hier niet rondleiden, omdat het hún plek is,’ vertelt Van der Vegt.

Elkaar steunen

Yasmina (15), die op haar 2e jaar vanuit Iran naar Nederland kwam, komt al negen jaar bij Rebup. ‘Mijn vader en moeder moesten nog veel leren over de Nederlandse samenleving. Zelf verveelde ik me altijd na school. Bij Rebup is altijd iets te doen. Ik voel me er welkom en heb er vrienden gemaakt. Toen ik naar de middelbare school ging, heb ik veel met Marion gepraat. Ze leerde me bijvoorbeeld dat het dragen van merkkleding niet belangrijk is, dat het gaat om het leren. Ik voel me nu veel sterker.’

‘Ik kan de problemen niet oplossen, maar er wel aandacht voor vragen’

quote-salmon.png

Sinds kort is er ook een plek waar moeders samen kunnen komen. Want als moeders meer voor zichzelf durven opkomen en steun aan elkaar hebben, kunnen ze er ook voor hun kinderen zijn, is het idee. Van der Vegt: ‘Ik kan de problemen in de gezinnen niet oplossen, maar ik kan vrouwen en kinderen aandacht geven en er aandacht voor vragen. Zo heeft het door ons opgezette magazine Moeders uit Oost, waarin vrouwen vertellen over hun ervaringen met verslaving en mishandeling, voor verbinding gezorgd. Ze beseffen dat ze niet de enige zijn met problemen.’

Roepende in de woestijn

Van der Vegt doet er alles aan om het hoge aantal kinderen dat slachtoffer is van kindermishandeling naar beneden te krijgen. Maar soms voelt ze zich een roepende in de woestijn. ‘Als ik een melding doe bij Veilig Thuis, blijken ze dat niet te registreren omdat ze te weinig personeel hebben. Samenwerken met bepaalde scholen is lastig omdat ze bang zijn dat wanneer ze in actie komen voor een kind, er een boze vader op de stoep staat. Ik verwijs kinderen regelmatig door naar Streetcornerwork of het CJG.’

Trots: ‘Kinderen komen hier vaak als etterbakjes binnen, maar ik zie ze veranderen. Jongeren gaan studeren, of vatten het plan op om zelf een soort Rebup op te zetten. En nog steeds komen er oude Rebuppers langs om even warme chocomel te drinken. Dat is natuurlijk geweldig.’

Yasmina is niet haar echte naam.

btn down (copy)
btn down

De speelkar: ‘Bij ons kunnen kinderen even alles vergeten’

Toen de speelkar vorig jaar zomer op een pleintje in Gouda-Oost werd neergezet, kwamen de kinderen opeens uit alle hoeken en gaten tevoorschijn.  ‘Ik wist niet wat ik meemaakte,’ herinnert wijkagent Lily Habra zich nog als ze eraan terugdenkt. 'De prijskaartjes hingen nog aan de ballen, hoepels, stoepkrijt en ander speelgoed, maar de kinderen konden niet wachten.’

De speelkar is het initiatief van opbouwwerker Sandra Stevens, en een vervolg op de koffiekar, die tijdens de eerste lockdown vorig jaar was opgetuigd. ‘In verschillende wijken in Gouda-Oost zagen we polarisatie, overlast en criminaliteit,’ vertelt Stevens. ‘Maar wat er precies speelde, wisten we niet. Vooral de Marokkaanse gemeenschap kent een schaamtecultuur, dus toegeven dat er problemen zijn gebeurt niet snel. Met de koffiekar wilden we – dat zijn opbouwwerk, politie, stadsmarinier en woningcorporaties –  de mensen naar buiten krijgen om met ze in gesprek te gaan.’ 

Veiligheid zoeken

Toen er inderdaad animo voor een bakje koffie bleek te zijn, stelde Sandra Stevens voor om voor de kinderen de speelkar te introduceren. Kinderen die thuis nauwelijks speelgoed hebben, krijgen de mogelijkheid om met iets nieuws te spelen. En vooral ook met élkaar te spelen. Jongeren vanaf 14 jaar worden erbij betrokken door ze te laten assisteren.

