• Zoeken in edities
  • Volledig scherm
  • Online scholing
  • Contactinformatie
  • Deel Augeo magazine met vrienden
  • Magazine doorsturen

Augeo magazine - Over veilig opgroeien

Augeo magazine is hét online tijdschrift over veilig opgroeien. Via opiniërende bijdragen, ervaringsverhalen, interviews en columns stimuleren we de discussie over en maatschappelijke betrokkenheid bij kindermishandeling. Uitgever:  Augeo.

Augeo Actueel - Praten met kinderen

Augeo Actueel - Praten met kinderen

  • AM- Over veilig opgroeien - Nr. 4 2016

    AM- Over veilig opgroeien - Nr. 4 2016

  • Augeo Actueel - Meldcode kindermishandeling

    Augeo Actueel - Meldcode kindermishandeling

  • AM- Over veilig opgroeien - Nr. 3 2016

    AM- Over veilig opgroeien - Nr. 3 2016

  • Kindermishandeling samen aanpakken

    Kindermishandeling samen aanpakken

  • Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 2 2016

    Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 2 2016

  • Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 1 2016

    Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 1 2016

  • De meldcode aanpassen: kans of risico?

    De meldcode aanpassen: kans of risico?

  • Jaaroverzicht 2015

    Jaaroverzicht 2015

  • Pleegzorg: samen in verscheidenheid

    Pleegzorg: samen in verscheidenheid

  • De kindcheck voor medici - Signalen van ouders

    De kindcheck voor medici - Signalen van ouders

  • Meer aandacht voor jongens en mannen ISPCAN

    Meer aandacht voor jongens en mannen ISPCAN

  • Pleegzorg: thuis in een ander gezin - Gasthoofdredactie: pleegzorgtijdschrift

    Pleegzorg: thuis in een ander gezin - Gasthoofdredactie: pleegzorgtijdschrift

  • Seksueel geweld tegen kinderen, gasthoofdredacteur Corinne Dettmeijer Nationaal Rapporteur

    Seksueel geweld tegen kinderen, gasthoofdredacteur Corinne Dettmeijer Nationaal Rapporteur

