• Zoeken in edities
  • Volledig scherm
  • Online scholing
  • Contactinformatie
  • Deel Augeo magazine met vrienden
  • Magazine doorsturen

Augeo magazine - Over veilig opgroeien

Augeo magazine is hét online tijdschrift over veilig opgroeien. Via opiniërende bijdragen, ervaringsverhalen, interviews en columns stimuleren we de discussie over en maatschappelijke betrokkenheid bij kindermishandeling. Uitgever:  Augeo.

Augeo Actueel - Praten met kinderen

Augeo Actueel - Praten met kinderen

  • AM- Over veilig opgroeien - Nr. 4 2016

    AM- Over veilig opgroeien - Nr. 4 2016

  • Augeo Actueel - Meldcode kindermishandeling

    Augeo Actueel - Meldcode kindermishandeling

  • AM- Over veilig opgroeien - Nr. 3 2016

    AM- Over veilig opgroeien - Nr. 3 2016

  • Kindermishandeling samen aanpakken

    Kindermishandeling samen aanpakken

  • Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 2 2016

    Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 2 2016

  • Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 1 2016

    Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 1 2016

  • De meldcode aanpassen: kans of risico?

    De meldcode aanpassen: kans of risico?

  • Jaaroverzicht 2015

    Jaaroverzicht 2015

  • Pleegzorg: samen in verscheidenheid

    Pleegzorg: samen in verscheidenheid

  • De kindcheck voor medici - Signalen van ouders

    De kindcheck voor medici - Signalen van ouders

  • Meer aandacht voor jongens en mannen ISPCAN

    Meer aandacht voor jongens en mannen ISPCAN

  • Pleegzorg: thuis in een ander gezin - Gasthoofdredactie: pleegzorgtijdschrift

    Pleegzorg: thuis in een ander gezin - Gasthoofdredactie: pleegzorgtijdschrift

  • Seksueel geweld tegen kinderen, gasthoofdredacteur Corinne Dettmeijer Nationaal Rapporteur

    Seksueel geweld tegen kinderen, gasthoofdredacteur Corinne Dettmeijer Nationaal Rapporteur

