Kindermishandeling: zó signaleer je en werk je samen

Soms vermoed je als huisarts, praktijkondersteuner, triagist of huisartsassistent dat het in een gezin niet goed gaat. Om signalen te interpreteren en actie te ondernemen, is samenwerking broodnodig. Niet alleen binnen, maar ook buiten de huisartsenpraktijk, met wijkteam, school, Veilig Thuis, JGZ en anderen. Dit magazine biedt inspiratie en inzichten.

SPECIAL HUISARTSENZORG - december 2021 *

Update 2024 i.v.m. aanpassingen herziene KNMG-Meldcode

*  Geïnterviewden kunnen inmiddels een andere functie hebben.

Goede werkrelaties

Open gesprekken over opvoedproblemen

Die ene minuut waarin een huisarts een kind uitnodigt om te praten, maakt onuitwisbare indruk

Dit soort momenten moet je eigenlijk niet willen protocolleren, dus wellicht is die ‘stap 0’ bij de meldcode geen goed idee. Maar zonder een professionele houding en organisatiecultuur waarin ouders en kinderen zich gezien, gesteund en veilig weten, zullen alle meldcode-stappen moeizaam zijn en ook averechts kunnen uitpakken. Kindermishandeling is geen buitenaards natuurverschijnsel, maar vindt plaats tussen mensen onderling. Ook de  aanpak ervan vindt plaats in relaties tussen mensen: tussen partners, kinderen en ouders en ook hulpverleners.

Want niet alleen uit eigen ervaring kan ik zeggen dat een luttele minuut waarin een professional een kind oprecht uitnodigt te praten, een onuitwisbare indruk maakt. Dat proef ik ook uit verhalen van ervaringsdeskundige jongeren uit onze Jongerentaskforce. Zo vertelde eens een jongere hoe een politieprofessional die op het geweld tussen haar ouders af kwam, de eerste volwassene was die aan haar vroeg hoe het eigenlijk met háár ging. Ik kreeg een gedetailleerde beschrijving te horen van het uiterlijk van deze passant in het leven van deze jongere; zo’n onuitwisbare indruk had het gemaakt.

Laat ouders en kinderen ervaren dat op deze plek open en betrouwbaar gesproken kan en mag worden over met taboes omgeven opvoedvraagstukken

Ooit was ik als kind een fanatiek turnster. Kaatsen op de brug met ongelijke leggers noemden we ‘buikie butsen’, omdat je buik en bekkenkam er bont en blauw van kleurden. Bij een lichamelijk onderzoek viel het oog van mijn huisarts op de plekken. Vol trots legde ik het fenomeen buikie butsen uit.

Na afloop van het consult vroeg de huisarts mijn moeder om alvast naar de wachtruimte te gaan. De arts zei het leuk te vinden dat ik zo van turnen hield. En de blauwe plekken best groot te vinden. Of het ook kon zijn dat mensen mij daar pijn deden, thuis of op de turnclub? Ik werd er verlegen van, legde het nogmaals uit en snelde naar m’n moeder. Maar ik had voor altijd onthouden: deze dokter is er voor mij en met hem mag je over alles praten!

Met de kennis van nu heb ik alleen maar meer respect gekregen voor deze actie van mijn huisarts. Want veertig jaar geleden stonden misbruik en mishandeling, thuis of in de sportwereld, nauwelijks op de maatschappelijke agenda. Huisartsen beschikten nog niet over een Wet Meldcode en bijbehorende nascholingen. Bovendien deed deze huisarts iets waaraan het nog steeds te vaak ontbreekt.

Ik noem dit ‘stap 0’, voorafgaand aan de 5 stappen van de meldcode: een professionele attitude en organisatiecultuur waarin ouders en kinderen ervaren dat op deze plek open en betrouwbaar gesproken kan en mag worden over met taboes omgeven opvoedvraagstukken of problemen.

Voorwoord

Mariëlle Dekker

Directeur Augeo Foundation

Leestijd: 2 minuten

Soms vermoed je als huisarts, praktijkondersteuner, triagist of huisartsassistent dat het in een gezin niet goed gaat. Om signalen te interpreteren en actie te ondernemen, is samenwerking broodnodig. Niet alleen binnen, maar ook buiten de huisartsenpraktijk, met wijkteam, school, Veilig Thuis, JGZ en anderen. Dit magazine biedt inspiratie en inzichten.