  • Jongerentaskforce: onderzoek in jeugdhulp over veiligheid

    Jongerentaskforce: onderzoek in jeugdhulp over veiligheid

  • Veilig opgroeien: thuis en op school, primair onderwijs

    Veilig opgroeien: thuis en op school, primair onderwijs

  • Veilig opgroeien: thuis en op school, voorgezet onderwijs

    Veilig opgroeien: thuis en op school, voorgezet onderwijs

  • Kindermishandeling stoppen: de rol van gemeenten

    Kindermishandeling stoppen: de rol van gemeenten

  • Jaaroverzicht

    Jaaroverzicht

  • Kinderrechten

    Kinderrechten

  • Onderwijs

    Onderwijs

  • Inzicht in ouderschap

    Inzicht in ouderschap

  • Gezondheidszorg

    Gezondheidszorg

  • Kinderopvang

    Kinderopvang

  • KindCheck juni 2014

    KindCheck juni 2014

  • TKM gemeenten april 2014

    TKM gemeenten april 2014

  • TKM: gezondheidszorg en kindermishandeling

    TKM: gezondheidszorg en kindermishandeling

  • TKM-onderwijs - januari 2014

    TKM-onderwijs - januari 2014

  • TKM-Jaaroverzicht 2013

    TKM-Jaaroverzicht 2013

  • TKM-Huwelijksdwang

    TKM-Huwelijksdwang

  • TKM-Professionalisering

    TKM-Professionalisering

  • TKM-Meldcode

    TKM-Meldcode

  • TKM-Herstel na trauma

    TKM-Herstel na trauma

  • TKM-onderwijs: Meldcode en hulp

    TKM-onderwijs: Meldcode en hulp

  • TKM-special: kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg

    TKM-special: kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg

  • TKM-onderwijs: Communiceren

    TKM-onderwijs: Communiceren

  • TKM-onderwijs: vormen en gevolgen van kindermishandeling

    TKM-onderwijs: vormen en gevolgen van kindermishandeling

  • TKM Armoede februari 2013

    TKM Armoede februari 2013

  • Verwaarlozing TKM december 2012

    Verwaarlozing TKM december 2012

  • Seksueel misbruik

    Seksueel misbruik

  • Special Commissie Samson

    Special Commissie Samson

  • TKM special Prinsjesdag 2012

    TKM special Prinsjesdag 2012

  • TKM special: verkiezingen 2012

    TKM special: verkiezingen 2012

  • Juni Tijdschrift Kindermishandeling

    Juni Tijdschrift Kindermishandeling

  • April 2012 Tijdschrift Kindermishandeling

    April 2012 Tijdschrift Kindermishandeling

  • Gedrukte uitgave - nr 4 2011 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 4 2011 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 3 2011 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 3 2011 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 2 2011 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 2 2011 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 1 2011 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 1 2011 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 4 2010 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 4 2010 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 3 2010 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 3 2010 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 2 2010 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 2 2010 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 1 2010 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 1 2010 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 4 2009 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 4 2009 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 3 2009 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 3 2009 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 2 2009 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 2 2009 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 1 2009 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 1 2009 (pdf)

8 TIPS VOOR HET HERKENNEN EN STOPPEN VAN SEKSUEEL GEWELD

AUGEO MAGAZINE - HET ONLINE TIJDSCHRIFT OVER VEILIG OPGROEIEN

OVERZICHT

Zorg dat je kennis actueel is

Om seksueel geweld te herkennen, moet je weten wat het inhoudt. Zorg dus dat je kennis op peil is. Wat je in ieder geval moet weten:

 

  • Seksueel geweld komt vaak voor. Naar schatting maakt 1 op de 3 kinderen een vorm van seksueel geweld mee. De kans is dus groot dat jij in je werk of in je omgeving een kind tegenkomt dat slachtoffer is (geweest) van seksueel geweld.
  • De meeste kinderen die seksueel geweld meemaken, zijn slachtoffer van minder ernstige vormen. Voorbeelden hiervan zijn het ongewild seksueel aanraken of ongewild zien van seksuele afbeeldingen of geslachtsdelen van een volwassene. Toch maakt 1 op de 10 meisjes ongewild manuele seks mee. 1 op de 20 meisjes heeft tegen haar wil geslachtsgemeenschap en 1 op de 50 kinderen wordt slachtoffer van seksueel geweld door een familielid.

 

  • Hoewel meisjes vaker seksueel geweld meemaken dan jongens (41% tegenover 23%), worden ook veel jongens in hun kindertijd slachtoffer. Het verschil tussen jongens en meisjes wordt kleiner wanneer hen naar objectieve ervaringen wordt gevraagd (‘Heeft iemand je geslachtsdelen weleens tegen je wil aangeraakt?’) in plaats van naar beleving (‘Ben je weleens slachtoffer geworden van seksueel geweld?’). Jongens zijn dus minder geneigd zich slachtoffer te noemen.

 

  • De typische pleger van seksueel geweld bestaat niet. Het is zelden de enge man in de bosjes. Meestal is de vermoedelijke pleger een bekende van het slachtoffer, en in een kwart van de gevallen is deze minderjarig. Minstens 4 van de 5 psychologisch onderzochte plegers zijn geen pedofiel - en voelen zich dus niet per se tot kinderen aangetrokken.
  • Seksueel geweld tegen kinderen kent fysieke uitingsvormen, zoals het ongewenst aanraken van intieme delen of verkrachting. Maar ook gedragingen waarbij geen lichamelijk contact is, worden gerekend tot seksueel geweld, zoals grooming (het via internet verleiden van een kind), een kind dwingen naar seksuele handelingen te kijken met het doel om het kind te misbruiken (corrumpering) of het bekijken van kinderporno. Dit zijn allemaal strafbare vormen van seksueel geweld, vastgelegd in het Wetboek van Strafrecht. In de hulpverlening gaat het overigens voornamelijk om de beleving van een kind: als een kind zich slachtoffer voelt, is dat het uitgangspunt van handelen.