‘We zien dat zowel kinderen als jongeren bij ons veiligheid zoeken,’ vertelt Stevens. ‘Ze bespreken dingen met mij die ze thuis niet kunnen delen. Ik kan het niet voor ze oplossen, maar ik kan wel actie ondernemen als dat nodig is.’

Opbloeien

Zo kwam Stevens in contact met Llhame (16), die het thuis moeilijk had. Haar ouders van Marokkaanse afkomst zagen een ander pad voor hun dochter dan zij zelf. Met als gevolg conflicten die regelmatig escaleerden. ‘Uit liefde,’ zegt Llhame, ‘maar ik kon er niet meer tegen. Ik gebruikte allerlei smoesjes om naar buiten te gaan, naar de koffie- en later de speelkar. Dan kon ik even mezelf zijn, weg uit dat verstikkende gevoel. Ik bloeide er op. En, ik vertrouwde Sandra. Uiteindelijk zorgde zij er samen met de wijkagent voor dat ik de stap durfde zetten om het huis te verlaten om even op adem te komen.’

Voor wijkagent Lily Habra heeft de speelkar voor een ommekeer gezorgd in de wijk. ‘Doordat er veel kinderen op afkwamen, konden we het gesprek aangaan met de vaders en moeders die vaak meekwamen. Waarom zouden kinderen van allerlei nationaliteiten wel met elkaar kunnen spelen, en volwassenen niet, vroegen we dan. We kregen door die gesprekken een beter beeld van de situatie in de wijk.’

quote-salmon.png

‘Ik zie heel jonge kinderen zonder ouders naar de speelkar komen’

Maar ook van de situatie bij gezinnen thuis. Habra: ‘Bij de speelkar zie ik kinderen soms een ruzie oplossen op een agressieve manier. En ik zie heel jonge kinderen zonder ouders naar de speelkar komen. Bij dat soort zaken bel ik toch even aan bij het gezin. Soms leidt het tot een melding bij Veilig Thuis. Misschien was de problematiek zonder de speelkar ook zichtbaar geworden, maar dan in een veel later stadium.’

Even alles vergeten

Het mooie is, zegt Stevens, dat de verschillende partijen die betrokken zijn in de wijk goed samenwerken. ‘Iedereen, van wijkagent tot gemeente, van stadsmarinier tot woningcorporatie, zet zijn beste beentje voor. We weten elkaar goed te vinden. De succesfactor? We delen met elkaar die eerste signalering, dat moment op straat,  waardoor we direct samen kunnen focussen op hoe nu verder met een kind of gezin.’

Allemaal hopen ze dat de koffie- en speelkar binnenkort weer naar buiten kunnen. ‘Voor ouders is het een moment om bij te komen,’ zegt Stevens, ‘en kinderen krijgen de kans om even uit de thuissituatie te ontsnappen. Soms is een glimlach van ons al genoeg voor een kind.’ 

Habra: ‘Kinderen die met veel broers en zusjes samenleven, die alleen een balkon hebben, van wie de ouders allerlei problemen hebben, kunnen bij de speelkar alles even vergeten.’

Llhame heeft inmiddels goede gesprekken gehad met haar familie, die haar wensen nu beter begrijpt. Ze gaat studeren en werkt als assistent bij de speelkar. ‘Ik ben blij dat ik andere meiden, iets jonger dan ik, kan vertellen dat ze in soortgelijke situaties als de mijne moeten praten met hun ouders. Zo kunnen ze voorkomen dat het uit de hand loopt. Voor kinderen en jongeren die naar de speelkar komen, is dat vaak een schreeuw om hulp.’

*Llhame is niet haar echte naam. 

Augeo Magazine: Hét online tijdschrift over veilig opgroeien

Professionals en beleidsmakers bijpraten over de nieuwste ontwikkelingen, onderzoeken, dilemma’s en besluiten rond de veiligheid van kinderen. Dat doet Augeo Foundation al 15 jaar met onder andere e-learnings, bijeenkomsten en Augeo Magazine. Ons magazine verschijnt 5x per jaar. Meld je aan om gratis abonnee te worden.
Volledig scherm