‘Mijn zus was het slachtoffer, maar ik ben ook beschadigd’

Seksueel misbruik kan hele families beschadigen. Therapeut Patricia van Ee ziet de broertjes en zusjes van misbruikte kinderen regelmatig in haar spreekkamer. Levi van Dam is zelf zo’n broer. ‘Opeens mochten we opa niet meer zien.’

Achtergrond

Auteur: Jessica Maas  |  Leestijd: 5 minuten

‘Die scherpe veroordeling van mijn opa was voor mij belangrijk’

Praten over seksueel misbruik begint met een open manier spreken over seks.  Therapeut Patricia van Ee geeft aan collega’s bij De Rading jaarlijks de training ‘Let’s talk about sex’ en ze doceert aan een opleiding voor sociaal werkers. Ook daar komt ze heel veel ongemak tegen. ‘Ik schrik ervan hoe weinig casuïstiek daar wordt besproken. Studenten kennen alle theorieën, maar de praktijk? Hoe ga je zo’n gesprek aan met een kind? Heb je weleens met een kind gesproken over seksualiteit?’

Levi van Dam is orthopedagoog en wetenschapper geworden. Geen toeval, zegt hij zelf. Hij deed voor zijn proefschrift onderzoek naar het belang van informele mentoren voor probleemjongeren. ‘Ik weet zelf goed hoe destructief familierelaties kunnen zijn, maar ooms, tantes en grootouders kunnen ook heel belangrijk zijn in het leven van kinderen. Die kracht kun je positief inzetten. Ik ben ervan overtuigd dat dat vaak veel duurzamer is dan nóg een hulpverlener erbij.’

Levi vond het fijn dat zijn psycholoog destijds heel open vroeg hoe het met hem ging. En dat ze heel duidelijk aangaf dat dit nooit had mogen gebeuren. ‘Wat opa had gedaan, was niet goed. Zo ga je niet met elkaar om, zei ze. Die scherpe veroordeling was voor mij belangrijk, zeker omdat dat niet door alle familieleden zo werd gezegd.’ 

Ook de ouders van zijn beste vriendje waren op de hoogte. ‘Dat voelde heel veilig, niet dat ik er veel over sprak, maar de pijn mocht er wel zijn.’

De worsteling onder volwassenen herinnert Levi zich nog goed. ‘Mijn ouders hebben mijn zusje altijd gesteund, maar de vraag was wel: wat doen we nu met opa en oma? Ik wist natuurlijk niet precies wat er gebeurd was, alleen dat mijn opa mijn zusje pijn had gedaan en dat we opa en oma, en andere familieleden, ineens niet meer zagen.’ 

En dat – zo realiseerde hij zich later – hoort ook bij zijn verdriet en de boosheid. Die gingen niet alleen over het misbruik van zijn zus, maar ook over de ontwrichting van de hele familie. ‘Dit hoort nu bij ons familieverhaal, lekker dan. Dat blijft heel naar. Kijk, mijn zus was het echte slachtoffer maar ik ben er ook door beschadigd. Geen hersenkneuzing, maar wel een schaafwond. Het heeft mij toen meer wantrouwend gemaakt naar andere mensen.’

Open over seks

Schaafwond

‘Ook als gezin kun je herstellen’

‘Sommige ooms en tantes wilden geen contact meer’

meer informatie

Levi van Dam schreef een prachtig essay in dagblad Trouw over wat het misbruik binnen zijn familie teweegbracht.

De familie van Levi van Dam – hij heeft drie zusjes en een oudere broer – heeft geen gezinstherapie gehad. ‘Nee, wel afzonderlijk van elkaar en soms in gesprek met elkaar, maar geen echt gezinsgesprek onder begeleiding van een therapeut. Dat had ik achteraf gezien wel fijn gevonden. Dat een hulpverlener  ̶  zonder te oordelen  ̶  vraagt naar het verhaal in de familie. Wat wordt er in het gezin wel en niet gezegd?’

In veel families wordt toch vooral heel hard gezwegen. ‘Dat was ook bij ons het geval. Niet zozeer binnen het gezin – wij zijn echt wel goed hersteld – maar wel door sommige ooms en tantes, zij ontkenden wat er was gebeurd en wilden ook geen contact meer.’

