Augeo magazine - Over veilig opgroeien

1. VEILIGHEID OP DE GROEP EN GROEPSLEIDING

Zijn de regels op de groep voor iedereen duidelijk?

Als de regels op de groep duidelijk zijn voor iedereen, weten de jongeren waar ze aan toe zijn. Dit draagt bij aan hun gevoel van veiligheid.

Op de vraag of de regels op de groep voor iedereen duidelijk zijn, antwoordt 53 procent van de jongeren bevestigend. ‘Nee, dat zijn ze niet’, zegt 12 procent. De overige 35 procent van de jongeren geeft als antwoord ‘wisselend’. Dat wil zeggen dat niet alle regels altijd duidelijk zijn en/of dat de regels niet altijd voor iedereen duidelijk zijn.

Voel je je veilig bij de groepsleiding?

De meerderheid van de jongeren (67%) voelt zich veilig bij de groepsleiding. Maar een fors aantal voelt zich wisselend veilig (28%) of zelfs niet veilig (5%) bij de groepsleiding.

Kun je op de hulp van de groepsleiding of een andere volwassene rekenen als er ’s nachts iets zou gebeuren?

De meeste jongeren vertrouwen erop dat de groepsleiding te hulp schiet als zich ’s nachts iets zou voordoen. Bijna een kwart van de jongeren (22%) is daar niet altijd zeker van en 9 procent van de jongeren rekent daar niet op.

Meer over de veiligheid op de groep en de groepsleiding lees je op pagina 6 van het onderzoeksrapport .

2. SEKSUALITEIT

Zeggen jongeren op de groep weleens iets tegen je over ‘seks’ wat je vervelend vindt (grapjes, vragen over seks, opmerkingen?

De meeste jongeren (78%) hebben niet meegemaakt dat in de groepen vervelende opmerkingen, grapjes of vragen over seks zijn gemaakt. 13 procent geeft aan dat dit wisselend is en 9 procent van de jongeren heeft zich weleens geconfronteerd gevoeld met vervelende vragen, grapjes of opmerkingen.

Wordt er op de groep of met de mentor gesproken over seksualiteit?

Over deze vraag zijn de jongeren verdeeld. Ruim een kwart (28%) geeft aan dat er inderdaad over seksualiteit wordt gesproken met de mentor en/of in de groep. Iets meer dan een derde van de jongeren (34%) geeft hier ‘wisselend’ als antwoord en volgens 38 procent gebeurt dit niet.

Krijg je voldoende seksuele voorlichting van de groepsleiding?

Bijna de helft van de jongeren (48%) vindt dat de groepsleiding voldoende voorlichting geeft. Een derde van de jongeren (32%) is het daar niet mee eens. De overige 20 procent is van mening dat dit wisselt.

Meer over seksualiteit lees je op pagina 9 van het onderzoeksrapport.

3. ONLINE VEILIGHEID

Veiligheid gaat niet alleen over wat zich op de groepen afspeelt, maar ook over wat er online gebeurt.

Worden jongeren van de groep online gepest of lastiggevallen?

Meer dan driekwart van de jongeren (78%) geeft aan dat groepsgenoten niet online worden gepest of lastiggevallen. Ja, het overkomt groepsgenoten, zegt 7 procent van de jongeren. De overige 16 procent zegt dat het wisselend is.

Heeft de groepsleiding het door als een jongeren online wordt gepest of seksueel wordt lastiggevallen?

Volgens 37 procent van de bevraagde jongeren is dit niet het geval. Een minderheid van 22 procent denkt dat de groepsleiding het wel doorheeft. 41 procent oordeelt dat dit wisselend is.

Weet de groepsleiding hoe ze moet omgaan met online pesten of seksueel lastigvallen?

De helft van de jongeren zegt van wel, maar een flinke groep (37%) trekt dit in twijfel. De overige 13 procent is van mening dat de groepsleiding niet weet hoe ze hiermee moet omgaan.

Meer over online veiligheid lees je op pagina 10 van het onderzoeksrapport .

4. PRATEN OVER ONVEILIGE SITUATIES

Aan wie zou je het vertellen als je iets vervelends meemaakt?

Tot wie richten jongeren zich als zij bijvoorbeeld worden lastig gevallen op internet of iemand tegen hun zin moeten aanraken? Meerdere personen mochten genoemd worden.

Bijna twee derde van de jongeren (65%) geeft aan in zo’n geval een vriend of vriendin in vertrouwen te nemen. 43 procent richt zich tot zijn of haar vader of moeder. De mentor en groepsleiding worden door 39% en 35% van de jongeren genoemd. Daarna volgt een ander familielid (29%), de cliëntvertrouwenspersoon (19%) en ‘iemand anders’ (bijvoorbeeld vertrouwenspersoon op school, voogd, stiefvader, politie; 19%). De leraar zou door 6 procent van de jongeren benaderd worden.

Meer over praten over onveilige situaties lees je op pagina 11 van het onderzoeksrapport .

5. TEVREDENHEID OVER VEILIGHEID

Hoe tevreden ben jij over de veiligheid binnen de instelling?

Aan de jongeren is gevraagd om hiervoor een cijfer te geven tussen de 1 en de 10. Over het algemeen zijn de jongeren tevreden over de veiligheid binnen de eigen instelling. Ze geven hier gemiddeld een 7,7 voor.

De grootste groep (29%) geeft een 8 voor de veiligheid. 60 procent van de jongeren geeft een 8 of hoger voor de veiligheid binnen de eigen instelling. Voor 11 procent van de jongeren is die veiligheid onvoldoende.

De pdf van het volledig onderzoeksrapport van de Jongerentaskforce vind je hier.

AUGEO MAGAZINE - HET ONLINE TIJDSCHRIFT OVER VEILIG OPGROEIEN

OVERZICHT

REACTIES

DOWNLOAD PDF

LEES MEER

LEES MEER

LEES MEER

LEES MEER

LEES MEER