  • Jongerentaskforce: onderzoek in jeugdhulp over veiligheid

    Jongerentaskforce: onderzoek in jeugdhulp over veiligheid

  • Veilig opgroeien: thuis en op school, primair onderwijs

    Veilig opgroeien: thuis en op school, primair onderwijs

  • Veilig opgroeien: thuis en op school, voorgezet onderwijs

    Veilig opgroeien: thuis en op school, voorgezet onderwijs

  • Kindermishandeling stoppen: de rol van gemeenten

    Kindermishandeling stoppen: de rol van gemeenten

  • Jaaroverzicht

    Jaaroverzicht

  • Kinderrechten

    Kinderrechten

  • Onderwijs

    Onderwijs

  • Inzicht in ouderschap

    Inzicht in ouderschap

  • Gezondheidszorg

    Gezondheidszorg

  • Kinderopvang

    Kinderopvang

  • KindCheck juni 2014

    KindCheck juni 2014

  • TKM gemeenten april 2014

    TKM gemeenten april 2014

  • TKM: gezondheidszorg en kindermishandeling

    TKM: gezondheidszorg en kindermishandeling

  • TKM-onderwijs - januari 2014

    TKM-onderwijs - januari 2014

  • TKM-Jaaroverzicht 2013

    TKM-Jaaroverzicht 2013

  • TKM-Huwelijksdwang

    TKM-Huwelijksdwang

  • TKM-Professionalisering

    TKM-Professionalisering

  • TKM-Meldcode

    TKM-Meldcode

  • TKM-Herstel na trauma

    TKM-Herstel na trauma

  • TKM-onderwijs: Meldcode en hulp

    TKM-onderwijs: Meldcode en hulp

  • TKM-special: kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg

    TKM-special: kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg

  • TKM-onderwijs: Communiceren

    TKM-onderwijs: Communiceren

  • TKM-onderwijs: vormen en gevolgen van kindermishandeling

    TKM-onderwijs: vormen en gevolgen van kindermishandeling

  • TKM Armoede februari 2013

    TKM Armoede februari 2013

  • Verwaarlozing TKM december 2012

    Verwaarlozing TKM december 2012

  • Seksueel misbruik

    Seksueel misbruik

  • Special Commissie Samson

    Special Commissie Samson

  • TKM special Prinsjesdag 2012

    TKM special Prinsjesdag 2012

  • TKM special: verkiezingen 2012

    TKM special: verkiezingen 2012

  • Juni Tijdschrift Kindermishandeling

    Juni Tijdschrift Kindermishandeling

  • April 2012 Tijdschrift Kindermishandeling

    April 2012 Tijdschrift Kindermishandeling

  • Gedrukte uitgave - nr 4 2011 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 4 2011 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 3 2011 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 3 2011 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 2 2011 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 2 2011 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 1 2011 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 1 2011 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 4 2010 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 4 2010 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 3 2010 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 3 2010 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 2 2010 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 2 2010 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 1 2010 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 1 2010 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 4 2009 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 4 2009 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 3 2009 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 3 2009 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 2 2009 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 2 2009 (pdf)

  • Gedrukte uitgave - nr 1 2009 (pdf)

    Gedrukte uitgave - nr 1 2009 (pdf)

Download Factsheet ‘Seksueel geweld’

ZO KUNNEN WE DE AANPAK VAN SEKSUEEL GEWELD TEGEN KINDEREN VERBETEREN

AUGEO MAGAZINE - HET ONLINE TIJDSCHRIFT OVER VEILIG OPGROEIEN

DOWNLOAD PDF

OVERZICHT

REACTIES

REAGEER OP DIT ARTIKEL

Kern van het rapport: beslis op goede grond

Beslissen op goede grond wil zeggen: goed geïnformeerde en goed afgewogen beslissingen nemen en kunnen nemen.

 

Waarom?

Seksueel misbruik is vaak moeilijk te herkennen. Het levert bijvoorbeeld niet vaak zichtbaar letsel op. Het is lastig om zeker te weten dat ouders, andere gezinsleden, leeftijdsgenoten of mensen die op professionele wijze betrokken zijn bij een kind zich schuldig hebben gemaakt aan seksueel geweld. Er zijn spraakmakende zaken geweest die uiteindelijk hebben geleid tot vrijspraak. Moet dat reden zijn om niet te handelen? Niet te melden? Een aangifte te ontmoedigen?, vraagt de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen zich af.

 

Nee. In haar eerste rapport ‘Op goede grond’, over seksueel geweld tegen kinderen in Nederland, brengt de Nationaal Rapporteur zo veel mogelijk onderbouwde cijfers en andere informatie samen, op zoek naar concrete mogelijkheden om de aanpak van seksueel geweld tegen kinderen te verbeteren.

 

Trechter

Als metafoor voor deze aanpak gebruikt de Nationaal Rapporteur het beeld van een trechter (zie de Factsheet Seksueel geweld tegen kinderen ). Deze trechter heeft twee helften: de ene beschrijft het traject dat slachtoffers afleggen nadat seksueel geweld heeft plaatsgevonden, de andere helft doet dat voor plegers.

 

De brede bovenkant van de trechter staat voor het aantal kinderen dat voor het eerst slachtoffer wordt van seksueel geweld. Naar schatting zijn dat er in Nederland elk jaar 62.000. Dit cijfer is gebaseerd op het percentage kinderen dat in Nederland zelf zegt ooit slachtoffer te zijn geworden van een of meerdere vormen van seksueel geweld.