Ken de signalen

Het is niet eenvoudig om te signaleren dat een kind seksueel misbruikt wordt. Signalen die kinderen uitzenden zijn niet eenduidig en kunnen ook op iets anders wijzen. Er zijn geen gedrags- en emotionele signalen bekend die specifiek en uitsluitend kunnen wijzen op seksueel misbruik.

 

Bovendien is niet altijd iets aan kinderen te merken en vertellen zij zelden uit zichzelf [zie ook punt 7] over hun ervaringen. Ook plegers zijn moeilijk te signaleren.Toch kun je als professional signalen oppikken die mogelijk wijzen op seksueel geweld.

 

Signaleren is ‘zien wat opvalt’. Signalen kun je opvangen uit het gedrag van het slachtoffer of de pleger of uit de interactie van het slachtoffer met anderen of met jou. Signalen die mogelijk wijzen op seksueel geweld zijn:

 

  • onverklaarbare gedrags- en emotionele veranderingen bij een kind
  • onverklaarbare angsten voor verkleden bij lichamelijk onderzoek, gymnastiek of zwemmen
  • angst voor of afkeer van aanraken
  • exhibitionistisch of seksueel wervend gedrag
  • niet bij de leeftijd passend seksueel gedrag of seksuele kennis

 

Hulp bij signaleren

Soms is er sprake van fysiek letsel als gevolg van seksueel geweld. Over het algemeen is dat alleen te interpreteren door een forensisch kinderarts. Meer informatie daarover vind je bij het Landelijk Expertisecentrum Kindermishandeling .

 

Signalenlijsten omschrijven klachten of gedragingen die je misschien niet direct in verband hebt gebracht met seksueel geweld. Dergelijke lijsten kunnen je helpen je zorgen in kaart te brengen.

Om seksueel geweld te kunnen signaleren is het belangrijk dat je weet welk seksueel gedrag bij de leeftijd van een kind past en wanneer gedrag zorgwekkend is. Daarover lees je hier meer.

 

Het Vlaggensysteem

De methodiek Het Vlaggensysteem biedt een normatieve lijst met seksuele gedragingen die je helpt bij het beoordelen van een situatie. Aan de hand van zes criteria kun je beoordelen of seksueel gedrag tussen kinderen acceptabel is en welke reactie gepast is:

 

  • Wederzijdse toestemming: stemmen beide partijen met volledig bewustzijn in met de situatie?
  • Vrijwilligheid: is er sprake van afwezigheid van dwang of chantage?
  • Gelijk(waardig)heid: is er sprake van evenwicht tussen beide betrokkenen ten aanzien van leeftijd, kennis, intelligentie, aanzien, macht, levenservaring en rijpheid?
  • Gepast voor leeftijd en ontwikkeling: past het gedrag bij de leeftijd of ontwikkelingsfase van de persoon?
  • Gepast voor de context: is het gedrag passend en acceptabel in de desbetreffende context en (sub)cultuur?
  • Zelfrespect: is er respect voor de persoonlijke integriteit en ondervindt niemand nadelen van de situatie?

 

Lees meer: Meer informatie over het Vlaggensysteem vind je hier .

 

Als je twijfelt over signalen, kun je altijd contact opnemen met Veilig Thuis . In een adviesgesprek kan een medewerker je helpen duiden wat je ziet en je adviseren over je vervolstappen.

Weet wat Veilig Thuis voor je kan betekenen

Als je seksueel geweld tegen kinderen vermoedt of constateert, kun je altijd contact opnemen met Veilig Thuis, het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Wat je moet weten:

 