Kindermishandeling: zó signaleer je en werk je samen

SPECIAL HUISARTSENZORG - december 2021 *

Update 2024 i.v.m. aanpassingen herziene KNMG-Meldcode
* Geïnterviewden kunnen inmiddels een andere functie hebben.
Laat ouders en kinderen ervaren dat op deze plek open en betrouwbaar gesproken kan en mag worden over met taboes omgeven opvoedvraagstukken

Met de kennis van nu heb ik alleen maar meer respect gekregen voor deze actie van mijn huisarts. Want veertig jaar geleden stonden misbruik en mishandeling, thuis of in de sportwereld, nauwelijks op de maatschappelijke agenda. Huisartsen beschikten nog niet over een Wet Meldcode en bijbehorende nascholingen. Bovendien deed deze huisarts iets waaraan het nog steeds te vaak ontbreekt.

Ik noem dit ‘stap 0’, voorafgaand aan de 5 stappen van de meldcode: een professionele attitude en organisatiecultuur waarin ouders en kinderen ervaren dat op deze plek open en betrouwbaar gesproken kan en mag worden over met taboes omgeven opvoedvraagstukken of problemen.

Dit soort momenten moet je eigenlijk niet willen protocolleren, dus wellicht is die ‘stap 0’ bij de meldcode geen goed idee. Maar zonder een professionele houding en organisatiecultuur waarin ouders en kinderen zich gezien, gesteund en veilig weten, zullen alle meldcode-stappen moeizaam zijn en ook averechts kunnen uitpakken. Kindermishandeling is geen buitenaards natuurverschijnsel, maar vindt plaats tussen mensen onderling. Ook de  aanpak ervan vindt plaats in relaties tussen mensen: tussen partners, kinderen en ouders en ook hulpverleners.

Want niet alleen uit eigen ervaring kan ik zeggen dat een luttele minuut waarin een professional een kind oprecht uitnodigt te praten, een onuitwisbare indruk maakt. Dat proef ik ook uit verhalen van ervaringsdeskundige jongeren uit onze Jongerentaskforce. Zo vertelde eens een jongere hoe een politieprofessional die op het geweld tussen haar ouders af kwam, de eerste volwassene was die aan haar vroeg hoe het eigenlijk met háár ging. Ik kreeg een gedetailleerde beschrijving te horen van het uiterlijk van deze passant in het leven van deze jongere; zo’n onuitwisbare indruk had het gemaakt.

Goede werkrelaties

Open gesprekken over opvoedproblemen

Ooit was ik als kind een fanatiek turnster. Kaatsen op de brug met ongelijke leggers noemden we ‘buikie butsen’, omdat je buik en bekkenkam er bont en blauw van kleurden. Bij een lichamelijk onderzoek viel het oog van mijn huisarts op de plekken. Vol trots legde ik het fenomeen buikie butsen uit.

Na afloop van het consult vroeg de huisarts mijn moeder om alvast naar de wachtruimte te gaan. De arts zei het leuk te vinden dat ik zo van turnen hield. En de blauwe plekken best groot te vinden. Of het ook kon zijn dat mensen mij daar pijn deden, thuis of op de turnclub? Ik werd er verlegen van, legde het nogmaals uit en snelde naar m’n moeder. Maar ik had voor altijd onthouden: deze dokter is er voor mij en met hem mag je over alles praten!

Die ene minuut waarin een huisarts een kind uitnodigt om te praten, maakt onuitwisbare indruk

Leestijd: 2 minuten

Mariëlle Dekker

Directeur Augeo Foundation

Voorwoord

Augeo Magazine: Hét online tijdschrift over veilig opgroeien

Professionals en beleidsmakers bijpraten over de nieuwste ontwikkelingen, onderzoeken, dilemma’s en besluiten rond de veiligheid van kinderen. Dat doet Augeo Foundation al 15 jaar met onder andere e-learnings, bijeenkomsten en Augeo Magazine. Ons magazine verschijnt 5x per jaar. Meld je aan om gratis abonnee te worden.
Volledig scherm