Heel hard zwijgen

Maar, stelt Van Ee scherp, van heel heftig trauma kunnen mensen herstellen. ‘Dat is echt mijn missie en mijn overtuiging. Ook als gezin is herstel mogelijk. Uiteraard met goede begeleiding, met ruimte voor ieders verhaal en voor ieders proces dat ook niet per definitie gericht is op uitsluiting van de pleger.’

‘Iedereen in zo’n gezin moet na de onthulling ineens zijn of haar beeld van de pleger aanpassen. Het gaat over die oom die altijd zo grappig en aardig was, maar daar komt dus ineens een heel ander aspect van die persoonlijkheid bij. Ieder familielid verhoudt zich toch weer anders tot de pleger en dat maakt misbruik binnen familieverband zo complex,’ zegt Patricia van Ee, CLAS-therapeut bij De Rading Jeugd- en Opvoedhulp. 

Ze behandelt, samen met een mannelijke collega, al jaren gezinnen na seksueel misbruik. De ene keer betreft het een familie waar sprake was van misbruik door een oom of stiefvader, de andere keer is een vader door de politie van z’n bed gelicht omdat hij een collectie kinderporno in huis bleek te hebben of gaat het om grensoverschrijdende experimenten tussen broer en zus. Stuk voor stuk zaken die niet alleen het slachtoffer en pleger maar iedereen in het gezin raken.

Snel wegharken

Juist omdat bij misbruik relaties in het hele gezin onder hoogspanning staan, is het volgens Van Ee goed om bij het gezin te beginnen. ‘Ik herinner me een casus waarbij het slachtoffer al een jaar in traumabehandeling was en de psycholoog maar niet verder kwam. Pas toen ze als gezin met elkaar in gesprek gingen – ook met de pleger – kwam er een doorbraak.’

De CLAS-behandeling – waarin naast gezinstherapie ook traumabehandeling wordt geboden –  begint altijd met een gezinsgesprek. Dat zijn moeilijke gesprekken, waarbij familieleden vaak voor het eerst écht praten. ‘Wanneer een gezin bij ons komt, is de eerste emotie er meestal wel af en dat is beter, anders wordt het wel heel lastig om een gesprek met elkaar te voeren. Tegenwoordig wordt vaak geroepen dat de therapie na seksueel misbruik heel snel moet beginnen, hoe eerder hoe beter. Maar dat is echt niet zo.’ 

Natuurlijk moet de veiligheid van het slachtoffer gewaarborgd zijn, maar even wachten met therapie is volgens Van Ee helemaal niet verkeerd. ‘In onze huidige maatschappij willen we dit soort problemen liefst zo snel mogelijk wegharken. Maar mensen hebben ook het vermogen om zelf te herstellen en daar moet ruimte voor zijn.’

Gezinstherapie

Patricia van Ee

Levi dan Dam

‘Mijn opa heeft mijn zusje misbruikt’, was de kop boven het essay dat Levi van Dam (38) eind 2019 schreef in dagblad Trouw. In het stuk doet hij zijn verhaal. Levi was 15 toen zijn zusje van 11 over het misbruik begon te praten. ‘Dit verhaal is altijd het geheim van onze familie geweest, iets waar je niet met anderen over praat. Ik ook niet, uit schaamte. Maar waarom moest ik me verdorie schamen? Dat vond ik zo onterecht, ik had toch niets gedaan? Die schaamte wilde ik met het artikel doorbreken.’

Het stuk riep een hoop reacties op, van therapeuten die erkenden dat het perspectief van broertjes en zusjes vaak onderbelicht blijft. En herkenning van veel broers en zussen zelf.

Niet gek, want volgens de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen heeft 1 op de 3  kinderen in Nederland te maken met een strafbare vorm van seksueel geweld. In de meeste gevallen komt de pleger uit eigen kring. Dat zijn heel veel slachtoffers én heel veel beschadigde familieleden.

‘Mijn zus was het slachtoffer, maar ik ben ook beschadigd’

Seksueel misbruik kan hele families beschadigen. Therapeut Patricia van Ee ziet de broertjes en zusjes van misbruikte kinderen regelmatig in haar spreekkamer. Levi van Dam is zelf zo’n broer. ‘Opeens mochten we opa niet meer zien.’