 

De smallere onderkant van de trechter verbeeldt de (naar schatting) kleinere groep kinderen die jaarlijks daadwerkelijk hulp heeft gekregen. Van plegers krijgen we pas lager in de trechter zicht op aard, omvang en aanpak, namelijk op het moment dat zij in beeld komen bij politie en justitie.

 

Per stap bewust beslissen

Bij iedere stap in de trechter worden beslissingen genomen. Soms door slachtoffers zelf of door hun naaste omgeving, soms door professionals of overheidsinstanties. Moet ik mijn vermoedens melden of niet? Onderzoeken we deze melding of niet? Moet de verdachte worden veroordeeld of niet? Al deze beslissingen moeten op goede grond worden genomen, is de overtuiging van de Nationaal Rapporteur.

 

Drempels

Bij alle beslissingen in de aanpak van seksueel geweld kunnen betrokkenen echter tegen bepaalde problemen en dilemma’s aanlopen. Potentiële melders kunnen bijvoorbeeld een veelheid aan drempels ervaren: onzekerheid over signalen en eigen vermoedens, een gebrek aan kennis, angst voor de consequenties van het melden en onbekendheid met de procedure. Bij een hoge drempel zullen zij alleen handelen als de zekerheid dat de beslissing de juiste is, ook hoog is. Dit betekent dat er weinig ten onrechte ingegrepen zal worden, maar ook dat meer gevallen ‘gemist’ worden. Bij een lage drempel is het andersom.

 

Hoe beslis je op goede grond?

Het is belangrijk dat in de aanpak van seksueel geweld op ‘goede grond’ wordt beslist. Deze beslissingen bestaan op verschillende niveaus: politieke en bestuurlijke beslissingen, beslissingen binnen organisaties en beslissingen van individuen (slachtoffers, bekenden, professionals). Voor alle beslissingen geldt dat ze gemaakt moeten (kunnen) worden op basis van goede informatie. Dat betekent bijvoorbeeld:

  • dat mensen weten waar ze terecht kunnen als ze misbruikt zijn
  • dat de professional die zijn vermoedens meldt, eerst informatie verzamelt door overleg met collega's, een gesprek met kind en/of goed advies van Veilig Thuis
  • dat rechters plegers kunnen veroordelen op basis van goed politieonderzoek
  • dat gemeenten zorgen dat Veilig Thuis voldoende capaciteit heeft om onderzoek te kunnen doen

 

Daarnaast moet voor alle beslissingen worden vastgesteld hoe streng men wil zijn (hoe hoog de drempel is) bij het maken van de beslissing en wat daarvan de gevolgen zijn. Wat zijn de consequenties van wel handelen? En van niet handelen? Welke consequenties zijn wenselijker?

 

Nooit 100% zeker

Een ongewenste uitkomst wil niet per se zeggen dat de beslissing verkeerd genomen is. Ongewenste uitkomsten zijn nagenoeg onvermijdelijk; men weet het nooit 100 procent zeker. De drempel die wordt gehanteerd, bepaalt welk soort ongewenste uitkomst vaker voorkomt, terwijl een goed geïnformeerde beslissing het aandeel ongewenste uitkomsten zo laag mogelijk maakt.

 

Beslissen op niveau

Ook is het belangrijk om alle beslissingen in relatie met elkaar zien: als bij iedere trechterstap steeds opnieuw een (te) strenge selectie plaatsvindt, is de selectie over het totaal te streng. Daarbij is het goed om te beseffen op welk niveau in de trechter (of keten) die beslissing genomen wordt.

 

Meer bovenaan is het belangrijk dat zo veel mogelijk misbruiksituaties bekend en onderzocht worden (de drempel om te melden en om het onderzoek te starten moet dus laag zijn). In de vervolgstappen kan vervolgens strenger beslist worden (bijvoorbeeld door kritisch te kijken welke hulp passend is voor slachtoffers, of de verdachte moet worden veroordeeld en voor welke groepen zedendelinquenten behandeling wenselijk is).