  • Op voorhand staat niet vast of je contact met Veilig Thuis resulteert in een adviesgesprek of in een melding. Dat wordt duidelijk tijdens het gesprek en wordt bepaald door de Veilig Thuis-medewerker in samenspraak met jou. Zorg dat je zo veel mogelijk concrete signalen kunt noemen. Veilig Thuis en jij kunnen dan een zo geïnformeerd mogelijke beslissing nemen om tot een adviesgesprek te komen of om je vermoedens als melding aan te nemen.
  • Van een advies is sprake als de Veilig Thuis-medewerker met je meedenkt over de vervolgstappen die je kunt nemen naar aanleiding van je zorgen. Je kunt bijvoorbeeld advies vragen over het duiden van de signalen, over hoe je een gesprek met een kind of ouders kunt voeren of over vervolgstappen die je kunt nemen. De verantwoordelijkheid van de aanpak van de vermoedelijke misbruiksituatie ligt bij de adviesvrager.
  • Bij een adviesgesprek noteert Veilig Thuis de naam van de adviesvrager (als deze daarmee instemt, anoniem adviesvragen kan ook), niet die van het kind of gezin. Daardoor kunnen aanvullende signalen over hetzelfde kind of gezin, afkomstig van van andere adviesvragers, niet gekoppeld worden aan de informatie die jij gegeven hebt.
  • Je kunt ook een vervolgafspraak maken - je belt bijvoorbeeld zelf terug nadat je met het kind hebt gesproken of nadat je de signalen verder in kaart hebt gebracht. Of je spreekt af dat Veilig Thuis jou na een bepaalde tijd terugbelt. In dat geval is er sprake van een vervolgadvies.
  • Bij een melding neemt Veilig Thuis de verantwoordelijkheid van je over. Veilig Thuis start een onderzoek en benadert daarvoor het gezin en professionals uit de directe omgeving van het gezin, zoals de docent, de huisarts of de jeugdarts. Veilig Thuis heeft objectieve informatie nodig, bij voorkeur uit eerste hand. Dus hoort of ziet een collega iets, adviseer hem of haar dan zelf contact op te nemen met Veilig Thuis.

 

Redenen voor Veilig Thuis om geen onderzoek te starten zijn:

  • De melder is na een advies zelf in staat om de misbruiksituatie aan te pakken.
  • De ontvangen informatie biedt inhoudelijk onvoldoende grond voor verder onderzoek.

 

Lees meer: Meer informatie over de werkwijze van Veilig Thuis vind je hier . Het Model Handelingsprotocol van Veilig Thuis vind je hier .

Ken de werkwijze van de politie

Slechts een klein deel van het seksueel geweld tegen kinderen wordt gemeld bij de politie. De drempel om naar de politie te stappen kan om verschillende redenen hoog zijn.

 

Wanneer je als professional melding wilt doen bij de politie of als je een slachtoffer aanraadt om aangifte te doen, weet dan dit:

 

  • Melden bij de politie betekent iets anders dan melden bij Veilig Thuis. Bij de politie heet het eerste contact met het slachtoffer of iemand uit de omgeving - telefonisch of in persoon - een melding. De politie maakt van dat eerste contact een kort verslag en vermeldt daarin in ieder geval de naam van de melder en de aard van het gemelde.
  • Als deze melding een seksueel delict - dus een strafbaar feit - betreft, volgt een informatief gesprek met twee zedenrechercheurs. Als de situatie acuut is, vindt dit gesprek direct na de melding plaats, anders binnen enkele dagen. Een situatie is acuut als er bijvoorbeeld nog bewijsmateriaal veilig te stellen is of als een kind vermoedelijk in gevaar is.
  • In het informatief gesprek vertelt de politie wat aangifte doen inhoudt, wat de consequenties zijn en wat het slachtoffer verder kan verwachten. De politie maakt op basis van dit gesprek ook een inschatting van de haalbaarheid van de zaak (de kans op vervolging van de verdachte).
  • Na het informatief gesprek krijgt het slachtoffer of krijgen de ouders/verzorgers in principe twee weken de tijd om te bedenken of hij/zij aangifte wil(len) doen.
  • De politie start het onderzoek na aangifte.
  • De politie heeft ook de mogelijkheid om zonder aangifte onderzoek te doen. Dat heet het ambtshalve onderzoek. Daartoe kan de politie besluiten als sprake is van ernstige fysieke of psychische bedreiging van iemand in een afhankelijkheidspositie, ondanks dat diegene (om welke reden dan ook) zelf geen aangifte wil doen.