Achtergrond

Auteur: Jessica Maas  |  Leestijd: 5 minuten

Levi van Dam schreef een prachtig essay in dagblad Trouw over wat het misbruik binnen zijn familie teweegbracht.

meer informatie

Praten over seksueel misbruik begint met een open manier spreken over seks.  Therapeut Patricia van Ee geeft aan collega’s bij De Rading jaarlijks de training ‘Let’s talk about sex’ en ze doceert aan een opleiding voor sociaal werkers. Ook daar komt ze heel veel ongemak tegen. ‘Ik schrik ervan hoe weinig casuïstiek daar wordt besproken. Studenten kennen alle theorieën, maar de praktijk? Hoe ga je zo’n gesprek aan met een kind? Heb je weleens met een kind gesproken over seksualiteit?’

Levi van Dam is orthopedagoog en wetenschapper geworden. Geen toeval, zegt hij zelf. Hij deed voor zijn proefschrift onderzoek naar het belang van informele mentoren voor probleemjongeren. ‘Ik weet zelf goed hoe destructief familierelaties kunnen zijn, maar ooms, tantes en grootouders kunnen ook heel belangrijk zijn in het leven van kinderen. Die kracht kun je positief inzetten. Ik ben ervan overtuigd dat dat vaak veel duurzamer is dan nóg een hulpverlener erbij.’

Open over seks

Levi vond het fijn dat zijn psycholoog destijds heel open vroeg hoe het met hem ging. En dat ze heel duidelijk aangaf dat dit nooit had mogen gebeuren. ‘Wat opa had gedaan, was niet goed. Zo ga je niet met elkaar om, zei ze. Die scherpe veroordeling was voor mij belangrijk, zeker omdat dat niet door alle familieleden zo werd gezegd.’ 

Ook de ouders van zijn beste vriendje waren op de hoogte. ‘Dat voelde heel veilig, niet dat ik er veel over sprak, maar de pijn mocht er wel zijn.’

‘Die scherpe veroordeling van mijn opa was voor mij belangrijk’

De worsteling onder volwassenen herinnert Levi zich nog goed. ‘Mijn ouders hebben mijn zusje altijd gesteund, maar de vraag was wel: wat doen we nu met opa en oma? Ik wist natuurlijk niet precies wat er gebeurd was, alleen dat mijn opa mijn zusje pijn had gedaan en dat we opa en oma, en andere familieleden, ineens niet meer zagen.’ 

En dat – zo realiseerde hij zich later – hoort ook bij zijn verdriet en de boosheid. Die gingen niet alleen over het misbruik van zijn zus, maar ook over de ontwrichting van de hele familie. ‘Dit hoort nu bij ons familieverhaal, lekker dan. Dat blijft heel naar. Kijk, mijn zus was het echte slachtoffer maar ik ben er ook door beschadigd. Geen hersenkneuzing, maar wel een schaafwond. Het heeft mij toen meer wantrouwend gemaakt naar andere mensen.’

Schaafwond

‘Sommige ooms en tantes wilden geen contact meer’

De familie van Levi van Dam – hij heeft drie zusjes en een oudere broer – heeft geen gezinstherapie gehad. ‘Nee, wel afzonderlijk van elkaar en soms in gesprek met elkaar, maar geen echt gezinsgesprek onder begeleiding van een therapeut. Dat had ik achteraf gezien wel fijn gevonden. Dat een hulpverlener  ̶  zonder te oordelen  ̶  vraagt naar het verhaal in de familie. Wat wordt er in het gezin wel en niet gezegd?’

In veel families wordt toch vooral heel hard gezwegen. ‘Dat was ook bij ons het geval. Niet zozeer binnen het gezin – wij zijn echt wel goed hersteld – maar wel door sommige ooms en tantes, zij ontkenden wat er was gebeurd en wilden ook geen contact meer.’

Heel hard zwijgen

Juist omdat bij misbruik relaties in het hele gezin onder hoogspanning staan, is het volgens Van Ee goed om bij het gezin te beginnen. ‘Ik herinner me een casus waarbij het slachtoffer al een jaar in traumabehandeling was en de psycholoog maar niet verder kwam. Pas toen ze als gezin met elkaar in gesprek gingen – ook met de pleger – kwam er een doorbraak.’