Aanbeveling: meer slachtoffers zien

Maak seksueel geweld tegen kinderen via een publiekscampagne bespreekbaar zodat meer slachtoffers naar buiten durven treden en meer slachtoffers herkend worden.

 

Waarom?

Het verschil tussen het geschatte aantal kinderen dat in Nederland jaarlijks voor het eerst slachtoffer wordt van seksueel geweld en het geschatte aantal gesignaleerde slachtoffers van seksueel geweld is groot. Veel kinderen die te maken hebben gehad met seksueel geweld worden door omstanders nooit herkend als slachtoffer. Slachtoffers praten er vaak niet over en de (mogelijke) signalen die zij afgeven worden door derden vaak niet opgepikt. Veel slachtoffers krijgen zodoende geen hulp, terwijl dat wel belangrijk kan zijn om de ervaring te verwerken en te voorkomen dat het kind opnieuw slachtoffer wordt.

 

Hoe?

De Nationaal Rapporteur pleit voor structurele publieksvoorlichting die bewustwording over seksueel geweld vergroot. Dat maakt het probleem beter bespreekbaar en stelt professionals en omstanders in staat seksueel geweld beter te herkennen. Naar verwachting durven dan ook meer slachtoffers naar buiten te treden.

 

Stand van zaken

Op dit moment bereidt het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport samen met de ministeries van Veiligheid en Justitie en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een publiekscampagne voor gericht op seksueel geweld tegen kinderen. Dit najaar gaat deze campagne van start, met als doel seksueel geweld te voorkomen en eerder te signaleren.

Aanbeveling: meer plegers zien

Onderzoek hoeveel plegers er zijn en welke vormen van seksueel geweld zij plegen.

 

Waarom?

Seksueel geweld is geen zeldzaamheid. In Nederland worden naar schatting vier op de tien meisjes en twee op de tien jongens voor hun 18de slachtoffer van een vorm van seksueel geweld. Wat we echter niet weten, is hoeveel mensen zich daaraan schuldig gemaakt hebben.

 

Hoe?

Om de eerste stappen van de trechter aan de plegerkant beter in beeld te krijgen is nader onderzoek nodig. Hoeveel plegers zijn er? Hoeveel worden er herkend? Hiertoe kunnen bijvoorbeeld bestaande onderzoeken uitgebreid worden met vragen over het plegen van seksueel geweld tegen kinderen.

 

Stand van zaken

‘Dit jaar wordt in opdracht van de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Veiligheid en Justitie een prevalentieonderzoek uitgevoerd. Daarin worden ook de plegers van kindermishandeling en huiselijk geweld meegenomen. Seksueel geweld is hiervan onderdeel’, zegt Claudia Lucardie van het ministerie van VWS. ‘Deze zomer wordt gekeken hoe onderzoek naar plegers het beste ingericht kan worden.’

Aanbeveling: meer politieonderzoek

Verlaag de drempel voor het doen van aangifte en het starten van politieonderzoek. Zorg dat meer vermoedens van seksueel geweld onderzocht worden.

 

Waarom?

De drempel om aangifte te doen van seksueel geweld tegen kinderen is te hoog, concludeert de Nationaal Rapporteur. Dit heeft mogelijk te maken met het informatief gesprek dat plaatsvindt na een melding en vóór de aangifte. Dat gesprek kan slachtoffers ontmoedigen om aangifte te doen; na het informatief gesprek gaan slechts drie van de tien melders over tot het doen van aangifte.

 

Ook de drempel voor opsporingsonderzoek is te hoog. De politie start zelden een onderzoek zonder aangifte.