 

Lees meer: Op www.vraaghetdepolitie.nl kun je zelf een vraag aan de politie stellen over veiligheid en alles wat daarmee te maken heeft.

Weet wat je kunt doen bij online seksueel misbruik

Online seksueel misbruik komt steeds vaker voor. Op helpwanted.nl een website waar kinderen, jongeren en opvoeders online seksueel geweld (anoniem) kunnen melden, is het aantal meldingen in 2014 met 77 procent toegenomen ten opzichte van 2013. Belangrijk om te weten:

 

  • Kinderen zijn steeds jonger actief op internet en social media. Zij delen plaatjes en filmpjes met elkaar en soms ook naaktfoto’s of seksueel getinte berichtjes. Dat noemen we sexting. In een relatie met een leeftijdsgenoot kan het spannend zijn daarmee te experimenteren; het maakt deel uit van een normale seksuele ontwikkeling.
  • Zorgelijk wordt het als foto’s of tekstjes gedeeld worden met anderen, zonder toestemming van de betreffende jongere. Feitelijk gezien is het doorsturen van naaktfoto’s van minderjarigen strafbaar: formeel is dat het verspreiden van kinderpornografie. In deze editie lees je ook het interview met Francien, zij vertelt haar verhaal over sexting.
  • Foto’s die op internet belanden, zijn nauwelijks te verwijderen. Wijs kinderen en jongeren op deze risico’s en neem stelling als je merkt dat zij beelden van anderen verspreiden. Benadruk dat niet degene die een naaktfoto van zichzelf heeft verstuurd de ‘schuldige’ is, maar altijd diegene die de foto’s verder verspreidt.
  • Een specifieke vorm van online seksueel misbruik is grooming. Daarvan is sprake als een volwassene online in contact probeert te komen met een kind, met als doel hem of haar seksueel te misbruiken. Een volwassene doet zich bijvoorbeeld voor als een leeftijdsgenoot en probeert het kind te verleiden om elkaar te ontmoeten.
  • Vermoed je dat iemand zich schuldig maakt aan grooming, neem dan contact op met de politie, Veilig Thuis of Stop it Now. Zij kunnen je adviseren wat je het best kunt doen. Dat geldt ook wanneer je merkt of vermoedt dat een volwassene een kind ertoe heeft aangezet om zijn of haar geslachtsdelen te laten zien via de webcam. Ook dat is strafbaar.

 

Lees meer: Meer informatie over wat je als professional kunt doen in geval van sexting en grooming vind je hier en hier .

 

Voor professionals in het onderwijs zijn verschillende lespakketten beschikbaar over het voorkomen en bespreken van online seksueel geweld. Meer informatie en lespakketten vind je bijvoorbeeld op Qpido en Help Wanted .

Zorg voor zorgvuldige, volledige en objectieve registratie

Inzicht in de aard en omvang van seksueel geweld tegen kinderen is noodzakelijk om landelijk en regionaal effectief beleid te kunnen maken. Het is dan ook van groot belang dat elke professional zorgvuldig en volledig registreert wat hij ziet en doet bij vermoedens van seksueel geweld.

 

In haar rapport 'Op goede grond, de aanpak van seksueel geweld tegen kinderen', besteedt de Nationaal Rapporteur aandacht aan het belang van goede registratie. Het vastleggen van cliëntinformatie kan voor jou als professional veel tijd vergen en een wildgroei aan ellenlange dossiers kan goede informatie-uitwisseling tussen professionals moeilijk maken. Het is daarom belangrijk dat je deze informatie op een handige manier kan vastleggen in een registratiesysteem.

 

Goede registratie komt jouw individuele cliënten en jouw werk ten goede. En met de informatie die voortkomt uit analyse van deze geregistreerde gegevens kunnen beleid en werkprocessen verbeterd worden, waar jij en je cliënten uiteindelijk ook weer baat bij hebben.