De CLAS-behandeling – waarin naast gezinstherapie ook traumabehandeling wordt geboden –  begint altijd met een gezinsgesprek. Dat zijn moeilijke gesprekken, waarbij familieleden vaak voor het eerst écht praten. ‘Wanneer een gezin bij ons komt, is de eerste emotie er meestal wel af en dat is beter, anders wordt het wel heel lastig om een gesprek met elkaar te voeren. Tegenwoordig wordt vaak geroepen dat de therapie na seksueel misbruik heel snel moet beginnen, hoe eerder hoe beter. Maar dat is echt niet zo.’ 

Natuurlijk moet de veiligheid van het slachtoffer gewaarborgd zijn, maar even wachten met therapie is volgens Van Ee helemaal niet verkeerd. ‘In onze huidige maatschappij willen we dit soort problemen liefst zo snel mogelijk wegharken. Maar mensen hebben ook het vermogen om zelf te herstellen en daar moet ruimte voor zijn.’

Snel wegharken

‘Ook als gezin kun je herstellen’

Maar, stelt Van Ee scherp, van heel heftig trauma kunnen mensen herstellen. ‘Dat is echt mijn missie en mijn overtuiging. Ook als gezin is herstel mogelijk. Uiteraard met goede begeleiding, met ruimte voor ieders verhaal en voor ieders proces dat ook niet per definitie gericht is op uitsluiting van de pleger.’

‘Iedereen in zo’n gezin moet na de onthulling ineens zijn of haar beeld van de pleger aanpassen. Het gaat over die oom die altijd zo grappig en aardig was, maar daar komt dus ineens een heel ander aspect van die persoonlijkheid bij. Ieder familielid verhoudt zich toch weer anders tot de pleger en dat maakt misbruik binnen familieverband zo complex,’ zegt Patricia van Ee, CLAS-therapeut bij De Rading Jeugd- en Opvoedhulp. 

Ze behandelt, samen met een mannelijke collega, al jaren gezinnen na seksueel misbruik. De ene keer betreft het een familie waar sprake was van misbruik door een oom of stiefvader, de andere keer is een vader door de politie van z’n bed gelicht omdat hij een collectie kinderporno in huis bleek te hebben of gaat het om grensoverschrijdende experimenten tussen broer en zus. Stuk voor stuk zaken die niet alleen het slachtoffer en pleger maar iedereen in het gezin raken.

Gezinstherapie

‘Mijn opa heeft mijn zusje misbruikt’, was de kop boven het essay dat Levi van Dam (38) eind 2019 schreef in dagblad Trouw. In het stuk doet hij zijn verhaal. Levi was 15 toen zijn zusje van 11 over het misbruik begon te praten. ‘Dit verhaal is altijd het geheim van onze familie geweest, iets waar je niet met anderen over praat. Ik ook niet, uit schaamte. Maar waarom moest ik me verdorie schamen? Dat vond ik zo onterecht, ik had toch niets gedaan? Die schaamte wilde ik met het artikel doorbreken.’

Het stuk riep een hoop reacties op, van therapeuten die erkenden dat het perspectief van broertjes en zusjes vaak onderbelicht blijft. En herkenning van veel broers en zussen zelf.

Niet gek, want volgens de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen heeft 1 op de 3  kinderen in Nederland te maken met een strafbare vorm van seksueel geweld. In de meeste gevallen komt de pleger uit eigen kring. Dat zijn heel veel slachtoffers én heel veel beschadigde familieleden.

Patricia van Ee

Levi dan Dam

Augeo Magazine: Hét online tijdschrift over veilig opgroeien

Professionals en beleidsmakers bijpraten over de nieuwste ontwikkelingen, onderzoeken, dilemma’s en besluiten rond de veiligheid van kinderen. Dat doet Augeo Foundation al 15 jaar met onder andere e-learnings, bijeenkomsten en Augeo Magazine. Ons magazine verschijnt 5x per jaar. Meld je aan om gratis abonnee te worden.
Volledig scherm