 

De drempel kan hier op twee manieren worden verlaagd:

 

  • Het informatief gesprek dat de politie altijd eerst heeft met slachtoffers moet worden gewijzigd zodat slachtoffers vaker aangifte doen, vindt de Nationaal Rapporteur. Dit kan onder meer door in het gesprek niet met name de nadelen van de aangifte te benoemen.
  • Wanneer slachtoffer of ouders/verzorgers geen aangifte doen, moeten de politie en het Openbaar Ministerie expliciet en gezamenlijk - en in overleg met het slachtoffer - overwegen om het onderzoek zelf op te starten.
  • Als meer slachtoffers aangifte doen en er meer onderzoek wordt gestart, kunnen meer slachtoffers worden herkend en meer plegers worden vervolgd, veroordeeld en behandeld.

 

Meer slachtoffers helpen

Dat meer slachtoffers geholpen moeten worden, onderschrijven de politie en het Openbaar Ministerie. ‘Wij zijn voortdurend bezig met het verbeteren van het informatief gesprek. Ook het instellen van een onderzoek zonder dat er aangifte is gedaan, is voor ons een relevant punt waar we met dit rapport in de hand meer mogelijkheden toe zien’, zegt Walter van Kleef, landelijk projectleider zedenzaken bij de politie.

 

Aangifte geen doel op zich

Het doen van aangifte moet echter geen doel op zich zijn, benadrukt Van Kleef. ‘Natuurlijk willen we geen slachtoffer missen. Maar een aangifte kan de situatie voor het kind in sommige gevallen verslechteren - zeker als de verdachte zich in de familie- of vriendenkring bevindt. Het kan dan beter zijn om naar andere oplossingen te zoeken. Denk aan hulpverlening voor het hele gezin.’

 

Stand van zaken

Dit najaar zal het Openbaar Ministerie via een zogenoemde ‘aanwijzing’ haar vernieuwde aanpak van zedenzaken kenbaar maken. Janet ten Hoope van het OM: ‘Daarin staat dat in iedere zaak de aandacht voor de veiligheid en veerkracht van het slachtoffer, naast waarheidsvinding, ook een kerntaak van de politie en rechtelijke macht is. We moeten dus per individuele zaak een afweging maken. Natuurlijk zijn wij er om daders te pakken, maar wat betekent een vervolging voor de veiligheid en het welzijn van het slachtoffer? Soms maakt een strafzaak voor het kind meer kapot dan er wordt geheeld.’

Aanbeveling: voorkom seksueel geweld

Maak campagnes over het voorkómen van seksueel geweld die de volle breedte van het fenomeen belichten.

 

Waarom?

Seksueel geweld tegen kinderen kan op veel verschillende manieren plaatsvinden, in veel verschillende situaties. Plegers van seksueel geweld tegen kinderen laten zich niet vangen in een stereotypering als de vreemde man in de bosjes of de pedofiel. We kunnen plegers dan ook niet beschouwen als een zeldzaam natuurfenomeen dat niet gevormd of voorspeld kan worden, schrijft de Nationaal Rapporteur.

Plegers maken net als slachtoffers onderdeel uit van de maatschappij. Sommige plegers zijn pedofiel, de meeste niet, sommige vallen in herhaling, de meeste niet. Sommige plegers zijn gehaaid, andere niet. En er zijn plegers die zelf slachtoffer zijn geweest van seksueel geweld.

Door in te zien hoe breed seksueel geweld als fenomeen is en hoeveel verschillende soorten mensen het plegen, kan het beter bestreden worden.

 

Slachtoffers zijn niet verantwoordelijk

Aan seksuele ontwikkeling en seksueel grensoverschrijdend gedrag wordt op dit moment op scholen wat eenzijdig aandacht besteed, vindt de Nationaal Rapporteur. Op dit moment gebeurt dit vooral door potentiële slachtoffers te leren hun grenzen te bewaken. De aandacht voor potentiële plegers is gering, vindt zij.

 

Doordat slachtoffers bovendien onvoldoende wordt geleerd dat plegers niet andermans grenzen moeten overschrijden, worden zij ten onrechte verantwoordelijk gemaakt voor wat hen overkomt. Alsof het aan hen is seksueel grensoverschrijdend gedrag te voorkomen en niet aan de plegers.