 

Om informatie zo goed mogelijk en tegelijkertijd snel vast te kunnen leggen, is het belangrijk dat je binnen je organisatie gebruik kunt maken van een goed registratiesysteem en dat je wordt getraind in het gebruik ervan.

 

Voor de aanpak van seksueel geweld is goede registratie nodig om vermoedens te onderbouwen en informatie uit te wisselen met andere professionals, bijvoorbeeld met de politie of Veilig Thuis. Bovendien kan de geregistreerde informatie als ondersteunend bewijs dienen bij eventuele toetsing van je handelen.

 

Maak, bij het vastleggen van (je vermoedens van) seksueel geweld, onderscheid tussen objectieve feiten en subjectieve interpretaties:

 

Een objectieve beschrijving is een exacte omschrijving van wat je ziet of hoort. Het liefst schrijf je letterlijk op wat iemand zegt of doet. Bijvoorbeeld: Lisa duwde Tim in een hoekje op het speelplein en greep naar zijn geslachtsdelen. Ik hoorde Tim schreeuwen: ‘Lisa, ik wil dat niet’ en hij begon te huilen.

 

Deze objectieve beschrijving kun je aanvullen met je eigen (subjectieve) interpretatie . Bijvoorbeeld: Ik schrok van het gedrag van Lisa; ik heb dat bij haar niet eerder gezien.

 

  • Als je werkt met de meldcode, schrijf alles wat je doet precies op. Als je bijvoorbeeld met een collega overlegt of Veilig Thuis belt voor advies, noteer dat dan. Noteer ook de uitkomst van dat overleg: adviezen of bevindingen die je ontvangt en wat je daar vervolgens mee doet. Bijvoorbeeld: ‘Veilig Thuis adviseert het kind de komende twee weken nader te observeren en andere signalen in kaart te brengen. Daarna (in week) terugbellen om vervolg te bepalen.’
  • Pas wanneer professionals uit verschillende werkvelden informatie met elkaar delen, en de verschillende organisaties op de hoogte zijn van elkaars bemoeienis met een kind of gezin, kan het kind rekenen op een goed geïnformeerde beslissing over het vervolg. Dat helpt kinderen beter te beschermen.
  • Professionals die werken met het beroepsgeheim kunnen drempels ervaren om informatie uit te wisselen of te melden. Dit is echter wel belangrijk. Zorg dat je op de hoogte bent van de mogelijkheden om informatie uit te wisselen met andere professionals.

 

Lees meer: De Digitale handreiking aanpak kindermishandeling vind je hier .

Weet waarom slachtoffers moeilijk uit zichzelf vertellen over hun ervaringen

Wees je ervan bewust dat slachtoffers van seksueel geweld verschillende redenen hebben om niet te willen of kunnen vertellen over hun ervaringen.

 

  • Hele jonge kinderen hebben geen seksueel kader en begrijpen vaak niet wat hen overkomt. Bovendien beschikken zij nog niet over de cognitieve vaardigheden om seksueel geweld bewust openbaar te maken. Flappen zij er ‘per ongeluk’ iets uit, reageer daar als professional dan goed op.
  • Soms weten slachtoffers niet dat wat hen overkomt, seksueel geweld is.
  • Sommige slachtoffers voelen zich schuldig of schamen zich, wat nog versterkt kan worden als het slachtoffer een genitale respons had. Jongens krijgen bijvoorbeeld een erectie en de schaamlippen van een meisje zwellen op als gevolg van de seksuele handelingen, waardoor zij denken dat zij het misbruik zelf hebben gewild. Genitale respons is echter een automatische reactie van het lichaam en zegt niets over instemming.
  • Sommige slachtoffers zijn bang voor negatieve reacties van de omgeving, willen hun familie of de pleger beschermen of zijn bang voor de gevolgen als het geweld bekend wordt.
  • Soms zet de pleger het slachtoffer (zwaar) onder druk om het geweld geheim te houden.