 

Canadees voorbeeld

Als goed voorbeeld dient de Canadese publiekscampagne Don’t be that guy uit 2011, waarin jonge mannen op hun verantwoordelijkheid worden gewezen. De boodschap is duidelijk: dat ze geen ‘nee’ zegt, betekent nog niet dat ze ‘ja’ zegt. De campagne bleek succesvol: in Vancouver, een van de campagnesteden, daalde het aantal seksueel geweld-delicten met 10 procent.

 

Hoe?

Helemaal voorkomen kunnen we seksueel geweld nooit. Wel kunnen we er veel meer aan doen om het aantal slachtoffers te verminderen, vindt de Nationaal Rapporteur. Wat haar betreft zoomen preventiecampagnes in op alle verschillende vormen, zodat het hele fenomeen wordt belicht. Niet alleen geweld onder leeftijdsgenoten, maar ook seksueel geweld door volwassenen, zowel binnen als buiten de familie, dienen aan bod te komen. Bovendien moet de aandacht uitgaan naar plegers.

Dit kan in brede publiekscampagnes, maar ook in campagnes gericht op specifieke (kwetsbare) groepen of in specifieke regio’s of domeinen. Denk aan kinderen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking, in de jeugdhulp of in de gemeente of regio.

 

Stand van zaken

In mei 2015 is de ‘Beat the Macho’-campagne gestart die gericht is op jongens. Deze campagne - mogelijk gemaakt door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap - probeert jongens te stimuleren om na te denken over hun gedrag. Met als doel seksueel grensoverschrijdend gedrag tegen te gaan.

Aanbeveling: leg goed vast wat je weet

Alle instanties moeten seksueel geweld tegen kinderen goed registreren.

 

Waarom?

Tijdens het onderzoek naar de aanpak van seksueel geweld tegen kinderen in Nederland heeft de Nationaal Rapporteur de geregistreerde gegevens van verschillende organisaties geanalyseerd. Daarbij stuitte ze op hiaten en inconsistenties. Goede registratie kan helpen bij een betere aanpak van seksueel geweld tegen kinderen. Direct, doordat informatie effectief kan worden opgeslagen, opgezocht en uitgewisseld in het dagelijkse werkproces. En indirect, door die informatie te analyseren en op basis daarvan de aanpak te verbeteren.

 

Wie moet welke informatie vastleggen?

Het is belangrijk dat jeugdhulporganisaties en de Raad voor de Kinderbescherming niet alleen registreren welke vorm van hulp zij hebben aangeboden of georganiseerd, maar ook wat de aanleiding was voor die hulp. Hierdoor kan in kaart worden gebracht welke hulp wordt geboden bij welke problemen (waaronder seksueel geweld).

 

Hoe?

Organisaties die zich vooral richten op verdachten of plegers (bijvoorbeeld de politie, het OM en de reclassering) zouden ook de aantallen en kenmerken van de slachtoffers van deze plegers moeten registreren. Bovendien is het belangrijk dat de politie in heel Nederland registreert hoeveel en welke zedendelicten er worden gemeld. Het is ten slotte belangrijk dat organisaties die een uitvoerige registratie onderhouden (zoals Veilg Thuis) deze in stand houden en medewerkers periodiek scholen in het goed registreren.

 

De Rapporteur beveelt de overheid (Rijk en gemeenten) aan te investeren in een goede en uniforme handleiding voor registratie voor Veilig Thuis en om medewerkers optimaal te trainen in het gebruik ervan.

 

De stand van zaken

Het Openbaar Ministerie registreert gegevens ten behoeve van het eigen werkproces, maar kijkt ook naar relevante vragen vanuit de samenleving, vertelt Janet ten Hoope van het OM. ‘Het was tot voor kort niet na te gaan hoeveel kinderen er slachtoffer waren van een zedendelict. Met de laatste aanpassingen in ons registratiesysteem is dat nu wel mogelijk.’

 

Toch zijn nog niet alle gegevens te achterhalen. Ten Hoope: ‘Neem de cijfers over slachtoffers van grooming . De definitie daarvan is in de wetsartikelen anders dan die in de samenleving, die daaronder ieder digitaal seksueel getint contact verstaat. Wij registreren aan de hand van de wetsartikelen.’

 

Ook de politie kijkt kritisch naar de registratie. Projectleider zedenzaken Walter van Kleef: ‘We kijken hoe we de registratie kunnen verbeteren, maar het moet wel werkbaar en efficiënt zijn voor de organisatie.’

 

Registratie en risico-inventarisatie in de jeugdzorg

De hulpvraag wordt altijd geregistreerd, zegt Ans van de Maat van Jeugdzorg Nederland. De aanleiding en achtergrond van de hulpvraag wordt in het dossier opgenomen. ‘Seksueel misbruik leidt tot opvoed- en opgroeiproblematiek. Deze problematiek is voor de jeugdzorgorganisaties de hulpvraag. Voor Jeugdzorg Nederland is van belang dat bij registraties rekening wordt gehouden met de privacy van de minderjarige en toestemming van ouders of voogden. Om die reden kan de aanleiding niet altijd worden geregistreerd.'

 

De jeugdzorgorganisaties vragen bij iedere aanmelding expliciet naar de seksuele ontwikkeling en seksuele voorgeschiedenis van het kind, reageert de woordvoerder van Jeugdzorg Nederland. Voor ieder kind dat in de jeugdzorg komt, wordt een risico-inventarisatie gemaakt. Onderdeel daarvan is de seksuele ontwikkeling. ‘Daarnaast is afgesproken dat als een organisatie de zorg overdraagt aan een andere organisatie er informatie wordt verstrekt over de (problemen bij de) seksuele ontwikkeling en voorgeschiedenis. De organisatie die de zorg overneemt, neemt de informatie op in het dossier van de jeugdige.’

Nieuwe onderzoeken van de Nationaal Rapporteur

Het rapport ‘Op goede grond’ biedt veel nieuwe cijfers en informatie, maar roept ook nieuwe vragen op. Daarom start de Nationaal Rapporteur dit jaar een aantal onderzoeken naar de aanpak van seksueel geweld tegen kinderen.

 

Regio-onderzoek Veilig Thuis

Het rapport ‘Op goede grond’ gaat uitvoerig in op de landelijke cijfers van de zestien voormalige Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (opgegaan in de huidige 26 Veilig Thuis-organisaties). Met die cijfers gaat het regio-onderzoek Veilig Thuis in op de verschillen en overeenkomsten tussen deze AMK’s. Dit om helder te krijgen welke factoren mogelijk bijdragen aan de mate waarin AMK’s meldingen van seksueel misbruik aannemen, onderzoeken, bevestigen en hulp organiseren. De aanbevelingen richten zich op de huidige Veilig Thuis-organisaties. Verwacht: najaar 2015.

 

Straftoemetingsonderzoek

De Nationaal Rapporteur gaat analyseren welke straffen rechters opleggen aan plegers van zedendelicten (specifieker: van hands-on ontucht) tegen kinderen. Daarbij wordt bekeken welke factoren mogelijk van invloed zijn op de straftoemeting. Verwacht: najaar 2015.

 

Pro Justitia-onderzoek

Hoe schat het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) het risico in dat verdachten nogmaals een zedendelict tegen een kind zullen plegen (recidiveren)? Hoe doet de reclassering dat, hoe adviseert zij de rechter daarover en wat doet de rechter vervolgens met deze adviezen? Een onderzoek kortom naar de manier waarop adviezen tot stand komen en welke rol risico-inschatting daarin speelt. Verwacht: begin 2016.