 

Het praten over hun ervaringen (ook wel disclosure gen oemd) bestaat veelal uit drie fasen, die elke keer opnieuw naar voren komen:

 

  • Fase 1: het slachtoffer checkt of de voorwaarden om te praten in orde zijn. Welke volwassene is te vertrouwen? Kan deze volwassene een gevoel van veiligheid bieden? Kan het slachtoffer rekenen op een ondersteunende reactie? Is er een geschikte gelegenheid om te praten over wat er gebeurd is?
  • Fase 2: disclosure. Een slachtoffer kan er direct over vertellen, maar kan ook hints geven. Als volwassenen deze hints niet oppikken, bestaat het risico dat het slachtoffer zich weer terugtrekt en besluit niet te praten. Een ondersteunende reactie biedt het slachtoffer bescherming tegen verdere negatieve gevolgen en stimuleert om het verhaal vaker te vertellen.
  • Fase 3: het slachtoffer heeft behoefte aan een luisterend oor, erkenning en bescherming. Deze fase betreft de mate waarin de omgeving ondersteuning biedt en de vervolgstappen die ondernomen (kunnen) worden.

 

Wat jij als professional kunt doen:

 

  • Laat zien en voelen dat kinderen altijd bij jou terecht kunnen voor een praatje of advies. Het is belangrijk dat hulpverleners kinderen rechtstreeks durven vragen of zij misschien ervaringen hebben met seksueel geweld. Waak er wel voor dat je geen suggestieve vragen stelt.
  • Wees je ervan bewust dat slachtoffers die wél vertellen over het geweld dat hen is overkomen, vaak over hun angst en schaamte heen zijn gestapt.
  • Ga zelf het gesprek aan als je signalen opvangt. Stel open vragen, geen subjectieve vragen, vul het antwoord niet in, vraag niet door, maar sluit aan bij wat het kind zelf vertelt.
  • Twijfel je, bijvoorbeeld over wat je kunt zeggen of vragen of over wat het goede moment is om een gesprek te hebben, vraag dan advies bij Veilig Thuis.

 

Lees meer: 12 tips voor het bespreken van zorgen met een kind vind je hier .

 

Het interview met professor kindergeneeskunde Martin Finkel kan je helpen met kinderen te praten over seksueel misbruik.

Laat je niet leiden door angst

Angst - vaak het gevolg van onzekerheid - kan de aanpak van seksueel geweld tegen kinderen ernstig belemmeren. Als professional (signaleerder, onderzoeker, hulpverlener, jeugdbeschermer, wetshandhaver) moet je een aantal beslissingen nemen.

 

Ongeacht je rol in de aanpak is je eerste beslissing de bereidheid te geloven dat seksueel geweld tegen kinderen overal kan plaatsvinden en dat jij daar in je werk ook mee te maken kunt krijgen.

 

Enkele van de beslissingen die je vervolgens moet nemen, zijn: ‘zie’ je een signaal wel of niet?, neem je een signaal serieus of niet?, ga je een mogelijk slachtoffer wel of niet beter observeren om je signaal te toetsen?, leg je de verzamelde signalen wel of niet vast in het dossier?, praat je wel of niet over je vermoedens met een collega? En: praat je wel of niet over je zorgen met het kind zelf of zijn ouders?

 

Jouw taak en verantwoordelijkheid

De omstandigheden waaronder je deze beslissingen neemt zijn niet ideaal. Je beschikt zelden over alle informatie. Bovendien is de informatie vaak gekleurd (uit één bron of vermengd met je eigen waardeoordeel en emoties), betreft het een zeer gevoelig en beladen onderwerp en weet je nooit wat de gevolgen van je actie zijn. Toch moet je die beslissingen nemen. Het is jouw taak en verantwoordelijkheid als professional om kinderen tegen seksueel geweld te beschermen.

 

Goed om te weten bij het nemen van beslissingen:

 

  • Een goede beslissing is een zorgvuldige, weloverwogen beslissing. Zorg dus dat je over zo veel mogelijk objectieve informatie beschikt, bij elke beslissing die je neemt.
  • Ga voor jezelf na of je kunt inschatten welke consequenties je beslissing kan hebben. Sommige beslissingen hebben grotere gevolgen dan andere. Weeg je voor- en nadelen tegen elkaar af.
  • Zorg dat je weet wat je moet doen, ook als je denkt over (te) weinig informatie te beschikken. Weet welke procedures in jouw organisaties gelden. De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling kan je hierbij helpen.
  • Als je het vermoeden hebt dat de pleger een professional is, dan gelden andere stappen en ben je verplicht om dit te melden bij je leidinggevende. Kijk hier voor meer informatie.