 

GGZ-onderzoek

In ‘Op goede grond’ zijn landelijke data verwerkt van slachtoffers van seksueel geweld die behandeling hebben gekregen in de jeugd-GGZ. Op basis van deze data kon de Nationaal Rapporteur slechts in beperkte mate inzicht geven in het aantal slachtoffers in behandeling en de kenmerken van de behandeling. Voor dit vervolgonderzoek verricht de Rapporteur dossieronderzoek bij de jeugd-GGZ om meer zicht te krijgen op:

 

  • de kenmerken van het seksueel geweld dat deze slachtoffers hebben ondergaan
  • de behandeldoelen waaraan tijdens de behandeling wordt gewerkt
  • de interventies die de slachtoffers hebben gekregen. Verwacht: eerste helft van 2016.

Kern van het rapport: beslis op goede grond

Aanbeveling:

meer slachtoffers zien

Aanbeveling:

meer plegers zien

Aanbeveling:

meer politieonderzoek

Aanbeveling:

leg goed vast wat je weet

Aanbeveling:

voorkom seksueel geweld

Nieuwe onderzoeken van de Nationaal Rapporteur

Download Factsheet ‘Seksueel geweld’

Zo kunnen we de aanpak van seksueel geweld tegen kinderen verbeteren

Hoe staat Nederland ervoor met de aanpak van seksueel geweld tegen kinderen? En hoe kunnen we die aanpak verbeteren? Het onderzoeksrapport ‘Op goede grond’ van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld beantwoordt die vragen. Lees hier haar bevindingen en aanbevelingen.

  • MENU
  • Taal
  • 12 - 14
  • DELEN

  • AANMELDEN

  • CONTACT

Overzicht edities

Augeo Actueel - Praten met kinderen

AM- Over veilig opgroeien - Nr. 4 2016

Augeo Actueel - Meldcode kindermishandeling

AM- Over veilig opgroeien - Nr. 3 2016

Kindermishandeling samen aanpakken

Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 2 2016

Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 1 2016

De meldcode aanpassen: kans of risico?

Jaaroverzicht 2015

Pleegzorg: samen in verscheidenheid

De kindcheck voor medici - Signalen van ouders

Meer aandacht voor jongens en mannen ISPCAN

Pleegzorg: thuis in een ander gezin - Gasthoofdredactie: pleegzorgtijdschrift

Seksueel geweld tegen kinderen, gasthoofdredacteur Corinne Dettmeijer Nationaal Rapporteur

Jongerentaskforce: onderzoek in jeugdhulp over veiligheid

Veilig opgroeien: thuis en op school, primair onderwijs

Veilig opgroeien: thuis en op school, voorgezet onderwijs

Kindermishandeling stoppen: de rol van gemeenten

Jaaroverzicht

Kinderrechten

Onderwijs

Inzicht in ouderschap

Gezondheidszorg

Kinderopvang

KindCheck juni 2014

TKM gemeenten april 2014

TKM: gezondheidszorg en kindermishandeling

TKM-onderwijs - januari 2014

TKM-Jaaroverzicht 2013

TKM-Huwelijksdwang

TKM-Professionalisering

TKM-Meldcode

TKM-Herstel na trauma

TKM-onderwijs: Meldcode en hulp

TKM-special: kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg

TKM-onderwijs: Communiceren

TKM-onderwijs: vormen en gevolgen van kindermishandeling

TKM Armoede februari 2013

Verwaarlozing TKM december 2012

Seksueel misbruik

Special Commissie Samson

TKM special Prinsjesdag 2012

TKM special: verkiezingen 2012

Juni Tijdschrift Kindermishandeling

April 2012 Tijdschrift Kindermishandeling

Gedrukte uitgave - nr 4 2011 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 3 2011 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 2 2011 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 1 2011 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 4 2010 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 3 2010 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 2 2010 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 1 2010 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 4 2009 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 3 2009 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 2 2009 (pdf)

Gedrukte uitgave - nr 1 2009 (pdf)