 

Meer kennis verlaagt de drempel

Tot slot: als je meer vertrouwen hebt in je kennis over seksueel geweld verlaagt dat de drempel (ofwel je moeite of angst) om seksueel geweld te signaleren en je vermoedens te uiten. Jouw kennis en houding kunnen ook disclosure van het slachtoffer bevorderen. Als je beter toegerust bent, krijg je meer informatie boven tafel, zie je meer en kun je deze informatie beter beoordelen.

AUTEUR: EDITH GEURTS

Zorg dat je kennis actueel is

Ken de signalen

Weet wat Veilig Thuis voor je kan betekenen

Ken de werkwijze van de politie

Zorg voor zorgvuldige, volledige en objectieve registratie

Weet wat je kunt doen bij online seksueel misbruik

Weet waarom slachtoffers moeilijk uit zichzelf vertellen over hun ervaringen

Laat je niet leiden door angst

8 tips voor het herkennen en stoppen van seksueel geweld

Seksueel geweld tegen kinderen is een veelomvattend en complex probleem. Hét slachtoffer en dé pleger bestaan niet en er is een verscheidenheid aan uitingsvormen. Deze 8 tips kunnen je als professional helpen seksueel geweld tegen kinderen eerder te herkennen en te stoppen.

  • MENU
  • Taal
  • 10 - 14
  • DELEN

  • AANMELDEN

  • CONTACT

Overzicht edities

Augeo Actueel - Praten met kinderen

AM- Over veilig opgroeien - Nr. 4 2016

Augeo Actueel - Meldcode kindermishandeling

AM- Over veilig opgroeien - Nr. 3 2016

Kindermishandeling samen aanpakken

Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 2 2016

Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 1 2016

De meldcode aanpassen: kans of risico?

Jaaroverzicht 2015

Pleegzorg: samen in verscheidenheid

De kindcheck voor medici - Signalen van ouders

Meer aandacht voor jongens en mannen ISPCAN

Pleegzorg: thuis in een ander gezin - Gasthoofdredactie: pleegzorgtijdschrift

Seksueel geweld tegen kinderen, gasthoofdredacteur Corinne Dettmeijer Nationaal Rapporteur

Jongerentaskforce: onderzoek in jeugdhulp over veiligheid

Veilig opgroeien: thuis en op school, primair onderwijs

Veilig opgroeien: thuis en op school, voorgezet onderwijs

Kindermishandeling stoppen: de rol van gemeenten

Jaaroverzicht

Kinderrechten

Onderwijs

Inzicht in ouderschap

Gezondheidszorg

Kinderopvang

KindCheck juni 2014

TKM gemeenten april 2014

TKM: gezondheidszorg en kindermishandeling

TKM-onderwijs - januari 2014

TKM-Jaaroverzicht 2013

TKM-Huwelijksdwang

TKM-Professionalisering

TKM-Meldcode

TKM-Herstel na trauma

TKM-onderwijs: Meldcode en hulp

TKM-special: kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg

TKM-onderwijs: Communiceren

TKM-onderwijs: vormen en gevolgen van kindermishandeling

TKM Armoede februari 2013

Verwaarlozing TKM december 2012

Seksueel misbruik

Special Commissie Samson

TKM special Prinsjesdag 2012

TKM special: verkiezingen 2012

Juni Tijdschrift Kindermishandeling

April 2012 Tijdschrift Kindermishandeling

Gedrukte uitgave - nr 4 2011 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 3 2011 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 2 2011 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 1 2011 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 4 2010 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 3 2010 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 2 2010 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 1 2010 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 4 2009 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 3 2009 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 2 2009 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 1 2009 (pdf)